Met vertrek dijkgraaf de Jager verliest
waterschap markant en deskundig bestuurder
Boomkwekerijsektor komt van
tijd tot tijd met nieuwigheden
Vermindering voedselhulp is tijdelijk
Plannen voor natuurbescherming gaan veel te ver
Ondanks ontbreken veredelingsbedrijven
Minister Bukman tot Landbouwschap:
Europese
boerenorganisaties
ongerust over
landbouwmaatregelen VS.
Vasthoudend
Goed geboerd
Kosten
Landbouwschap tot Braks:
Bij zijn afscheid van het waterschap
Noord- en Zuid-Beveland is dijk
graaf G.J. de Jager woensdag in de
"Stenge" te Heinkenszand benoemd
tot Ridder in de Orde van de Neder
landse Leeuw. Deze hoge onderschei
ding bij bevordering (De Jager was al
officier in de Orde van Oranje Nas
sau) werd hem uitgereikt door de
burgemeester van Kapelle, de heer J.
van Bommel in wiens gemeente De
Jager woonachtig is. De dijkgraaf
die na 25 jaar waterschapper wegens
het bereiken van de 65-jarige leeftijd
terugtreedt, ontving tevens de ere
penning van de Unie van Water
schappen.
Uit respect voor de grote inzet en
kundigheid waarmee hij een kwart
eeuw lang de waterschapsbelangen
op lokaal, provinciaal en landelijk
niveau heeft behartigd was er 's och
tends een druk bezocht symposium
rond het thema "Veilig achter de
In gezondheids- en welzijnswet
nu ook ethische aspecten
relatie mens-dier
Minister Braks heeft zijn wets
voorstel voor de Gezondheids- en
Welzijnswet uitgebreid met een
hoofdstuk over de ethische aspecten
van de relatie tussen de mens en het
dier. De bewindsman stelt dat door
de ontwikkelingen in met name de
bio-technologie bepaalde handelin
gen ongewenste effecten op een dier
of diersoort kunnen hebben, die on
omkeerbaar zijn.
In de toekomst kunnen uit ethische
overwegingen regels gesteld worden
ten aanzien van handelingen met die
ren of met genetisch materiaal van
dieren. Minister Braks denkt hierbij
onder meer aan handelingen, die ge
richt zijn op wijziging van genetisch
materiaal van dieren, toepassing van
bio-technologische technieken, in
grepen bij dieren en aan verandering
van het functioneren van het dier als
gevolg van het toedienen van stoffen.
De bewindsman wil tevens een al
geheel verbod op dierengevechten.
Delta dijken?" Na afloop hiervan
werd De Jager het eerste gedenkboek
"Het werk voltooid" van L. Priester
overhandigd. De Algemene Vergade
ring van het waterschap heeft dit
boek laten samenstellen ter gelegen
heid van de afronding van verster
king deze zomer van de 5 km. lange
zeedijk van de polders Baarland en
Zuid. Daarmee is na 35 jaar de ring
van deltaveilige waterkeringen in het
waterschapsgebied gesloten.
Tijdens de druk bezochte buitenge
wone Algemene Vergadering 's mid
dags waren er veel woorden van lof
Ing. G. Fortgens heeft een belangrijk aandeel in het gebruikswaardeonder-
zoek op het Proefstation voor de Boomkwekerij te Boskoop
De boomkwekerijsektor kent geen
veredelingsbedrijven. Dit betekent
echter niet dat er in deze branche
geen kweekwerk plaats heeft. Op het
Proefstation voor de Boomkwekerij
te Boskoop worden kruisingsproe-
ven gedaan, onderzoekers vullen het
assortiment gewassen aan met uit
heemse planten en struiken. Ook
boomkwekers komen van tijd tot
tijd met nieuwigheden. Een keu
ringskommissie buigt zich over der
gelijke inzendingen en kan er een ge
tuigschrift aan geven.
Een getuigschrift is niet bindend,
een kweker mag ook zonder getuig
schrift zijn produkt op de markt
De vermindering van de voedselhulp
aan ontwikkelingslanden is tijdelijk.
