IdlIU" uil
Grenze(n)loos Europa
Zioo
zuidelijke landbouw maatschappij
Witboek
Kansen
'Maak varkenshouders minder
afhankelijk van voerleveranciers'
Tenslotte
VRIJDAG 2 DECEMBER1988
I 76e JAARGANG NO. 3953
tuinbouwblad
Fruitteler/akkerbouwer de heer F Buijsrogge in 's-Gravenpolder ziet het met de zwarte
bessen wel zitten. Hij is momenteel bezig met het inplanten van 6Z2 ha van verschillende
rassendit i.v.m. het spreiden van de oogst. Hij brengt zijn areaal zwarte bessen, die op
kontrakt geteeld worden, op totaal 20 ha. Het poten van de kleine struiken werd eerst
machinaal gedaan maar de stugge klei werd een te groot probleem vandaar dat de laatste
hektares met de hand worden ingestoken.
Vrijwel dagelijks kunnen wij via de media vernemen dat
na het jaar 1992 ons leven hoe dan ook zal gaan veran
deren. Dan immers krijgen wij te maken met een gren-
zenloos Europa. Met de Europese verkiezingen in het
vooruitzicht - in juni 1989 - is te verwachten dat wij de
komende maanden min of meer bedolven zullen wor
den onder Europa. Hoewel onze land- en tuinbouw al
lang gewend is om Europees te werken en te denken
zal 1992 ook aan de agrarische sector niet ongemerkt
voorbijgaan. Voor Nederland lijken de voordelen alsnog
de nadelen te overtreffen. Immers 80% van onze agra
rische export gaat naar de Europese markt waardoor
wij erg veel belang hebben bij een vrij en onbelemmerd
handelsverkeer. Maar wie kaatst moet de bal terug ver
wachten. De zuidelijke EG-lidstaten hebben inmiddels
de toezegging gekregen dat ze aanzienlijk meer geld
zullen krijgen voor structurele aanpassingen. Dat gaat
om vele miljarden. Overigens zal het niet zo zijn dat
vanaf 1 januari 1993 Europa er opeens is. Veeleer moet
rekening worden gehouden met een langdurig integra
tie proces dat zich tot ver in de 21e eeuw zal uitstrek
ken. Trouwens het is nog maar de vraag in welk jaar
1992 zal vallen. Maar dat de Europese interne markt er
komt staat vast. Daar helpt geen lieve moedertje meer
aan en zelfs mevrouw Thatcher kan dat niet
voorkomen.
Uitgangspunt voor de totstandkoming van de interne
Europese markt is het zgn. Witboek, het spoorboekje
naar 1992. Op korte termijn moeten er al gemeen
schappelijke regelingen tot stand komen op het gebied
van de indirecte belastingen (BTW), het fyto sanitaire-
beleid, het veterinair beleid, het kwaliteitsbeleid en het
monetair beleid. Op middenlange termijn moeten de di
recte belastingen en het sociaal beleid worden gehar
moniseerd. Met het wegvallen van de grenzen zal met
name het risico van insleep van ziekten en plagen toe
kunnen nemen. Uit een recent Europees rapport blijkt
dat het elders in Europa niet zo nauw wordt genomen
met de naleving van de regels op fyto-sanitair en veteri
nair gebied, althans dat de controle daarop veel te
wensen overlaat. Er zal dus een systeem moeten ko
men om problemen op dat gebied te voorkomen, te
meer omdat wij door onze intensieve teelten extra
kwetsbaar zijn. Controle aan de bron en forse sancties
zullen wellicht geen overbodige luxe blijken te zijn. Dat
zelfde geldt voor het kwaliteitsbeleid. De criteria met
betrekking tot residuën aan chemische middelen zullen
controleerbaar moeten zijn en voor iedereen gelijk, in
clusief het gebruik van produktiestimulerende stoffen
als hormonen en BST. Vraag is ook of de huidige quote
ringsregelingen (melk, suiker) in één interne markt zijn
te handhaven. Dat lijkt me niet, ^odat het zogenaamde
specialisatie beginsel - daar produceren waar dit het
beste kan - langzamerhand weer meer accent kan krij
gen. Een geleidelijke afbouw van de quoteringsregeling
derhalve. Ook op sociaal gebied dienen de lidstaten
naar elkaar toe te groeien. Sommigen vrezen een enor
me toeloop naar Nederland als sociaal luilekkerland ter
wijl de zuidelijke (warme) landen vrezen de pensioen
paradijzen van Europa te worden. Ik denk dat dat in de
praktijk allemaal wel mee zal vallen.
