Bij rassenkeuze brouwgerst vooraf overleggen met afnemer Deltatarwe oogst 1988 stemt toch tot tevredenheid!! Beschrijving van de rassen Tabel 1: Korrelopbrengst zomergerstrassen 1988 en het meerjarig gemiddelde in ver houdingsgetallen op de Zuidwestelijke zeeklei. Proefveld Westmaas Rusthoeve De Heen zuidwestelijke zaaidatum: 11 april 8 april 11 april zeeklei gem. gem. ras I II II III II 1988 '83-'88 In 1988 zijn in de praktijk goede er varingen opgedaan met de rassen Prisma en Femina. Ook in het on derzoek liggen de opbrengsten hoog. Trumpf heeft bewezen een goed brouwgerstras te zijn, maar blijft nu achter in opbrengst bij Prisma en Femina en wordt meer aangetast door meeldauw. Met name Lenka geeft hoge opbrengsten, maar de brouwkwaliteit is matig. Bij uw ras senkeuze verdient het aanbeveling om vooraf te overleggen met uw af nemer in verband met afzet. In 1987 was het areaal zomergerst in het Zuidwesten 15.200 ha. In 1988 is de oppervlakte uitgebreid tot 21.000 ha. De oorzaak van deze toename is een gevolg van het zoe ken haar alternatieven voor win tertarwe. Door de zachte winter, was de struk- tuur van de grond dit voorjaar slecht. Bijna alle gerst is pas in de eerste helft van april gezaaid mede door de grote hoeveelheid neerslag in het begin van het voorjaar. Na een wat onregelmatige opkomst, vooral op de zwaardere gronden, is de gerst tijdens het groeiseizoen toch nog veel bijgetrokken. In mei werden we onaangenaam ver rast doordat veel gersteplanten geel van kleur werden. Het gerste- vergelingsvirus stak de kop op. Rond het in de aar komen, kwam nog wat meeldauw opzetten, maar de schade hiervan bleef beperkt. Het zat de gerstteelt niet mee in 1988. Dit uitte zich dan ook in de opbrengst. Deze kwam op gemid deld ongeveer 5100 kg per ha. Het ras Trumpf heeft sterk terrein verloren aan Prisma, met over het algemeen een hogere opbrengst en een hoger percentage volgerst. In 1988 hebben er 3 rassenproeven zomergerst gelegen, waarvan de uit komsten in de volgende tabel zijn weergegeven. Voor de brouwerij Prisma geeft goede opbrengsten. De brouwkwaliteit is goed. Heeft een middelmatige tot vrij goede grond- bedekking. Het stro is vrij kort en Prisma 92 97 109 108 102 101 102 Trumpf 93 93 101 96 104 97 93 Apex 99 97 91 94 98 96 93 Femina 110 105 106 101 108 106 101 Lenka 109 115 110 111 109 111 107 Hockey 99 94 101 105 98 99 101 In onderzoek gem.100 kg/ha 6510 6940 7300 7700 5660 6820 7250 Toelichting bij tabel 1. I zonder ziektebestrijding II met ziektebestrijding III met ziektebestrijding en extra stikstofbemesting. Femina heeft goede tot zeer goede opbrengsten gegeven. Het stro is ste vig tot zeer stevig. De brouwkwali teit lijkt vrij goed. Het stro is vrij kort tot kort. Wordt vrij weinig door meeldauw aangetast. Lijkt sterk vatbaar voor gele roest, had vrij weinig tot weinig doorwas. Rijp te vrij laat tot laat. Heeft een grote korrel. Lenka heeft hoge opbrengsten gege ven. De brouwkwaliteit lijkt middel matig tot vrij goed. Heeft een mid delmatige tot vrij goede grondbe- dekking. Het stro is vrij kort, vrij stevig tot stevig en middelmatig veerkrachtig. Wordt vrij weinig tot weinig door meeldauw aangetast. Lijkt sterk vatbaar voor gele roest. Had vrij weinig doorwas. Rijpte vrij laat tot laat. Heeft een grote korrel. Voor voergerst Golf geeft goede tot zeer goede op brengsten. Het stro is middenkort en middelmatig stevig. Wordt nogal door meeldauw aangetast. Lijkt vrij sterk vatbaar voor gele roest. Mid delmatig gevoelig voor doorwas. Rijpt