Braks verdedigt de
intensieve veehouderij
'Inkrimping veestapel niet nodig'
Verplaatsingsbesluit onduidelijk
Oostbrabantse gier
tergt Gelderse dorpen
LEI-onderzoekster Marianne van der Veen:
Uitbreiding Valmet-
trekkerlijn
Veel drinkwater
bevat
bestrijdingsmiddelen
korte wenken
veehouderij
Minister Braks wijst het verwijt dat
de intensieve veehouderij de belang
rijkste veroorzaker is van de verzu
ring van de hand. Het buitenland is
voor 59 procent verantwoordelijk
voor de verzuurde neerslag in ons
land. De veehouderij in Nederland
voor 20 procent. De intensieve vee
houderij (varkens en pluimvee)
neemt daarvan ongeveer een derde
voor haar rekening. Het is daarom
zeer ten onrechte dat de intensieve
veehouderij als de oorzaak van de
verzuring wordt gezien.
Braks heeft dit dinsdag gezegd in
Inwoners van de dorpen Dreumel en
YVamel aan de Waal willen dat er een
einde wordt gemaakt aan de import
van de grote hoeveelheden gier die
uit het Land van Cuijk worden
'geïmporteerd'. De problemen zijn
het ergst in de uiterwaarden langs de
Waal, waar mensen klagen over
stankoverlast en zelfs misselijkheid
en tranende ogen.
Zowel de rijkspolitie ter plaatse als
de opsporingsambtenaar van de pro
vincie hebben vastgesteld dat het
hier gaat om mest uit het noor
doosten van Brabant. Boeren in de
Waalgemeenten hebben namelijk
kontrakten afgesloten met bedrijven
uit Odiliapeel en Wanroij, die mid
den in de overschotgebieden liggen.
In het Land van Maas en Waal is er
op diverse plaatsen nog ruimte voor
mest. Met name in de zomermaan
den werd er volop varkens- en kippe-
mest in dit gebied uitgereden.
Naar aanleiding van de klachten
hebben politie en rijkswaterstaat een
bodemonderzoek laten instellen. Er
wacht de boeren wellicht een proces
verbaal inzake de Wet verontreini
ging oppervlaktewateren en de Af
valstoffenwet. De gemeentebesturen
in Maas en Waal overleggen met het
Gelderse provinciebestuur om te be
kijken of er een eind kan worden ge
maakt aan de import van dergelijke
hoeveelheden Brabantse mest.
Utrecht tijdens de door hem verrich
te opening van de Vakbeurs Inten
sieve Veehouderij.
Volgens Braks bestaat er vooralsnog
geen enkele reden het tot nu toe ge
voerde beleid en de voorbereiding
voor nieuwe beleidsvoornemens te
wijzigen. Vermindering van de
veestapel noemt hij een uiterste
maatregel. Degenen die daar nu wel
voor pleiten gaan er naar zijn me
ning van uit dat boeren en overheid
met de armen over elkaar blijven zit
ten. Het tegendeel is volgens de be
windsman waar.
Ook spelen bij de vraag of de veesta
pel wel of niet moet worden inge
krompen de grote belangen van
werkgelegenheid en ekonomie een
wezenlijke rol. De totale produktie
van varkens- en pluimveehouderij
heeft jaarlijks een gezamenlijke
Schreeuwende biggetjes zorgden tijdens de opening van de He Internationale
Vakbeurs Intensieve Veehouderij VIV '88 voor veel hilariteit.
waarde van negen miljard gulden.
Inklusief toeleverende en verwerken
de bedrijven biedt de bedrijfstak aan
65.000 mensen werk, aldus Braks.
De minister is optimistisch over de in
gang gezette maatregelen om de
mestoverschotten te beperken. Uit
recent onderzoek van het
Landbouw-Ekonomisch Instituut
blijkt volgens hem dat het mogelijk
is met enige aanscherping van de be
staande maatregelen dat alle overtol
lige mest in eigen land kan worden
afgezet.
"Het Rijks Instituut voor Milieuhy
giëne (RIVM) heeft een verkeerde
keuze gemaakt en zichzelf een slech
te dienst bewezen. Beleidsmedewer
kers zullen het rapport 'Zorgen voor
morgen' nu zo mogelijk nog kriti
scher gaan lezen, omdat in ieder ge
val op een bepaald onderdeel ver
keerde informatie is gebruikt".
