Tuinbouw op Walcheren heeft dringend
behoefte aan nieuwe impulsen
Mogelijkheden aanpakken met meer durf en ondernemerszin
tuinbouw op Walcheren
Het gaat niet goed met de
De geteelde gewassen
Over de te telen gewassen valt te dis-
kussiëren. De meeste ondernemers
zijn er al achter gekomen, dat op af
stand van de veiling bulkprodukten
veel en te veel aan transport kosten.
Kleinere gewassen van relatief hoge
kwaliteit kunnen hier op Walcheren
het beste geteeld worden. Niet ieder
een heeft daarvoor de ambitie en
mogelijkheid. Bloemkool is een pro-
dukt dat goed mogelijk blijkt te zijn.
Zo ook broccoli, knolvenkel, rood-
lof, bleekselderij en nog veel meer.
Echter sla, ijsbergsla en zomerspina-
zie zijn moeilijker teelten.
Met name voor kleinfust zijn in ons
gebied mijns inziens tal van zeer goe
de perspektieven die helemaal onbe
nut worden gelaten. En de afzet
hiervoor is dichtbij aanwezig in een
gebied met z'n vele rekreatiegasten.
Kontraktmogelijkheid voor diep
vriesindustrie
Het zou voor de kleinere akker
bouwbedrijven zeer goed zijn als
hiervoor kontakt werd opgenomen
met de industrie in Nederland of
België. (Met name in België zit over
capaciteit). Mogelijkheden zijn er
volgens ons op Walcheren voor tuin
bouw (vroeg), aspergeteelt, doperw
ten en niet in.de laatste plaats suiker-
maïs. De industrie wil zijn teeltge-
bied van suikermaïs verleggen naar
Zeeland met z'n vroegere grond en
kleinere nachtvorstkansen. Een teelt
die nog goede mogelijkheden heeft.
We moeten met name ons gebied
hiervoor gaan interesseren.
Is genoeg ingespeeld op de juiste ge
wassen? Nog niet helemaal, maar
flexibel zijn en toch gespecialiseerd
is hierin de beste weg. Misschien of
wel zeker is er in ons gebied de mo
gelijkheid voor de teelt van volle-
grond bloemen. Een teelt die nog
maar weinig voorkomt, maar waarin
grotere variëteiten zitten dan groen
teteelt, met mijns inziens beste mo
gelijkheden (verse afzet of droogver-
werking).
Is er voorlichting genoeg?
Hier kan volmondig ja op gezegd
worden. Zowel overheidsvoorlich
ting als partikuliere voorlichting is er
genoeg. Daar echter een beroep op
doen ligt bij de ondernemer. De
voorlichter kan immers niet uw
werkgever zijn. Hij of zij zal echter
graag samen met u mee willen stre
ven naar grotere vakbekwaamheid.
Studieklubwerk
Studieklubverband bestaat er in ons
werkgebied veel te weinig. De studie-
klub ZGO organiseert wel aktivitei-
ten, maar de belangstelling breidt
zich niet uit. De bestuursleden zien
zich voor een kar zwaar beladen met
opdrachten gespannen die maar
moeilijk in beweging is te brengen.
Een bezoek aan de proeftuin West
maas (niet onbelangrijk) leverde vo
rig jaar slechts één deelnemer op.
Dit getuigt van te weinig belangstel
ling. Hier zou verbetering in kunnen
komen door specialisatie van een he
le groep telers met hetzelfde gewas.
Kollega's mogen niet worden gezien
als konkurrentenü Die tijd ligt reeds
lang achter ons.
Behoefte aan verandering of gaan
vele verdwijnen?
Wanneer er geen verandering komt
in struktuur en mentaliteit dan zul
len velen moeten verdwijnen. Enkele
ondernemers zullen misschien buiten
de agrarische sektor een bestaan
kunnen vinden. De bedrijven die
willen blijven zullen gauw moeten
veranderen, want de Walcherse tuin
bouw loopt ver achter.
Mentaliteit
Voor verreweg de meeste verbetering
en verandering en gebruikmaking
van tal van mogelijkheden ontbreekt
de mentaliteit. De Walcherse onder
nemer heeft een behoudend karakter
en bezit weinig durf om te onderne
men. Wanneer men vraagt hoe het
gaat zal hij tot op heden nog niet an
ders antwoorden als met de woorden
"Het gaat wel" ("'t gaè wè"), ook
wanneer het bedrijf niet van een
goed resultaat blijk geeft.
J. Brasser, Koudekerke.
Vrijdag 17 februari 1989
bestuurslid van de Zeeuwse
Groentetelers Organisatie
(ZGO), de heer J. Brasser uit
Koudekerke, zet alles in bijgaand
artikel eens op een rij. Kritisch,
uitdagend maar vooral vanuit
een opbouwende gedachte. Gaar
ne uw mening over hetgeen in het
navolgende naar voren wordt ge
bracht. Reakties naar: Redaktie
ZLM-Land- en Tuinbouwblad,
Postbus 2116, 4460 MC Goes.