middenlaat en heeft een grote korrel. Hockey geeft goede opbrengsten. Het stro is van gemiddelde lengte, middelmatig tot vrij stevig en mid delmatig veerkrachtig. Werd mid delmatig tot vrij weinig door meel dauw aangetast. Middelmatig tot matig gevoelig voor doorwas. Rijpt vrij laat. Ing. A.P. den Hollander bedrijfsvoorlichter CAT Goes brouw- stro gevoeligheid resistent tegen geschikheid ras kwali- stevig- veer- voor gele meel- voor teit heid kracht doorwas roest dauw dekvrucht Prisma 8 7,5 6 7,5 7 6,5 7,5 Trumpf 8,5 8 6,5 7,5 7 5,5 8 Apex 6,5 6,5 6 6 7 7,5 6 Femina 7 8,5 6,5 7,5 4 7 8 Lenka 6,5 7,5 6 7 4 7,5 7,5 Golf 6 6 6 5 5,5 6 Hockey - 6,5 6 5,5 6 6,5 7 Een hoog cijfer duidt op een gunstige waardering. Tabel 2: Waardering van enkele raseigenschappen volgens de 69e rassenlijst 1989. Het eindprodukt dat met de grondstof brouwgerst wordt gemaakt, een ieder welbekend. vrij stevig tot stevig, de veerkracht is middelmatig. Wordt middelmatig tot vrij weinig door meeldauw aan getast. Vrij weinig tot weinig gevoe lig voor doorwas. Rijpt vrij laat tot laat en heeft een grote korrel. Trumpf geeft matige tot vrij goede opbrengsten en heeft een goede tot zeer goede brouwkwaliteit. Het stro is vrij kort en stevig, heeft een mid delmatige grondbedekking. Rijpt vrij laat tot laat, vrij weinig tot wei nig gevoelig voor doorwas. Ver draagt laat zaaien en minder goede omstandigheden matig. De korrel heeft een goede sortering. Apex geeft matige tot vrij goede op brengsten. De brouwkwaliteit is middelmatig tot vrij goed. Heeft een goede grondbedekking. Het stro is vrij lang, middelmatig tot vrij stevig en middelmatig veerkrachtig. Wordt vrij weinig tot weinig door meel dauw aangetast. Rijpt vroeg, is mid delmatig gevoelig voor doorwas. Heeft een grote korrel. Voor oogst 1988 is door de leden van de Graan Studie Club Zuid- Beveland zo'n 300 ha Urban winter tarwe uitgezaaid. De Urban telende leden van de G.S.C. trachten hun tarwe als Deltatarwe af te zetten. Er is vanuit de maalindustrie interesse in, en vraag naar Inlandse Kwali- teitstarwe. De tarweteler zal in de toekomst méér dan tot heden, bij het opstellen van zijn bouwplan rekening dienen te houden met de eindbestemming van zijn produkt. Hij zal daaraan zijn rassenkeuze moeten toetsen. Voor baktarwe zijn nu eenmaal an dere rassen vereist dan voor bijv. deegwaren (pasta) tarwe. Het telen voor een vragende markt is in deze tijd van overproduktie van niet te onderschatten waarde. Kwaliteit en kwantiteit gaan maar moeilijk samen en de teelt van kwali- teitstarwe is op deze regel geen uit zondering. Uit proeven is gebleken dat met een opbrengstderving van 5 a 10 procent rekening gehouden dient te worden. De prijsvorming is dus van essentieel belang, naast de toe te rekenen direkte kosten,.om de teelt toch rendabel te maken. Een te ler die er in slaagt om d.m.v. goede teeltmaatregelen tot een opbrengst te komen die gelijkwaardig is aan die van de gangbare rassen (zulke telers zijn er zal dan snel tot een hoger saldo komen. Het was tot voor kort onmogelijk voor een ras om op de Nederlandse Rassenlijst te komen als de op brengst en/of de resistentie tegen ziekten niet beter was dan die van de bestaande rassen. Gericht op kwan titeit dus. Wellicht dat hierdoor in het verleden goed-bakkende rassen, als het kind met het badwater, zijn weggegooid. Inmiddels zijn de Ne derlandse kwekers bezig met een in haalmanoeuvre en de eerste resulta ten daarvan zijn reeds zichtbaar. Naast de rassen Obelisk en Pagode is inmiddels het ras