De maand maart op het zuidwestelijk akkerbouwbedrijf Open dagen Rusthoeve Het is een ongekend zachte win ter tot nu toe. Rekords sneuve len. Door de hoge temperaturen zijn er veel problemen met het bewaren van uien en knolselderij en in wat mindere mate ook met aardappelen. Probeer de koude uren zoveel mogelijk te benutten. Een nieuw groeiseizoen staat voor de deur met allerlei ontwik kelingen. Hoewel het steeds moeilijker wordt moet het stre ven naar een zo groot mogelijk verschil tussen kosten en op brengsten bij iedere beslissing een belangrijke rol spelen. Naast de kilogramopbrengst wordt de kwaliteit van de produkten steeds belangrijker. In een overvolle markt zijn alleen kwaliteitspro- dukten nog af te zetten. Bouwplan en zaaitijd Het areaal ingezaaide wintertarwe is naar schatting beduidend groter dan in voorgaande jaren. De keuze voor de overige gewassen in het bouwplan is inmiddels wel gemaakt en welk ge was u ook teelt, het komt er nu op aan dit goed te doen. Veel voorjaars gewassen zijn wat groei en opbrengst betreft gevoelig voor ongunstige om standigheden gedurende de eerste weken na de zaai. Wat bij het zaaien wordt verknoeid is later nauwelijks te herstellen en komt dikwijls niet meer goed. Zaaien kun je maar één keer! Voor veel zomergewassen is er ech ter een sterke samenhang tussen op brengst en zaaitijd. Zo is voor zo- mertarwe, zomergerst, haver en veldbonen de opbrengst veelal lager naarmate later in het seizoen gezaaid wordt. Bij blauwmaanzaad wordt de opbrengst lager bij inzaai na 20 maart. Voor suikierbieten en vlas geldt, dat na begin april gezaaid, de opbrengst afneemt. Erwten zijn minder gevoelig voor late zaai. Grondbewerking voor zaaien en poten De variatie in grondbewerkings werktuigen is erg groot. Het resul taat is sterk afhankelijk van de grond, namelijk de zwaarte, de ge wenste grove of fijne ligging en de vochtigheid. Zorg voor een regelma tig zaaibed, waarbij een vlakke lig ging veelal een eerste vereiste is, me de in verband met de oogst. Voor kom versmeren van de ondergrond. Het zaad moet op de vaste bodem gezaaid worden, dus de grondbewer king hierop instellen. Bieten, vlas en uien moeten ondiep (2 a 2,5 cm) gezaaid worden. Zomer granen en erwten duidelijk dieper. Het diep 5 cm) zaaien van erwten voorkomt dikwijls ook vogelschade bij en na de opkomst. Houd rekening met de zwaarte van de trekkers voor de werktuigen en vooral met de spanning van de trek kerbanden. De druk in de band be paalt namelijk de druk die de band in de grond veroorzaakt. Is de band breedte bijv. 40 cm dan is de druk in de grond op 40 cm diepte de helft van de druk in de band. Gaat men uit van een druk van 1,40 ato in ge noemde band dan is op 40 cm diepte de druk nog 0,7 ato. Is de ban denspanning slechts 0,8 ato dan is op 40 cm diepte de druk slechts 0,4 at. Dit doet veel minder schade, vooral de grote poriën worden min der dichtgedrukt. Bij toepassing van dubbellucht kan de spanning erg laag zijn. Op het land wordt zelden een band kapot gereden. Wees bij lage spanning voorzichtig met het rijden over de weg. Eerst pompen of heel langzaam naar huis toe rijden. Bemesting Wat de kali betreft is het nu eigenlijk te laat voor een grote hoeveelheid in de vorm van een bouwplanbe mesting, dat kunt u beter in het na jaar doen. Een gewasbemesting met kali 60 of een NPK meststof moet zo vroeg mogelijk, in het