Middel en kwaal
ZLM-studiedag Pacht
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Drie organisaties arbeidsvoorzieningen in
landbouw in één provinciale coöperatie?
Praktisch oplossen
Middel erger
Wachtregeling
VRIJDAG 17 FEBRUARI 1989
77e JAARGANG NO. 3961
i
land- en
tuinbouwblad
De 5 Verenigingen voor Bedrijfsverzorging in Zeeland,
verenigd in de Bond van Boeren en Tuinders Hulpvereni
gingen, de Arbeidspool in West Zeeuws-Vlaanderen en de
Stichting Agrarische Projecten (STAP) in Zeeland zijn
momenteel in discussie om mogelijk te komen tot één
provinciale organisatie: de Coöperatieve Bond voor
Bedrijfs- en Agrohulp in Zeeland (CBAZ). Een daarop
betrekking hebbend discussiestuk dat vanuit de Vereni
gingen van Bedrijfsverzorging is opgesteld wordt mo
menteel ter toetsing aan de achterban van de 3
organisaties voorgelegd. De gedachte om tot een organi
satie te komen lijkt, voorzover nu is te overzien, bij de le
den goed te vallen.
De vijf verenigingen voor Bedrijfsverzorging die ca. 900
leden tellen verlenen in de agrarische sector in hoofdzaak
hulp bij arbeidsongeschiktheid en ongeval. De Ar
beidspool in West Zeeuws-Vlaanderen heeft een andere
structuur. Leden zijn hier organisaties en bedrijven
buiten de landbouw die tijdelijk agrarische werknemers
kunnen plaatsen. De derde partner, de STAP, neemt
werkloze agrarische jongeren in dienst voor 1 jaar voor
een combinatie van een of meer agrarische bedrijven.
De behoefte aan een sterkere organisatiestructuur bij de
arbeidsvoorziening deed zich vooral gevoelen bij de pas
opgerichte Arbeidspool. Uit nader overleg met de andere
organisaties werd het idee van één provinciale organisatie
geboren. Voordelen daarvan zijn een betere coördinatie,
werkverdeling, administratie, organisatie en kostenbespa
ring. De agrarische Bedrijfsverzorgingsdienst kan hierbij
door haar structuur en organisatie een centrale rol spe
len. De peiling van de achterban van de drie organisaties
zal de komende weken zijn beslag krijgen.
Vorige week vrijdag 10 februari hield de ZLM in de "Prins van Oranje" te Goes een studiedag over pacht.
Elke ZLM-kring was uitgenodigd met een delegatie van vijf personen hieraan deel te nemen, en daarnaast
waren ook de leden van het hoofdbestuur en de commissie grondgebruik uitgenodigd. Op deze druk bezoch
te studiedag stonden de voorstellen tot liberalisatie van de pacht centraal in de inleidingen van resp. mr.
W.J. Wolff en prof. mr. A.H.T. Heisterkamp. Zie voor verslag van deze dag de pagina's 9 en 13.
Pacht speelt in het ZLM-werkgebied een belangrijke rol.
Logisch dus dat vanaf het moment dat het Landbouw
schap besloot een werkgroep in te stellen - ondermeer
om te bekijken of er iets te doen zou zijn aan de voort
durende terugloop van het pachtareaal - de activiteiten
van deze werkgroep vanuit de ZLM met grote belang
stelling zijn gevolgd. Deze belangstelling nam nog toe
toen bleek dat ook de overheid zich aan het beraden is
op aanpassing - of zelfs afschaffing - van de pachtwet.
Daardoor kreeg het geheel een directe politieke lading.
