rassen bij I age
1989
Opstellen bouwplan: gewoonte of rekenen?
zuidelijke landbouw maatschappij
Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Tuinbouw te Goes
GÏÏD
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 13 JANUARI
Elk jaar opnieuw ziet de akkerbouwer zich voor
de vraag of beter nog de opdracht gesteld, een
bouwplan voor het komende seizoen op te stel
len. Kan dit, als er eenmaal een goed plan ligt,
zonder grote veranderingen voor een reeks van
jaren gelden? Of moet ieder jaar alles op de hel
ling worden gezet alvorens van een goed bouw
plan kan worden gesproken?
Vermoedelijk ligt de waarheid ergens in het mid
den. leder jaar hetzelfde plan zou het meest een
voudig zijn, maar de ontwikkelingen op korte of
lange termijn dwingen de akkerbouwer tot kri
tisch nadenken. Daarbij ligt het aksent meestal
op het ekonomische vlak, maar er zijn ook tech
nische aspekten die meespelen.
De ekonomische kant van het bouwplan
Als over het nieuwe bouwplan wordt nagedacht, zal in
het achterhoofd van de boer de vraag rijzen: 'Met welk
bouwplan bereik ik het beste resultaat in financiële
zin?' Dat daarbij niet alleen naar het komende jaar
mag worden gekeken, maar ook wat verder vooruit, is
bijna vanzelfsprekend. Hoewel dit niet zo eenvoudig is
kunnen hiermee toch de toekomstige ontwikkelingen
zo goed mogelijk in het plan worden verwerkt.
Bovendien vereist opname van sommige gewassen in
het bouwplan een beslissing die bijna 2 jaar voor de
oogst daarvan moet worden genomen. Veldbeemd- en
roodzwenkgras, onder dekvrucht wintertarwe gezaaid,
zijn daar voorbeelden van. Belangrijke aandachtspun
ten die bij de afweging aan de orde (moeten) komen
zijn: kilogramopbrengst, prijs en afzetmogelijkheden,
kosten voor de teelt (toegerekende kosten), saldo,
oogstzekerheid en bijzondere risiko's. Deze punten zul
len voor elk gewas, dat voor opname in het bouwplan
in aanmerking zou kunnen komen, afzonderlijk bekeken
moeten worden. Daarna komt de vergelijking tussen de
gekozen gewassen met de afweging welk aandeel voor
ieder gewas.
Gebruik informatie uit eigen bedrijf
Het is erg waardevol als bij het opstellen van het bouw
plan terug kan worden gekeken naar eigen ervaringen
en bereikte resultaten. Een goed ingevuld bouwboek is
voor dit doel een onmisbare bron van informatie voor
de technische kant. Voor de financiële gegevens moet
nogal eens op het geheugen worden afgegaan. Daar is
op zich niets tegen, maar het gevaar bestaat dat je niet
alles wat van belang is op een rijtje kunt zetten. Boven
dien geldt ook nog 'lest heugt best' en dat kan gevaar
lijk zijn.
De zgn. bedrijfsregistratiesystemen, die sommige ac
countantskantoren voeren, bieden voor dit doel een
veel betere informatiebron. Hierin worden per gewas
en van het gehele bedrijf kosten en opbrengsten, naar
soort gespecificeerd, weergegeven.
Als men over een komputer beschikt kan men deze re
gistratie ook zelf met behulp van een programma op
zetten.
Bij veranderingen eerst rekenen begroten)
Als de basisgegevens per gewas bekend zijn, kan het
bouwplan verder worden opgesteld. Bij wijzigingen in
de uitgangspunten of gewenste veranderingen is het
zinvol een saldoberekening per gewas op te stellen. Dit
kan bij geringe veranderingen een deelbegroting zijn.
Wanneer er meerdere gewassen met elkaar vergeleken
moeten worden en het aandeel daarvan in het bouw
plan staat nog ter diskussie, dan is het beter een bouw
plansaldo voor het hele bedrijf te berekenen.
