roept nog veel vragen op
Diergeneesmiddelenwet
BST-gebruik vooral interessant
voor intensieve melkveebedrijven
Jacht op
wainoottwijgen
Wat mag er nou wél en wat mag er niet volgens de Diergeneesmidde
lenwet, die vorig jaar 1 mei van kracht geworden is? Dit is nog steeds
een veel gestelde vraag door veel veehouders. AI vele jaren bestond
er een levendige lekenhandel in diergeneesmiddelen, waarbij ooglui
kend een aantal zaken toegelaten werden. Na 1 mei 1987 zijn er met
de nieuwe Diergeneesmiddelenwet wat duidelijkere richtlijnen aan
welke kwaliteitseisen een diergeneesmiddel moet voldoen en ook wie
de middelen mag voorschrijven, verkopen en toepassen.
Nederland is het laatste land in de
EG, dat overgaat tot het stellen van
kwaliteitseisen aan diergeneesmidde
len. Diergeneesmiddelen, die per 1
april 1987 al geproduceerd en toege
past werden, kwamen in aanmerking
voor een voorlopige registratie. Zij
mogen op de oude voet door gepro
duceerd worden.
Volgens deze regel zijn er ruim 5600
produkten voorlopig geregistreerd,
wat ver boven de verwachting lag.
Welke dit allemaal zijn en wie ze
produceren staat in de 'Dierge-
neesmiddelengids 1988', een uitgave
van de Staatsdrukkerij (ƒ35,Om
voor een definitieve registratie in
aanmerking te komen, moet elke
producent van zijn middelen een
dossier inleveren. In dit dossier moet
vermeld staan wat de merknaam is,
de werkzame stof, de konsentratie,
de diersoorten waarbij het toegepast
kan worden, de dosering per dier
soort, de behandelingsduur, de
wachttijd, de bijwerkingen, de gif
tigheid, het werkingsmechanisme,
en dergelijke.
Voor de producent betekent dit, dat
hij nogal wat onderzoek moet ver
richten alvorens hij een produkt de
finitief kan registreren. Daarnaast
doet het Buro Registratie Dierge
neesmiddelen ook nader onderzoek
op monsters van het produkt. Alleen
al de kosten hiervan bedragen ruim
ƒ4.000,In de periode tot 1992
zullen alle voorlopige registraties be
oordeeld moeten zijn, maar of dat
lukt met dit grote aantal van 5600 is
de vraag. Door dê hoge onderzoeks-
en registratiekosten zijn er ook dier
geneesmiddelen niet geregistreerd.
Vaak zijn dat middelen, die voor
weinig voorkomende ziektegevallen
gebruikt worden; een verarming dus
in keuze.
Homeopathische middelen
Een aantal diergeneesmiddelen is
uitgezonderd van registratie: dat zijn
onder andere de homeopathische
middelen en de auto-vaccins. Auto-
vaccins zijn entstoffen, die bestaan
uit weefsel van een dier waar de ziek
teverwekkers inzitten. Dit weefsel
kan bij hetzelfde dier of een ander
dier ingespoten worden om genezing
te bewerkstelligen. Dit soort entin
gen worden in de praktijk zelden uit
gevoerd en indien het wel gedaan
wordt, dan is het onder deskundige
begeleiding van gespecialiseerde die
renartsen. Iets anders ligt het bij.de
homeopathische dierge
neesmiddelen.
De laatste jaren groeit de belangstel
ling in het gebruik van homeopathi
sche middelen, zowel voor de mens
als voor het dier. De basisgedachte
van homeopathie is het bestrijden
van een ziekte door gebruik te ma
ken van een produkt, dat in bepaal
de (hoge) konsentratie hetzelfde
ziektebeeld geeft. Door deze stof
sterk te verdunnen, zal er een af-
weerreaktie in het lichaam opgeroe
pen worden, waardoor het ziekte
beeld zal verdwijnen. Hoe een derge
lijke stof in het lichaam werkt, is we
tenschappelijk niet bekend. Ook is
de verdunningsgraad van het middel
voor elk dier anders. Deze punten
maken registratie op basis van kwa
liteit onmogelijk. Wel moeten alle
homeopathische diergeneesmiddelen
aangemeld worden en staan vermeld
op de officiële lijst van 'Veterinaire
Homeopathische middelen'.
Een homeopathisch middel kan ver
boden worden als blijkt dat het mid
del schadelijk is voor de gezondheid
van mens en dier. Verder moet ook
aangegeven worden hoe het middel
bij de dieren toegepast moet wor
den. Of alle homeopathische dierge
neesmiddelen hieraan voldoen, is
nog maar de vraag. Het is wel opval
lend hoeveel van dit soort middelen
er na 1 mei 1987 in de handel geko
men zijn. Is dit ter opvulling van het
Vrijdag 28 oktober 1988
gat in de handel van diergeneesmid
delen, nadat de lekenhandel geen an-
tibiotika en entstoffen meer mag
verkopen?
