Iepen in Zeeland
Landbouwuniversiteit wil studenten "met
hersenslef en een avontuurlijke geest9
HAO-ingenieurs doen het goed op de arbeidsmarkt
Kleine landschapselementen
f scheve
AMrtKLN
Vekabo nieuws
tDtKATIt ZEELAND
Enkele maanden geleden werd
aandacht besteed aan de Linde.
Een andere boomsoort is de Iep.
Er staan in Zeeland nog waarde
volle iepen, alhoewel hun aantal
in verband met de al weer jaren
heersende iepeziekte sterk aan
het afnemen is.
De Iepenfamilie komt in alle wereld
delen voor. De familie omvat meer
dan honderd soorten, alle houtge
wassen en merendeels bomen. In Eu
ropa komen van nature slechts vier
van deze soorten voor, in Nederland
drie. Dat zijn de Veldiep of Gladde
Iep, de Bergiep of Ruwe Iep en de
Steeliep. Beide laatste worden in Ne
derland slechts zeer sporadisch aan
getroffen. Alleen de Veldiep komt
vrij veel voor, met name langs de
grote rivieren en in de binnen-
duinrand.
De meeste iepen die we tegenwoor
dig zien zijn door de mens aange
plant. Tot in de jaren 20 van deze
eeuw beheerste de iep het open land
schap en het stadsbeeld in de Neder
landse kuststreek. De Iep werd dan
ook wel de meest Hollandse van alle
bomen genoemd. Vrijwel altijd ging
het daarbij om de Hollandse Iep (Ul-
mus x hollandica), een kruising tus
sen de Veldiep en de Ruwe Iep, die
vegetatief (d.m.v. enten) vermeer
derd moest worden.
Men had niet voor niets een voor
keur voor de Iep. In de eerste plaats
is het één van de weinige bomen die
uitstekend bestand is tegen zeewind,
verder groeit hij snel, en is het hout
voor allerlei doeleinden bruikbaar.
Het hout werd onder andere ge
bruikt voor het maken van wagens,
landbouwschuren, doodkisten en
meubels. Ook voor brandhout is het
uitstekend geschikt.
Iepen hebben opvallend asymmetri
sche bladeren, waaraan ze vrij ge
makkelijk herkend kunnen worden.
Ze kunnen onder ideale omstandig
heden een hoogte van 30-35 meter
bereiken. Ze worden lang zo oud
niet als de Linde, maar een leeftijd
van 100 tot 200 jaar is wel haalbaar.
ronde kant
d! ad voet
Iepebladeren hebben een opvallende
asymmetrische vorm.
De iepeziekte
In de twintigste eeuw dook onder de
iepen een ziekte op die verwoestende
gevolgen zou hebben: de iepeziekte.
In de jaren twintig en dertig stierven
door deze ziekte zeer veel iepen.
Vanaf de jaren zeventig is er een nog
veel agressievere vorm in Europa
aanwezig. De ziekte wordt veroor
zaakt door een schimmel, die in
houtvaten groeit, en deze verstopt.
Wanneer de stam rondom is geïnfek-
teerd wordt de watertoevoer naar de
kroon afgesneden, wat tot gevolg
heeft dat de bladeren verwelken.
De schimmel wordt van de ene naar
de andere boom overgebracht door
de iepespintkevers. Verder kan de
schimmel via de wortels van de ene
op de andere boom overgaan. Iepen
die dicht bij elkaar staan hebben
vaak kontakt via de wortels. De ie
peziekte tast overigens alleen iepen
aan, en geen andere boomsoorten.
Al jarenlang wordt geprobeerd om
via een intensieve iepeziektecampag-
ne de ziekte onder de duim te hou
den. Tegenwoordig is de campagne
er vooral op gericht om de kevers
hun broedgelegenheid te ontnemen:
aangetaste bomen worden gerooid,
schors en takken worden verbrand,
en het transporteren of in voorraad
hebben van iepehout met schors is
verboden.
Afgestudeerden van de Agrarische
Hogescholen doen het goed op de
arbeidsmarkt. Dat kan worden ge-
konkludeerd uit het verslag van het
loopbaan- en arbeidsmarktonder
zoek onder HAO-ingenieurs.
