Bedrijfshygiëne blijft aktueel
Door schoon oogstwerk daling tarrapercentage bij bietenoogst
Veel belangstelling rassen-
tentoonstelling Meijer
Akkerbouwer M. Punt te Oud-Vossemeer
voorstander van spitmachine
EG moet teelt kwaliteitstarwe meer ondersteunen
MEELFABRIKANTEN:
Minister Braks geeft
extra korting
overschotheffing mest
Landelijk gezien wordt de gemiddel
de daling van het tarrapercentage bij
de bietenoogst in 1988 door de land
bouwkundige diensten van de suiker
industrie geschat op 2 a 3% ten op
zichte van voorgaande jaren. Deze
daling is voor een groot deel te dan
ken aan de grotere aandacht die be
steed is aan de kwaliteit van het
oogstwerk, zowel door de loonwer
ker als door de teler. Bovendien zul
len de gerichte adviezen en de tarra-
bijdrageregeling van de suikerin
dustrie ongetwijfeld een rol hebben
gespeeld.
Het streven om het tarrapercentage
terug te dringen kan dan ook als
geslaagd worden gekwalificeerd.
Verbetering van rooiapparatuur
De kwaliteit van het oogstwerk is in
1988 aanzienlijk verbeterd door aan
passingen aan de oogstmachines. Op
rooiers en laders zijn betere afstel
lingsmogelijkheden gekomen. Dit
bleek vooral belangrijk in situaties
waarin de rooiomstandigheden van
perceel tot perceel sterk uiteen
liepen.
Een tussentijdse afstelling van rooi
apparatuur werd vaker uitgevoerd
dan voorheen.
Oogst
In tegenstelling tot voorgaande jaren
werd in 1988 meer gerooid onder
goede weersomstandigheden. Als
door omstandigheden toch bij min
der goede weersomstandigheden ge
rooid moest worden, werd door aan
passing van de rooisnelheid en het zo
ondiep mogelijk rooien toename van
de tarra beperkt.
Indien mogelijk werd het rooien bij
slecht weer uitgesteld.
Rasverschillen
Naast teelt- en oogstmaatregelen
blijkt dat ook gerichte rassenkeuze
bij kan dragen tot vermindering van
tarra. Wortelvorm en kophoogte
blijken sterk bepalend te zijn voor
het tarragehalte.
De beschrijvende rassenlijst voor
landbouwgewassen geeft de gevoe
ligheid voor grondtarra van de sui
kerbietenrassen weer in verhou
dingsgetallen. Hierbij bedraagt het
verschil tussen het minst tarragevöe-
lige ras (UNIVERS) en het meest ge
voelige ras ruim 20%.
De verschillen in tarra zijn in een
aantal rassenproeven onder praktijk
omstandigheden duidelijk naar vo
ren gekomen, waarbij vanzelfspre
kend op zwaardere gronden het
voordeel van een minder gevoelig ras
duidelijker naar voren kwam dan op
lichtere gronden.
Van de zijde van de suikerindustrie
Het gaat niet goed met een aantal
aktuele ziekten in aardappelen. De
waarheid blijft, dat degenen die de
bedrijfshygiëne het best toepassen
het langste allerlei ziekten kunnen
beheersen.
't Is ons allang geleden voorgehou
den dat intensieve bouwplannen gro
te risiko's met zich meebrengen.
Vooral op de wat kleinere akker
bouwbedrijven komt men soms zeer
intensieve gewassengroepen tegen.
De grond zou er ook "moe" van
worden om regelmatig bezet te wor
den met knol-, bol- en wortelgewas
sen. Dat betekent ook telkenmale in
tensieve grondverplaatsing van het
ene perceel op het andere, van het
ene bedrijf naar het andere! De el
lende is dat ziektekiemen in een
vroeg stadium niet zichtbaar zijn.
Als de symptomen zichtbaar worden
dan is het eigenlijk al te laat. Daar
om blijft het van belang, ook al
heeft men nu nog een "schoon" be
drijf, daar uiterst voorzichtig mee
om te gaan, om het schoon te hou
den. 't Is steeds behoedzaam werken
om zoveel mogelijk grondverplaat
sing tegen te gaan, ook binnen het
bedrijf.
