Met kennis meer mans
Beperken van kondensatie in
bewaarplaatsen
Voorzitter Hollandse Mij:
Tegen de kwaliteit van de Franse
tarwe zullen we niet opkunnen
Serie "Kwaliteit en bewaring" no. 10
Lage tarweprijs alleen
als prijsvergelijking
bedoeld
/KTIE ZUIDWEST
i Kwaliteit
■4 Bewarint
\ARD
Bewaring
ARDAPPELEN
Dit seizoen staat in de voorlichting
van de Consulentschappen in het
Zuidwesten de kwaliteit van
consumptie-aardappelen centraal.
Waarom? Met name bij verwerking
van aardappelen tot produkten wor
den hoge eisen gesteld aan de kwali-
teitsfaktoren. In toenemende mate
wordt de prijs van de aardappelen
bepaald door de industrie. Het is dus
van groot belang voor elke teler aan
de eisen van de verwerkers te vol
doen. Enkele punten hoger in de
kwaliteitsschaal scheelt algauw hon
derden guldens per ha. Vandaar de
grote aandacht in de voorlichting
om u te helpen zo goed mogelijk uit
te komen.
Na een start deze zomer met artike
len, de "Open Dagen" en het uitge
ven van een "Bewaargids" worden
in de periode eind november tot fe
bruari op veel plaatsen themabijeen
komsten gehouden. Op die bijeen
komsten worden de vele kanten van
kwaliteit en bewaring van
consumptie-aardappelen uitvoerig
behandeld. Iedere aardappelteler is
op die bijeenkomsten van harte
welkom.
Welke thema's worden behandeld?
Er zijn veel faktoren die invloed
hebben op de kwaliteit van aardap
pelen. De faktoren beinvloeden el
kaar dikwijls ook onderling. De ene
faktor is beter te beïnvloeden door
teeltbehandelingen, de andere door
maatregelen tijdens de oogst en de
bewaring. Om hierin meer inzicht te
krijgen, zijn de belangrijkste fakto
ren waarop de teler invloed kan uit
oefenen geïnventariseerd. De achter
gronden hiervan zijn verwerkt in de
volgende thema's:
1. Bewaarverliezen
Tijdens de bewaring treden verliezen
op door indroging en uitval. Door
een juiste bewaartechniek, met name
bij hogere bewaartemperaturen,
kunnen deze verliezen tot een mini
mum beperkt blijven.
2. Blauw
Blauw en onderhuidse verkleuringen
zijn voor de verwerkende industrie
en ook voor consumptie zeer onge
wenst. Als deze verkleuringen voor
komen, kan dat leiden tot afkeuring
van de partij of tot een korting op de
prijs. Door een goede teeltwijze en
een juiste bewaring is blauw te voor
komen of te beperken.
3. Bakkwaliteit
Met name bij de verwerking tot
chips, maar ook bij frites, is het zeer
belangrijk dat het eindprodukt b.v.
een goede kleur heeft. Door een goe
de teeltwijze en vooral ook door het
handhaven van de juiste bewaartem-
peratuur kan de teler hier veel aan
bijdragen.
4. Lange bewaring
Bij bewaring tot na mei is het zaak
om extra goed te letten op de tempe
ratuur en het optreden van condens.
Ook na lange bewaring moet de
kwaliteit nog goed zijn.
Waarom themabijeenkomsten?
De genoemde thema's zijn gekozen
omdat blijkt, dat op die gebieden
doorgaans de meeste fouten ge
maakt worden. Er is daarom beslo
ten om deze onderwerpen op de the
mabijeenkomsten grondig te behan
delen, zodat de deelnemers daarna
oorzaken en gevolgen goed kunnen
onderscheiden en daardoor beter in
staat zijn een produkt af te leveren
met een goede kwaliteit. Nu is het
zo, dat veel van de te behandelen za
ken niet voor de eerste keer verteld
worden. Het blijkt echter in de prak
tijk niet voldoende te zijn om infor
matie alleen te horen of te lezen, het
moet ook verder verwerkt worden.
