CONTACTA '88
over geld
en goed
KNLC
kommentaar
ZEELANDHALLEN GOES
De BTW verlaging in 1989
Agrariër De Jong na bedrijfsbeëindiging:
'Ik ben tevreden met de IOAZ- uitkering'
Waterschap Walcheren
verhoogt geschot met ƒ8,
Naar een nieuwe periode als voorzitter
ook de beurs voor:
- aanhangwagens
- bouwen
- bouwmaterialen
- compressoren
- gereedschappen
- grondverzetmachines
- heftrucks
- pvc-produkten
slakken
staaldaken
transportbanden
trucks
ventilatoren
verven
vuilcontainers
en nog veel meer
UW SLEUTEL TOT SUCCES
Openingstijden:
De Jong heeft steeds een land
bouwbedrijf uitgeoefend. Vanaf
1981 samen met zijn zoon Piet in
de vorm van een maatschap. Het
bedrijf heeft een oppervlakte van
35 ha, waarvan 20 ha wordt ge
pacht. In november 1987 heeft
De Jong een aanvraag ingediend
voor de IOAZ. De IOAZ is de
Wet Inkomensvoorziening oude
re en gedeeltelijk arbeidsonge
schikte gewezen zelfstandigen.
Deze aanvraag is in mei 1988
goedgekeurd. Inmiddels heeft De
Jong zich uit het bedrijf terugge
trokken en heeft Piet het bedrijf
alleen voortgezet.
SEV-rubriek in het landbouwblad
'Vorig jaar las ik in het landbouw
blad een paar keer over de IOAZ',
aldus De Jong. 'Hoewel ik de hele
regeling nog niet begreep, dacht ik
wel aan de meeste voorwaarden te
voldoen. Wij hebben toen kontakt
opgenomen met de Sociaal Econo
mische Voorlichting (SEV) om te be
oordelen of het zinvol was om een
aanvraag in te dienen. Dit advies
was positief. Toen zijn alle gegevens
ingevuld en is de aanvraag bij de ge
meente ingediend. Het is heel be
langrijk dat de aanvraag ingediend is
voordat het bedrijf beëindigd is, om
dat men anders niet meer voor een
bijdrage van de IOAZ in aanmer
king kan komen.
Aan welke voorwaarden moest u
voldoen?
Ik moest in mijn situatie 10 jaar een
bedrijf hebben uitgeoefend. Omdat
ik in de vijftiger jaren boer ben ge
worden, was dat geen probleem. Bij
de grootte van mijn bedrijf werd ik
ook volledig als zelfstandige aange
merkt. Daarnaast mocht het inko
men over de laatste drie boekjaren
gemiddeld niet meer dan ƒ32.300,
per jaar bedragen. Mijn zoon ont
ving 60% van de winst en ik 40%.
Mijn gemiddelde inkomen kwam uit
op ƒ27.500,Voor de toekomst
werd het ook niet hoger ingeschat.
Ik ben namelijk 58 jaar en 5 jaar ge
leden 45% arbeidsongeschikt ver
klaard. Omdat ik nu ouder dan 57,5
jaar ben hoef ik niet bij het Arbeids-
buro ingeschreven te worden.
Was het ook noodzakelijk om ar
beidsongeschikt te zijn om in aan
merking te komen voor de IOAZ
Nee, in mijn geval niet. Er zijn twee
mogelijkheden. Als oudere gewezen
zelfstandige kan een aanvraag ge
daan worden door mensen tussen 55
en 65 jaar. En als gedeeltelijk ar
beidsongeschikt zelfstandige moet
men jonger zijn dan 65 jaar en recht
hebben op een AA W-uitkering van
minder dan 80%. Ik voldeed aan
beide mogelijkheden. Nu de aan
vraag goedgekeurd is, weet ik dat
mijn inkomen bestaat uit de AAW-
uitkering van ca. ƒ8.500,bruto,
inkomen uit vermogen van
ƒ4.675,en de rest wordt door de
IOAZ aangevuld tot het minimum
loon. Voor een gehuwde zelfstandi
ge is dit totaal op jaarbasis bruto
ƒ25.359,—.
