Houdt uw fosfaat- en kalibalans in evenwicht
Internationaal overleg EG-VS
Veel belangstelling open dag
spruitkool;
houdbaarheid centraal
In het najaar van 1984 zijn enkele veranderingen ingevoerd bij het
grondonderzoek dat door het Bedrijfslaboratorium in Oosterbeek
wordt uitgevoerd. De achtergronden daarvan waren de onvoldoende
bemestingstoestanden en de op sommige gronden teruglopende
vruchtbaarheid. Bij de vroegere advisering werd slechts in beperkte
mate rekening gehouden met de vraag of bij opvolging van het advies
de fosfaattoestand en de kalitoestand voldoende op niveau bleven.
Tabel 1. Streefgetallen en te handhaven bemestingstoestanden
grondsoort
minimum streefgetal
streeftraject
(toestand handhaven)
Uit onderzoek van het Instituut voor
Bodemvruchtbaarheid in Haren is
gebleken dat de opbrengsten van
aardappelen en bieten bij lage Pw-
getallen van de grond, ook bij hoge
Pw-getallen onder overigens gelijke
omstandigheden. Uit dat onderzoek
bleek tevens dat de spreiding in op
brengsten bij hoge bemestingstoe
standen geringer was. Dit houdt in
dat een betere fosfaatbemestings-
toestand de oogstzekerheid vergroot.
Ook in de relatie kalitoestand, kali
bemesting en gewasopbrengsten zijn
dezelfde tendensen waar te nemen.
Dit alles heeft ertoe geleid om mini
mum streefgetallen voor fosfaat en
kali aan te geven en trajecten waarin
men de gevonden waarden moet pro
beren te handhaven, (zie tabell).
Hoe de gewenste bemestingstoestand
handhaven?
Als de percelen op uw bedrijf in de
streeftrajecten gekomen zijn, is het
zaak om deze bemestingstoestanden
zo te houden. Dit betekent dus, dat
vanaf dat moment de onttrekking
door de gewassen teruggegeven moet
worden. Om dit te kunnen doen met
de onttrekking van fosfaat en kali
door de gewassen bekend zijn (zie ta
bel 2).
Bemesten, puur op onttrekking van
één gewas is niet gewenst. Hiervoor
dient men de totale onttrekking van
een bouwplanrotatie op te tellen. De
totale hoeveelheid fosfaat en kali kan
dan verdeeld worden over het bouw
plan. Zo kunt u de gewassen met een
minder ontwikkeld wortelstelsel, zo
als erwten en uien, of gewassen die
dankbaar zijn voor bijvoorbeeld kali
(aardappelen), meer fosfaat en kali
geven dan ze onttrekken. De over
blijvende hoeveelheid kan over de
resterende gewassen verdeeld
worden.
Concluderend kan gesteld worden
dat de gerst dit jaar laat, traag en on
gelijkmatig van start is gegaan. Dit
heeft geresulteerd in een ongelijke
afrijping en in kleine korrels met als
gevolg tegenvallende kg-
opbrengsten, hoge eiwitgehalten en
een matige sortering. Het ras Prisma
komt relatief goed naar voren, voor
al in het noordelijk en het centraal
zeekleigebied.
Baktarwe
Er zijn tot nu toe ruim 3.200
monsters onderzocht, waarvan 62%
afkomstig is uit het zuidwesten en
35% uit het centrale zeekleigebied.
Helaas is slechts een gering aantal
monsters uit het noordelijk zeeklei
gebied (43), rivierklei (40) en zand
en dalgronden (14) ingezonden zodat
de resultaten uit die gebieden niet als
representatief beschouwd mogen
worden.
Van de ingezonden monsters bestaat
70% uit het ras Obelisk, 11% uit Pa
gode, 8% Minaret, 4% Granta, 4%
Urban en 3% Kraka. Van Avir en
Rektor zijn slechts enkele monsters
ingezonden; van Kanzier zijn geen
monsters ontvangen.
