Vekabo-
nieuws
Uit handen geven
Er blijft nog veel te wensen
KNLC
kommentaar
Eerste schatting voor r.v.k. Sluis-
Oostburg wordt nu gedaan
SLUISJE
Voortzetting groei bij
Avéro Verzekeringen
OOSTBURG
Afscheidsreceptie Hagting
De in het kader van de Ruilverkave
ling Sluis-Oostburg te verrichten
zgn. eerste schatting van de grond
zal, zo ligt in de bedoeling, in de pe
riode december 1988 t/m maart 1989
worden uitgevoerd. Deels zal ge
schat worden vanaf de bodemkaart,
daarnaast zal daadwerkelijk in het
terrein de grond bekeken worden.
De schatting in het terrein vindt
plaats door een groepje van 3 schat
ters, dat qua samenstelling regelma
tig wijzigt. Bij de terreinschatting
dienen de schatters onafhankelijk
van elkaar te bepalen in welke klasse
een bepaalde grond dient te worden
ingedeeld.
Uiteindelijk resulteert de eerste
schatting in de 'uitkomsten eerste
In 1988 heeft Avéro Verzekeringen
een flinke groei doorgemaakt. Drs.
D. Huisman, voorzitter van de
hoofddirektie, kon tijdens de nieuw
jaarsreceptie voor het personeel vele
positieve resultaten melden. Omzet
en winst lagen in 1988 boven het ni-
vo van 1987.
Hoewel de definitieve jaarcijfers nog
niet bekend zijn, wordt verwacht dat
de omzet van het konsern met ca.
9% is toegenomen tot bijna ƒ940
miljoen en de winst met meer dan
10% is gestegen. Deze trend vertaal
de zich tevens in een sterke groei van
het aantal medewerkers (per ultimo
1988: 835).
In 1988 is het integratieproces als ge
volg van de fusie tussen Avéro Ver
zekeringen en FBTO afgerond. De
heer Huisman bedankte in zijn
toespraak de inzet van de medewer
kers.
Logische stap
In reaktie op de recent aangekondig
de samenwerkingsbesprekingen tus
sen de verzekeringsmaatschappijen
schatting'. Deze zullen naar ver
wachting ter visie worden gelegd in
van de vijf KNLC-
landbouworganisaties gaf de heer
Huisman aan dit een volstrekt logi
sche stap te vinden in vervolg op de
reeds bestaande samenwerking als
mede in het licht van de liberalise
ring van het struktuurbeleid in
'1992'.
Het samengaan van een aantal regio
nale ziekenfondsen in Nederland ziet
Avéro Verzekeringen als een eerste
stap in de richting van verdere kon-
sentratie vooruitlopend op de gevol
gen van het zogenaamde 'plan
Dekker'.
De doelstellingen voor 1989 van
Avéro Verzekeringen laten zich ken
schetsen door een verdere groei in
volume en marktaandeel en het ver
sterken van de huidige positie met
het oog op een verwachte verdere sa
menwerking tussen marktpartijen in
de financiële dienstverlening (ban
ken, verzekeraars). Overigens meent
Avéro Verzekeringen thans een vol
doende sterke positie te hebben om
zelfstandig de toekomst in te
kunnen.
het najaar van 1989. Tegen de uit
komsten van de eerste schatting kan
bezwaar worden gemaakt.
Pachtregistratie
De landinrichtingswet bepaalt dat
een pachter slechts recht heeft op
toedeling van pachtkavels indien
zijn pachtovereenkomst is gere
gistreerd.
Pachtkontrakten kunnen worden in
gezonden aan de Direktie Kador
Zeeland, Postbus 8013, 4330 EA
Middelburg. Op 1,9, 15 en 20 fe
bruari 1989 worden zitdagen gehou
den op Hotel 'De Zwaan',
Dorpsplein, Zuidzande, van
09.00-12.00 uur en van 13.00-16.00
uur. U kunt dan een kontrakt zelf
aanbieden en toelichten. U kunt dan
ook kennis nemen van wat reeds is
geregistreerd vóór de stemming en
wat er dus eventueel nog aan ont
breekt.