Inmiddels zijn de voorstellen van de werkgroep Pacht
gepubliceerd en zoals bekend heeft de ZLM met een
aantal van die voorstellen grote - zo niet onoverkomen-
lijke - moeite. Kern van onze kritiek is dat er via de intro-
duktie van nieuwe pachtvormen (zoals korte en lange
pacht) gemorreld wordt aan de grondbeginselen van de
pacht te weten het continuatierecht en het voorkeurs
recht. Daarmee wordt de deur op een kier gezet naar
verdere uitholling van deze grondbeginselen met alle
gevolgen van dien voor de pacht. In de landelijke dis
cussie bleek de ZLM met name voor wat betreft de kor
te termijn pacht uiteindelijk min of meer alleen te staan
en inmiddels heeft de commissie grondgebruik van het
Landbouwschap aan het bestuur geadviseerd om een
kortlopende pachtovereenkomst te introduceren zon
der verlenging en voorkeursrecht voor een beperkte be-
drijfsoppervlakte. In een aantal overige kritiekpunten
kreeg de ZLM wel bijval en zal een en ander op zijn ef
fecten worden getoetst. Voor de ZLM was het verloop
van de landelijke discussie aanleiding om een speciale
studiedag te organiseren in de hoop de standpuntbepa
ling alsnog te beïnvloeden. Als inleiders werden uitge
nodigd mr. W.J. Wolff, juridisch medewerker van het
Landbouwschap en secretaris van de werkgroep Pacht
en prof. mr. A.F.T. Heisterkamp, hoogleraar aan de juri
dische faculteit van de universiteit van Groningen. De
deelnemers bestonden hoofdzakelijk uit afgevaardig
den vanuit alle ZLM-kringen. De studiedag vond vorige
week vrijdag plaats. (Voor het verslag van deze studie
dag zie elders in dit blad.)
Zonder terughoudendheid kan gesteld worden dat de
studiedag een bevestiging heeft opgeleverd van de op
vattingen van het ZLM-bestuur, dat wil zeggen niet
morrelen aan de grondbeginselen van de pacht. En als
het echt niet anders kan wordt de voorkeur gegeven
aan een aanpassing van de pachtprijs (waartoe overi
gens momenteel weinig aanleiding is of het moest
neerwaarts zijn). In dit verband sprak mij een opmer
king van Heisterkamp nog al aan, nl. dat we inmiddels
precies weten wat we aan de huidige pachtwet heb
ben. Wijzigingen daarin zullen opnieuw veel onrust en
discussie teweegbrengen over de interpretatie daarvan.
Toegespitst op de korte termijn pacht leidde dit tot de
overwegende mening dat dit niet de goede weg is.
Trouwens: er is geen enkele garantie dat de discussie
over de pachtprijs daardoor anders zou worden en dan
ben je dubbel nat. Meer sympathie was er daarom voor
de suggestie van Heisterkamp om in plaats van korte
pacht de Grondkamers binnen de huidige regels wat
meer speelruimte te geven waarmee naar redelijkheid
en billijkheid bepaalde knelgevallen praktisch kunnen
worden opgelost. Een optie die zeker nadere studie
verdient!
gen in plaats van te verkorten zoals het Landbouw
schap wil. Daardoor zouden met name potentiële
eigen-gebruikers (in casu boeren) worden ontmoedigd
pachtgrond te kopen en zal de grond min of meer ex
clusief in bezit komen van (veilige) beleggers hetgeen
de instandhouding van de pacht ten goede zou komen.
Daarmee zou ook het voorkeursrecht zijn funktie verlie
zen. Ook door de deelnemers werd deze stelling met
betrekking tot de verlenging van de wachttijd in begin
sel positief beoordeeld en deze verdient volgens mij ze
ker nadere studie. Overigens wijst de ZLM verkorting
van de wachttijd ook al af om sociale redenen.
Heel interessant vond ik de stelling van Heisterkamp
om de wachttijd in geval van eigen gebruik te verlen
Opmerkelijk was dat de beide inleiders, ondanks hun
verschillen van inzicht op enkele belangrijke punten,
het over één ding wel eens bleken te zijn - zij het op ba
sis van verschillende argumenten - namelijk dat het
middel van de voorstellen van de werkgroep Pacht wel
eens erger kan zijn dan de kwaal. Wolff kwam tot die
conclusie op basis van de fiscale consequenties van de
voorstellen. Immers als de pachtdruk afneemt stijgt de
waarde van de (verpachte) grond met alle fiscale gevol
gen vandien voor bijvoorbeeld de vermogensbelasting
en de successie. Heisterkamp kwam tot die conclusie
op basis van het feit dat wèt we ook doen de proble
men zullen blijven, domweg vanwege de (hoge) prijs
van de grond! In dit verband kwam naar voren dat er
in ieder geval niks mag gebeuren voordat de fiscale ge
volgen volstrekt duidelijk zijn. Het is echter de vraag of
we op dat vlak van de overheid veel te verwachten
hebben want Ruding wil geld zien. De dubbelrol die de
overheid (als grootste verpachter en wetgever) in dezen
speelt vervult de praktijk dan ook met de nodige bange
voorgevoelens. Het moge duidelijk zijn dat het laatste
woord over de pacht nog niet is gezegd.
Oggel