Avir in de rassen lijst opgenomen en wellicht dat Ac cent zal volgen. Een stijgende lijn wat kwaliteit betreft dus. Tot op he den echter is de kwaliteit van de Duitse z.g.n. A-9 rassen nog niet be reikt en zullen wij, willen wij kwali teit telen, het hiermee moeten doen. Franse, en ook Engelse, rassen zijn minder geschikt vanwege hun grote re vorstgevoeligheid. De teelt van Urban in 1988 De inzaai (herfst '87) verliep niet al tijd zonder problemen, in sommige gevallen dus een moeizame start. Dit gold natuurlijk evenzo voor elk wil lekeurig ander ras. Na een zachte winter zou de tarwe in principe vroeg van start hebben kunnen gaan indien we de eerste N-gift op tijd hadden kunnen toedienen. In de meeste gevallen is dit, door de aan houdende natte weersomstandighe den, niet gelukt. Hierna volgde een periode van droogte die echter voor de wintergranen geen nadelige gevol gen had. (De te lage zomergerst op brengsten waren hiervan wel het ge volg). De sombere zomermaanden tenslotte beloofden voor de kwaliteit niet veel goeds, terwijl ook het be schot wellicht tegen zou vallen. Uit eindelijk zijn zowel kwaliteit als kwantiteit toch redelijk tot goed geweest. De ziektedruk was groot in 1988. Hoewel een voetziekte bespuiting in de meeste gevallen in de Urban ach terwege kon blijven, moest in bijna alle percelen een (soms zelfs twee) gele roestbestrijding(en) plaats vin den. Oorzaak hiervan was het door breken van de resistentie van het ras. Gele roest trad overigens niet alleen bij Urban op. Een bespuiting met een halmversteviger werd in vrijwel alle percelen uitgevoerd. Deze bespuiting is weliswaar niet persé noodzakelijk, maar de ervaring heeft ons geleerd toch wel aan te raden. Door de veelal te late eerste N-gift heeft de uitstoelingsperiode te kort geduurd, immers de tarwe ging na de bemesting vrijwel direkt over in het stadium van stengelstrekking. Hier door zijn op percelen met een (te) dunne stand het gewenste aantal aren, van 500-600 per m2, niet bereikt. De opbrengsten die gerealiseerd zijn variëren dan ook nogal sterk. De spreiding lag tussen 7105 en 9775 kg per ha. Dat een tijdige oogst kwa liteitsverhogend werkt, m.n. op het valgetal, is ook dit jaar weer geble ken. Dit lag anders bij de eiwitgehalte-verhogende vierde N- gift. Hiervan zijn niet altijd positie ve resultaten te melden. De kwali teitskenmerken van Urban '88 zijn (voor zover bekend) als volgt: eiwit gehalte 12.5-13°7o, Zeleny 48-56, val getal 325-345 en broodvolume groter dan 4200. Deze cijfers impliceren een kwaliteit die gelijkwaardig en op enkele pun ten zelfs beter is dan die van de Franse tarwe. Een premie van ƒ3, /100 kg lijkt dan ook zeker tot de mogelijkheden te behoren. Een en ander is voor enkele groepen van te lers buiten Zuid-Beveland aanleiding geweest om ook met de teelt van Ur ban te starten. Dit is o.a. het geval op Schouwen-Duiveland, Goeree- Overflakkee en in de Beemster. De G.S.C. heeft gemeend eventuele alternatieve rassen niet uit het oog te moeten verliezen. Zij heeft daartoe met bereidwillige medewerking van een aantal leden op diverse grond soorten op Zuid-Beveland een oriën terende proef uitgezaaid. Hierin zijn een 7-tal Nederlandse- en Duitse kwaliteitsrassen opgenomen. De proeven zijn in alle gevallen goed opgekomen en over de resultaten, zowel kwalitatief als kwantitatief, wellicht na de oogst nader bericht in dit blad. A.J.J. de Feyter, voorzitter Graan Studieklub Zuid- Beveland rassenbijlage 1989 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 37