Hoe wordt het inkomen uit vermo
gen berekend?
Er wordt berekend hoe groot het
netto vermogen is na de beëindi
ging.. Dus de bezittingen minus de
schulden en leningen en het betalen
van de stakingswinst aan de fiskus.
Dit netto vermogen was bij mij
groot ƒ350.000,Er is een vermo
gen van ƒ172.500,waarover geen
rente-aftrek is verschuldigd. Omdat
mijn zoon ging trouwen »heb ik een
andere woning gekocht voor
ƒ210.000,In de omgeving waar ik
woon is dit gauw het bedrag wat je
voor een woning betaalt. Voor de
IOAZ telt deze woning mee voor
60% van ƒ210.000,—
ƒ126.000,—.
De volgende berekening ligt aan het
vaststellen van het eigen vermogen
ten grondslag:
Netto vermogen vóór aankoop wo
ning ƒ350.000,Verschil tussen
bewoonde en vrije woning 40% van
ƒ210.000,— ƒ84.000,—. Netto
vermogen na aankoop woning
ƒ266.000,Hiervan is vrijgesteld
in het kader van de IOAZ
ƒ172.500,—. Verschil ƒ93.500,— a
5% ƒ4.675,—.
Dat bedrag van ƒ4.675,wordt als
inkomen gerekend en gekort op mijn
IOAZ-uitkering. Mijn vermogen
hoef ik dus niet in te leveren. Het is
vrij om dit bijvoorbeeld bij de bank
te beleggen of om dit als familiele
ning in het bedrijf te laten. Alleen
voor het inkomen wordt een bepaald
deel meegerekend.
Wat is uw mening over de IOAZ?
Ik ben wel te spreken over deze rege
ling. Het uitoefenen van het bedrijf
viel mij steeds zwaarder. Maar ik
had het bedrijf nog nodig voor mijn
inkomen. Het was ook niet meer
mogelijk om met zijn tweeën een
voldoende verteerbaar inkomen uit
het bedrijf te halen. Door deze rege
ling kon ik mij uit het bedrijf terug
trekken, volgens mij kan ik mijn
vermogen in stand houden en ik heb
toch een inkomen. Wel adviseer ik
iedereen om van te voren goed ad
vies in te winnen. Zelf heb ik dit bij
de SEV gedaan'.
De Jong vindt dat er veel meer men
sen van deze regeling gebruik kun
nen maken, hij adviseert dan ook
navraag te doen en vindt de SEV
daarvoor de meest aangewezen
persoon.
Een van de voorgenomen maatrege
len tot vermindering van de belastin
gen is de verlaging van het algemene
BTW-tarief van 20% naar 18,5%
met ingang van 1 januari 1989.
Daarbij wordt tevens voorgesteld
het percentage voor het verlaagde ta
rief onveranderd op 6 percent te la
ten, waarbij de verhoging van dit ta
rief tot 7% zoals eerder was voor
gesteld is komen te vervallen.
Met de verlaging van het algemene
tarief en het hiet doorvoeren van de
verhoging van het verlaagde tarief is
een bedrag gemoeid van circa 3,1
miljard gulden. In de toelichting bij
het voorstel stelt de regering dat deze
maatregelen een positieve invloed
hebben op het behoud van de koop
kracht voor de burgers. Tevens dra
gen de maatregelen bij tot het stabi
liseren van de kollektieve lastendruk
en een matiging van de prijsontwik
keling. Het koopkrachteffekt van de
verlaging en het achterwege laten
van de verhoging bedraagt ongeveer
1 percent op alle inkomensniveaus.
Een andere reden voor de verlaging
van het BTW-tarief is dat de ontwik
kelingen in Nederland dienen aan te
sluiten op de situatie in het buiten
land. Daarbij zijn de voorstellen van
de Europese Commissie om te ko
men tot een interne markt binnen de
Gemeenschap van groot gewicht.
Door de verschillen in de BTW-
percentages met de ons omringende
landen, waarbij ondermeer Duits-
3
land met een algemeen tarief van
14% belangrijk lager uitkomt dan
ons land, kan een aanzienlijke ver
legging van de handelsstromen in het
nadeel van Nederland optreden en
tevens een aantasting van de kon-
kurrentiepositie van ons be
drijfsleven.