Hiervoor bieden de themabijeen
komsten een uitstekende gele
genheid.
Wat is de opzet van de themabijeen
komsten?
De themabijeenkomsten worden als
volgt georganiseerd:
- Voor elk van de vier thema's wordt
in alle gebieden in het Zuidwesten
een bijeenkomst belegd. Deze bij
eenkomsten worden gehouden in de
periode eind november tot februari
met tussenperioden van twee a drie
weken.
- Op elke bijeenkomst wordt een
korte inleiding over het aan de orde
zijnde thema gehouden. In deze in
leiding worden de voornaamste
knelpunten aangegeven met wat ach
tergrondinformatie.
- Na deze inleiding worden groepen
gevormd van 5-7 personen. In deze
groepen worden vragen over het on
derwerp behandeld. Hierbij is er
ruimschoots gelegenheid om met
collega's in de groep ervaringen uit
te wisselen.
- Van elke groep worden de ant
woorden verzameld en in een geza
menlijke na-bespreking met elkaar
vergeleken.
In de afgelopen winter zijn in enkele
gebieden proefbijeenkomsten met
deze werkwijze gehouden. Hierbij
bleek dat deze manier van werken
zeer plezierig verloopt en zeer goed
effect heeft.
Opgave voor deelname
Om een inzicht te hebben in het aan
tal personen dat mee wil doen aan
deze themabijeenkomsten wordt ge
vraagd om u vooraf aan te melden.
Hiervoor zal aan de leden van de
vaktechnische organisaties een fol
der met opgavekaartje gestuurd
worden. Degenen die geen lid zijn
van een Vereniging voor Bedrijfs
voorlichting of een Studieclub kun
nen zich opgeven bij hun bedrijfs-
voorlichter.
Namens de Zuidwestelijke consu
lentschappen
van de Akkerbouw en de Tuinbouw,
ing. F. Vader
CAT-GOES
Zodra er weer koudere nachten komen zien we in zeer veel bewaar
plaatsen waar produkten als aardappelen liggen opgeslagen konden
satie optreden. Dit wordt veroorzaakt doordat de vochtige lucht te
gen koudere oppervlakken afkoelt en waterdruppels gaat vormen.
Gaan de waterdruppels op het produkt vallen, dan is dat niet bevor
derlijk voor de kwaliteit van deze produkten. Dit kondensatie pro
bleem kan worden voorkomen.
Zodra de nachten kouder worden kan er in de aardappelopslagplaatsen kon-
densvorming optreden. Het kondensatieprobleem kan worden voorkomen.
Het lijkt er op dat het kondensatie
probleem vooral de laatste jaren
speelt. Dit is echter niet zo. Voor
heen vond er waarschijnlijk veel
meer kondensatie plaats maar was
minder goed zichtbaar.
Hoe slechter de isolatie des te meer
en eerder zal er kondensatie optre
den. In theorie kan men de isolatie
zo dik maken dat er bij zeer lage bui
tentemperaturen toch geen konden
satie ontstaat. Ekonomisch is die
dikte niet verantwoord. Het advies
ligt momenteel op 12 cm polystyreen
of 8 cm polyurethaan, waarmee een
K-waarde van 0,3 W/m2 K wordt ge
haald. Voor plafondisolatie gaat
men soms naar 15 cm polystyreen of
10 cm polyurethaan. Het kondens-
gebeuren is beter zichtbaar gewor
den doordat de meeste isolatieplaten
.zijn voorzien van een laagje alumini
umfolie. Daardoor kan er zeker geen
vocht in de isolatie kruipen. Het is
direkt zichtbaar als druppels tegen
het materiaal.
De toepassing van een laagje stro op
de aardappelen heeft wel een buffer-
funktie van het gevormde kondens.
Het stro kan dat vocht opnemen en
zodra de lucht weer voldoende dro
gend werkt, hieraan afstaan.
"Voor de akkerbouw zie ik op ter
mijn geen perspektief voor volledige
graanbedrijven in Nederland. Tegen
de kwaliteit van de Franse tarwe zul
len we toch niet opkunnen". Dit
zegt de voorzitter van de Hollandse
Maatschappij van Landbouw, de
heer Jan de Groot, in een interview
met de Landbode van vorige week.
