Opbrengst en kwaliteit van brouwgerst in Zuidwesten matig door late zaai <2Z Suikersysteem nu met vangnet van 15 procent Teeltinventarisatie brouwgerst in Zuidwesten Nederland I VERVOLG PAG. 9 ir. D.C. Duijnhouwer Areaal in ha x 1000 10 L.F.C. van Gils. Ontwikkeling van het areaal zomergerst en de rassenverdeling in Zeeland Zowel de kg-opbrengst als de kwaliteit van de zomergerst is dit jaar lager dan normaal. De sterk verlate zaai en de slechte weers omstandigheden daarna zijn hiervan belangrijke oorzaken. Het gewas leverde dan ook niet het verwachte saldo op. De resul taten van een teeltinventarisatie in het Zuidwesten geven een beeld van hoe in dit belangrijkste brouwgerstgebied van Nederland de teelt is verlopen in 1988. Belangstelling De laatste jaren staat de teelt van brouwgerst weer meer in de belang stelling. De nieuwe brouwgerstras- sen geven hogere opbrengsten en er komt steeds meer kennis om met ge richte teeltmethodes een hoge op brengst te realiseren met behoud van kwaliteit. De premie die wordt be taald voor kwaliteitsgerst is de laat ste jaren gemiddeld goed geweest. Dat kan helaas niet worden gezegd van de brouwgerstpremie dit jaar. Op basis van de gemiddelde prijzen en de gemiddelde opbrengsten van de laatste vijf jaren verdient brouw gerst echter zeker een plaats naast wintertarwe in het bouwplan. Opbrengst Met een opbrengst van landelijk ge middeld 5,0 ton/ha en in het Zuid westen gemiddeld 5,2 ton/ha vol deed de zomergerst dit jaar niet aan de verwachtingen en bleef zo'n 10% beneden het gemiddelde van de laat ste vier jaren. Door het natte voorjaar is in de meeste gevallen pas laat (half - eind april) gezaaid. Bij de nieuwe rassen Prisma en Femina is vaak te weinig zaaizaad gebruikt als gevolg van het hoge duizendkorrelgewicht van het zaaizaad en het ontbreken van infor matie hierover. Door het slechte weer na de zaai is de opkomst onre gelmatig en relatief laag geweest. Het aantal planten/m2 varieerde tus sen 140 en 200 en bleef daarmee meestal sterk onder het gewenste aantal van 200-225. Late zaai bete kent een snellere ontwikkeling van het gewas. Dit houdt in dat de uit- stoeling beperkt blijft. De 850 aren/m2 nodig voor een maksimale opbrengst, zijn dit jaar slechts op een enkel perceel geteld. Het te lage aantal aren/m2 is voor een deel ge- kompenseerd door de vulling van meer korrels per aar. Ook de, veelal vroege, aantasting van het gewas door het gerstevergelingsvirus heeft opbrengst gekost. Kwaliteit De kwaliteit van de brouwgerst uit het Zuidwesten is dit jaar matig tot zeer matig. De sortering (vol gerstaandeel) is lager dan normaal en het eiwitgehalte aanzienlijk ho ger. Er zijn duidelijke rasverschillen aanwezig. Voor Trumpf ligt het ei witgehalte gemiddeld op 11,9% en voor Prisma op 10,6%. Het is de eerste keer dat het eiwitgehalte van Trumpf uit het Zuidwesten gemid deld boven de norm van 11,5% ligt. Ook de sortering van Trumpf valt tegen. Net als vorig jaar is het vol gerstaandeel gemiddeld 75%. Prisma heeft een grovere korrel en dat heeft dit jaar geresulteerd in een volgerstaandeel van gemiddeld 85%. Het is dan ook te verwachten dat in 8 trumpf zl Prisma Gri L Overige De uitbreiding van het areaal zomergerst in het Zuidwesten gaat samen met een verschuiving van de rassenverdeling. Als voorbeeld wordt hier voor Zee land in een staafdiagram de ontwikkeling van het areaal en de rassenverde ling getoond. Trumpf 'het' brouwgerstras van de laatste jaren is in 1988 voor een belangrijk deel vervangen door het nieuwe ras Prisma. Tabel 1: Opbrengst en de opbouw van de opbrengst uit de opbrengstkomponenten voor het ras Trumpf geteeld op Zuid-Beveland voor de jaren 1984-1988 1984 1985 1986 1987 1988 gemiddeld planten/m2 220 270 220 180 210 220 aren/plant 3,9 2,8 4,0 4,5 3,4 3,7 aren/m2 860 760 880 820 710 810 korrels/aar 18,3 20,3 20,0 20,1 23,3 20,3 korrels/m2 15800 15500 17600 16400 16400 16300 korrelgewicht g 44 43 45 39 43 43 opbrengst/ha ton 6,3 6,0 7,1 5,8 6,4 6,3 Een goed gevulde 'buikigekorrel is van groot belang voor de verwerking van de gerst in de mouterij 1989 het areaal Prisma zal uitbrei den ten koste van Trumpf. Prijs Daar de brouwgerstpremie in een vrije markt tot stand komt is de pre mie voor Nederlandse brouwgerst afhankelijk va'n de omvang en de kwaliteit van de brouwgerstoogst in het buitenland. Dit jaar is er veel brouwgerst in Europa en de kwali teit van met name de Franse en de Deense gerst is goed. In tegenstelling tot 1986 en 1987, toen de kwaliteit van Nederlandse gerst zeer goed was, is de kwaliteit van de Neder landse zomergerst oogst 1988 zeer matig. Dit resulteert in een brouw- gerstprijs die duidelijk beneden het gemiddelde ligt. Teeltinventarisatie Sinds 1984 worden er door studen ten teeltinventarisaties uitgevoerd bij brouwgerst in het Zuidwesten. In 1984, 1985 en 1986 hebben studen ten van de Landbouwuniversiteit Wageningen de teelt van brouwgerst gevolgd op Zuid-Beveland. In 1987 is door het Nederlands Instituut voor Brouwgerst, Mout en Bier (NI- BEM) gekozen voor een bredere op zet. Stagiaires van de Agrarische Hogeschool Dordrecht hebben in vier gebieden de teelt van brouw gerst gevolgd. De vier gebieden zijn Zuid-Beveland, Oost Zeeuws- Vlaanderen, West Zeeuws- Vlaanderen en West Noord- Brabant. De resultaten van het werk van B. Zevenbergen (Numansdorp) in 1987 en van P. Versluys (Scherpe- nisse) en B. Dieleman (Schoondijke) worden in een volgend artikel nader belicht. In totaal zijn vorig jaar 67 percelen en dit jaar 85 percelen geïn ventariseerd. Meerjarig overzicht Het is mogelijk om voor Zuid- Beveland een overzicht te geven van de opbouw van de opbrengst van de laatste vijf jaren. De leden van de studieklub hebben er ieder jaar naar gestreefd om een gewas met 850 aren/m2 uit 200-225 planten/m2 te telen. Dit heeft geleid tot op brengsten die duidelijk uitsteken bo ven de gemiddelde opbrengsten voor de Zuidwestelijke regio. Ook in min dere jaren als 1988 en 1987 zien deze akkerbouwers kan öm goede op brengsten te realiseren. In tabel 1 is te zien hoe opbrengsten van 5,8 ton/ha tot 7,1 ton/ha tot stand zijn gekomen. De opbrengsten per ha zijn gesteld op 90% van de bereken de opbrengst uit de opbrengstkom ponenten. Het verschil van 10% staat voor verliezen door kopakkers, rijsporen en dorsen. Konklusie De brouwgerstoogst 1988 in het Zuidwesten is matig. Dit is voor een deel het gevolg van de slechte weers omstandigheden in het voorjaar. Een late zaai kost opbrengst en le vert vaak een mindere kwaliteit. Op tijd zaaien is daarom erg belangrijk en het mogelijk niet op tijd kunnen zaaien is een risiko dat verbonden is aan de teelt van een zomergraan. Door een bewuste teelt van het ge was kan de opbrengst nog belangrijk toenemen. Hierbij speelt naast de teelttechniek ook de rassenkeuze een grote rol. Op basis van de gemiddel de brouwgerstprijs van de laatste ja ren en de gemiddelde opbrengst van een goed geteeld gewas levert brouw gerst een interessant saldo dat een vaste plaats in het bouwplan zeker rechtvaardigt. Het Landbouwschap heeft minis ter Braks van Landbouw en Vis serij