J.W.
Van midden uit het gebied, midden uit de praktijk, en gekonfron-
teerd met dezelfde moeilijkheden is onderstaand verhaal tot stand ge
komen. Uit gesprekken is naar voren gekomen dat de tuinbouw op
Walcheren verzwakt. Een stimulans is hard nodig, om deze tak van
agrarische bedrijvigheid weer op gang te brengen. De vraag is of de
komende ruilverkaveling die velen weinig aanspreekt, die stimulans
zal zijn. Ik denk, nee weet zeker, dat het dan te laat is! Laten we eerst
de bedrijven en daarmee de streek verbeteren. Dan alleen kan de
tuinbouw een eis doen aan de ruilverkaveling. De kleinere boer zal
dan tuinder worden, en de grotere zullen hopelijk hun mentaliteit
dragen. Maar ik stel voor nu eerst de geschiedenis van de tuinbouw
op Walcheren te laten spreken.
Gaan we even terug in het verleden,
dan blijkt dat groenteteelt op Wal
cheren al heel lang bedreven wordt.
Vroeger waren de plaatsen rond de
steden Middelburg en Vlissingen
daar bij uitstek geschikt voor.
Het eigen gekweekte produkt van de
kleine bedrijfjes - de koters - werd
zelf uitgevent in de stad. Zo voorzag
men zich van een inkomen. Enkele
bedrijven werden wat groter, en er
kwam zelfs wat platglas en een klein
kasje bij. De afzet kon eigenlijk niet
meer in eigen hand gehouden wor
den. Toen werd besloten een afzet-
koöperatie op te richten, de veiling
was geboren en de weg naar tuin
bouw lag open. Aanvankelijk groei
de de groenteteelt wel wat, maar
echt doorzetten, deed het niet.
Op Walcheren werd in de '50-er ja
ren een ruilverkaveling uitgevoerd
met verbetering van wegen, waterlo
pen en grond. De bedrijven werden
gesaneerd naar minimaal 12 ha.
Daar kon een akkerbouw- en vee
teeltbedrijf op bedreven worden,
met een redelijk inkomen. Tuin
bouw, zag men niet zo zitten. De vei
ling had bij boeren een slechte
naam. Men hoorde: "Je krijgt er
maar weinig voor de produkten, al
les moet er schoon gewassen en net
jes gesorteerd, een paar keer per
week naar toe gebracht worden".
En bovendien als van een produkt
echt goed geoogst werd, draaide het
nog door ook. Nee, die boeren zei
den "Laat dat maar over aan de
kleintjes, ze hebben toch te weinig
grond om te mechaniseren, wij hou
den ons wel aan het traditionele
bouwplan". De boer voelde zich in
rang hoger dan de tuinder en dat is
nog niet erg veranderd.
In de jaren '60 trachtte men de
streek wat te verbeteren. Er kwam
toen wat subsidie vrij, en er werd een
streekverbetering opgericht met
daarin ook een afdeling tuinbouw.
Het leek te lukken en er werd goede
voorlichting gegeven. De winter
bloemkool die tot dan toe in onze
streek niet voor kwam deed zijn in
trede en met succes. De weg naar een
nieuw bouwplan voor de kleinere
boer lag open, meer tuinbouw ge
richt. Deze ontwikkeling trok aan
dacht; vroege aardappelen, winter
bloemkool en prei dat leek wat en is
het nog. Men kon zo weer voort, de
veiling speelde daar ook wat op in.
De tuinbouw kreeg een warmer hart
bij enkele boeren, die hun bedrijf op
de betere gronden hadden zitten.
Het waren ondernemers van 40-50
jaar oud over het algemeen. Er zijn
in de loop van de jaren '70 heel wat
bedrijven ontmengd, de koeien de
deur uit, een stukje tuinbouw erbij
en het liep. Er kwam meer produktie
en de afzet stagneerde; de streek lag
wat ver van het ruimere afzetgebied.
Veiling Walcheren werd te klein en
kreeg overal de schuld van. Om de
bestuurstafel is toen het besluit ge
nomen om een gedeelte naar veiling
Zwijndrecht af te zetten.
Er waren inmiddels meer glasbedrij-
ven gekomen. Er werd daarom voor
al aan snijbonen, komkommers en
tomaten gedacht om die te voeren
naar ZHZ. Het bleek te werken. Er
werd zelfs gezegd: "Het wordt hier
nog eens een tweede Westland". Dat
bleek duidelijk te optimistisch.
Ondertussen waren vele akkerbouw-
bedrijven ook te klein geworden om
12
Het gaat eigenlijk niet zo goed
met de tuinbouw op Walcheren.