De heer De Groot is het eens met de
voorzitter van de ZLM, dat de Ne
derlanders de groentetelers van
Europa moeten worden. De voorzit
ter van de Hollandse Mij, zelf vee
houder in de Alblasserwaard, oor
deelt negatief over het feit dat
8
Kondensatie voorkomen
Wanneer de temperatuur van de bui
tenlucht gedurende een lange tijd
laag is, zal er toch bij de geadviseer
de isolatiedikten, kondens optreden.
Om druppelvorming te voorkomen
moet er tijdig worden begonnen om
dat overtollige vocht af te voeren.
Hiervoor behoort men de "zwakste
plek" van zijn bewaarplaats te ken
nen. Ergens zal de eerste kondens-
vorming plaatsvinden. Dat kan in
een hoek zijn, spanten die door de
isolatie gaan, trekstangen, bij deu
ren enz. Gaat men daar regelmatig
kontroleren dan weet men dat bij
aanhoudende kou het probleem gro
ter wordt.
In grote lijnen zijn vijf mogelijkhe
den om kondensatie te voorkomen.
1) Natuurlijke ventilatie boven de
aardappelen
Hierbij probeert men vocht af te
voeren door boven de aardappelen
een natuurlijke trek te kreëren. Dit
kan door b.v. de luchtafvoeropening
en de deur gedeeltelijk open te zet
ten. Bezit de isolatie vele lekken
(oude bewaarplaatsen) dan vindt die
luchtuitwisseling automatisch
plaats.
"Brussel" zoveel beslissingen uit de
handen van de individuele lidstaten
neemt: "Dat is een minder leuke
konsekwentie van de EG, maar
voorlopig staan daar nog heel wat
voordelen tegenover". Hij denkt dat
Nederland de mogelijkheden van de
EG gigantisch heeft uitgebuit, maar
onderkent dat de konkurrentie na
1992 groter zal worden. In dit ver
band merkt de heer De Groot op er
een hard hoofd in te hebben of de
Europese eenwording inderdaad op
die datum gerealiseerd kan worden
op de manier zoals nu wordt voor
gesteld.
De resultaten zijn sterk afhankelijk
van o.a. de windsnelheid en de wind
richting. Een drogend effekt wordt
enkel verkregen wanneer de buiten
lucht minder vocht bevat dan de
lucht in de bewaarplaats. Is het bui
ten kouder dan binnen dan werkt
tocht uitwisseling altijd drogend.
We moeten wel opletten dat de bo
venste laag aardappelen niet te veel
in temperatuur dalen.
In de meeste jaren is natuurlijke ven
tilatie ontoereikend.
2) Intern circuleren
Door intern te circuleren wordt er
geen vocht naar buiten afgevoerd,
maar wel in de bewaarplaats ver
plaatst. Het vocht van boven tracht
men over de gehele ruimte te verde
len. Tevens zal de warmte uit de
aardappelen voor enige opwarming
van de lucht kunnen zorgen waar
door deze iets meer vocht op kan
nemen.
Bij licht vriezend weer is met intern
circuleren wel wat te bereiken. Zo
dra het echter de gehele dag blijft
vriezen zijn de resultaten zeer be
perkt. Men voert namelijk geen
vocht naar buiten af.
3) Afzuigventilator(en)
Hiermee wordt vocht afgevoerd zo
als bij situatie 1) is beschreven, maar
wordt nu geregeld door ventila
toren). Deze zit in een (eind)gevel
terwijl in een tegenover gelegen gevel
een opening moet komen om de ver
se lucht binnen te laten. De capaci
teit van die afzuigventilator(en) be
draagt lm5 m3 lucht per m3 aard
appelen. Bij lage buitentemperatu
ren komt er veel koude naar binnen.
De lucht bij binnenkomst opwarmen
biedt een oplossing, maar is in de
praktijk moeilijk uit te voeren.