Landbouwforfait
In de oorspronkelijke verhoging van
het verlaagde tarief was geen reke
ning gehouden met een verhoging
van het landbouwforfait in de BTW.
Dit in verband met het terugdringen
van de ruimte die in dat forfait aan
wezig is. Het niet doorvoeren van de
verhoging van het verlaagde tarief
en de verlaging van het algemene ta
rief maken naar de mening van het
kabinet een aanpassing van het land
bouwforfait in neerwaartse richting
noodzakelijk. Er wordt dan ook
voorgesteld het landbouwforfait te
verlagen van 5,4 percent tot 4,9 per
cent. Dit heeft een direkt dalende in
vloed op de opbrengsten van het
landbouwbedrijf, wat in kombinatie
met andere opbrengstdrukkende
faktoren zwaar aankomt in de sek-
tor. Het terugdringen van een ruimte
in het forfait in een periode dat het
de bedrijfstak toch al niet zo voor de
wind gaat komt erg ongelukkig over.
In hoeverre een verlaging van het
BTW-tarief ook daadwerkelijk
merkbaar zal zijn in de prijzen van
de konsument zal moeten worden
Het Waterschap Walcheren heeft
vrijdag in zijn algemene vergadering
besloten het geschot met ƒ8,te
verhogen. Het dijkgeschot komt
daarmee op ƒ119,per ha.
De verhoging was o.m. noodzakelijk
door een stijging van de kapi-
taalslasten en die hebben o.m. be
trekking op het ten laste van het wa
terschap gebleven aandeel in de uit
gevoerde Deltawerken. De veront
reinigingsheffing wordt niet ver
hoogd en blijft gehandhaafd op
ƒ64,per vervuilingseenheid. Het
dagelijks bestuur verwacht de ko
mende vijf jaar geen verhoging van
deze heffing voor te hoeven stellen.
Plantenoliemotoren worden
getest
Het Duitse bondsministerie voor
Onderzoek en Technologie heeft
5,5 miljoen uitgetrokken om een
reeks van dieselmotoren te laten
testen. Er zal worden uitgezocht of
ook met raapolie kan worden
gestookt, hoe de motoren dan reage
ren en welke stoffen de uitlaatgassen
bevatten.
Sinds enige tijd zijn op dit gebied
verschillende Duitse fabrikanten be
zig. Men hoopt door het gebruik van
raapolie als motorbrandstof een mo
gelijkheid te vinden om alternatieven
voor de akkerbouw te bieden. Bo
vendien zou het gebruik van raapolie
veel milieuvriendelijker zijn dan die
selolie. Dit is echter nog niet weten
schappelijk bevestigd en zal door de
test moeten worden "vastgesteld.
afgewacht. Daar waar met inklusief-
prijzen wordt gewerkt zal het moei
lijk te konstateren zijn.
B. Veerbeek
In de laatst gehouden hoofd
bestuursvergadering van het
KNLC ben ik voor een periode
van vier jaar, in te gaan 1 mei
1989, als voorzitter herkozen.
Allereerst past daarbij dank voor
het ondervonden vertrouwen en
de hoop en wens dat gezondheid
van lichaam en geest aanwezig
mogen zijn om ook de komende
vier jaren de verlangde en beno
digde inzet te leveren.
In de afgelopen periode is de
agrarische sektor met veel pro
blemen gekonfronteerd. Nu is
dat niets nieuws. Zolang er men
sen op aarde bestaan zijn er pro
blemen, en het gezegde 'er zijn
geen problemen, slechts men
sen', bevat naar mijn mening
veel waarheid. Maar zeker in de
naoorlogse geschiedenis is voor
een aantal takken in onze sektor
de problematiek nog nooit zo in
dringend en struktureel geweest
als nu.
De grenzen die aan produktie
(markt) en aan produktiemoge-
lijkheden (milieu, landschap)
zijn gesteld hebben de agrarische
sektor op enkele uitzonderingen
na, in het defensief gedrongen.
