Informatiedag Van der Wal B.V. in teken van kwaliteit De jaarlijks in januari gehouden in formatiedag van het op Goeree- Overflakkee werkzame bedrijf Van der Wal B.V. te Melissant stond dit jaar evenals vorig jaar geheel in het teken van de kwaliteit. Alle klanten worden voor deze informatiedag uit genodigd. Het kontakt tussen klant en leverancier wordt verder onder houden door het oprichten van stu diegroepen, het geven van een bouwplan- en kwaliteitsservice en het houden van veldbijeenkomsten. Het verkooppakket van Van der Wal B.V. bevat naast zaaizaden, ge wasbeschermingsmiddelen, kunst mest en pootgoed vrijwel alle artike len die de agrarische verbruiker no dig heeft. Naast verkoop vindt er in koop plaats van in het gebied geteel de kwaliteits-tarwe en brouwgerst. Deze aktiviteit is in 1988 opgestart en kon gerealiseerd worden door de aankoop van twee opslagloodsen en schoningsapparatuur. Kwaliteitsservice granen De heer Marco Nieuwenhuize, me dewerker van "Van der Wal B.V.", presenteerde de kwaliteits-service met de stelling "Is er een hogere op brengst bij granen mogelijk door kwaliteits-service". Kwaliteits-service werd gepresen teerd als een begeleiding met betrek king tot: rassenkeuze, zaai, onkruid- bestrijding, bemesting, ziekten- bestrijding, groeiregulatie, oogst, bewaring en afzet. Deze aktiviteiten zullen ondersteund worden door o.a.: bouwplan-service, het oprich ten van een graanstudiegroep, het U toesturen van aktuele informatie ge durende het seizoen en het organise ren van veldbijeenkomsten. Na deze uitleg werd de inhoud van service punten ten aanzien van de wintertar we en de zomergerst behandeld. Volgens de heer Nieuwenhuize biedt de teelt van brouwgerst, in het Zuid- Westen, nog voldoende alternatie ven en kan het saldo in de meeste ja ren konkurreren met dat van winter tarwe. De lage opbrengsten van 1988 moeten de telers niet ontmoedigen. Deze zijn namelijk voor een groot deel terug te voeren naar een late zaai, het droog liggen van het zaad en een*lrage beginontwikkeling. Rassen die in aanmerking komen voor de uitzaai als brouwgerst zijn Prisma en Trumpf. Het ras Prisma wordt op dit moment het meest ge waardeerd door de mouterijen en zal waarschijnlijk dit seizoen het groot ste areaal gaan innemen. Eén van de belangrijkste opbrengst- bepalende faktoren, bij brouwgerst, is de zaaizaadhoeveelheid. De teelt van brouwgerst is de laatste jaren ge heel afgestemd op de teelt van Trumpf. Trumpf heeft meestal een lager duizendkorrelgewicht dan Prisma zodat er bij een gelijkblijven de zaaizaadhoeveelheid van Prisma minder korrels per m2 worden ver- zaaid. Hierdoor kan het moeilijk zijn om een plantenbestand van 225 - 250 planten per m2 te realiseren. Het advies is dan ook om bij zaai goed rekening te houden met het duizendkorrelgewicht van het zaad. Bij een intensieve teelt van brouw gerst hoort een optimale bemesting en gewasbescherming. De bemesting kan het beste toegepast worden in de vorm van 26-14-0 of 23-23-0. Deze meststoffen bevatten naast stikstof ook fosfaat welke de beworteling ten goede komt. Om risiko met doorwas en een te hoog eiwit te vermijden wordt voor de teelt van brouwgerst een éénmalige stikstofgift gead viseerd. Bij de wintertarwe zijn de service punten rassenkeuze en bemesting zeer belangrijk. Deze punten bepa len namelijk de kwaliteit van het ras. Bij Van der Wal B.V. speelt de inna me van rassen met een goede kwali teit, zoals de baktarwe Urban en de bisquittarwe Arminda, een belang rijke rol. rassenbijlage 1989 Bestemmingen tarwe Volgens de heer Nieuwenhuize zou de tarweteler rekening moeten hou den met de bestemming van zijn pro- dukt. Zoals het er nu uitziet zal de markt voor tarwe zich gaan verdelen in een kwaliteits-tarwe, een bisquit tarwe, (een zetmeeltarwe) cn een voertarwemarkt. De teler zou in dit geval o.a. de bemesting kunnen af stemmen aan de kwaliteitseisen van de specifieke markt. Een voorbeeld hiervan is de teelt van kwaliteits- tarwe. De eisen aan deze tarwe zijn dusdanig dat een goede derde en eventueel vierde bemesting van