'Bij bietenteelt nog veel besparing mogelijk op bestrijdingsmiddelen' 'Biologische en geïntegreerde teelt winst voor boer en milieu' Lage doseringen geadviseerd voor onkruidbestrijding bieten Begrip en ondersteuning nodig bij ingrijpende maatregelen voor natuur en milieu Groeistilstand bij uien voorkomen Drs. W. Heijbroek I.R.S.: Rhizomanie Dr.ir. A. Oudeman VROM: Volgens drs. W. Heijbroek van het Instituut voor Rationele Suiker- produktie (I.R.S.) te Bergen op Zoom kan het gebruik van gewasbe schermingsmiddelen in de bietenteelt door een geïntegreerde teelt aanzienlijk worden teruggebracht. Als besparingsmogelijkheden noemde hij o.m. het benutten van het omhulsel van pillenzaad als drager van het bestrijdingsmiddel tegen bijv. bietenkever, miljoenen- poot en springstaarten. Op deze wijze kan aanzienlijk worden bespaard vergeleken met een granulaatbehandeling. Binnen niet al te lange tijd kan op deze wijze ook de bladluis worden bestreden. Bij de geïntegreerde bestrijding te gen bietecysteaaltjes is het onder zoek naar resistente rassen zo goed als afgerond. Deze maand hebben IRS en SVP materiaal van dergelijke rassen ter verdere vervolmaking op gezonden naar de verschillende kweekbedrijven. Deze bieten hebben weliswaar nog teveel koptarra, een achterblijvend wortelgewicht en sui kergehalte maar het materiaal heeft zeker perspektieven. 'Het IRS is te vens bezig met een andere methode waarbij pathogenen worden ge kweekt die parasiteren op de cysten en de populatie daardoor laten af remmen. De pathogenen (schim mels) worden al wel gekweekt maar probleem is nog hoe ze in de grond te krijgen. Veel onderzoek is hier nog nodig. De bestrijding van Rhizomanie is nog steeds een groot probleem. De bestaande middelen zijn uitgeput en grondontsmetting voldoet ook al niet. De enige oplossing is volgens Heijbroek die van resistente en tole rante rassen. Tot nu toe voldoet al leen het ras Rima van het Belgische kweekbedrijf Des aan dit doel. Dit ras kan in kombinatie met het ver sneld afvoeren van water door een goede drainage en kultiveren de besmetting aanzienlijk terugbren gen. 'Als het weer niet meewerkt en het voortdurend regent dan helpen ook beide laatste mógelijkheden niet'. Heijbroek stelde ten slotte vast dat ons land voor het eerst sinds 1976 weer gekonfronteerd is met de vergelingsziekte. Deze trad vooral op in het zuidwesten waar de aan tasting (20) twee keer zo erg bleek dan in de rest van het land. Met de juiste middelen Temik is dit percen tage terug te brengen tot 5 a 7%. De IRS-onderzoeker pleit voor het instand houden van de waarschu wingsdienst. Om de waarschuwing sneller te laten lopen zal de dienst op het IRS wor den gekonsentreerd. Meer en betere voorlichting blijven dit oogpunt van milieu en besparing op bescher mingsmiddelen noodzakelijk', aldus de heer Heijbroek. Wierenga 'De Akker- en Tuinbouw hebben onmiskenbaar perspektief in hun streven naar geringere afhankelijk heid van bestrijdingsmiddelen. Dat kan goed samen gaan met een eko- nomischer bedrijfsvoering en rende mentsverbetering', aldus dr.ir. A. Oudeman van het Ministerie van VROM (direktoraat Milieubeheer) vrijdag 6 januari jl. op de 39ste 'Spuitdag' in de 'Prins van Oranje' te Goes. Oudeman spoorde de boeren aan tot optimisme en inventiviteit. 'Re sistente rassen, betere spuitappara tuur en goed afbreekbare bestrij dingsmiddelen zijn kwaliteitspro- dukten waarmee wij ook na 1992 op een markt (die bovendien steeds meer onbespoten produkten vraagt) goed kunnen konkurreren'. Volgens Oudeman kan het opsporen en ver helpen van lekkende apparaten en een beheersing van de spuitnevel in de fruitteelt door bijv. overkapping relatief veel besparen op het middel. Hij heeft grote verwachtingen van biologische en geïntegreerde teeltme thoden. 