Om als Nederlandse land- en tuinbouw maximaal te
profiteren van de Europese markt van na 1992 is het
vooral van belang dat de agrarische afzet en verwer
king inspeelt op de nieuwe situatie. Zoals we uit de
pers kunnen vernemen zijn (coöperatieve) organisaties
als bijvoorbeeld Cebeco Handelsraad en Suiker Unie
daar volop mee bezig. Via gericht marktonderzoek
Landbou wschapssekretaris Egberink
Varkenshouders in financiële problemen zijn meestal
goed geholpen met de Bijdrageregeling Zelfstandigen.
Een overbrugging zoals die aan akkerbouwers gegeven
wordt is dan ook niet nodig. Wel is de hulp van het
Borgstellingsfonds nodig om de hoge leverancierskredie
ten van voerleveranciers om te zetten in een gewoon
bankkrediet.
Dit zegt ir. J.H. Egberink, sekretaris van het Landbouw
schap. "De situatie in de varkenshouderij is anders dan
in de akkerbouw. Varkenshouders hebben minder eigen
vermogen omdat ze niet grondgebonden zijn", zegt hij.
Dat blijkt een voordeel, want varkenshouders in finan
ciële moeilijkheden komen daarom eerder in aanmerking
voor de Bijdrageregeling Zelfstandigen, die bestaat uit
een rentedragende lening en een periodieke uitkering
voor levensonderhoud. Een deel van de lening kan wor
den omgezet in een schenking ter grootte van het verlies
dat de varkenshouder in '87 heeft geleden. Een steeds
nijpender probleem vormen de toenemende schulden
van varkenshouders bij hun voerleverancier. "De leve
rancierskredieten zijn een bekend verschijnsel waarmee
tijdelijke liquiditeitstekorten die een gevolg zijn van
prijsschommelingen worden opgevangen. Maar door de
lange duur van het huidige prijsdal zijn de kredieten
enorm opgelopen. Als er geen volledig herstel optreedt in
de varkenshouderij komen veel varkenshouders niet
meer van dat krediet af en ontstaat er een enorme gebon
denheid aan de mengvoerindustrie", zegt Egberink. Om
te voorkomen dat de varkenshouderij wordt opgehangen
aan de mengvoerindustrie wil het Landbouwschap dat de
leverancierskredieten worden overgenomen door de
banken.
Het Borgstellingsfonds zou daarvoor garant moeten
staan. Het Fonds onderzoekt momenteel de financiële
moeilijkheden van varkenshouders en de mogelijkheden
om tot een regeling te komen.
Verzuring
De agrarische sektor moet zelf initiatieven nemen om de
verzuring te verminderen. De landbouw moet zich ertoe
verplichten een totaalplan in fases uit te voeren om de
verontreiniging fors te verminderen. Gerard Doornbos,
voorzitter van het Landbouwschap, zei dit dinsdag op
een vergadering van landbouworganisaties in het Over
ijsselse Raalte.
Voor zover het nemen van de milieumaatregelen de
draagkracht van de veehouderij overstijgt is een in
vesteringsbijdrage van de overheid noodzakelijk, zei
Doornbos. De veehouders hebben immers ook al te ma
ken met de kosten voor een programma om het mestpro
bleem op te lossen. Daarvoor investeert de landbouw nu
en in de komende jaren in totaal 1,5 miljard gulden.
moet boeren en tuinders duidelijk worden gemaakt aan
welke eisen de primaire produktie moet voldoen om
optimaal tot waarde gemaakt te kunnen worden. Ook
dat is een proces waar we allemaal aan zullen moeten
wennen. De opdracht aan de totale agrarische bedrijfs
kolom is in feite kort en bondig: produceren voor de Eu
ropese markt en de klant is koning. Ook voor ons eigen
werkgebied is deze opdracht aktueel. We moeten pro
beren de voordelen van ons ZLM werkgebied (zoals kli
maat en ligging) tot waarde te maken. Niet alleen daagt
Europa ons daartoe uit, we krijgen ook extra kansen via
de vierde nota op de Ruimtelijke Ordening die voor be
langrijke delen van ons werkgebied een agrarische
hoofdfunktie aangeeft. Europa '92 in combinatie met
de vierde nota R.O. geeft dus concreet zicht op de ont
wikkeling van een Eur-regio voor agrarische kwali-
teitsprodukten rond de lijn Rotterdam-Antwerpen. De
potentie voor zo'n Eur-regio is naar mijn mening beslist
aanwezig. Maar dan moeten we het wel samen oppak
ken. Het lijkt mij zinvol daarvoor eens een scenario uit
te werken.
Maandag 12 december a.s. wordt de Algemene Verga
dering van de ZLM gehouden (zie elders in dit blad).
Gastspreker is dr. Pieter Winsemius in zijn kwaliteit als
organisatie-adviseur. Globaal zal zijn verhaal gaan over
de afstemming van de agrarische produktie op de
markt. Wellicht kan het bovenstaande daarbij als aan
zet dienen voor de discussie.
Oggel