voorjaar wor den gegeven om zout- en/of chloor- schade zoveel mogelijk te beperken. Het najaar heeft in dit verband dui delijk de voorkeur, immers vroeg in 12 het voorjaar is niet altijd mogelijk. De hoeveelheid kali die via organi sche mest is gegeven kan volledig als werkzaam worden beschouwd. Wat de hoeveelheid fosfaat betreft, die als organische mest is toege diend, mag in het eerste jaar als werkzaam worden aangenomen: 70% voor kippemest; 60% voor rundveemest; 100% voor var- kensmest. Bij lagere Pw-getallen is het voor hakvruchten verstandig nog wat ver se fosfaat te geven, ook na toedie ning van organische mest, omdat dit fosfaat zich in de diepere grondlagen bevindt en de plant juist bij de be- girigroei behoefte aan werkzaam fosfaat heeft. Bij hogere Pw-cijfers (meer dan 35) is dit na mesttoedie- ning niet nodig. Voor de meeste akkerbouwgewassen is er inmiddels een stikstofadvies op basis van N-mineraalonderzoek. Zij die dit onderzoek hebben laten uit voeren, krijgen een individueel ad vies. Als u dit niet hebt zult u de hoogte van de 'gift moeten baseren op de ervaring met de grond en de voorvrucht op uw perceel en daarbij rekening houden met de stikstof- voorraad in de grond dit voorjaar. Over deze algemene richtlijnen voor dit seizoen is een apart artikel ver schenen (ZLM-blad 17-2 pag. 8). DNOC of Herbogil kan na één week al klaver worden gezaaid. Moet nog duist bestreden worden dan is onder- zaai van groenbemesting niet mo gelijk. Bij zomergranen en vlas kan het En gels raaigras heel goed gemengd worden uitgezaaid. Bij vlas en laat weidetype gebruiken. Bestel alleen zaaizaad dat vrij is van kweek en duist. Onkruidbestrijding over de ploegsneden Na de zachte winter zal dit op vele percelen gewenst zijn. Vooral voor gewassen waar een ondiepe grondbe werking vereist is. Een extra grond bewerking uitvoeren is meestal niet aan te bevelen vanwege extra struk- tuurbederf, terwijl het beoogde doel zelden wordt bereikt. Vooral wat grote onkruiden zullen toch weer gaan groeien. Spuiten over de ploegsneden enkele dagen voor de grondbewerking met een glyfosaatbevattend middel is veelal afdoende. Aanpassing van de dosering aan de grootte van de on kruiden is gewenst. Wintertarwe Onkruidbestrijding Tegen duist en breedbladige onkrui den kunt u kiezen uit: Zomertarwe Op percelen waar de wintertarwe door slakkenschade dermate is uit gedund dat doorzaai met zomertar we noodzakelijk is, kan het raad zaam zijn na de zachte winter door de zomertarwe slakkenkorrels te mengen of direkt na zaai te ver strooien om nieuwe schade te voorkomen. Suikerbieten Bij de zaaizaadbestelling is als het goed is reeds rekening gehouden met de kans op schade door bietekevers, wortelduizendpoten en aphanomy- ces (afdraaiers). Is er kans op schade door ritnaalden of emelten, spuit dan vooraf volvelds met 3,5 1 lin daan 21%, direkt inwerken. Moet schade door het bietecysteaaltje worden tegengegaan, gebruik dan 12 kg Temik 10 G of 25 kg Vydate 10 G in de rij. Op percelen waar kamille moet wor den verwacht hoort een onkruid bestrijding aan de basis. Volstaan kan worden met een halve dosering Pyramin of Goltix; eventueel op de zwaardere gronden aangevuld met 2-3 kg profam tegen o.a. varkens gras en straatgras. Deze halve dose ring is voldoende tegen kamille. Bij of na opkomst moet dan tijdig, d.w.z. zodra onkruiden worden meeropbrengst. Verlaging