'Hier is grote winst te beha len voor boer én milieu. De ambte naar van VROM zei naar Goes te zijn gekomen om met alle betrokken groepen na te gaan hoe een duurza me oplossing kan worden gevonden Tijdens de spuitdag werd het prototype getoond van een nieuwe fustreini gingsapparaat bij de problemen met landbouw- bestrijdingsmiddelen en het milieu, zijns inziens vaak ten onrechte ge presenteerd als water en vuur. 'Er zijn ernstige problemen maar aan de horizon zijn de kontouren van een oplossing zichtbaar', zo zei hij. Wel waarschuwde hij dat luchtver ontreiniging door bestrijdingsmid delen een belangrijk probleem gaat worden. Door verwaaiing en ver damping wordt o.m. als gevolg van vliegtuigbespuiting en verneveling in de fruitteelt nu al atrazine in regen water gemeten. Bij grondontsmet ting zijn konsentraties dichloorpro- peen in de verre omtrek waar neembaar. 'Natuur en milieu staan in ons land onder een sterke negatieve druk. In grijpende maatregelen zijn nodig, willen we de natuurlijke leefomge ving in ons land in stand houden. De bevolking dient deze maatregelen te begrijpen en te ondersteunen'. Dit onder meer zei drs. J.B. Pieters, plaatsvervangend Direkteur- Generaal Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg van het ministerie van Landbouw en Visserij 20 decem ber jl. in Den Haag bij de presentatie van het boek 'Tussen natuur en mi lieu. Uitgangspunten voor een di- daktiek van natuur- en milieu- edukatie'. Het boek maakt deel uit van het pro- jekt 'Didaktiekontwikkeling natuur- en milieu-edukatie'. Het projekt vloeit voort uit de Nota 'Natuur- en milieu-edukatie. Een Meerjarenvi- sie' van de ministeries van Land bouw en Visserij en van Volkshuis vesting, Ruimtelijke Ordening en Vrijdag 13 januari 1989 Milieubeheer. Met het projekt wordt getracht tegemoet te komen aan de behoefte aan goed doordachte en praktisch getoetste voorstellen voor de konkrete aanpak van natuur- en milieu-edukatie in scholen en daar buiten. Het projekt richt zich op het basisonderwijs en het voortgezet on derwijs. Het Instituut voor Leerplan ontwikkeling (S.L.O.) te Enschede is belast met de uitvoering van het projekt. In het boek 'Tussen natuur en mi lieu' worden enkele uitgangspunten geschetst voor een didaktiek van na tuur en milieu-edukatie. De schrij vers van het boek gaan er vanuit dat natuur- en milieu-edukatie zich in het onderwijs dient te richten op de ontwikkeling bij de leerlingen van ekologisch inzicht of met andere woorden op het ontwikkelen van ekologisch denken. Zij denken hier bij aan het ontwikkelen van ekolo gisch inzicht bij de vakken biologie, Wordt 'Spuitdag' 'Landbouwmilieudag'? Is de naam Landbouwmilieudag geen passender naam voor de nu al weer voor de 39ste keer gehou den Zeeuwse Spuitdag? In zijn openingswoord maandag vroeg de voorzitter, de heer J. Ra- mondt zich dag af. Ook inleider de heer E. Steenge van de SNUiF pleitte voor een andere naam. 'Mijn dochter dacht, zo zei hij, dat ik naar een dag voor de brandweer moest, en wat ik daar wel moest doen Tijdens de Spuitdag trokken stands met informatie over de nieuwste gewas beschermingstechnieken veel aandacht 'Bij alle teeltmaatregelen bij uien moet het uitgangspunt zijn dat het gewas niet mag worden ver laat. Verlating zorgt in veel ge vallen voor kwaliteitsachteruit gang van de uit. Vooral nu bij ui en naar kwaliteit wordt uitbe taald, moeten we dat zoveel mo gelijk zien te vermijden'. Dat zei SNUiF-direkteur ing. E. Steenge op de zeeuwse spuitdag. 