Uiterlijk in 1991 kan het bedrag voor
hulp weer gelijk zijn aan dat in 1988.
Minister Bukman van ontwikke
lingssamenwerking verklaarde dit op
24 oktober in het drie-partijen-
overleg met het Landbouwschap en
minister Braks van landbouw.
Het Landbouwschap had ervoor ge
pleit de voedselhup op peil te hou
den. Door de hogere prijzen voor
landbouwprodukten op de wereld
markt zullen ontwikkelingslanden
op korte termijn meer voedselhulp
nodig hebben. De voorzitter van het
Landbouwschap, Gerard Doornbos,
drong aan op geleidelijke aanpassin
gen van het landbouwbeleid in geïn
dustrialiseerde landen. Dan krijgen
Derde-Wereldlanden de kans om zich
aan te passen aan de veranderingen
op de wereldmarkt, zo zei hij.
Minister Braks voelde niet veel voor
de suggestie van de Europese Com
missie om de exportsteun voor land
bouwprodukten naar sommige
ontwikkelingslanden te verhogen. Zo
zouden die landen goedkoper aan
voedsel kunnen komen. Dit kan hun
eigen landbouwontwikkeling belem
meren, aldus de minister.
Het Landbouwschap steunt het be
leid van minister Bukman voor
'geïntegreerde plattelandsontwikke
ling". Hierbij krijgt niet alleen de
boer aandacht maar ook de ontwik
keling van toeleverende en verwer
kende bedrijfjes en van de infra -
Vrijdag 28 oktober 1988
structuur op het platteland. De
plaatselijke plattelandsorganisaties
moeten bij de ontwikkeling een be
langrijke rol spelen.
Deze organisaties moeten volgens
het schap hun krachten landelijk
bundelen. Zo kunnen de boeren in
vloed uitoefenen op het landbouw
beleid. Dit is voor de regeringen van
ontwikkelingslanden een gevoelige
zaak, zei minister Bukman echter.
Daarom moeten de Nederlandse
plattelandsorganisaties hun collega's
in ontwikkelingslanden kunnen blij
ven steunen, aldus het Landbouw
schap. De minister stelt hier geld
voor beschikbaar.
Tijdens een conferentie in Dublin
hebben de Europese boerenorganisa
ties Copa en Cogeca noodzakelijke
bijdrage van de EG aan een beter in
ternationaal markt- en prijseven-
wicht onderstreept. De organisaties
toonden zich ongerust over de Ame
rikaanse braakleggingsregeling, die
in 1989 sterk wordt teruggeschroefd.
Hierdoor zou er een nieuwe druk op
markt en prijs kunen ontstaan.
Voorts maken zij zich ongerust over
bepaalde landbouwmaatregelen in
de handelswet van VS.
brengen. De internationale bekend
heid geeft echter wel de waarde van
zo'n beoordeling aan.
Produkten die door het proefstation
zijn ontwikkeld worden in eigen be
heer onder de boomkwekers ver
spreid. Hiprdoor wordt een mono-
polipositie van één of enkele boom
kwekers voorkómen. Elke teler
wordt in de gelegenheid gesteld
nieuw uit te geven materiaal aan te
schaffen.
Op het proefstation wordt veel aan
gebruikswaardeonderzoek gedaan.
Ing. C. Fortgens heeft een belang
rijk aandeel in de gebruikswaardebe
paling. Hij verzorgt een groot deel
van het sortimentsonderzoek en pu
bliceert uitkomsten in vakbladen.
'We hebben hier bijvoorbeeld sorti
mentsonderzoek aan vaste planten
als Aster, Geranium en Thymus. Op
de kwekerijen kan het vóórkomen
dat plantmateriaal onder een ver
keerde naam wordt gevoerd. Aan de
hand van eerdere beschrijvingen
wordt de juiste naam gegeven, waar
door verwarring wordt opgeheven.
Soortsbeschrijvingen worden in vak
bladen onder de aandacht van de te
ler gebracht'.