Nieuwe tijd
We hebben nog steeds royaal de be
schikking gehad over bestrij
dingsmiddelen zodat men bij kon
sturen, daar waar iets fout gegaan
was. Denk hierbij o.a. aan grond-
ontsmetting, maar denk ook aan
onkruidbestrijding. Als men hoort
welke middelen in korte tijd verbo
den worden, dan word je daar koud
van. Wat dat betreft gaan we echt
een nieuwe tijd tegemoet. Een tijd
met grote beperkingen t.a.v. het ge
bruik van chemische middelen. En
in die nieuwe tijd kan het verstandig
zijn om in ieder geval alles wat de
boerderij binnenkomt, zeer kritisch
te beoordelen en geen enkel risiko te
aanvaarden. En of dat nu zaaizaad
is of pootgoed, of machines met
aanklevende grond, 't is allemaal
even riskant. Een nieuwe tijd zonder
breedwerkende gewasbescher
mingsmiddelen. Wel moderne mid
delen tegen één of enkele ziekten en
tegen één of slechts enkele onkrui
den. Waarschijnlijk meer bespuitin
gen op één gewas! Duurder en ineffi
ciënt. Dat betekent dat een goed uit
gevoerde en doorgevoerde bedrijfs
hygiëne zich gemakkelijker laat
belonen.
Voorbereiding
't Zal zeker interessant zijn om al
vast verdere voorbereidingen te tref
fen. En dat begint met bedrijfshygië
ne en dat gaat verder met mecha
nisch onkruidbestrijden in aardap
pelen, bieten en maïs. Maar dat be
tekent ook looftrekken en de syste
men daarvoor nog eens kritisch be
kijken. Zo kan een ieder zijn eigen
voorbereidingen treffen om ziekten
en plagen met beperkte gewasbe
schermingsmiddelen aan te pakken.
A. Vermeer
is bevestigd, dat in het verleden tij
dens het verloop van de campagne
het tarragehalte langzaam opliep. In
1988 blijkt het tarragehalte vrij sta
biel te blijven.
Het is nog te vroeg om een definitie
ve uitspraak te doen over de oorzaak
hiervan, maar naar alle waarschijn
lijkheid zijn verbetering van afstel
lingsmogelijkheden van de rooima-
chines, beter oogstwerk en beschik
baarheid van rassen die minder ge
voelig zijn voor tarra de belangrijk
ste redenen.
Nota "De Granen, van haver
tot gort" geeft inzicht in
ontwikkelingen graansektor
Onlangs is door de Stichting Ne
derlands Graan-Centrum (NGC)
de nota "De Granen, van haver
tot gort" uitgebracht. In deze
nota wordt de visie van het NGC
gegeven op de ontwikkelingen in
de graansektor en worden de
daaruit voortvloeiende onder
zoeksvragen weergegeven. Op
deze wijze is getracht de benodig
de omvang van het graanonder-
zoek nu en in de nabije toekomst
in kaart te brengen. De nota is
verkrijgbaar bij het NGC,
Costerweg 5, 6702 AA Wagenin-
gen, telefoon 08370-97629.
De rassententoonstelling van Meijer
(C. Meijer B.V., Meijer kruiningen
B.V., CMK en Meijer Frozen Foods
B.V. zijn namen dif met de recente
introduktie van een nieuwe huisstijl
naar buiten toe niet meer worden ge
bruikt) die 10 en 11 november jl. op
het Kweekbedrijf van Meijer in Ril
land plaats vond, is ook nu weer
door veel belangstellenden bezocht.
Opgesteld stonden de vierdejaars en
oudere klonen terwijl tevens de
RIVRO-observatieserie kon worden
bezichtigd.
