Mestwetgeving en omwisseling diersoorten bippi/<h nieuws Landbouwschap wil geïntegreerde aanpak van mest en verzuring Rentabiliteit in de varkenshouderij slecht Nieuw voerprogramma Cehave voor hoogproduktieve koeien Slavis-snijmaïs: rekord in VEM-opbrengst Geen kleurstoffen in Nederlandse vleeswaren Tazelaar positief over 'plan Braks' varkensslachterijsektor Als gevolg van de mestwetgeving zijn de uitbreidingsmogelijkheden in de veehouderij (runderen, varkens, kippen en kalkoenen) beperkt. De hoeveelheid grond en/of het be schikbare mestkwotum bepalen het maksimale aantal dieren. Wel is het mogelijk fosfaatneutraal van de ene diersoort naar de andere om te scha kelen. Uitzonderingen hierop zijn de omschakelingen van runderen of kalkoenen naar varkens of kippen. De mestwet verbiedt deze mogelijk heden. Het is belangrijk te beseffen dat deze omschakelingsmogelijkhe den los staan van het (nieuwe) ver- plaatsingsbesluit. Dit heeft alleen betrekking op mestkwota die van het ene bedrijf naar het andere worden overgedragen of van de ene lokatie naar de andere worden verplaatst. Beperkingen mestwetgeving De meststoffenwet heeft geleid tot beperkingen van de uitbreidings- en omschakelingsmogelijkheden in de veehouderij. Het nieuwe verplaat- singsbesluit zal daar de bedrijfsom vang als een ekstra beperking aan toevoegen. Beperken we ons tot de meststoffenwet dan is het nu verbo den de mestproduktie uit te breiden. De referentiehoeveelheden mest, uit gedrukt in kilogrammen fosfaat, vormen een beperkende faktor. Als Tabel 1 1 Leghennen 2 Slachtkuikens 3 Mestvarkens 4 Vleesstieren 5 Melkkoeien 6 Fokzeugen 7 Vleeskalveren 15.000 kg P 14.400 kg P 8.800 kg P 4.020 kg P 2.555 kg P 2.436 kg P 2.080 kg P (30.000 x 0,50) (60.000 x 0,24) (1.200 x 7,4) (500 x 13,4) (50 x 51,1) (120 x 20,3) (400 x 5,2) we andere beperkingen buiten be schouwing laten, kunnen we vereen voudigd stellen dat de veehouder zal trachten uitgaande van zijn mest kwotum een zo hoog mogelijk inko men te halen. Hiervan uitgaand zal gekozen worden voor het houden van die diersoort die een zo hoog mogelijk inkomen per kilogram fos faat geeft. Welke diersoort Het probleem van dit kriterium (in komen per kilogram fosfaat) is ech ter van welk inkomenskriterium (ar beidsinkomen, ondernemersinko men, netto overschot) moet worden uitgegaan en hoe hoog is dit inko men. Voor het aangeven van de strukturele ontwikkelingen kan niet volstaan worden met cijfers van een bepaald jaar. Dit vanwege de jaar lijks sterk schommelende inkomens. Om deze problemen te omzeilen is gekozen voor een kriterium geba seerd op het aantal dieren waaraan een arbeidskracht op een nader gespecialiseerd bedrijf ongeveer een normale dagtaak heeft. Uiteraard zullen deze aantallen in de loop der jaren veranderen, maar dit zal meer trendmatig gebeuren dan bijvoor beeld de inkomensontwikkeling per dier. Uitgaande van de volgende aantal len: 50 melkkoeien (inklusief jong vee), 400 vleeskalveren, 300 vleesstieren, 120 fokzeugen, 1200 mestvarkens, 30.000 leghennen en 60.000 slachtkuikens komen bij ver menigvuldiging met de fosfaatpro- duktie per dier en gerangschikt naar de totale fosfaat tot tabel 1. De rang orde in deze tabel geeft (van boven naar beneden) aan in welke richting de mestwetgeving de omschakeling tussen diersoorten beïnvloedt. Zo kan een bedrijf met slechts 25.022 leghennen 7.511 kg P) omscha kelen tot een bedrijf van maar liefst zo'n 370 7,511 kg P) fokzeugen. Willem Koops Het Landbouwschap is bang dat de honderden miljoenen gulden die boeren moeten investeren in mestopslag en mestvoorzieningen straks voor een deel weggegooid blij ken te zijn. Sommige investeringen dreigen te worden achterhaald door nieuwe inzichten over het