Daar waar het Europese land
bouwbeleid eerst voor perspek-
tief en gestage vooruitgang zorg
de, zeker in de zwaar grondge
bonden sektoren, lijkt nu veeleer
het omgekeerde het geval. Wat
voor velen eens 'zekerheid' bete
kende, lijkt nu onzekerheid.
Natuurlijk moeten we erkennen
dat door de technologie en door
veranderende opvattingen in de
maatschappij de agrarische sek
tor aan veranderingen onderhe
vig is. Dat vraagt om een doorlo
pende bezinning op de vraag
waar het agrarisch beleid op kan
en op moet gericht zijn. Hoe be
reiken we dat met inachtneming
van de huidige inkomenssituatie?
Waar kunnen we bijsturen, en
waar zijn de ontwikkelingen zo
danig dat we ze alleen kunnen
ondergaan? Welke rol kunnen de
landbouworganisaties daarin
spelen? Wat kan het KNLC bete
kenen voor de kollektieve belan
genbehartiging en voor de indivi
duele dienstverlening?
Voor delen van de agrarische
sektor is perspektief zeer gebo
den, ik denk aan de akkerbouw.
Persoonlijk ben ik van mening
dat rekening houden met markt
ontwikkelingen gewenst is, maar
niet onvoorwaardelijk. Van 50
jaar geleide graanekonomie kan
niet in één keer worden over
gestapt op een volledig vrije
markt. Een prijsdaling van 25
procent in vier jaar tijd bij gra
nen, gaat te snel en te ongekon-
troleerd. Zeker als daarbij onvol
doende aandacht is voor alterna
tieven, stimulering en begelei
dend beleid.
Een verdere oriëntatie op de
markt wordt door mij voor
gestaan. Maar de huidige inko-
mensproblematiek en het geringe
perspektief dreigen de beleids
voerders terug te dringen naar
het hanteren van de oude instru
menten, het maksimaliseren van
het prijsbeleid.
Want wat is er simpeler om, als
je van overheidsbeleid afhanke
lijk bent, te pleiten voor hogere
prijzen om het inkomen in de be
nen te houden? En wat is even
eens simpeler om daar waar er
kwota zijn, in de melkveehoude
rij en bij de suikerbieten deze te
koesteren zonder te veel op de
lange termijn konsekwenties te
letten? Dat geeft immers duide
lijkheid en lijkt voor velen zeker
heid te bieden, zeker op korte
termijn. Maar onze verantwoor
delijkheid gaat naar mijn mening
verder dan vandaag en strekt zich
uit tot morgen en overmorgen.
Hetzelfde mag gevraagd worden
van een regering en een minister
van landbouw. Maar ook het
omgekeerde, namelijk de verant
woordelijkheid voor vandaag.
Globaal de lijnen naar de toe
komst schetsen is goed en nodig,
maar even nodig is een gevoel
van betrokkenheid bij de situatie
op bedrijfsnivo op dit moment.
En die betrokkenheid lijkt gering
bij deze minister, niet alleen in
woorden zoals bij de toelichting
op de landbouwbegroting, maar
ook bij konkrete invullingen.
WIR en BTW-operaties zullen
voor de agrarische sektor als een
immer opvallende schoonheids-
vlek het kabinet Lubbers danig
blijven ontsieren. Daarnaast
dreigt het akkerbouwaktieplan
als een onvoltooide symphonie
de geschiedenis in te gaan, en
moet het verplaatsingsbesluit II,
afgezet tegen de grootste Europe
se visie van deze minister, wor
den betiteld als een dorpspolitie
ke benadering.
Deze beschouwing over de land
en tuinbouw en haar problemen
geeft aan dat er ook de komende
vier jaar nog veel werk aan de
winkel zal zijn. Met medewer
king van de staf en van het
KNLC-bestuur wil ik me daar
graag voor inzetten.
Marius J. Varekamp
voorzitter KNLC
INGEZONDEN MEDEDELING
BUSINESS -^USiNESS
CONTACTA'88
Maandag 17 oktober 19.30 - 22.00 u.
Dinsdag 18 oktober 14.00 - 22.00 u.
Woensdag 19 oktober 14.00 - 22.00 u.
Vrijdag 14 oktober 1988