Als u geen uitnodiging heeft ontvan
gen of verhinderd bent op die dagen,
kunt u een afspraak maken met de
heer W.P. Rentier van de Direktie
Kador in Middelburg, telefoon
01180-37200, tst. 146 of met me
vrouw N. Ebert, tst. 215.
Per 1 februari 1989 verlaat de heer
ir. A. Hagting, direkteur van het
IMAG, het instituut, en daarmee de
overheidsdienst. Een afscheidsbij
eenkomst is op maandag 16 januari
1989 in Kultureel Centrum 'De Ree
horst', Bennekomseweg te Ede.
Aanvang 14.00 uur. Tijdens het offi
ciële gedeelte wordt het woord ge
voerd door drs. R. Zijlstra, lid van
de Eerste Kamer der Staten-
Generaal en Voorzitter van de Raad
van Toezicht van de Rabobank Ne
derland. Deze zal aandacht besteden
aan 'de land- en tuinbouw in de
90-er jaren, een bedrijfstak tussen
ekspansie en begrenzing'.
AMPEKEN
IC3)oek
\EPEKAT/E ZEELAND
Na alle goede wensen die U ont
vangen hebt voor 1989, wil ook
uw rubriekschrijver namens Ve-
kabo U een gelukkig en voor
spoedig nieuwjaar toewensen in
gezin en bedrijf en hopen dat het
kamperen bij de boer in het ko
mende jaar niet onnodig veel met
beperkingen en regels te maken
krijgt. Intussen zijn de laatste
oliebollen weer verorberd en me
nig glas is weer geheven en een
toast uitgebracht op het nieuwe
jaar.
Ook het Vekabo bestuur is op ve
le nieuwjaarsrecepties aanwezig
in diverse gemeenten en bij de
Commissaris der Koningin in
Zeeland om gelukwensen aan te
bieden en in ontvangst te nemen,
maar ook de kontakten en de
"lobby" zijn erg belangrijk op
deze informele bijeenkomsten.
In Limburg is ook een Vereni
ging van Kampeerboeren opge
richt, we hebben dat als Vekabo
Zeeland begeleid, maar het
meeste werk om een belangenver
eniging te starten, heeft de Lim
burgse Land- en Tuinbouwbond
voor haar rekening genomen,
zonder verder kommentaar een
erg goede zaak! Proficiat Lim
burgse kollega's en succes voor
de toekomst.
Ook in andere provincies zijn er
gesprekken en aktiviteiten om te
komen tot het oprichten van een
Vereniging voor het Kamperen
bij de boer, misschien in de toe
komst wel een landelijke organi
satie van Vekabo. Het zou een
goede zaak zijn om op nationaal
niveau de krachten te bundelen,
en de problemen en onzekerhe
den die er zijn, eens luid en dui
delijk voor te leggen, aan de
ambtenaren en politici in het
Haagse.
Het is jammer dat de Stichting
Vrije Rekreatie de Vekabo Zee
land steeds in een kwaad daglicht
stelt, door te zeggen dat wij onze
zomergasten als het ware uitmel
ken, door buitensporig hoge ta
rieven. Dit moet ik ten sterkste
ontkennen. Gezien de kwaliteit
die wij in Zeeland aanbieden, en
de investeringen die gedaan zijn
en ook om een rendabele exploi
tatie mogelijk te maken, is een
redelijk tarief zonder meer ver
antwoord, voor het specifieke
produkt dat wij leveren.
De Zeeuwse kampeerboer(in) is
geen filantroop maar probeert op
een zo ekonomische manier z'n
bedrijf te "runnen", om in deze,
voor velen onmisbare neventak
ondernemers te kunnen blijven.
Onbegrijpelijk van voorzitter de
heer W. v.d. Berg v.d. SVR, een
bestuurder die in het verleden zo
veel baanbrekend werk heeft ver
richt voor het kleinschalig
kamperen.
Iedereen is welkom op de verga
dering van Vekabo Zeeuws
Vlaanderen op 19 januari a.s.
19.30 uur in "Du Commerce"
Cadzand. Spreker is drs. J.W. te
Kloeze van de L.U. Wageningen,
samensteller van het rapport
kamperen bij de boer en natuur
kamperen in Nederland. Een zeer
goed rapport, dat na een uitge
breid onderzoek is samengesteld.