'Bij de onkruidbestrijding moet het aksent dan ook liggen op middelen die het gewas onge moeid laten en die bovendien gunstig geprijsd zijn', zo zei Steenge. Voor opkomst voldoet de kombinatie 1,5 a 2 liter Stomp en 4 liter propachloor hieraan. Deze kombinatie heeft een brede werking en is zacht voor het gewas. Na opkomst Na de opkomst van het gewas, bij een lengte van de uien van 4 cm, adviseert de SNUiF een bespuiting met 1 kg Lironion en 3,5 tot 4 liter propachloor. De voordelen hiervan zijn de zachte werking op het gewas, de kosten besparing ten opzichte van oude- E. Steenge re adviezen en de mogelijkheid de bespuiting eerder uit te voe ren. Daardoor zijn de onkruiden kleiner op het moment van toe passing en makkelijker te bestrijden. Momenteel richt het onderzoek zich op toevoegmiddelen die de dosering Lironion nog verder kunnen verminderen, zei de SNUiF-direkteur. aardrijkskunde of natuuronderwijs. In de toekomst zullen de leerlingen onder meer om moeten kunnen gaan met de begrippen 'ecosysteem, kringloop en natuurlijke evenwicht'. Het gebruik van lage doseringen on kruidbestrijdingsmiddelen in de bie tenteelt gaf de laatste jaren goede re sultaten. Reden voor het Instituut voor Rationale Suikerproduktie (IRS) om deze methode in het alge meen advies op te nemen. De prak tijkdosering die het IRS adviseert bestaat uit een halve liter Betanal, een halve kilo Goltix, een halve liter Tramat en een halve liter olie. Het is daardoor mogelijk te besparen op de kosten van de middelen'. Dat zei ir. J.D. Wevers van het IRS, vorige week vrijdag op de Zeeuwse spuit dag in de Prins van Oranje te Goes. Het gebruik van erg lage doseringen onkruidbestrijdingsmiddelen is in Limburg begonnen. Limburgse ak kerbouwers keken het van hun Fran se kollega's af. Vaak wordt dan ook gesproken van het Frans Limburgs' systeem van onkruidbestrijding. Naast weinig middel, gebruikten de Limburgers ook weinig water. On derzoek van het IRS toonde aan dat ook bij het gebruik van 300 liter wa ter per ha lage doseringen prima werken. Vroeger spuiten voorwaarde Wevers noemde wel een aantal voor waarden om suksesvol met lage do seringen te kunnen werken. Zo moet het onkruid nog erg klein zijn; in ie der geval niet groter dan de eerste echte blaadjes. Vroeg spuiten is dus een vereiste. Dat kan al tijdens de opkomst van het gewas. Bovendien moet de bespuiting twee tot vier keer worden uitgevoerd. De besparing die met het gebruik van lage doseringen valt te behalen is overigens niet overal zo groot, re kende Wevers voor. 'Een bespuiting met lage doseringen kost gemiddeld ƒ75,In het Zuidwesten kwamen gebruikers van het systeem op totaal ƒ298,aan kosten voor de onkruid bestrijding. Hun kollega's die vol gens de oude adviezen werkten wa ren gemiddeld slechts ƒ27,duur der uit per ha'. De oorzaak waarvan ligt in het gebruik van de rijenspuit, waardoor het middelengebruik in het Zuidwesten is beperkt tot 6,5 kg per ha. Bij de toepassing van lage doseringen met de rijenspuit, is een verdere kostenbesparing mogelijk. De kosten voor de middelen bedra gen dan ƒ120,— per ha. In gebieden waar het verbruik van onkruidbestrijdingsmiddelen hoog ligt, zoals op zand- en dalgronden, is de mogelijke besparing het grootst. Het herbicidegebruik is daar gemid deld het dubbele van dat in het Zuid westen. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 11