Dat zegt ir. Marianne van der Veen,
wetenschappelijk onderzoekster van
Valmet heeft de bestaande trekker-
lijn uitgebreid met het type 655; qua
vermogen tussen de 605 en 705. Het
nieuwe type heeft een 4 cilinder mo
tor (type D 440) met een inhoud van
4.4 liter. Het motorvermogen is 59
kW (80 pk). De versnellingsbak is
geheel gesynchroniseerd (ook de
groepen) en er is keuze uit 3 varian
ten, t.w. standaard (30 km/u), over
drive (40 km/u) en kruipbak (270
m/u).
het Landbouw Ekonomisch Insti
tuut (LEI) in Den Haag, naar aanlei
ding van het tumult dat is ontstaan
rond het nog niet officieel versche
nen rapport 'Zorgen voor morgen'
van het RIVM. Deze studie moet de
wetenschappelijke basis leveren voor
het Milieubeleidsplan dat minister
drs. Ed Nijpels van VROM voor het
voorjaar van 1989 heeft aangekon
digd. Volgens de studie moet de Ne
derlandse veestapel worden inge
krompen met maar liefst 20 procent.
Dat zou noodzakelijk zijn om de
mestproblematiek rond het jaar
2000 onder de knie te hebben. Het
RIVM diepte de voor veehouders
'alarmerende informatie' op uit het
drie jaar geleden verschenen LEI-
rapport: 'Mestnormen: enkele
nationaal-ekonomische gevolgen'.
Een van de in deze studie ontwikkel
de varianten omvat inderdaad een
inkrimping van de veestapel met 20
procent. Dit zou nodig zijn, als geen
enkele andere maatregel wordt geno
men en in het jaar 2000 een fosfaat
norm van 125 moet zijn bereikt.
Het verplaatsingsbesluit ligt ter
goedkeuring bij de Raad van State.
De inhoud is in hoofdlijnen bekend
uit berichten in de pers. Maar wat
wordt de konkrete invulling en hoe
'konstruktiebestendigis het besluit?
Verplaatste quota worden met 15%
afgeroomd en een bedrijf mag door
aankoop van mestquotum niet gro
ter worden dan 175 ive's, wat over
eenkomt met 175 fokvarkens, 1750
mestvarkens, 35.000 leghennen of
52.500 slachtkuikens. Dat is de
hoofdzaak van het verplaatsings
besluit.
Vreemd aan dit voorstel is, dat het
'plafond' is uitgedrukt in het aantal
dieren en dat dit aantal dieren niet is
gebaseerd op een maximale fosfaat-
produktie, zoals te verwachten valt
in een besluit dat op de mestwet
moet aansluiten. De minister heeft
echter gekozen voor een maximum-
omvang op basis van het aantal
mensen dat op het bedrijf werkt
vindt; hij wil met het verplaatsings
besluit bereiken dat kleine bedrijven
kunnen groeien naar een omvang
waarbij ze in staat zijn de benodigde
milieu-investeringen te doen. De be
nodigde omvang daarvoor is vast
gesteld op 1,5 vaste arbeidskracht.
"Het besluit vertoont gaten doordat
de minister met twee grootheden
meet. De mestquota worden uitge
drukt in hoeveelheid fosfaat, dat
wordt omgerekend naar het aantal
dieren om te zien of een bedrijf bo
ven de maximum omvang komt",
zegt drs. Maarten de Heer, algemeen
sekretaris van het Landbouwschap.
"1750 Mestvarkens produceren vier
16
keer zoveel fosfaat als 175 fokvar
kens, wat bedrijfsgrootte betreft,
worden die twee aan elkaar gelijk
gesteld".
Omzeiling plafond
De verhouding van één fokvarken
op tien mestvarkens zal ertoe leiden
dat het plafond van 1,5 arbeids
kracht wordt omzeild, want in de
mestwet staat de omwisselingsfaktor
van 1 op 2,74, die het mogelijk
maakt om 100 fokvarkens om te wis
selen voor 274 mestvarkens en om
gekeerd. Het is dus mogelijk een
quotum te kopen voor 1750 mestvar
kens en die vervolgens om te wisse
len voor 638 fokvarkens, een om
vang ver boven het maximaal haal
bare voor een vermeerderaar die
langs de normale weg aankoopt.
"De minister wil de omvang van be
drijven in dieren regelen met een wet
die erop gericht is de hoeveelheid
mest te regelen", zegt Landbouw
schapsjuriste Susan Plessius over de
oorzaak van dit mankement. Dit
kan ertoe leiden, dat de minister het
besluit achteraf moet aanpassen.