Het onderzoek wijst uit dat 88% van
de ingenieurs een funktie vervult en
slechts 3,6% op zoek is naar een
funktie. Wat daarbij opvalt is dat
het percentage vrouwelijke inge
nieurs dat een funktie vervult in de
afgelopen vijf jaar sterk is toegeno
men: van 67% in 1982 tot 81% in
1987. De groei van de werkgelegen
heid in de afgelopen vijf jaar wordt
vooral veroorzaakt door de toeleve
rende industrie (zoals (zaad)verede-
lingsbedrijven of de veevoederin
dustrie). De werkgelegenheid bij de
'Landbouwuniversiteit? Iets
voor boeren! Zegt mij niks! Daar
kun je boer worden!' Met deze
uitspraken van havo/vwo-
scholieren op een schoolplein be
gint 'Kiezen voor de Landbouw
universiteit'; de eerste video-
produktie voor leerlingen uit het
voortgezet onderwijs over het
onderwijs van de Landbouwuni
versiteit.
Deze uitspraken geven scherp
aan welk beeld veel scholieren
hebben van de Landbouwuniver
siteit. Wanneer hen het begrip
landbouw meer wordt uitgelegd
blijkt echter dat een studie aan de
Landbouwuniversiteit wel een
goede keuze kan zijn.
In een onlangs door de Landbouw
universiteit uitgebrachte video
en bijbehorende brochure wordt
duidelijk dat landbouw niet op
zichzelf staat, maar met duizend
en-één draden verbonden is met
de wereld. Landbouwweten
schappen bestrijken een breed
terrein; van planten, gewassen en
beesten tot meteorologie, rekrea-
tie, biotechnologie, toegepaste
informatica, voeding en le
vensmiddelen, ekonomie en
marktkunde. Deze onderwerpen
zijn terug te vinden in de negen
tien studierichtingen van de uni
versiteit.
Speurtocht
In de bijbehorende gelijknamige
brochure wordt dieper ingegaan
op de Wageningse studie. Door
middel van thema's als: 'Milieu:
haalt Nederland de volgende
eeuw?' en 'Ekonomie en samen
leving; van marktkraam tot we
reldmarkt' wordt duidelijk dat
de Wageningse universiteit werkt
aan ingewikkelde problemen op
terreinen als ontwikkelingssa
menwerking, voeding, biotech
nologie en ruimtelijke ordening.
Om die problemen op te kunnen
lossen is overigens meer nodig
dan pure vakkennis, konkludeert
de Landbouwuniversiteit. Behal
ve hersens, vraagt de universiteit
van haar studenten lef en een
avontuurlijke geest want "weten
schap laat zich immers het beste
omschrijven als een mooie maar
soms ook moeilijke speurtocht
naar nieuwe kennis".
De brochure bevat verder feitelij
ke informatie over de studierich
tingen, voorvereisten, nieuwe
ontwikkelingen binnen het on
derwijs en gegevens over de ar
beidsmarkt van Wageningse af
gestudeerden. De brochure 'Kie
zen voor de Landbouwuniversi
teit' kan door iedereen gratis
besteld worden. De video is gra
tis beschikbaar voor onderwijsin
stellingen of -organisaties.
Bestellen bij afd. studentenzaken
(studievoorlichting), Postbus
9101, 6700 HB Wageningen.
Wanneer scholieren meer begrip van landbouw krijgen blijkt dat een
studie aan de Landbouwuniversiteit een goede keus kan zijn.
Iepen op een Thoolse dijk.
Iepen in Zeeland
Al met al zijn er maar weinig oude
iepen meer over. Hier en daar vin
den we nog rijen oude iepen langs
dijken en wegen. Op Tholen en
Zuid-Beveland en in Zeeuws-
Vlaanderen bij Aardenburg en^
Kloosterzande zijn de mooiste voor
beelden aan te treffen. Momenteel
staan nog oude iepen op de wallen
van Hulst. Die zullen echter, voor
zover ze nog niet aan de iepeziekte
ten prooi zijn gevallen, binnenkort
gaan verdwijnen. De wallen zullen
dan in hun geheel opnieuw beplant
worden.
Plaatselijk probeert men weer iepen
te planten. Bijvoorbeeld langs rijks
weg A58 door Zuid-Beveland zijn er
ongeveer 15 jaar geleden zeer veel
neergezet. Langs de oude rijksweg
58 stonden ze indertijd ook. Enkele
resteren nog, met name tussen Lewe-
dorp en de Sloedam is nog iets van
de oude glorie terug te vinden. Bij
nieuwe aanplant tracht men variëtei
ten te planten die min of meer re
sistent zijn tegen de iepeziekte.
Voortdurend probeert men door
middel van onderzoek dergelijke re
sistente variëteiten te vinden, zodat
de Iep voor de toekomst behouden
kan blijven.
Inlichtingen: Stichting Landschaps
verzorging Zeeland, Grote Markt 28
te Goes, tel. 01100-30936.
overheid neemt (relatief gesproken)
af: In 1982 werkte 42% van de inge
nieurs bij de overheid, in 1987 35%.