voorgesteld voor 1989 en 1990 akkoord te gaan met een aanpassing in het Suikersysteem. Over de aanpassing bestaat al overeenstemming met de suiker industrie. In dit artikel zal op de belangrijkste wijzigingen ten op zichte van het Suikersysteem 1988 worden ingegaan. Vangnet Bij de vaststelling van de polreferen tie zal met ingang van 1988 bij on- derschrijders een vangnet van mak simaal 15 procent gehanteerd wor den. Dit betekent dat bietentelers die maksimaal 15 procent minder bieten leveren dan de toegekende referen tiehoeveelheid niet gekort worden bij de toewijzing van de referentie hoeveelheid voor een volgend jaar. In het Suikersysteem 1987/1988 wordt de uitbetaalde mengprijssui- ker aangemerkt als referentiesuiker. Bietentelers die de toewijzing niet volledig benutten kregen tot nu toe een lagere polreferentie dan de toe wijzing voor dat jaar. Bij de toepas sing van de beste drie produktiejaren uit de laatste vijf is dat niet per defi nitie een achteruitgang. Het is echter niet uitgesloten dat in een aantal ge vallen deze lagere polreferentie toch eens bij de drie beste jaren zal gaan behoren. Dit geeft onzekerheid bij de betrokken teler. Om nu natuurlij ke oogstschommelingen in redelijke mate te kunnen opbrengen is beslo ten tot het vangnet van 15 procent. Als de bietenteler maksimaal 15 pro cent van zijn toewijzing niet benut wordt de referentie van dat jaar (1988, 1989 en 1990) tot aan het nivo van de herziene toewijzing gekorri- geerd. Indien de levering kleiner is dan 85 procent van de toewijzing blijft de regel van toepassing: 'uitbe taalde mengprijssuiker wordt refe rentiesuiker voor dat jaar' (zie voor beeld). Veelal is er dan sprake van een situatie die niet zo vaak voor komt en blijft dit jaar buiten de drie beste uit de laatste vijf jaren. Voorbeeld: Teler A heeft in maart 1988 op basis van het onderstaande referentieover zicht een voorlopige herziene toewij zing 1988 ontvangen. Referentie polsuiker (geleverde hoeveelheid in 1983 wordt op 100 gesteld) 1983 100,0 1984 124,1 1985 95,3 1986 139,5 1987 99,4 Basisreferentie 1988: gemiddelde (83, 84 en 86) 121,2. Toewijzing 1988 (121,2 x 82,5 pro cent) - 100 polsuiker. Indien teler A 84 procent danwel 86 procent van zijn toewijzing levert wordt zijn basisreferentie voor 1989 als volgt vastgesteld. C. Moerman bij een van de industriën met 20 pro cent onderschreden. Landelijk mengprijskwotum Het totale mengprijskwotum blijft op 915.000 ton witsuiker gehand haafd. Indien een aantal telers hun toewijzing niet volledig levert kan Levering 84 procent van toewijzing Levering 86 procent van toewijzing Jaar Referentie Jaar Referentie polsuiker polsuiker 1984 124,1 1984 124,1 1985 95,3 1985 95,3 1986 139,5 1986 139,5 1987 99,4 1987 99,4 1988 84,0 1988 100,0 Basisreferentie 1989: Basisreferentie 1989: gemiddelde (1984, 86 en 87) 121,0 gemiddelde (1984, 86 en 88) - 121,2 Dubbelleveranciers Voor dubbelleveranciers geldt een vangnet van 15 procent voor elke af zonderlijke toewijzing. Indien bij beide industriën over een toewijzing beschikt wordt van bijvoorbeeld 100 ton bieten en er worden geleverd respektievelijk 100 en 80 ton bieten dan is het vangnet niet van toepas sing. De toewijzing is dan namelijk door overschrijders boven de toewij zing geleverde suiker alsnog voor de mengprijs in aanmerking komen. Of dat gebeurt hangt af van de totale produktie en de grootte van de on- derschrijding. Voor de verdeling van de onderschrijding wordt het toewij- Vrijdag 28 oktober 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 8