In bovenstaande tabel is per regio het
eiwitgehalte, het valgetal én de
Zeleny-sedimentatiewaarde weerge
geven. Het valgetal is een maatstaf
voor de schotaantasting. Hoe lager
het valgetal des te verder zijn de kie-
mingsprocessen op gang. Partijen
met schot hebben voor de meelfabri
kanten een geringere waarde. Alge
meen kan gesteld worden dat een
partij met een valgetal hoger dan 220
niet schottig is.
De Zeleny-waarde geeft een indruk
van de kwaliteit van de eiwitten. Hoe
meer eiwit in de tarwe aanwezig is en
hoe beter de kwaliteit is, des te hoger
is de Zeleny-waarde. Globaal, kan ge
zegd worden dat een partij met een
Zeleny-waarde hoger dan 30 goed is
wat betreft de broodbakeigen
schappen.
Over het geheel genomen is de kwali
teit van de tarwe goed te noemen. De
Vrijdag 28 oktober 1988
cijfers wijzen uit dat er geen schot is
opgetreden. In hoeverre ook het
noorden schotvrij is gebleven mag
op grond van het geringe aantal
monsters niet geconcludeerd
worden.
Het eiwitgehalte varieert van partij
tot partij. Met name in het zuid
westen loopt het eiwitgehalte van
partij tot partij sterk uiteen en is het
gebiedsgemiddelde lager dan voor de
andere regio's. In de andere regio's is
het eiwitgehalte goed vergelijkbaar
met dat van de Franse tarwe.
De sedimentatiewaarde is dit jaar ge
middeld lager dan in voorgaande ja
ren. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt door het geringere aan
tal monsters van kwalitatief goede
rassen zoals Urban en Rektor.
Het gemiddelde valgetal bevindt zich
voor alle rassen boven 220, er is dus
geen schot opgetreden. Opmerkelijk
is dat de valgetallen van de onder-
Fosfaat
zeeklei
overige gronden
Kali
klei 10-15% slib
Pw-getal 25
Pw-getal 30
K-getal 14
klei meer dan 15% slib K-getal 18
Pw-getal 25 t/m 45
Pw-getal 30 t/m 45
K-getal 14 t/m 20
K-getal 18 t/m 26
Gebied
Valgetal
Eiwit
Zeleny
Zuidwesten
310
12,3
30
Centraal
265
13,0
35
Noorden-klei
255
13,2
37
Zand- en dalgr.
271
13,4
34
Rivierklei
270
13,1
38
Ras
Valgetal
Eiwit
Zeleny
Obelisk
267
12,5
30
Pagode
254
12,3
30
Minaret
271
13,1
40
Granta
251
12,2
29
Urban
312
13,1
51
Kraka
310
12,9
43
zochte partijen Avir en Rektor aan
merkelijk lager zijn. Hoewel hieraan
op grond van het geringe aantal
monsters geen conclusies mogen
worden verbonden, duidt dit toch op
een geringere schotresistentie.
De rassen Obelisk, Pagode en Granta
hebben gemiddeld een lager eiwitge
halte dan de overige rassen. Aange
zien het eiwitgehalte voor een groot
deel bepaald wordt door milieu
omstandigheden (o.a. bemesting),
zou verondersteld kunnen worden
dat de betere baktarwes een hogere
stikstofbemesting hebben gehad.
De gemiddelde Zeleny-waarde toont
duidelijk een kwaliteitsverschil tus
sen met name Urban, Minaret en
Kraka enerzijds en Obelisk, Pagode
en Granta anderzijds.