Over het ajgemeen zijn de ingenieurs
tevreden over de aansluiting van de
opleiding op de funktie, vooral wat
betreft de theoretische en praktische
vakkennis. Wel zouden zij meer aan
dacht willen voor kommunikatieve
of andere vaardigheden.
Wanneer u dit leest is Sinterklaas
weer uit ons land vertrokken,
maar uit de zak van Pieterbaas is
niet veel voor de kampeerboeren
te voorschijn gekomen. Hebt u
de algemene openbare ledenver
gadering van Vekabo Walcheren
op 24 november bezocht, dan
was uw verwachting dienaan
gaande niet hoog gespannen. De
heren ing. J. Markusse, hoofd
SEV van de ZLM en drs. W.J.
Plomp, burgemeester van Valke-
nisse waren de uitgenodigde spre
kers. Een aantal punten uit hun
inleidingen wil ik onder uw aan
dacht brengen.
De heer Markusse belicht het
kamperen bij de boer vanuit ge
zin en bedrijf. Velen zien dit
rekreatie-gebeuren als een poot
onder hun bedrijf, die nodig is
om "deze tijden" te overleven.
Gezien investeringen en inko
menspositie gaan dan ook stem
men op voor 15 eenheden. De
heer Markusse juicht dit aantal
toe gezien vanuit de boer en zijn
gezin, maar onverbrekelijk moet
vast staan dat het kamperen bij
de boer een agrarische aktiviteit
blijft, zeker in het kader van de
hinderwet en het bestem
mingsplan. In de op stapel staan
de wet op de Openluchtrekreatie
is er sprake van 10 eenheden.
Willen jullie dit veranderen dan
zullen jullie druk op tweede ka
merleden moeten uitoefenen!!
Ook kaart hij het overloop-
beleid van de gemeenten aan.
Volgens hem zal het veel duide
lijkheid geven en frustraties (zo
wel bij gemeentebestuurders als
bij de boeren) wegnemen, wan
neer er een eenduidig beleid
wordt gevoerd; wellicht in een
overleggroep, gevormd door de
gemeenten, Vekabo, Recron,
vooraf besproken. Hoewel de
kampeer wet aangeeft dat alleen
de burgemeester of zijn plaats
vervanger, de piekopvang in wer
king kan stellen. De heer Mar
kusse hoopt dat ook in de wet op
de openluchtrekreatie zo'n der
gelijk artikel wordt opgenomen.
Tot slot doet hij een beroep op de
gemeentebesturen om aan de re
gels van de wet een praktisch ak
sent te geven en roept hij ook de
boeren op om de gegeven regels
in de vrijstellingen korrekt na te
leven.
Onomwonden
Drs. Plomp houdt een inleiding
over: Het kleinschalig kamperen
in de toekomst. Hij begint met te
zeggen dat hij ons allen buitenge
woon welgezind is, maar dat hij
nimmer zijn gehoor naar de
mond praat. Dit laatste blijkt
ook deze avond. Onomwonden
stelt hij vast dat 6 weken 10 een
heden bij de boer het maximum
is hetgeen de kampeerwet
toestaat. Wat er met Pinksteren
gebeurt, is buiten wettelijk. De
piekopvang kan alleen de burge
meester in werking stellen op
grond van art. 219 vaa de ge
meentewet en is nooit van tevo
ren bekend, dus kan men er niet
op reserveren; wat wel gedaan
wordt! Drs. Plomp vraagt zich in
ernst af of de piekopvangregeling
bij de minicampings niet beter
kan vervallen.
Ook de zgn. slaaptentjesregeling
is typisch Zeeuws. Drs. Plomp is
voorstander van een "vakinde
ling", zoveel vakken als wettelijk
toegestane kampeermiddelen.
Tot zijn spijt heeft hij geen gou
den bergen kunnen beloven,
maar heeft ons een eerlijke ana
lyse voor willen houden.
Vekabo Zeeuws Vlaanderen
hoopt op 19 januari 1989 haar
jaarvergadering te houden in
"Du Commerce" in Cadzand.
Als spreker is uitgenodigd drs.
J.W. te Kluze. Onder zijn leiding
is het LOW rapport Kleinschalig
Kamperen in Nederland tot stand
gekomen. De opdracht tot dit
onderzoek kwam van het mini
sterie van Landbouw en Visserij.
Tot slot wens ik u allen prettige
kerstdagen en een voorspoedig
nieuwjaar.
Vrijdag 9 december 1988
13