Volgens kweker ir. Jan Muijsers is er
in de aardappelkweekwereld sprake
van een turbulente periode. Aan de
positie van Bintje wordt toch steeds
meer geknaagd: Bintje voldoet in de
fastfoodsektor maar net aan de eisen
en krijgt meer konkurrentie van an
dere rassen. De Duitsers willen vast-
kokende aardappelrasen en die kant
gaat het hier in ons land ook op, zo
meent hij. Muijsers ziet in het ras-
senpalet een steeds grotere schake
ring optreden die het antwoord zal
zijn op groeiende specifieke kleinere
deelmarkten.
Het hoofd van het Kweekbedrijf van
Meijer stelt vast dat de kwekers bij
hun werk met twee hoofdproblemen
te maken hebben nl. de Aardappel
moeheid en de Phytophthora. Hij
heeft er wel vertrouwen in dat er
voor 1992 wanneer het telen van
AM-rassen verplicht wordt, vol
doende AM rassen zullen zijn. Phy
tophthora komt ook dit jaar overal
in Europa voor. Muijsers spreekt
hier van een ernstig probleem waar
nog steeds weinig aan kan worden
gedaan. Om in de strijd tussen steeds
weer nieuwe schimmels en virussen
en de resistentie inbouw toch punten
te kunnen skoren moet enige
besmetting gewoon worden geaccep
teerd. "Zo zullen de besmetting
gaan stabiliseren op een niveau dat
ekonomisch verantwoord moet wor
den geacht".
Dit jaar zal Meijer vier veelbeloven
de rassen voor opname op de Ras
senlijst aanmelden. Muijsers hoopt
14
dat de kommissie haar beleid zal
gaan herzien en stopt met het beoor
delen van de rassen op de binnen
landse konsumptiekwaliteit. "Dat is
te gek voor woorden. In een land dat
nota bene een groot deel van zijn
aardappelen naar het buitenland ex
porteert voor mensen met andere
smaak, voorkeur en eetgewoonten,
past zo'n beleid niet meer".
J.W.
Volgens de Nederlandse meelfabri
kanten gaat de bakkwaliteit van de
in Europa geoogste tarwe de laatste
jaren achteruit. Dit is volgens het
voorlichtingscentrum van de fabri
kanten het gevolg van de EG politiek
die de tarweteelt beloont met een ho
ge prijssteun zonder veel aandacht te
schenken aan de kwaliteit. Neder
landse meelfabrieken zullen dit jaar
specifieke kwaliteitstarwe met een
relatief hoog eiwitgehalte gebruiken.
Dit gaat ten koste van inlands graan.
Vooral de Duitse rassen A9 en A6 en
enkele Zuidfranse rassen voldoen
aan de kwaliteitseisen.
Volgens de sekretaris van het voor
lichtingscentrum Nederlands meel,
de heer J. de Keijzer, speelt bij de
huidige domper op de kwaliteit het
weer van het afgelopen seizoen een
niet onbelangrijke rol. Zowel in
Frankrijk als in België en Nederland
is veel tarwe geoogst met een lager
eiwit dan vorig jaar. In Duitsland
was de situatie veel gunstiger en is
veel tarwe geoogst met een hoger ei
wit. Ook tarwe uit het Zuidwesten
van ons land had een relatief hoger
eiwit en was dus een positieve uit
zondering. De heer De Keijzer meent
dat in Nederland nog te weinig oog
bestaat voor de teelt van kwali
teitstarwe. Hij bespeurt wel een ken
tering ten goede. Obelisk, Urban en
enkele andere hebben die vereiste ei
genschappen in principe wel.
"Het weer moet dan wel meezitten
en beoordelen na een enkel jaar is
niet korrekt". Volgens een woord
voerder van een der bij het voorlich-
Om een aantal redenen is de heer
M. Punt te Oud-Vossemeer voor
stander van de spitmachine in
plaats van de ploeg. In een nat
najaar zoals nu heeft het zeker
voordelen, immers in één gang
wordt er gespit en gezaaid. Nog
een bijkomend voordeel is dat de
spitmachine ruim 30 cm. dieper
gaat en dus de ploegzool open
maakt, wat een verbeterde water
afvoer bevordert. Ook zoals ge
zegd hoeft maar één gang ge
maakt te worden wat natuurlijk
struktuur-verbeterend werkt.