Akkerbouw goedkoop uit
Een andere vraag is of akkerbou
wers met het verplaatsingsbesluit
niet erg goedkoop aan een mestquo
tum worden geholpen. Ze mogen nu
al varkens houden tot een omvang
waarbij ze 125 kg. fosfaat per ha.
produceren. Vullen ze dat aan met
een gekocht mestquotum tot de
maximale omvang van 1750 mest
varkens of 175 fokvarkens, dan zijn
ze goedkoper uit dan menig varkens-
Geen politiek
"Onze onderzoeken zijn zuiver we
tenschappelijk en hebben niets met
politiek te maken. Daarom geven we
altijd een aantal varianten aan. Ook
in dit geval hebben we dat gedaan en
tevens de meest waarschijnlijke va
riant aangegeven. Onze konklusie
was - en is nog steeds - dat er géén in
krimping van de veestapel behoeft
plaats te hebben, omdat de norm
ook bereikt kan worden met minera-
lenverlaging in het voer en een betere
distributie van de mest", aldus ir.
Van der Veen
(Uit Oogst)
In meer dan de helft van de drinkwa
terputten in ons land zijn in het on
gezuiverde water sporen van land-
bouwbestrijdingsmiddelen aange
troffen. Het middel bentazon (Basa-
gran) werd het vaakst aangetroffen.
De onderzoekers troffen ook regel
matig sporen aan van atrazine, dino-
terb, dinoseb, alachloor, dichloor-
propaan en bromacil. In bijna alle
gevallen was de gevonden waarde
hoger dan de EG-norm van 0,1 mi
crogram per liter. Dat maakte de
Vereniging van Exploitanten van
Waterleidingbedrijven (Vewin) dins
dag bekend. De vereniging baseert
de gegevens op een enquête onder
haar leden; 41 van de 60 waterlei
dingbedrijven hebben het grond- of
oppervlaktewater op bestrij
dingsmiddelen onderzocht.
Aansprakelijkheid
De bestrijdingsmiddelen komen
door lozing van de fabrikant of na
landbouwkundig gebruik in het wa
ter terecht. Bij bentazon is vooral
het eerste het geval. De Vewin be
kijkt momenteel of de fabrikant,
Basf, aansprakelijk kan worden
gesteld voor de kosten van de water
zuivering. Als het middel na gebruik
door boeren en tuinders in het water
terecht komt, is het moeilijker de
schuldigen aan te wijzen. Bovendien
zijn de middelen wettelijk toe
gelaten.
De Vewin pleit er dan ook voor alle
bestrijdingsmiddelen die na land
bouwkundig gebruik mogelijk in het
water kunnen komen en niet afbre
ken, te verbieden. Dat betekent niet
dat de waterbedrijven dan meteen
van het probleem verlost zijn. Water
heeft soms een 'reistijd' van 25 jaar
voordat het de drinkputten bereikt.
houder. Braks wees die mogelijkheid
twee weken geleden in een gesprek
met OOGST nog van de hand. Ples
sius plaatst daar grote vraagtekens
bij. "Als deze bepaling is opgeno
men, is dat voor ons nieuw. Als je
dit strikt neemt, betekent het, dat
verplaatsing van mestproduktie naar
bedrijven waar voorheen geen mest
werd geproduceerd, niet mogelijk
is".
Hinderwet nodig
Eveneens de vraag is of een bestaand
bedrijf met 2000 mestvarkens, dus
met een omvang boven het plafond
van het verplaatsingsbesluit, wel
mag worden verplaatst. "In het
besluit staat dat de mestproduktie
op een bedrijf door verplaatsing niet
groter mag worden dan 175 ive. En
dat is het geval in dit voorbeeld,
want op het nieuwe bedrijf werd
vroeger geen mest geproduceerd",
zegt Plessius. Wie quotum koopt om
zijn bedrijf uit te breiden, heeft de
medewerking van de gemeente nodig
om een hinderwetvergunning te krij
gen. Braks zei tegen OOGST, dat hij
de gemeenten "wil oproepen bij het
beoordelen van aanvragen voor uit
breiding ook rekening te houden met
de sanering die elders plaatsvindt".
Maar de gemeenten moeten zelf uit
maken of ze bereid zijn hun eigen re
gels soepel te hanteren in het belang
van landelijk beleid. Bekend is dat
een aantal Brabantse gemeentes de
hinderwetbepalingen en ekologische
richtlijn strikt hanteren. In die ge
bieden zal verplaatsing vermoedelijk
vrijwel onmogelijk worden.