In Spil van nov-dec 1988 staat
een interview mei de heer
S.Mansholt, oud minister van
landbouw en oud commissaris
van de EEG. Hij uitte nogal wat
directe en indirecte kritiek op de
positie die de landbouworganisa
ties bij het landbouwbeleid nu
innemen.
Allereerst wordt het feit aange
dragen dat de landbouwwereld
relatief doof is geweest voor sig
nalen uit de samenleving over het
milieu. Het is achteraf zeer ge
makkelijk om met de beschuldi
gende vinger te wijzen, zeker om
dat pas sinds kort een aantal fei
ten rond de milieuproblematiek
duidelijk is geworden. De over
heid heeft toendertijd ook zelf
geen enkele signaal gegeven, ja-
zelfs bepaalde ontwikkelingen,
ook in de landbouw gestimu
leerd. Van deze overheid maakte
de heer Mansholt ook heel na
drukkelijk deel uit. Dat de effec
ten en consequenties van deze
ontwikkelingen, niet alleen in de
landbouw, maar evenzeer in de
industrie en de rest van de sa
menleving pas later zichtbaar
en/of meetbaar werden, valt
naar mijn mening nauwelijks ie
mand kwalijk te nemen.
Belangrijker is hoe men er mee
omgaat na kennisname en be
wustwording.
De land- en tuinbouw laten daar
bij herhaaldelijk blijken op basis
van objectieve feiten een positie
ve houding te willen innemen.
Vrijdag 13 januari 1989
Aanpassing en verandering moe
ten echter economisch en sociaal
behapbaar zijn, zowel in omvang
als in tijd. Naar mijn mening
neemt de land- en tuinbouw
daarbij geen andere positie in
dan bijvoorbeeld de industrie en
de rest van de samenleving.
Tenslotte konden en kunnen ook
de benodigde economische en so
ciale hervormingen pas inge
voerd worden als daarvoor een
maatschappelijk draagvlak aan
wezig was c.q. is. Voor milieu
maatregelen geldt in wezen het
zelfde, tenzij de situatie zo a-
cuut is dat eerder maatregelen ge
boden zijn. Dan moet dat wel
goed en objectief worden onder
bouwd en niet alleen maar po
litiek.
Dan de kritiek dat het de organi
saties ontbreekt aan contact met
de achterban. En dat de boeren
een ander beleid zouden voor
staan dan de top. Natuurlijk zijn
er zo nu en dan verschil van in
zichten over het beleid dat er is of
er zou moeten zijn. Maar leiding
geven en beleid formuleren is
meer dan de rekenkundige optel
som van de indiviuele gedachten.
Onlangs heb ik zelf nog in een in
terview gezegd dat bestuurs- en
beleidsverantwoordelijkheid ver
der gaat dan alleen vandaag; be
leid is anticiperen op de best
zichtbare en beredeneerde
prognoses.
Ook Mansholt heeft naar mijn
mening met zijn gedachten over
het landbouwbeleid op een be
paald moment wel eens ver van
zijn achterban afgestaan, mis
schien wel verder in het voorko
mende geval dan de top van de
organisaties nu.
Heel duidelijk in zijn kritiek
wordt de heer Mansholt als hij
het KNLC verwijt, overigens sa
men met de andere landbouwor
ganisaties, steken laten vallen bij
het landbouwbeleid. Met alle
respect en waardering voor dat
gene dat de heer Mansholt in het
verleden heeft bijgedragen aan
het landbouwbeleid, moet toch
erkend worden dat we in heel an
dere omstandigheden terecht zijn
gekomen dan toen hij als "va
der" van het EEG-
landbouwbeleid het gemeen
schappelijk landbouwbeleid for
muleerde. Andere gedachten
daarover moeten niet worden ge
zien als een eventuele aanval op
"zijn" landbouwbeleid. Ik heb
een beetje het gevoel dat alles wat
Mansholt wil veranderen alleen
maar "cureren aan symptomen"
is, dat wil zeggen alleen maar de
symptomen bestrijden, maar niet
de werkelijke oorzaken willen
oplossen.