groot belang zijn. De heer Kelfkens van het Instituut voor graan, meel en brood (I.G.M.B.) behandelde zijn onder werp naar aanleiding van de stelling "Wordt er in Nederland wel baktar we geteeld". Hierbij kwamen de punten: Wat is bakkwaliteit? Hoe wordt bakkwali- teit bepaald? Wat is de invloed van de teler? Welke rassen? sterk naar voren. Bakkwaliteit wordt bepaald door de uitmaling, de mate van kleverigheid, de deegeigenschappen en het brood volume. Uitmaling is een eigenschap welke voornamelijk door het milieu wordt bepaald. Bij gelijke groei- omstandigheden is er echter wel een systematische rasinvloed. Kleverig heid en deegeigenschappen worden voornamelijk door het ras bepaald. Broodvolume is een eigenschap die door het eiwitgehalte, de eiwitkwali teit (Zeleny-waarde) en het ras be paald wordt. Hierbij worden het ei witgehalte en de eiwitkwaliteit o.a. beïnvloed door het milieu (b.v. stikstof-bemesting). De zetmeelkwaliteit welke de mate van schot aangeeft wordt bepaald met de Hagberg-valgetaltest. Een laag Hagberggetal wijst op een schottige tarwe. Volgens de heer Kelfkens kan een gerichte rassenkeu ze en op tijd oogsten het gevaar van schot verminderen. Gezien de mogelijkheden van en de resultaten met de huidige kwaliteits rassen is het zeer goed mogelijk om in Nederland tarwe te telen met een zeer goede kwaliteit. Dit zou af te leiden zijn uit de stijging van het ge bruik, bij de meelfabrikanten, van inlandse tarwe. In seizoen 1988/1989 wordt het gebruik van t&rwe, voor de meelfabrikage, als volgt ingeschat 70% E.G., 20% in lands en 10% derde landen tarwe. Verwacht wordt dat het gebruik van inlandse tarwe op kan lopen tot 25-30%. Op een vraag uit de zaal of de kwaliteits-tarweteelt in Nederland wel stand kan houden antwoordde Bij brouwgerst is de zaaizaadhoeveelheid een belangrijke opbrengstbepalen- de faktor. Volgens Van der Wal-medewerker Marco Nieuwenhuize biedt de teelt van brouwgerst voor het Zuidwesten voldoende mogelijkheden de heer Kelfkens dat de mate van ge bruik natuurlijk afhangt van de kwaliteit van de oogst in Frankrijk. Het is de laatste jaren naar voren ge komen dat de Nederlandse kwaliteits-tarwe een hoger eiwit heeft dan de gemiddelde Franse tar we. Wordt hierbij de lagere vracht kosten opgeteld dan blijft de Neder landse kwaliteits-tarwe interessant voor de meelfabrikant. Tot besluit behandelde de heer Kelf kens de kwaliteit van de huidige en de nieuwe rassen. Voor de teelt van kwaliteits-tarwe komen de rassen Kraka en Urban in aanmerking. Veelbelovend is het nieuwe nummer Accent, dat misschien in 1989 op de rassenlijst komt. Arminda is goed geschikt als bisquittarwe. De heer De Boer, proefbakker van één der afnemers van Van der Wal, liet de aanwezigen zien dat het met de in het gebied Goeree-Overflakkee geteelde kwaliteits-tarwe goed bak ken is. Aan de hand van de door de heer De Boer gebakken broden was te zien dat de kwaliteits-tarwe uit het gebied een beter brood gaf dan de tarwe uit Frankrijk. De start voor de teelt van vlas was in 1988 ongunstig. De struktuur van de grond liet veel te wensen over. Ten gevolge van het ontbreken van vorst gedurende de winter en de vele neerslag tot in het voorjaar. Rond 10 april kon pas met het zaai en begonnen worden. Bovendien veroorzaakte een lange droogteperi ode na het zaaien op veel percelen voor een onvoldoende opkomst. Vooral op de zwaardere gronden en op percelen waar met een te hoge rijsnelheid gezaaid was kwam vaak slechts 30 a 50% van het zaad op waardoor een veel te dunne stand ontstond. Voor het vlas was de maand juni bovendien aan de droge kant, doch in juli viel er regelmatig wat neerslag wat de ontwikkeling op vele percelen nog ten goede kwam. Het oogsten verliep dit jaar vrij vlot en ook de weersomstandigheden wa ren gunstig voor het dauwrootpro- ces. De opbrengst van strovlas was dit jaar zeer matig en de zaadop brengst was gemiddeld laag. De ver schillen in zaadopbrengsten tussen de rassen was bovendien zeer groot. De raming van de opbrengst van on- gerepeld vlas bedroeg voor Zeeland dit jaar dan