Diederik Sleurink
VOOR HET VEE UIT DE WEI
GAAT, WORDEN DE MOLLEN
AKTIEF. Wacht niet te lang met de
bestrijding van deze dieren, maar
begin er zo snel mogelijk mee. U
kunt de mollen bestrijden met ver
schillende soorten klemmen. Ook'de
bestrijding met mollenpillen geeft
goede resultaten. Voor het gebruik
van de mollenpillen moet u wel een
vergunning hebben.
DE KOMENDE MAANDEN ZUL
LEN WEER VEEL KALVEREN
WORDEN GEBOREN. Verwelkom
ze in: een goede en hygiënische af
kalf ruimte; een deugdelijke goed ge
ventileerde huisvesting. Voldoende
aanvoer van verse lucht is even be
langrijk als goede voeding. Kalveren
kunnen echt wel tegen de lage tem
peraturen maar niet tegen vocht.
VOOR EEN GOEDE ONTWA TE
RING moet u regelmatig kontrole-
ren of de drains nog wel voldoende
funktioneren. Of een drain goed
werkt is in de eerste plaats te meten
aan de hoeveelheid water die in re-
genrijke perioden wordt afgevoerd.
Zo'n meting kunt u bijvoorbeeld
met een litermaat makkelijk uitvoe
ren. Een goede drain voert per et
maal 7 mm water af. Vergelijk van
de drains onderling geeft al enig in
zicht in de werking. Bovendien geeft
een vergelijk in jaren aan of de ka-
paciteit terugloopt. Hierdoor kunt u
te laat doorspuiten wateroverlast
en onnodig doorspuiten (geldverspil
ling) voorkomen.
IN DE MEESTE PERCELEN
GRASLAND STAAN NOG TE
VEEL BOSSEN. Zonder maatrege-
len gaan dergelijke percelen terug de
winter in met een behoorlijk risiko
op het uit win teren. Nu is het tijd om
bossen te maaien. Gebruik een echte
bossenmaaier voor het bloten van
weiland. Die is instelbaar op een
hoogte van 7 cm. Bij die maai-
hoogtë topt u geen groeiplanten
weg. Verzamelen en afvoeren van
grasresten is dan ook overbodig.
OM ALLERLEI HUIDPARASIE
TEN BIJ UW VEE TE VOORKO
MEN is het verstandig de dieren bij
of kort na het opstallen te scheren.
Huidaandoeningen leiden tot jeuk,
ontstekingen, onrust, een lagere voer-
afname en daardoor verminderende
groei, en/of produktie. Veel parasie
ten en hun eieren of larven worden
met het scheren verwijderd. Boven
dien zullen nieuwe parasieten zich in
een kort baarkleed niet zo goed thuis
voelen als in een lang baarkleed.
Daarnaast kunnen geschoren dieren
beter hun warmte kwijt waardoor ze
zich aangenamer voelen. Bij groeps-
huisvesting blijven geschoren dieren
bovendien schoner. Geschoren uiers
kunnen belangrijk bijdragen tot het
verkrijgen van eersteklas melk.
DE MEESTE WERKTUIGEN heb
ben dit jaar hun dienst bewezen. Om
schade door roest te voorkomen is
het verstandig ze zo snel mogelijk
een winterbeurt te geven. Vervang
versleten onderdelen. Maak draaien
de delen schoon en smeer ze zono
dig. Berg daarna de machines netjes
af
GR A SLA ND VER NI EU WEN
KOST VEEL GELD. Jong grasland
is erg gevoelig. Dit betekent dat u
het met zorg moet behandelen.
Bestrijd tijdig onkruiden en gebruik
geen organische mest. Het gras kan
dan de bodem optimaal bedekken.
Bij de bemesting moet u voldoende
stikstof geven. Omdat we alleen
kunstmest gebruiken, moeten we er
op letten dat er voldoende fosfaat en
kali beschikbaar is. De juiste hoe
veelheden staan op het advies van
het grondonderzoek.
Kontro/eer de ruimte waarin de
CHEMISCHE GEWASBESCHER
MINGSMIDDELEN WORDEN
BEWAARD en verwijder de midde
len die niet meer deugdelijk zijn, niet
meer toegelaten zijn of waarvan het
etiket niet meer goed leesbaar is. De
af te voeren middelen kunnen in vee!
gevallen bij de gemeente worden in
geleverd.
Vrijdag 18 november 1988