Concluderend kan gesteld worden
dat de bakkwaliteit van de inlandse
tarwe dit jaar goed is. De eerste erva
ringen van de maalindustrie met de
inlandse oogst bevestigen dit; be
langrijk knelpunt is en blijft echter
de deegkwaliteit. Bekend is dat de
deegkwaliteit van Obelisk, Pagode
en Granta matig is. Nu er grote hoe
veelheden Obelisk op de markt geko
men zijn zou dit een beperkende
faktor kunnen zijn voor de verwer
king door de maalindustrie.
Ir. L.A.J. van der Zweep-Prins
(NGC), ir. M. Kelfkens (IGMB-
TNO), ir. I.D.C. Duijnhouwer
(NIBEM-TNO).
Het jaarlijks overleg op agrarisch niveau tussen de EG en VS vond
dit jaar plaats in Dublin Ierland. Voor de zeventiende maal in succes
sie gingen daar Cops als Europese representant en de US Chambre
of Commerce als VS-representant met elkaar in discussie. De structu
ren van de delegaties zijn nogal verschillend; aan Europese zijde be
stond deze uitsluitend uit agrarische producenten, terwijl de Ameri
kaanse delegatie zowel agrarische producenten, handelaren als con
sumentenvertegenwoordigers bevatte. Gelukkig is daarbij te consta
teren dat de agrarische producenten dit jaar in de VS-delegatie be
hoorlijk vertegenwoordigd waren, iets wat de laatste jaren niet steeds
het geval was, en wat dan altijd enigzins doorklinkt in het geluid wat
uit de VS-delegatie komt.
pese partijen kon stellen en zich als
een Franse vazal profileerde.
Met al deze wederwaardigheden is
het toch goed dat er eens per jaar een
dergelijk gesprek plaatsvindt. Niet
dat het direct oplossingen brengt,
maar in het proces van de vele veran
deringen draagt het bij aan een beter
verstaan en voorkomt het mogelijk
al te veel onnodige, beide partijen
schadende, polarisatie.
Marius Varekamp
voorzitter KNLC
De zaken die dit jaar zeer centraal
stonden in de discussie betroffen
met name de agrarische situatie in
beide produktie- en handelsblokken,
maar ook van die in de rest van de
wereld, alsmede de relatie tot elkaar.
Verder de voortgang en posities in
de Gatt-besprekingen over de land
bouw en de benadering van het hor
monengebruik.
Wat de situatie van de landbouw in
Amerika betreft is duidelijk dat de
droogte dit jaar met name in de
graangebieden een enorme invloed
heeft op de produktie van 1988.
Hoewel dit aangeeft dat door exter
ne omstandigheden oogstzekerheid
en dus voedselvoorziening niet zo
stuurbaar en beheersbaar zijn als
weieens wordt aangenomen, is dit
nog geen aanleiding geweest om de
agrarische overschottenproblema-
tiek anders te benaderen. De Euro
pese delegatie heeft dan ook zijn ver
bazing uitgesproken over het feit dat
het set-aside beleid in de VS volgend
jaar 10% minder zal zijn.
Hoewel dit geen directe relatie met
de nu reeds in de Gatt overeengeko
men stand-still en roll-back benade
ring heeft, kan dit de verhoudingen
wel onder druk zetten. Overigens, de
Handelswet die onlangs is aangeno
men, is dat wél, en geeft nog eens
aan dat de Amerikaanse overlegstra-
tegie er een is van met in één hand de
Bijbel en van daaruit het woord
"verhoudingen", en in de andere
hand het pistool en daaruit (waar
schuwingsschoten lossen. Ten aan
zien van de Amerikaanse gedachte
om in 10 jaar tijd alle ondersteu
ning en subsidies in de agrarische
sector afgeschaft te hebben werd en
wordt van EG-zijde steeds gesteld
dat dit onmogelijk is, gelet op de ge
wenste structuur van de Europese
landbouw. Zelf heb ik ingebracht
dat Europa niet bij voorbaat ak
koord kan gaan met afschaffing van
alle ondersteuning en subsidies,
maar dat het wel belangrijk is te be
zien in hoeverre we hiermee zouden
kunnen komen, en dan uiteraard
niet in een strak afgepaalde tijdseen
heid van 10 jaar. Ik ben van mening
dat agrarische produktiemogelijkhe-
den van nu en naar de toekomst het
meeste perspectief hebben als inder
daad de produktie met zo weinig
mogelijk ondersteuning plaatsvindt.