UDD middelen
UDD-middelen zijn alle dierge
neesmiddelen, die uitsluitend door
een dierenarts toegepast mogen wor
den. De reden om een aantal midde
len in deze kategorie onder te bren
gen, is dat er gevaar bestaat voor de
gezondheid van de mens of de die
ren, wanneer deze middelen op een
onjuiste manier toegepast worden.
Tot deze UDD-kategorie behoren de
volgende middelen: entstoffen, hor
monen met een werking op het
geslachtsapparaat, narcosemidde-
len, spierverslappende middelen, se
ra en diagnostica, en ook middelen
voor behandeling van kanker,
zenuw- en hersenaandoeningen.
Ook middelen, die voor behandeling
van personen gebruikt worden val
len onder deze kategorie. In deze ka
tegorie komen middelen voor, die
tot op heden regelmatig door vee
houders gebruikt worden zoals de
hormonen oxytocine en PG-600, en
tranquillizers als Stresnil. Bij de de
finitieve registratie zal zeer waar
schijnlijk aangegeven worden, dat
deze middelen ook door de veehou
ders toegepast mogen worden.
Voor de toepassing van entstoffen
door veehouders ligt dat moeilijker.
Er bestaat reeds een uitzondering
voor pluimveehouders en kuiken-
broederijen, wanneer zij gere
gistreerd staan volgens het Regle
ment Pluimveegezondheidszorg,
dan mogen zij een aantal entingen
zelf uitvoeren onder begeleiding van
een praktizerend dierenarts.
Op dit moment is het in de varkens
houderij alleen aan dierenartsen
voorbehouden om preventieve entin
gen bij varkens toe te passen. Van de
zijde van veel varkenshouders leeft
de wens om zelf bepaalde entingen
bij hun dieren te mogen uitvoeren
onder een goede en regelmatige be
geleiding van een praktizerend dieren
arts. Mogelijk dat in het 'Nationale
Varkensgezondheidszorgprogram
ma', waar al een aantal jaren inten
sief aangewerkt wordt, deze wens in
vervulling gebracht wordt. Tot die
tijd zal de AID nog wel aktief zijn
op de naleving van de huidige regel
geving.
UDA-middelen
UDA-middelen zijn de dierge
neesmiddelen, die door een dieren
arts voorgeschreven en verstrekt
worden aan een veehouder ter be
handeling of preventie van ziekten
bij een dier. De praktizerende dieren
arts behort zich eerst voldoende
op de hoogte te stellen van de
toestand van de zieke dieren, alvo
rens hij medicijnen voorschrijft.
Naast praktizerende dierenartsen
mogen ook apotheken op recept van
een dierenarts medicijnen uit deze
UDA-kategorie afgeven. Tot deze
kategorie behoren vooral de midde
len, waarin antibiotika en chemothe-
rapeutica voorkomen.
In de Wet op de Uitoefening van de
Diergeneeskunde, die misschien vol
gend jaar in werking treedt, wordt
nader omschreven welke dierenart
sen deze middelen mogen voor
schrijven: niet per sé de plaatselijke
dierenarts en ook niet alleen dieren
artsen, die als vrije beoepsbeoefe-
naar werken. Met andere woorden
ook dierenartsen, die gespecialiseerd
zijn en een groot werkgebied heb
ben, of dierenartsen in loondienst
van een veevoederbedrijf.
•Medicijnlogboek
Elke dierenarts behoort een goede
administratie bij te houden van de
diergeneesmiddelen, die hij voor
schrijft en afgeeft aan veehouders.
Daarnaast staat er in de Dierge
neesmiddelenwet, dat elke veehou
der verplicht is een logboek bij te
houden van alle diergeneesmiddelen,
die hij op zijn bedrijf in voorraad
heeft en ook elke behandeling van
dieren met deze middelen te noteren.
In zo'n logboek moet vermeld wor
den: de naam van het dierge
neesmiddel; de gebruikte hoeveel
heid; de soort en het aantal dieren,
waarop die middelen zijn toegepast,
eventueel met de identiteit van de
dieren; in voorkomend geval de in
acht te nemen wachttermijnen.