verband tussen mest en verzuring. Met name halfroostervloeren in stallen en voorzieningen voor de produktie van vaste mest zouden, gezien de ge wijzigde inzichten, weieens een ver keerde keus kunnen zijn. Het Landbouwschap heeft in een brief aan de Tweede Kamer gepleit voor een geïntegreerde aanpak van de mest- en verzuringsproblematiek. Een groot probleem hierbij is dat de wetenschappelijke inzichten over de uitstoot, verspreiding en neerslag van ammoniak uit mest voortdurend wijzigen. Het nu in gang gezette be leid om verzuring tegen te gaan is, aldus het schap, niet gebaseerd op metingen, maar op aannames. Voor al de in het verleden gedane veron derstellingen over de ammoniak- uitstoot van weidend vee en stallen en over de verspreiding van ammo niak blijken niet te kloppen. Volgens het Landbouwschap moet de situatie rond de ammoniakverzu- ring eerst goed in de kaart worden gebracht alvorens de landbouw met nieuwe, verdergaande regelgeving wordt gekonfronteerd. Alleen maat regelen waarvan nu al vaststaat dat ze de ammoniakemissie verminderen kunnen worden ingevoerd. Dat geldt bijvoorbeeld voor het verplicht on derwerken van mest op bouwland en het uitrijden van mest op gras bij koel en vochtig weer. Het Landbouwschap heeft de Kamer ook laten weten dat het niets ziet in een anti-verzuringsfonds. Verder moet er meer ruimte komen voor de toelating van nieuwe gewasbescher mingsmiddelen, omdat nieuwe mid delen vaak milieuvriendelijker zijn dan de .bestaande middelen waar voor ze in de plaats kunnen komen. In een nota over de situatie in de var kenshouderij van het Produktschap voor Vee en Vlees stelt sekretaris ir. B.J. Odink vast dat de rentabiliteit in de varkenshouderij langduriger slechter is dan gebruikelijk bij de cy clische beweging. In de zeugenhou- derij is zelfs sprake van een extreem ongunstige situatie, met een negatie ve arbeidsopbrengst. In de var- kensmesterij is nog wel van een posi tieve arbeidsopbrengst sprake, zij het bescheiden en met een nog steeds dalende tendens. In de Gemeenschap is sprake van een afnemend aanbod in varkens en van relatief gunstig blijvende voer- prijzen, wat tot een verder herstel van de varkensprijzen moet leiden, aldus Odink. De biggenproduktie is zo groot dat de vermeerderingssek- tor langer onder druk zal blijven. Verplaatsingsbesluit Het nieuwe verplaatsingsbesluit geeft onvoldoende aanmoediging aan vermeerderingsbedrijven voor omschakeling naar gesloten bedrij ven. Tevens zal de (uitgestelde) be drijfsbeëindiging bij vele kleine zeu genhouders nog moeilijk verlopen. Uitvoer Van biggen blijft bittere noodzaak, zij het dat het aanbod in biggen zo groot is dat de prijs ervan het langst onder druk zal blijven. Betere vooruitzichten Door de betere vooruitzichten voor de slachtvarkensmarkt is het, aldus 14 Odink, gerechtvaardigd dat de ban ken zich met hun financieringsbeleid blijven baseren op de langere ter- mi jnperspektieven. Zonodig zou ex tra ondersteuning van de varkens houders moeten plaatsvinden door middel van het verstrekken van overbruggingskredieten en door uit stel van aflossingen. Wat dit laatste betreft zal er tevens een beroep op de overheid gedaan moeten worden om ook voor de varkenssektor over bruggingsregelingen te treffen. Vooral zullen extra voorzieningen nodig zijn bij het Borgstel lingsfonds. Bijstandsbesluit Zelfstandigen (BZ) Op 30 september bedroeg het aantal BZ-aanvragen voor de landbouw 1039, waarvan 545 uit de varkens houderij, waarvan 30% uit N.Bra bant, 28% uit Gelderland en 17% uit Overijssel. In N.Brabant worden momenteel via de Sociaal Ekonomi- sche Voorlichting (SEV) 7 tot 8 aan vragen per week ingediend, dat is 50 tot 60% van het totaal aantal aan vragen. De overige aanvragen