Sortimentsonderzoek kan ook in
aanbevelingen uitmonden. Op dit
moment vindt dergelijk onderzoek
aan Deutzia plaats. De gebruiks
waarde en geschiktheid voor intro-
duktie worden getoetst, waarna al
dan niet aanbevolen kan worden. De
gebruikswaarde wordt overigens op
meerdere grondsoorten onderzocht,
zodat de uitkomsten van de beproe
vingen niet alleen voor Boskoop
gelden. q. v.d. Berg
en groot respect voor de vertrekken
de dijkgraaf en diens echtgenote.
Waarnemend dijkgraaf mevrouw
L.J. Mol-De Jager constateerde dat
in de periode Dijkgraaf De Jager die
12 jaar omvat, veel in de water
schapswereld is veranderd en tot
stand gekomen. Zij noemde o.m. de
nu in het gebied voltooide dijkver
zwaring langs de Oosterschelde, de
dijkverhoging langs de Westerschel-
de, het beheer en onderhoud van de
plattelandswegen, het waterkwali
teitsbeheer en de tot stand gekomen
samenwerking tussen de Water
schappen op Noord- en Zuid-
Beveland. "U hebt dit alles overzien
de de onderscheiding Ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw ze
ker verdiend". Zij noemde De Jager
een harde werker die zijn taak met
gedrevenheid uitvoerde, wars van
overbodige franje, gedecideerd en
met grote kennis van zaken. "U hebt
met succes gevochten voor het voort
bestaan van de waterschappen en u
was een vechter voor een duidelijke
afbakening van bevoegdheden met
de verschillende overheden. Het wa
terschap moet daarbij in uw ogen
niet te zeer worden bevoogd door de
provincie. Dat een 35-jarige inspan
ning voor de veiligheid in de periode
van "onze" dijkgraaf is voltooid
geeft ons veel voldoening". Me
vrouw Mol constateerde voorts dat
tot tevredenheid van de ingelanden
het geschot in de periode De Jager
met gemiddeld slechts 2,per jaar
moest worden verhoogd. Zij over
handigde de heer De Jager namens
de algemene vergadering een gouden
horloge.
Gedeputeerde D.J. de Voogd stelde
dat de provincie een hiarkante water
schapper verliest. Iemand met een le
vendige betoogtrant, grote kennis
van zaken en kritisch vasthoudend.
"U was altijd bezig met het water
schap van morgen, stak niet onder
stoelen en banken dat een verdere fu
sie van de waterschappen onont
koombaar is. Een man met visie die
zijn nek durfde uit te steken".
Ir. Engel, directeur Rijks Waterstaat
in Zeeland noemde De Jager een ge
duchte tegenstander die zonder om
wegen zei wat hij dacht. Engel
overhandigde de scheidende dijk
graaf het eerste nummer van het
laatst verschijnend driemaandelijks
bericht Deltawerken. Loco
burgemeester de heer L.H. De Leeuw
van Goes noemde De Jager een man
met uitstraling. Namens de 6 ge
meenten in het Waterschap karakte
riseerde drs. G.C. v.d. Heuvel van
Borssele De Jager als iemand met
veel onderhandelingstechniek, die
beschaafde pressie uitoefende en ge
duld had. Hij wees ook op De Ja-
Miljoenste polis voor Avéro
verzekeringen
Op woensdag 2 november zal Avéro
verzekeringen de miljoenste polis
uitreiken. De heer H. Wiegel, kom-
missaris van de Koningin in de pro
vincie Friesland, zal de éénmil
joenste polis uitreiken.
ger's inzet bij het tot stand komen
van de plannen tot verhoging van de
dijken op Delta-hoogte. De Jager
ontving van de gemeenten een fraaie
aquarel van Nelly van Nieuwenhui-
zen. Vice-voorzitter van de Unie van
Waterschappen Dijkgraaf C. de
Dekker overhandigde De Jager, die
tevens lid is van het dagelijks bestuur
van de Unie van Waterschappen, de
waterschapspenning. Dijkgraaf, mr.
J. Lantsheer noemde zijn vertrekken
de collega "Vlammend, vasthou
dend tot het hardnekkige aan toe
maar wel iemand die met hart en ziel be
trokken was. Hoofdingeland mevr.