Zeker als we een deel van die pro
duktie willen c.q. moeten aanwen
den buiten de menselijke en dierlijke
voedselketen.
Maar ook om zoveel mogelijk zelf
over onze eigen situatie en toekomst
te beslissen, in plaats van dat we dat
overlaten aan overheden die handel
en uit budgettaire overwegingen.
Zeer moeilijk en gevoelig voor beide
partners aan de conferentie is het
hormonengebruik in de dierlijke sec
tor. De Amerikanen beroepen zich
op wetenschappelijk onderzoek dat
uitwijst dat hormonengebruik zoals
dat nu in de VS plaatsvindt bij rund-
vleesproduktie, totaal onschadelijk
is voor de menselijke gezondheid.
Zij zien het verbod per 1 januari a.s.
om vlees geproduceerd met het ge
bruik van hormonen te kunnen im
porteren in de EG als een niet-
tariefgerichte handelsbelemmering,
die om tegenmaatregelen vraagt.
Van Europese zijde hebben we bij
hoog en laag bezwaren dat dit niet
zo is en dat het een consumenten
wens is. Een consumentenwens die,
passend in een marktgerichte bena
dering, moet worden gerespecteerd.
En dat in Europa bij ontdekt ge
bruik forse boetes en zelfs gevange
nisstraf is opgelegd aan de betreffen
de boeren. Maar we hebben ook
moeten stellen dat het herkenbaar
maken van Amerikaans vlees een,
weliswaar ongecontroleerde, reactie
bij de consument oproept die kan
leiden tot een complete koperssta
king. Zelf heb ik het Tsjernobyl-
voorbeeld van niet besmette glas
groente genoemd die, in tegenstel
ling tot de feiten, door de consument
niet werd vertrouwd en dus werd
vermeden.
Jammer was het ten slotte dat vooral
de Fransen, maar ook de Engelsen,
deze discussie niet wilden en konden
loszien van de huidige Gatt-posities
der beide blokken.
Opvallend was daarbij dat de nieuwe
Copa-voorzitter van Franse afkomst
zich niet boven de in dit geval Euro-
Voor de open dag spruitkool op
ROC Westmaas vorige week vrijdag
bestond een zeer goede belang
stelling.
De bezoekende telers toonden veel
interesse in de resultaten van de di
verse proeven.
Er werd onder andere aandacht ge
schonken aan de verschillen in houd
baarheid tussen handgeplukte en
machinaal geplukte spruiten.
Volgens bedrijfsvoorlichter Ewoud
van de Ven krijgen de spruiten in het
totale (gemechaniseerde) proces van
plukken en sorteren voortdurend
tikken, die voor een cumulerend ef-
fekt kunnen zorgen. Al die tikken
kunnen bij elkaar de kwaliteit nega
tief beïnvloeden. Dit komt vooral in
de houdbaarheid tot uiting. Niet ge
sorteerde spruiten zijn dan ook na
een bepaald aantal dagen bewaring
van een betere kwaliteit dan wel ge
sorteerde spruiten. Ondanks het feit
dat de kwaliteit niet alleen wordt be
paald door het sorteren, is het toch
van groot belang dat het onderzoek
naar de werking van de sorteerma-
chines wordt voortgezet.
Ook werd op de open dag de bestrij
ding van ziekten en schadelijke in
secten onder de loep genomen.
Daarnaast kreeg het rassenonder-
zoek de nodige aandacht.
Bedrijfsvoorlichter Ewoud van de Ven leidt de bezoekers rond langs de ver
schillende proeven op het veld.
11