Het gebied heeft best wel goede
mogelijkheden voor de teelt van
tuinbouw- en vollegrondsgroen-
tegewassen. Gewezen kan wor
den op de zachte winters, de goe
de grond, de aanwezigheid van
twee steden en de extra afzet
markt die samenhangt met het
toerisme. Waar het de Walcherse
ondernemer kennelijk aan schort
is durf en ondernemerslust. Het
Nagenoeg alle glasgroenten van Walcheren worden nu geveild op de ZHZ te Barendrecht. De gedachte die wel
gespeeld heeft in hel gebied toen de teelten van snijbonen, tomaten, komkommers e.d. geïntroduceerd werden dat
Walcheren nog eens een tweede Westland zou worden bleek echter te optimistisch.
nog een inkomen op te leveren. Er
werd van alles geprobeerd maar
vooral knolselderij en gladiolenbol-
len. Verder is enkele jaren geleden
de veiling in het gebied gesloten. Al
le produktie kan nu worden afge
voerd naar één der grootste veilin
gen, ZHZ. Een te klein afzetkanaal
kon de groei van de tuinbouw dus
niet meer in de weg staan.
De tuinders bestonden toen nog uit:
A. Oudere tuinders zonder op
volgers.
B. Kleinere akkerbouwbedrijven
met een klein gedeelte veilingpro-
dukten en
C. Enkele bedrijven met glas of vol-
legrond met een jongere ondernemer
en investeringsruimte.
Wanneer we nu de tuinders bezien
dan blijken veel ouderen te zijn
gestopt of zijn nog van weinig be
tekenis.
De kleinere akkerbouwbedrijven
waarvan werd gedacht dat ze uit
zouden groeien naar een volle-
grondsbedrijf zoals elders in het
land zijn niet of weinig gegroeid, of
er zelfs helemaal mee gestopt. De
groep glas- en vollegrondstelers, met
jongere ondernemers is wel geble
ven. Zij hebben hun bedrijf wat uit
gebreid, gemoderniseerd en in man
kracht wat versterkt. Als we echter
de laatste NTV-beurs eens bezien
dan zijn alle, op enkele uitzonderin
gen na, randgevallen om nog mee te
kunnen de komende jaren.
Waar ligt dit alles aan. Deugt ons ge
bied niet? Is de afzet niet goed?
Moet er een kontraktmogelijkheid
komen voor de vriesindustrie? Heb
ben we wel ingespeeld op de juiste
gewassen? Is er voorlichting genoeg?
En funktioneert het studieklubwerk
wel goed? Is er wel behoefte aan ver
andering of gaan er velen verdwij
nen? Is er wel een goede mentaliteit?
Een hele rij vragen die niet eenvou
dig te beantwoorden zijn. Enkel wat
opmerkingen en gedachten, geen
kant-en-klare-oplossing. Die kan er
mijns inziens alleen komen door het
samen aan te pakken.
De groenteteelt wordt op Walcheren al heel lang bedreven. In de jaren '60
deed de teelt van winterbloemkool zijn intrede, met succes. Vanaf die tijd lag
de weg naar een bouwplan met meer tuinbouw voor de kleinere boer open.
Ons gebied
Het Walcheren ligt nu eenmaal wat
ver in het zuiden des lands omgeven
door veel water. Een belangrijk
voordeel hiervan is een goed klimaat
voor buitenteelten in zomer en win
ter. De veel aangedragen vroegheid
in het voorjaar, heeft zijn beperking
door de bewerkbaarheid van de
grond. Of vroegheid in de komende
jaren nog wel een zo belangrijke rol
speelt als tot nu toe valt te betwijfe
len, gezien de grote aanvoer van ver
se produkten uit de zuidelijke EG-
landen. De zachte winters hebben
naar mijn idee wel grotere voordelen
voor eventuele winterteelten. Een
belangrijk nadeel voor ons gebied is
het niet voorhanden zijn van goed
beregeningswater. Er zal echter een
zoetwaterleiding aangelegd worden
naar het industriegebied Vlissingen-
Oost. Eventueel zou in het kader van
de ruilverkaveling een tuinbouwge
bied gekreëerd kunnen worden
waarin aansluitingsmogelijkheden
bespreekbaar zijn voor bedrijven die
daaraan behoefte hebben.
De afzet
Voor de afzet van de produkten
moeten grotere bedragen worden be
steed voor het vervoer. Wanneer we
dit vergelijken met bedrijven ron
dom de veiling valt dit niet te ont
kennen. Echter een troost: de grond
die voor tuinbouw geschikt is, is hier
vele duizenden guldens goedkoper
dan daar. De verdere afzet via de
huidige veilingen is goed te noemen.
De overvolle markt is vooral de oor
zaak van de te lage prijzen. Uitbrei
ding van assortiment en langere pe
riode van aanvoer kan hier verbete
ring in brengen.