4) Circulatieventilatoren
Dezé ventilatoren zorgen voor een
goede circulatie boven het produkt
waardoor er een goede uitwisseling
van produkt- en plafondtempera-
tuur ontstaat. Deze, ook wel anti-
condens ventilatoren genoemd, han
gen aan het plafond of dak en heb
ben een capaciteit van ca. 6 m3 lucht
per m3 aardappelen bij 40 Pa te
gendruk.
Zoals bij mogelijkheid 2) zijn er vrij
wel geen extra gewichtsverliezen
daar er geen vocht naar buiten wordt
afgevoerd.
Zodra alle lucht verzadigd is met
vocht zal er toch vocht naar buiten
moeten of een stijging van de tempe
ratuur.
5) Circulatieventilatoren met ver
warming
Door lucht iets op te warmen kan
deze meer vocht opnemen. Hiervoor
brengt men bij de circulatieventila
toren een verwarmingselement aan.
De ervaringen gedurende de strenge
winters van enige jaren terug toon
den aan dat men hiermee veel op kan
vangen. Besef wel dat hiermee wel
extra vochtverlies kan optreden. Op
het juiste moment toepassen is van
groot belang. Automatische regeling
vereist een zeer goede- vochtmeting.
De meeste telers kiezen voor hand
bediening. Regelmatig kontroleren
op "zwakste plaats" en weerbericht
zijn de beste bronnen om te beslissen
om wel of niet te draaien.
Samenvatting
Doordat de aardappelbewaarplaat
sen steeds beter worden geïsoleerd
zijn er bijna geen lekken meer die
voor de natuurlijke ventilatie zor
gen. Zo goed isoleren dat er totaal
geen kondensatie ontstaat is ekono
misch niet verantwoord.
Om te zorgen dat er geen druppels
op de aardappelen komen, is een be
tere verdeling of afvoer van het
overtollige vocht gewenst. Tracht in
eerste instantie het vocht binnen de
bewaarplaats te houden. Dit geeft
het minste vochtverlies. Blijft het te
In het artikel over de erwtenteelt dat
op 4 november (pag. 11) in het
ZLM-blad is verschenen, zijn enkele
prijsverwachtingen genoemd voor
produkten oogst 1989. Over de ge
noemde prijzen is enige onduidelijk
heid ontstaan, omdat in het artikel
niet is vermeld, dat de prijzen exklu-
lang koud buiten dan moet men kie
zen uit temperatuursverhoging door
een verwarmingselement of afvoeren
naar buiten.
Ing. H. Deenen
C.A.T. Tilburg
Nederland profiteert niet van
grotere Westduitse uienimport
De Westduitsers importeerden in de
afgelopen maand aanzienlijk meer
uien dan in oktober 1987. Ten op
zichte van vorig jaar ging er 14.070
ton 69% uien méér de Westduitse
grens over. De Nederlandse uien
hebben niet van deze toegenomen
vraag geprofiteerd. Integendeel
zelfs, de eksport naar onze oosterbu
ren nam af van 9.941 ton in oktober
1987 naar 7.347 ton in oktober 1988.
De konkurrerende import nam hier
door toe van 10.387 ton naar 27.051
ton. Het zijn vooral Tsjechoslowakije
en Hongarije geweest die hun af
zet in de Bondsrepubliek sterk heb
ben vergroot. Er gingen ook meer
Spaanse en Poolse uien naar West-
Duitsland.
sief B.T.W. zijn. Hierdoor kan de
indruk onstaan, dat de prijs voor
bijvoorbeeld tarwe onder de 40,—
per 100 kg komt te liggen. Het is niet
de bedoeling van Cebeco-
Handelsraad geweest die indruk te
wekken.
Voor de onderlinge prijsvergelijking
maakt het niet zo veel uit of men uit
gaat van prijzen inklusief of exklu-
sief B.T.W. Men kan dan alleen
konkluderen, dat bij prijzen inklu
sief B.T.W. het saldo voor erwten en
bonen nog iets gunstiger uitkomt.
Vrijdag 18 november 1988