Voor het opstellen van saldoberekeningen biedt de pu-
blikatie 'Kwantitatieve Informatie' een goede informa
tiebron en leidraad. Vraag bij uw bedrijfsvoorlichter
naar dit boek.
Het is gewenst hier zo vroeg mogelijk in de winter mee
te beginnen. Op dat moment is het nog mogelijk veran
deringen voor het komende jaar door te voeren. Som
mige dingen liggen dan al min of meer vast. Zo is de
Gehoor gevend aan een jarenlange goede traditie komt het ZLM-blad, vlak voor op papier,
en enige maanden voor in de praktijk invulling zal worden gegeven aan het bouwplan 1989
weer met een rassennummer. Wij hopen voor u op een in meer dan een opzicht rijke oogst,
een goed gevulde hand én portemonnaie!
J.W.
Ing.J.M. v.d. Weele
oppervlakte wintertarwe voor het komende jaar dan
meestal een gegeven. Maar ook aanwezig graszaad en
andere (meerjarige) gewassen beperken de keuze voor
dat jaar. Een begroting met deze gewasaanspraken kan
toch nuttig zijn voor de verdere toekomst.
Naast wintertarwe komen op veel bedrijven suikerbie
ten en konsumptie-aardappelen in het bouwplan voor.
Op basis van toewijzigingen (bieten) en teeltafspraken
(aardappelen) kunnen de oppervlakten hiervan niet on
beperkt variëren. Ook met gedane investeringen in die
produktierichtingen moet rekening worden gehouden.
Niettemin kunnen wijzigingen in de uitgangspunten
voor deze gewassen ook in een begroting kritisch wor
den bekeken.
De technische kant
Het is bijna vanzelfsprekend dat voor een goed bouw
plan naast een ekonomische afweging ook technisch
de zaak goed doordacht moet zijn.
Een bouwplan met als enige doelstelling een zo hoog
mogelijk financieel resultaat in dat jaar, is geen goed
plan. Bij de opzet moet aan de voorwaarden, die een
goede vruchtwisseling waarborgen, worden voldaan.
Vooral aaltjes en andere bodemgebonden ziekten spe
len hierbij een rol, bijv. rhizomanie bij bieten. Vruchtop
volging, bodemvruchtbaarheid in zijn algemeenheid,
onkruidbezetting en struktuur van de grond kunnen
eveneens medebepalend zijn.
Ook in technisch opzicht moet een bouwplan zo even
wichtig mogelijk worden samengesteld. Dit betekent
dat het verleden bekend moet zijn om nu, maar ook
voor de toekomst, niet te veel risiko's te nemen.
In de afgelopen jaren is voldoende gebleken dat door
zeer intensieve bouwplannen de gezondheid van de
grond en het opbrengstnivo zwaar op de proef zijn
gesteld.
Als een bouwplan eenmaal is samengesteld, kunnen
ook afgeleide plannen, zoals een bemestingsplan en
een gewasbeschermingsplan, worden opgesteld. Hier
bij kunnen aktuele analyseverslagen van grondonder
zoek op bemestingstoestand en aaltjes niet gemist
worden.
De rassenkeuze
Een ander niet onbelangrijk aspekt bij de opstelling van
het bouwplan, is de keuze van het ras, of soms rassen.
Naast de opbrengst is vooral een vergelijking van de ei
genschappen belangrijk om een ras beter op zijn waar
de te kunnen beoordelen. Dit geldt in het bijzonder voor
nieuwe rassen. In deze bijlage wordt van een aantal ge
wassen uitgebreide informatie over de rassen gegeven.
Uit dit alles blijkt dat ook aan de technische kant van
het bouwplan met diverse aspekten rekening moet
worden gehouden. Ook dit pleit voor een vroegtijdige
en zorgvuldige aanpak om het bouwplan rond te
krijgen.
Namens de Zuidwestelijke Konsulentschappen voor de
Akkerbouw en de Tuinbouw in Zuidwest Nederland,
ing. J.M. v.d. Weele, CAT-Goes