En haar mijn mening schiet dat
juist te kort om in te spelen op de
fundamentele veranderingen die
zich zowel op de Europese markt
als de wereldmarkt voordoen.
Natuurlijk heeft een deel van de
landbouw met name het grond
gebonden deel een meervoudige
functie. Dat wil zeggen dat er
meer invalshoeken in acht te ne
men zijn dan een voornamelijk
economische. Voor het agrari
sche eindprodukt kunnen markt
en marktkrachten uiteindelijk
niet ontkend worden. Soms heb
ik echter het idee dat markt een
begrip is, dat bij de heer Mans
holt niet direct in het woorden
boek staat. Iets wat in het verle
den meer voorkwam in de
sociaal-democraten. Waar het
succesvol zijn meer van structu
ren en of regulering afhankelijk
leek te zijn dan van menselijke
beslissingen, die uiteindelijk de
marktkracht formeren of ten
aanzien van de organisatiestruc
tuur de marktkracht beïn
vloeden.
Zelfs het communisme in China
en de Sovjet-Unie is daar nu van
aan het bekomen en juist zij libe
raliseren als eerste de landbouw.
De organisaties laten het graan
beleid daarom bijvoorbeeld niet
vallen. Zij zijn echter wel van
mening dat meer marktoriëntatie
onvermijdelijk is, en naar de toe
komst toe de land- en tuinbouw
meer ruimte geeft dan een ver
krampte quotering. Deze quote
ring graaft zichzelf als gevolg van
doorgaande productiviteit alleen
maar dieper vast, geeft de boer
als ondernemer een vals signaal
en maakt hem uiteindelijk nog
afhankelijker van het overheids
beleid. Het graanbeleid is echter
ongeveer 50 jaar via geleide eco
nomie gevoerd en ook de boeren
hebben zich daarop in
gesteld. Daarom is steeds door de
organisaties gesteld dat aanpas
singen geleidelijk en met sociaal-
en structuurbeleid gepaard moe
ten gaan. Ook minister Braks
weet dat ik hem als Landbouw
schapsvoorzitter meermalen heb
verteld dat aan beide voorwaar
den niet of onvoldoende werd ge
daan en dat de belangenbeharti
gers dan teruggedrongen worden
tot defensief beleid zoals eigen
lijk de heer Mansholt ook voor
staat. Als de heer Mansholt dan
stelt dat daar wel wat aan te doen
is, vraag ikme af hoe. Zelfs bij de
EEG-top van februari 1988 is
nog eens duidelijk door de rege
ringsleiders bepaald welke finan
ciële ruimte zij geven aan het
landbouwbeleid, waarbij zelfs is
vastgesteld voor een aantal pro
ducenten via de zogenaamde sta
bilisatoren hoe dat ingevuld moet
worden. Wij hebben niet een
"gezond" prijsbeleid prijsgege
ven, maar trachten op basis van
gegevenheden, realiteiten en
voorzienbare ontwikkelingen een
beleid te formuleren dat op korte
termijn zo weinig mogelijk pijn
doet en wat naar de toekomst toe
zoveel mogelijk perspectief biedt
voor de totale Nederlandse land
en tuinbouw. Daarbij is het niet
ongehoord om gelet op deze ver
anderingen bij het vervallen van
een brede investeringsregeling,
zoals de WIR te vragen om geld
voor benodigde investeringen.
Het is ongehoord hoe het huidige
kabinet de land- en tuinbouw bij
de WIR-operatie heeft behan
deld. Immers de WIR was en is
steeds beargumenteerd als een
fiscale maatregel ter vervanging
van de vervroegde afschrijving
en een investeringsaftrek die het
inderdaad mogelijk maakte dat
bedrijven uit de opbrengsten
konden investeren. Het is verlei
delijk nog verder hierop in te
gaan en het fenomeen als vrijheid
van grondstoffenkeuzen, globali
sering van de wereldeconomie en
de gevolgen daarvan er verder bij
te betrekken. Ik heb getracht
naar voren te brengen dat de
"top" gewetensvol betracht aan
belangenbehartiging te doen en
daarbij niet doof is voor signalen
uit de samenleving (bij het milieu
waren we dat immers) en niets uit
handen geven.
Marius J. Varekamp
voorzitter KNLC