wor den door de varkenshouders recht streeks bij de gemeente ingediend of via een accountant. Gevolg van deze grote toename is dat de verwer kingsprocedure van een aanvraag, die gewoonlijk 2 tot 3 maanden duurt, inmiddels is opgelopen tot 7 tot 8 maanden. De SEV pleit ervoor dat de mogelijkheid tot uitkering van het BZ verbeterd wordt. Cehave nv introduceert een tweetal speciaalvoeders voor koeien met een dagproduktie van meer dan 35 kg melk. Bij overwegend snijmais als basis rantsoen past rundveebrok besten dig extra (kode 227). Eiwit en kool hydraten worden zo gelijkmatig mo gelijk verteerd, zodat een optimale benutting van alle voedingsstoffen gewaarborgd is. Koeien die vooral voordroogkuil als ruwvoer krijgen, vragen een ander krachtvoertype. Hiervoor is de rundveebrok energiebestendig (kode 226) ontwikkeld. De vertering van energie wordt hierbij afgestemd op de intensieve fermentatie van het on bestendige graseiwit. Het snijmaïsras Slavis, dat in 1989 wordt opgenomen in de Rassenlijst voor Landbouwgewassen, bleek in de officiële beproevingen van het RIVRO een zeer hoge VEM- opbrengst te hebben. Met een op brengst in 1988 van 9% boven het gemiddelde laat Slavis alle rassen achter zich. Slavis is weinig vatbaar voor wortel- verbruining, heeft een snelle begin- ontwikkeling en een bladrijk ge was. Het ras is stevig en goed re sistent tegen stengelrot, en rijpt mid- denvroeg af. Het ras wordt in Ne derland door Cebeco-Handelsraad op de markt gebracht. Om te beginnen vragen we extra aandacht voor de najaarskeuring van de trekpaarden a.s. woens dag 16 november in de Zeeland hallen. Hiervoor is een goede aangifte, regen en koude zullen geen belemmerende faktoren meer zijn. Het trekpaard staat de laatste tijd nogal in de belangstelling en haalt de dagbladpers. De Junior kamer "De Bevelanden" heeft zich ter gelegenheid van haar der de lustrum sterk gemaakt voor het Zeeuwse trekpaard als trek- krachtbron. De Junior kamer stelt zich met haar projekt ten doel op enkele lokaties het wer kend trekpaard in stand te hou den, niet alleen als een wezenlijk kultuurhistorisch erfgoed, maar omdat ze er in het kader van de ontwikkelingssamenwerking ook een belangrijke edukatieve waar de aan hecht. Want in de Derde Wereld worden nog veel trekdie ren gebruikt met vaak primitieve werktuigen en idem tuigen. Be drijven met paardentrekkracht zouden benut kunnen worden als stagebedrijven voor land- bouwstudenten uit die landen, die dan kennis kunnen maken met een betere wijze van aan spanning en effektievere werktui gen. De Juniorkamer heeft de start van het projekt mogelijk ge maakt. Om dit initiatief te konti- nueren heeft de Kamer tevens de Stichting Werkend Trekpaard Zeeland opgericht teneinde deze initiatieven op langere termijn te kontinueren. Dit zal in hoge mate afhangen of de bredere opzet in het kader van de ontwikkelingssamenwerking aanslaat. In de Derde Wereld werken 200 a 250 miljoen trek dieren in de landbouw. In veel steden zijn met name de kleine boeren nog bijna uitsluitend van hun eigen spierkracht afhanke lijk. Dit gebeurt nog op een kwart van de oppervlakte kul- tuurgrond in die landen. De Stichting denkt ook niet alleen aan landbouw, maar ook aan werken met trekpaarden in de bosbouw. In West-Duitsland is zelfs in een aantal houtvesterijen het gebruik van trekkers verbo den, vanwege de schade die trek kers aan de houtopstanden ver oorzaken en wordt het werk daar weer door paarden verricht. Het kan verkeren, zei Brederode. Trouwens ook bij ons wordt in Drente en Overijssel het paard in de bosbouw nog steeds gewaar deerd. Onder de rook van En schede is zelfs een ex-veehouder een loonslepersbedrijf met paar den begonnen en hij werkt nu da gelijks met