van het "oude" stikstofadvies met 20 a 30 kg N per ha is voor de kwaliteit dan ook duidelijk beter en geeft nauwe lijks minder kg-opbrengst. Als onkruidbestrijding wordt de breedwerkende kombinatie Stomp (2 1) propachloor (4 1) aanbevo len. Op de lichtere gronden beneden 20% kan Stomp schade veroorza ken. Gebruik hiervan dan niet meer dan 1 1 per ha. Erwten Nu voor de kleigronden het middel dinoseb na opkomst van de erwten niet meer is toegelaten, is het zaak de andere mogelijkheden zo goed mo gelijk te benutten. Gebruik dus (af hankelijk van de onderzaai) zoveel mogelijk een bodemherbicide. Om na opkomst te vermijden dat groot onkruid moet worden bestreden, is het ten sterkste aan te bevelen om kort voor opkomst het perceel af te branden met een kontaktherbicide. Geschikt hiervoor zijn: 3 a 5 1 Finale of 4 a 6 1 Herbogil. Wat na opkomst nog mogelijk is, valt momenteel niet te voorspellen. Te zijner tijd leest u hierover onge twijfeld meer. Vlas De gewenste zaaizaadhoeveelheid bij Kontroleer het aardappelpootgoed bij aankomst op het bedrijf. Houdt bij de grondbewerking rekening met druk in de banden. Het gebruik van kooiwielen vermindert de druk in de ondergrond. Als kunstmest los verwerkt wordt is bepaling van de exakte hoeveelheid moeilijker. Het vooraf uitvoeren van een afdraaiproef met de te ver strooien partij kunstmest is dan ook sterk aan te bevelen. De beste me thode is hiervoor in het veld een be paalde lengte uit te zetten en te kon- troleren of op deze lengte de bere kende hoeveelheid is verstrooid. Ter voorkoming van strooibanen dient het strooibeeld symmetrisch recht achter de strooier te liggen. Bij twee schijf strooiers is het daarvoor van belang dat beide strooischijven de zelfde hoeveelheid te verwerken krij gen. Door de doorstroomopeningen exakt na te meten kunnen beide ge lijk worden afgesteld. Ook kunnen strooibanen beperkt worden door op de halve werkbreed- te te gaan rijden, (bij gelijke strooi- breedte). Er ontstaat dan een dubbe le overlapping, waardoor eventuele fouten halveren. Een goede kontrole op de juiste werkbreedte is niet mak kelijk uitvoerbaar. Als vuistregel kan men bij de meeste strooiers aan houden dat de uiterste korrels tot in het vorige trekkerspoor moeten komen. Groenbemesting Begin maart kan in wintertarwe nog Engels raaigras als groenbemester worden ingezaaid. Vooral bij een aantal nieuwere rassen wintertarwe, welke veel blad maken, moet dit tij dig plaatsvinden. Zaai bij voorkeur met de zaaimachine iets in de grond en niet breedwerpig. De kans van slagen is dan groter. Is afgelopen najaar een volledige do sering bodemherbicide verspoten (bijv. Tribunil) dan is de kans groot dat na de vrij droge winter de sla- gingskansen van de groenbemesting gering zijn. Na het gebruik van - Tolkan S e.a. 6-7 1 bij klein breed- bladig onkruid; - Arelan Kombi 5-6 1 bij wat groter kleefkruid; - Foxtar DP 6-7 1 breedwerkend middel; - Graminan plus 6,5-7,5 1 bij o.a. kamille en kleefkruid; - Tentrön 4 kg bij o.a. kleefkruid. Tegen alleen breedbladige onkrui den hebben zowel DNOC, Herbogil als DM 68 een brede werking. Deze middelen werken reeds bij lage tem peraturen, maar het onkruid moet nog klein zijn. Aan DNOC en Her bogil kan mecoprop worden toege voegd. Worden de onkruiden al wat groter, kies dan uit o.a.: - Basagran (P) bij o.a. kamille; - Verigal bij o.a. paarse