Op Tholen zijn momenteel drie
loonbedrijven die een spitmachi
ne aangeschaft hebben: fa. Hage
te Poortvliet, P. Fase en gebr.
Den Engelsman te St. Annaland.
Op de foto de heer Punt en de
heer Wim Hage, één van de fir
manten van loonbedrijf Hage, bij
de spitmachine. Daags tevoren
werden op dit perceel de laatste
bieten gerooid, terwijl nu gespit
en tegelijk de wintertarwe ge
zaaid wordt. Volgens de heer
Punt heeft het op aardappelland
ook voordelen, omdat de achter
gebleven aardappelen meer bo
venop liggen dus gemakkelijk be
vriezen, zeker aan te bevelen als
op dat aardappelperceel het vol
gende jaar erwten gezaaid
worden!
Aanschaf van een spitmachine is
nu nog vrij duur, terwijl een trek
ker met groot vermogen nodig is,
zowel wat betreft de trekkracht
als hefvermogen (ca. 135 pk). Er
wordt echter druk gebruik van
gemaakt volgens Hage, want mo
menteel wordt er praktisch dag
en nacht gereden, met twee man.
Het laten bewerken met de spit
machine is duurder, maar de op
brengst zou hoger kunnen zijn
door struktuurverbetering. Nog
een voordeel is dat met de spit
machine onder slechte omstan
digheden toch nog gewerkt kan
worden. Ook als ploegen en
daarna zaaien niet meer mogelijk
is.
De heer M. Punt (links op de foto) samen met de heer Wim Hage van
het gelijknamige loonbedrijf te Poortvliet. Volgens de heer Punt is de
spitmachine te prefereren boven de ploeg.
tingscentrum aangesloten meelfabri
kanten, zullen de prijzen tussen de
kwaliteitstarwe en de andere tarwes
groter moeten worden. Hij meent
dat men in Zeeland met de rassen-
keuze op de goede weg is. Wel geeft
hij toe dat zaaizaad, stikstof en op
brengst elementen bij de teelt van
baktarwe zijn die wellicht t.o.v. an
dere rassen iets minder gunstig uit
vallen. "Maar we moeten dit op lan
gere termijn zien. We moeten hoe
dan ook toch naar de baktarwes.
En, zo besluit hij, als een boer het
erg goed doet dan is hij al een aardig
eind op weg met de baktarwes waar
het de konkurrentie met de andere
rassen betreft".
De tarwe-export van de EEG zal in
1988/1989 waarschijnlijk 19 a 20
miljoen ton bedragen, wat een re-
kord is. De tarwevoorraden in de
EEG zullen hierdoor teruglopen en
de tarweprijzen zullen zeker niet da
len", aldus tenslotte een marktbe
richt van het Voorlichtingscentrum
Nederlands Meel.
V eehouders die in 1987 mest hebben
afgezet zonder dat sprake was van
een mestafzetovereenkomst, kunnen
onder bepaalde voorwaarden alsnog
korting krijgen op het tarief van de
overschotheffing over 1987.
Als voorwaarde om voor de korting
in aanmerking te komen geldt onder
andere dat in 1988 aan dezelfde ge
bruiker als in 1987 mest moet zijn
afgezet. Bovendien mag die mest al
leen gebruikt zijn op landbouw
grond in Nederland. Daarnaast
moet jaarlijks tenminste 500 kg fos
faat zijn afgezet, of het gehele
mestoverschot in 1987. Belangrijk is
in ieder geval dat de heffingplichtige
en de gebruiker vóór 31 december
1988 een schriftelijke overeenkomst
moeten sluiten over de mestafzet in
1988. Het verlaagde tarief is ƒ0,15
per afgezette kilo fosfaat en wordt
alleen toegepast indien er een mest-
afleveringsbewijs is, dat beide partij
en correct hebben ingevuld en on
dertekend.
Voor nadere informatie kan men te
recht bij de districtbureauhouders.
Vrijdag 18 november 1988