Ook de praktizerende dierenarts be
hoort zijn behandelingen in een der
gelijk logboek te noteren. In de
pluimveehouderij is het al een aantal
jaren gebruikelijk om dergelijke be
handelingen op dezelfde kaart in te
vullen, waar ook de entingen op in-
Het gebruik van het melkstimule-
rend hormoon Bovine Somatotropi-
ne (BST) zou vooral interessant zijn
voor melkveebedrijven met een hoge
veebezetting per hektare en laag-
produktieve koeien. Voor de eksten-
sievere bedrijven is het middel min
der interessant. Voor de gehele Ne
derlandse landbouw kan de rentabi
liteit er op vooruit gaan, al zou dit
wel ten koste gaan van de werkgele
genheid. Dit blijkt uit een studie van
het Landbouw-Ekonomisch Insti
tuut (LEI), uitgevoerd in opdracht
van Monsanto Europe*.
Een aantal chemiekonserns hoopt
eind jaren tachtig het melkstimule-
rend hormoon Bovine Somatotropi-
ne op de markt te mogen brengen.
Als Dennis Adams uit Nebraska
in een walnootboomgaard zijn
geweer naar boven aanlegt, richt
hij niet op vogels, maar op wai
noottwijgen. Het is één van
Adams' taken om in het kader
van een selektie-kweek projekt
voor de zwarte walnootboom,
geschikte moederbomen te vin
den en bij deze de beste loten uit
te zoeken.
Het probleem is dat de beste
moederbomen op onbegaanbare
percelen groeien, verklaart D.
Adams. Daar kan men noch met
de ladder, noch met hoogwerkers
komen, om de takken te bemach
tigen. Bovendien bevinden de
meest geschikte twijgen zich in de
top van de walnootbomen. Daar
groeien ze het snelst en zijn het
rechtst.
Het schieten van de loten is de
Wat is de clenbuterol?
In de afgelopen maanden waren
er regelmatig berichten in de pers
over clenbuterol en helaas
meestal negatieve. Wat is dit
voor een produkt? Clenbuterol is
een geneesmiddel. Al diverse ja
ren is dit medicijn verkrijgbaar
onder de namen Ventipulmin en
Planipart. Ventipulmin is voor
lopig geregistreerd ter behande
ling van hoest en astma bij paar
den en rundvee, terwijl Planipart
geregistreerd staat om abortus te
voorkomen of de geboorte uit te
stellen.
Het is bekend dat clenbuterol een
zogenaamde bèta-agonistische
werking heeft; de vetaanzet
wordt met ongeveer 30% vermin
derd, de spiergroei neemt met
10-18% toe en daardoor ook een
betere voeder konversie. Deze
meetbare voordelen zijn in vol
doende mate onderzocht en aan
getoond. Waar nog weinig over
bekend is, zijn de volgende pun
ten: de vleeskwaliteit, andere bij
gevuld worden. In de varkenshoude
rij zou het logboek vorig jaar okto
ber ingevoerd zijn, maar om techni
sche redenen is de introduktie van
het logboek uitgesteld. Mogelijk dat
in het kader van 1KB (Integrale Ke
ten Begeleiding) alsnog het logboek
geïntroduceerd wordt.
Wat valt er niet onder?
Er zijn ook diergeneesmiddelen, die
niet onder de UDD en UDA katego-
riën vallen. Dit worden de vrije mid
delen genoemd, voorbeeld hiervan
zijn: de wormmiddelen, ijzerprepa
raten, vitamine preparaten, minera
len, schurft- en luisbestrijdingsmid-
delen. Deze laatsten vallen onder de
bestrijdingsmiddelenwet. Een ande
re uitzondering is dat mengvoeder-
Uit diverse proeven is gebleken dat
dit hormoon de gemiddelde melkgift
per koe met zo'n 15 a 20% kan doen
stijgen. In het LEI-onderzoek is on
der meer de mogelijkheid van toe
diening aan de gehele veestapel
4,6 kg melk per dag) vergeleken met
beperking van de toediening tot die
ren met een hoog reaktienivo, de zo
genaamde 'high responders' die on
geveer een derde van de veestapel
uitmaken 7,4 kg per dag). Dit
laatste bleek in alle gevallen voorde
liger dan toediening aan de gehele
veestapel.
Niet aantrekkelijk voor
ekstensieve bedrijven
Gebruik van BST zal vooral interes-
meest betrouwbare oogstmetho-
de, heeft D. Adams ontdekt. Om
succes te hebben, is een goed ge
weer, een precies vizier en een
vaste hand voldoende.
(De Voor)
werkingen in het dier, het achter
blijven van residuen en afbraak-
produkten ervan in vlees, het ge
vaar voor de konsument.
Volgens de letter van de nieuwe
diergeneesmiddelenwet moeten
al deze punten door de producent
onderzocht zijn, alvorens een de
finitieve registratie plaatsvindt.