dovenetel; - Forlene 60 WP bij o.a. kamille en varkensgras; - Starane bij o.a. kleefkruid, muur en varkensgras. Vaak kan tegen een specifiek on kruidbestand een mengsel met groeistoffen worden toegepast. Lees het etiket goed. De dosering kan door een gewijzigde formulering an ders zijn dan in het verleden. N-bemesting Een goed hulpmiddel om het tijdstip van de tweede N-gift vast te stellen is de aanleg van een z.g. stikstof venster. Hierbij geeft men op een kleine plek 30 kg N minder. Te kent deze plek zich af door een lich tere kleur dan kan de volgende gift worden gegeven. Met de huidige kunstmeststrooiers, die een groot ge deelte overlappen, moet minstens één omgang deze 30 N minder gestrooid worden. Wordt dit maar over één vaart uitgevoerd dan zal door de overlapping het beoogde ef- fekt moeilijk te bereiken zijn. waargenomen, de volgende bestrij ding plaatsvinden. Uien Bij vroege zaai is de veldopkomst vaak minder dan bij latere zaai. De kiemkracht van precisiezaad is veelal hoger dan van gewoon zaad. Houd met deze faktoren rekening bij de keuze van de hoeveelheid zaaizaad per ha (4,5-6 eenheden per ha). Precisiezaaien geeft een betere op komst, een regelmatiger verdeling en een vlottere begingroei, wat de kwa liteit ten goede kan komen. Het ge coate zaad zal dit jaar tegen uievlieg behandeld zijn met Oncol. Dit mid del heeft ook een goede nevenwer king tegen stengelaaltjes. Teveel stikstof geeft een slechte invloed op de kwaliteit. Daarnaast geven de laatste kg N slechts een zeer geringe vlas kan variëren tussen de 105 en 140 kg per ha. Dit is afhankelijk van o.a.: de zaaitijd (vroeg zaaien 10 kg meer gebruiken); de grondsoort (strorijke grond wat minder); de struktuur van het zaaibed; het ras; de kiemkracht en het duizendkorrel- gewicht. Aardappelen Kontroleer direkt bij aankomst op uw bedrijf het pootgoed op de aan wezigheid van rhizoctonia, fusarium en phytophthora. Vindt u wat knol len met phytophthora, schakel dan uw bedrijfsvoorlichter in om deze knollen op te sturen naar de L.U. waar vastgesteld kan worden in hoe verre er sprake is van resistentie te gen Ridomil. L.N. Bax, CAT Goes Op de proefboerderij "Rusthoe ve" te Colijnsplaat vindt bewaar- onderzoek plaats voor het ver krijgen van meer inzicht in de faktoren die van belang zijn om te komen tot een goed bestu ringsprogramma dat de kwaliteit van de ui ten goede komt. Dit on derzoek vindt eveneens plaats op proefboerderij "De Kandelaar" te Biddinghuizen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door IBVL en SNUiF. Overleg tussen Konsulentschappen, IBVL en SNUiF heeft er toe ge leid om op de proefboerderij "Rusthoeve" open dagen te or ganiseren om een ieder, die zich bij de ui betrokken voelt, in de gelegenheid te stellen de eventue le kwaliteitsverschillen die uit het onderzoek voortkomen, te be kijken. Programma: 9 maart 14.00 uur West- Brabant, Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg; 10 maart 10.00 uur Zeeland ten noorden van de Westerschelde; 10 maart 14.00 uur Zuid- Holland. Dit schema is bedoeld om een spreiding van de bezoekers te be werkstelligen. Tijdens deze bij eenkomsten zal een toelichting worden gegeven en bestaat de ge legenheid om van gedachten te wisselen met medewerkers van de konsulentschappen, SNUiF, IBVL en Proefboerderijen. Vrijdag 24 februari 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 12