drie medewerkers en vier paarden - waarvan drie koudbloedpaarden - in de bossen van Staatsbosbeheer, Overijssels Landschap, natuurbescherming en partikulieren. Ook andere ge bruiksmogelijkheden zullen alle aandacht krijgen. Centraal meldpunt voor besmet telijke paardenziekten Op initiatief van de Zeeuwse Ring- rijders Vereniging werd op 28 oktober een informatie-avond belegd, waar prof. dr. H.J. Breu- kink het onderwerp "besmettelij ke ziekten bij paarden" behan delde, waarbij veel aandacht werd geschonken aan de maatre gelen om verspreiding van de di verse ziekten tegen te gaan. Isola tie van de diverse zieke dieren en een goede hygiëne is meestal raadzaam. Voorbehoedend enten is mogelijk en ten zeerste aan te bevelen bij paarden-influenza en tetanus. Na een basisvaccinatie is een regelmatige herhalingsvacci natie noodzakelijk. Bij influenza is het zelfs aan te bevelen elk half jaar te laten enten. Enten is nog niet mogelijk bij droes en paar- denherpisvirus. Om in voorkomende gevallen met een eensluidend standpunt te komen bij de verschillende hippi sche organisaties werd in deze bijeenkomst besloten tot het for meren van een overkoepelende kommissie, die zal moeten trach ten een gezamenlijk advies uit te brengen als besmettelijke ziektes uitbreken. Dit principe-besluit moet nog nader uitgewerkt worden. Aanstaande zaterdag is er weer de bekende warmbloedpaarden- fokdag, in manege Riemens te Nieuwvliet, waarvoor een groot aantal inschrijvingen is binnen gekomen, waaronder 65 stuks uit het aangrenzend België. Sinds enkele jaren heeft deze fokdag zich tot een interessant interland- gebeuren ontwikkeld. En veer tien dagen later - 26 november - kunt u weer in Nieuwvliet te recht, want dan worden daar de IBOP-proeven afgelegd. Hierbij wordt de gebruikswaarde van de paarden bepaald, die van belang zijn om een hoger predikaat te kunnen krijgen. Naar aanleiding van berichten in de media over een dringend advies van Konsumenten Kontakt om twee met name genoemde kleurstoffen (Tar- trazine en Erythrosine) uit voe dingsstoffen te weren, bericht het produktschap voor vee en vlees (pvv) dat in vleeswaren het gebruik van deze stoffen in ons land strikt is verboden. In tegenstelling tot de EG-wetgeving laat de Nederlandse wet het gebruik van kleurstoffen in vleeswaren niet toe. De kleur van vleeswaren, aldus het pvv, is afhankelijk van de ge bruikte ingrediënten en hulpstoffen en van het toegepaste berei dingsproces. Konsumenten Kontakt bevestigt bij navraag, dat in het verstrekte pers bericht vleeswaren niet genoemd zijn in het kader van het kleurstoffen- gebruik. De voorzitter van het produktschap voor vee en vlees, Rob Tazelaar, rea geert persoonlijk zeer positief op wat hij noemt het 'plan Braks'. Mi nister Braks zei in antwoord op vra gen van CDA-woordvoerder Van Noord bij de behandeling van de landbouwbegroting 1989 in de Tweede Kamer, zich ook zorgen te maken over de problematiek in de varkensslachterijsektor. Letterlijk zei hij daarbij te on derstrepen, dat het hier gaat om een probleem, waarbij de hele sektor be trokken is en dat de oplossing daar van door alle geledingen dient te worden meegedragen. Ook wanneer het om financiële aspekten gaat. Van cruciaal belang noemt Tazelaar het dat Braks de Kamer toezegde, dat de Rijksoverheid geen uitbrei ding van de slachtkapaciteit meer zal premiëren. Tazelaar is van plan om op zeer kor te termijn een aantal betrokkenen uit de sektor bijeen te roepen om te bezien op welke manier positief op de suggesties van de bewindsman kan worden ingegaan. Noodzakelijk is, stelt hij dat zo snel mogelijk de huidige overkapaciteit wordt terug gebracht. Vrijdag 11 november 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 14