ook 7000 kg per ha, dat zeer laag is. De rassen die dit jaar ongeveer 80% van het areaal voor hun rekening namen waren Ariane, Belinka en Viking. Daar naast werden de rassen Natasja, Re- gina, Saskia en Marina op beschei den schaal geteeld. Er hebben in 1988 weer twee rassen- proeven met vlas in Zeeuws- Gemiddelde opbrengsten en lintge halten in verhoudingsgetallen, als mede enkele raseigenschappen vol gens de Rassenlijst 1989. Het oogsten verliep het afgelopen jaar vlot, de omstandigheden voor het dauwrootproces waren gunstig Vlaanderen gelegen. Op een proef werd direkt bij het trekken het zaad geoogst en op het andere werd na het dauwroten ontzaad. Omdat de resul taten van de proeven over 1988 nog niet bekend zijn wordt volstaan met de gegevens van het meerjarig rassen- onderzoek te vermelden, zoals dat in de Rassenlijst voor 1989 is op genomen. Korte rasbeschrijving Ariane is een blauw bloeiend ras dat een vrij trage beginontwikkeling heeft. Het stro is lang en vrij stevig tot stevig met een goede tot zeer goe de veerkracht. Geeft een mooi egaal gewas. Ariane geeft een zeer goede tot hoge stro-opbrengst en een zeer hoge lintopbrengst. De zaadop brengst is zeer matig. Is vrij goed re- In 1988 is de oppervlakte vlas weer enigszins toegenomen in vergelijking met vorig jaar, zoals uit onderstaand overzicht blijkt. Oppervlakte vlas in ha. 1988 1987 1986 1985 Zeeland 3669 3342 2600 3400 Zuid-Westen 3776 3468 2715 3500 Nederland (totaal) 4458 4138 3135 4368 Ras stro lint lint zaad- lengte stevig veer vroeg resis opbrengst gehalte opbrengst opbrengst heid kracht rijp tentie heid tegen Fusarium Ariane 104 106 110 79 8 7,5 8,5 5,5 7 Belinka 100 94 93 111 7 8 8 7,5 5 Regina 98 95 93 103 7,5 6 8 7,5 3 Saskia 96 95 91 106 7 6,5 8 7 8 Viking 97 114 111 92 6,5 8 7,5 7,5 8 Marina 100 98 98 105 7 7,5 8 6,5 8 Laura 104 98 103 103 6,5 9 8 8 sistent tegen Fusarium maar zeer vatbaar voor vlasbrand. Rijpt mid- denlaat. Belinka is een wit bloeiend ras, dat een vrij vlotte beginontwikkeling heeft. Het stro is stevig, goed veer krachtig en vrij lang. Vormt een egaal gewas. Belinka geeft een goede stro- en vrij goede lintopbrengst. De zaad opbrengst is zeer hoog. Weinig vat baar voor brand. Heeft een matige resistentie tegen Fusarium. Rijpt vrij vroeg tot vroeg. Regina is een wit bloeiend ras, dat een vrij vlotte beginontwikkeling heeft. Het stro is middelmatig ste vig, goed veerkrachtig en vrij lang tot lang. Geeft een egaal gewas. De stro- en lintopbrengst zijn vrij goed, de zaadopbrengst is goed tot zeer goed. Sterk vatbaar voor brand en zeer sterk vatbaar voor Fusarium. Rijpt vrij vroeg tot vroeg. Saskia is een blauw bloeiend ras, dat een middelmatig vlotte beginontwik keling heeft. Het stro is vrij stevig, goed veerkrachtig en vrij lang. Sas kia geeft een vrij goede tot goede stro- en een vrij goede lintopbrengst. De zaadopbrengst is hoog. Heeft een goede resistentie tegen Fusarium, maar is sterk vatbaar voor brand. Rijpt vrij vroeg. Viking is een nieuw blauw bloeiend ras. Heeft middenlang stevig stro. De stro-opbrengst was vrij goed tot goed. Heeft een zeer hoog lintgehal te en een zeer hoge lintopbrengst. De zaadopbrengst was matig tot vrij goed. Heeft een goede resistentie te gen Fusarium. Rijpt vrij vroeg tot vroeg. Marina is ook een nieuw blauw bloeiend ras. Het stro is vrij lang en vrij stevig tot stevig. De stro opbrengst was goed tot zeer goed. Gaf een goede lintopbrengst en een zeer goede zaadopbrengst. Heeft een goede resistentie tegen Fusarium. Rijpt middentijds. Laura is een nieuw wit bloeiend ras. Het stro is middenlang en is stevig tot zeer stevig. Heeft goede tot zeer goede lint- en zaadopbrengsten gege ven. De lintkwaliteit lijkt goed tot zeef goed. Lijkt goed resistent tegen Fusarium en brand. Werd in 1987 minder door grauwe schimmel aan getast dan de andere rassen. Rijpt middenvroeg. Aanvullende informatie is te vinden in de 64e Beschrijvende Rassenlijst voor landbouwgewassen 1989. Th.P. Hiel, Bedrijfsvoorlichter C.A.T. Goes

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 33