C. Rijk-De Winter zei dat de hoog
gespannen verwachtingen die de be
noemingscommissie indertijd van De
Jager had volledig zijn uitgekomen.
"In de periode De Jager hebben we
goed geboerd", stelde griffier mr.
J.A. de Visser vast. Dit dankzij het
feit dat er steeds een goed samenspel
was van alle geledingen waarbij u di
rigeerde met een natuurlijk gezag".
Wij stonden achter de dijkgraaf
maar hij stond altijd pal voor ons.
We zien het echtpaar De Jager node
gaan". De opvolger van De Jager, de
op 1 november in dienst tredende ir.
P.J. Gruijters, zei verheugd te zijn
het werk van zo'n goede dijkgraaf
voort te mogen zetten. Hij sprak zijn
vertrouwen uit in het voortbestaan
van de waterschappen maar deze zul
len hun plaats zelf blijvend waar
moeten maken".
In een afscheidswoord stelde De Ja
ger vast dat het waterschap in de
loop van de tijd sterk is veranderd.
"Het is geen boerenclubje meer
maar wat door de eeuwen niet veran
dert is de betrokkenheid bij het ge
drag van de natuur dat onvoorspel
baar is. Een doelcorporatie is en
blijft daar het passende antwoord
op". Vooruitkijkend stelde hij vast
dat het waterschap sterk te maken
heeft met een maatschappij die in
beweging is. "Het waterschap zal
steeds weer haar positie daarin moe
ten bepalen. Van wezenlijke beteke
nis is een harmonieuze relatie met
Rijk en provincie, waarbij de twee
laatstgenoemde de eigen zelfstandige
rol van het waterschap moeten blij
ven onderkennen, en erkennen.
De kostenontwikkeling stemt vol
gens de dijkgraaf wel tot nadenken.
De lastendruk is zwaar terwijl de
draagkracht van het agrarisch be
drijf afneemt en de opbrengsten on
der druk staan. Het waterschap zal
daarom moeten proberen nog doel
matiger te werken. Veel mogelijkhe
den om dit te bereiken zijn er
overigens niet meer. Verheugd noem
de De Jager de afnemende bevoog
ding door de provincie. Tot de 7
waterschappen zei hij: "Ik hoop dat
ze beseffen dat er meer is dat hen
bindt, dan hen scheidt". Tot de
hoofdingelanden tenslotte: "Jullie
mogen best wat kritischer worden.
Overigens is het zo dat koeien die het
hardst loeien niet altijd de meeste
melk geven".
Het Landbouwschap heeft ernstige
bezwaren tegen de voorstellen van
minister Braks van landbouw voor
wijziging van de Natuurbescher
mingswet. De minister wil de moge
lijkheid verruimen om landbouw
gronden aan te wijzen als natuurmo
nument. Hij heeft daarbij de reser-
vaatsgebieden op het oog. Daar
naast stelt Braks voor om provincie
besturen de bevoegdheid te geven
om natuurmonumenten en be
schermde landschapsgezichten aan
te wijzen.
Het schap vreest dat landbouwgrond
in de toekomst te "gemakkelijk" tot
natuurmonument kan worden
bestempeld. In dat geval moet de
boer een vergunning aanvragen voor
zaken als bemesting en gebruik van
bestrijdingsmiddelen. Zo wordt hij
belemmerd bij het voeren van zijn
bedrijf.
De provincies mogen voor
zeer bijzondere gebieden wel voor
stellen doen, maar de uiteindelijke
aanwijzingsbevoegdheid moet bij de
minister blijven, aldus het Land
bouwschap. Het schap heeft de in
druk dat de minister de nieuwe na
tuurbeschermingswet wil gebruiken
als stok achter de deur in de reser-
vaattfgebieden. Boeren zouden zich
gedwongen kunnen voelen om een
beheersovereenkomst af te sluiten
alleen maar om zich niet de strenge
beperkingen van een natuurmonu
ment op de hals te halen. Dit zal, zo
meent het schap, weerstand oproe
pen tegen het relatienotabeleid, net
nu dat hoe langer hoe meer door land
bouw wordt geaccepteerd.