Een ander essentieel diskussie-
punt is natuurlijk in hoeverre de
huidige vleesproduktie verder ge
optimaliseerd moet worden met
groeibevorderende middelen.
Naast clenbuterol staan er nog
meer produkten op de plank van
de farmaceutische industrie klaar
voor introduktie: cimaterol is
ook een bèta-agonist; de natuur
lijke groeihormonen voor het
rund en varken (bovine somato
tropic en porcine somatotropi-
ne) en melatonine, die de vrucht
baarheidscyclus van het schaap
beïnvloedt. Een gedegen diskus-
sie met alle betrokken partijen en
goede besluitvorming in deze is
dringend gewenst, want anders
zal er een herhaling optreden van
de affaire clenbuterol.
bereiders zelf rechtstreeks van de
farmaceutische firma's bepaalde
diergeneesmiddelen mogen betrek
ken en deze mengen door het voer.
Dit laatste mag alleen op een recept
of attest van een dierenarts. De
Somatotropine-hormonen vallen
ook nog niet onder een van de ge
noemde kategoriën. Eerst moet de
werking in het dier en de mogelijke
bijwerkingen bekend zijn. Evenals
het gevaar van residuen in dierlijke
produkten voor de volksgezondheid.
Voordat dit allemaal bekend is, zijn
we vele jaren verder. Maar dat zal
gelden voor alle nieuwe dierge
neesmiddelen, alvorens ze in de han
del gebracht mogen worden.
W.J. Tondeur
dierenarts
Praktijkschool Barneveld
sant zijn voor melkveebedrijven met
een hoge veebezetting per ha en
koeien met een relatief lage melk
gift. De prijs voor een dosis BST, die
nu nog niet bekend is, zal dan niet
boven de ƒ15,uit mogen komen.
Ook voor gemengde weide/akker
bouwbedrijven is BST-gebruik wel
licht rendabel, omdat deze bedrijven
hun overtollig grasland voor de ver
bouw van akkerbouwgewassen kun
nen gaan gebruiken. Voor bedrijven
met een ekstensieve beweiding, die
geen alternatieve aanwendingsmoge
lijkheden hebben voor de grond, is
BST-gebruik niet rendabel.
Minder ruwvoer nodig
Toepassing van BST zal ook gevol
gen hebben voor andere takken van
landbouw. De benodigde hoeveel
heid ruwvoeder voor de melkvee
houderij zal namelijk afnemen. Een
deel van het grasland zal daarom
worden aangewend voor ekstensieve
veehouderij (vleesstieren, schapen,
geiten) of gescheurd voor de akker
bouw. Als gevolg daarvan zal in de
ze sektoren enige produktie-
uitbreiding plaatsvinden die tot
prijsdaling leidt. Voor de gehele Ne
derlandse landbouw zal het gebruik
van BST op de langere termijn een
stijging van het saldo kunnen ver
oorzaken. Dit gaat dan wel ten koste
van werkgelegenheid.
'Ekonomische effekten van het ge
bruik van Bovine Somatropine'.
Bestellen door overschrijving van
f/3,50 op postrekening 412235 van
het LEI te Den Haag, onder vermel
ding van 'Pub!. 1.21'.
Wensen van konsument
blijven maatgevend voor
vleessektor
Centraal staan voor de Nederlandse
vleeswereld de wensen van onze be
langrijkste landgenoot: de konsu
ment. Maar ook internationaal.
Straks, in de EG zonder grenzen in
1992, zijn dat er 325 miljoen. En dat
houdt geduchte veranderingen in.
Duidelijk is wel, dat wat die konsu
ment niet wil hem of haar ook niet
voorgeschoteld moet worden, zei de
voorzitter van het produktschap
voor vee en vlees, R. Tazelaar, bij de
officiële opening van de 25ste
Slavakto-tentoonstelling in Utrecht.
Tazelaar over de wensen van de kon
sument: gewenst is zeker niet alleen
een betere kwaliteit naar smaak en
malsheid, maar ook naar het welzijn
van de dieren en de strikte garantie,
dat toevoegingen van allerlei aard
niet in het betrokken vlees voorko
men. Velen, ook in ons land, stellen
geen prijs op vlees van mannelijke
varkens.
Ik vraag bij deze alle distributiescha
kels in ons land', aldus Tazelaar, 'ri
goureus op te treden tegen onge
wenste leveringen van dit vlees. Dat
betekent in mijn visie, dat alle kom-
merciële kontakten met dergelijke
bedrijven volstrekt moeten worden
verbroken', riep Tazelaar de Neder
landse slagers toe.
Vlees zal in de visie van de pvv-
voorzitter, ook uit de anomiteit
moeten treden. In dat kader juicht
hij de komst van zogenaamd 'merk-
vlees' toe. 15