A ardappelmisère
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Algemene beschouwingen
Bestuurders - leden
verzekeringnemers
Ondernemersschap
VRIJDAG 14 OKTOBER 1988
76e JAARGANG NO. 3946
land- en
tuinbouwblad
De fruittelers zijn momenteel nog volop bezig met de pluk van de appels, zoals Golden Delicious, Jonagold
(zie foto) en Gloster. De meeste peren zijn er nu wel af. Het fruit is dit seizoen van bijzonder goede kwali
teit, zowel wat betreft kleur en grootte als wat betreft de smaak. Afgezien van wat oponthoud door slechte
weersomstandigheden is het plukken tot nog toe goed verlopen. Bijna al het fruit is droog in de kist geko
men. De indruk bestaat dat in het Zuidwesten het areaal fruit dit jaar wat toe gaat nemen, in hoofdzaak
door uitbreidingen op de fruitbedrijven zelf, maar ook wel doordat op enkele akkerbouwbedrijven fruit
aangeplant wordt.
Langzamerhand is schrijnend duidelijk geworden dat
de gevolgen van de zware regenval van 24 op 25 sep
tember veel ernstiger zijn dan aanvankelijk kon worden
verondersteld. Met name in West-Brabant maar ook in
(delen van) Tholen, St. Philipsland, Schouwen-
Duiveland en Noord-Beveland blijken veel aardappel
percelen te zijn aangetast door rot. In het spoor van de
regen gaat het om tenminste enkele duizenden aange
taste hectares. Van sommige percelen moet nu reeds
worden aangenomen dat er geen redden meer aan is.
De oorzaak van de problemen wordt vooral toege
schreven aan de ongekende regenval - waarbij plaatse
lijk in korte tijd tot 100 mm werd gemeten - waardoor
de aardappelen te lang van de lucht bleven afgesloten.
De praktijk is door deze gang van zaken volslagen ver
rast: dit is nog niet eerder in deze omvang voorgeko
men - zelfs niet in 1974. Het drama werd pas stukje
voor stukje zichtbaar toen er na de regen gekeken
werd of er eindelijk weer gerooid kon worden. Op dit
moment is de totale schade nog niet te overzien maar
wel is al zeker dat enkele bedrijven rekening moeten
houden met een totaal verloren aardappeloogst. De
vraag is maar of deze klappen nog te verdragen zijn.
De komende tijd zal moeten leren wat de werkelijke
omvang van de schade is. Wellicht dat er hier en daar
met (veel) handwerk en gescheiden opslag nog wat is
te redden. Op dit moment valt er geen zinnig woord te
zeggen of - en zo ja op welke wijze - de getroffen telers
soelaas kan worden geboden. Daarover kan pas wor
den gesproken als de totale problematiek in beeld is
gebracht. We kunnen slechts hopen dat de problemen
niet nog verergeren, want er zitten - eveneens een ge
volg van de regen - nog veel aardappelen in de grond:
op 10 oktober was de schatting dat er in ons werkge
bied nog 45% gerooid moest worden. Helaas zal dat
voor een aantal percelen niet meer nodig zijn.
Terwijl de Zuidwestelijke akkerbouw zich vooral zor
gen maakt om de aardappelmisère is de Tweede Ka
mer deze week begonnen aan de algemene beschou
wingen over de Rijksbegroting. Hoewel de landbouw
begroting pas 25 en/of 26 oktober aan de orde komt
is het voor de land- en tuinbouw zaak vooral te scoren
in het kader van de algemene beschouwingen. Vanuit
de georganiseerde landbouw is er daarom de laatste
tijd driftig ingepraat op de politiek. Of dit tot resultaat
zal leiden zullen de komende dagen moeten leren. Van
uit de ZLM is landelijk voortdurend aangedrongen op
met name een breedwerkende en substantiële investe
ringsregeling. Tijdens het breed 3-CLO-overleg van 28
september bleek reeds dat deze gedachte veel steun
kreeg. Inmiddels heeft ook onze landelijke koepelorga
nisatie het KNLC dit voorstel overgenomen. Tenslotte
ligt er ook nog altijd een motie Voorhoeve/De Vries die
wil dat er ter compensatie van de WIR honderd miljoen
gulden beschikbaar komt voor met name de akker
bouw en de mestproblematiek. Vorige week kregen
wij echter signalen dat de regering er niks voor voelt
deze motie uit te voeren waardoor de landbouw op
nieuw met lege handen zal blijven staan.
Niettemin willen we toch vasthouden aan ons idee ten
aanzien van de investeringspremieregeling. Reden
daarvoor is dat het een goed plan is waar de landbouw
mee uit de voeten kan en bovendien kunnen we geen
beter idee bedenken. We kunnen nu nog slechts hopen
dat de kamer voet bij stuk houdt en zijn belofte aan de
landbouw waar maakt. Anders zal de Kamer zichzelf
toch wel erg ongeloofwaardig maken ten opzichte van
de agrarische sector. Als de Kamer de land- en tuin
bouw onverhoopt toch in de steek laat zou dat zonder
meer aanleiding moeten zijn voor ernstig nader beraad
over onze opstelling. Zo ver moet het liever niet
komen.
Verzekeringen ZLM is een onderlinge waarborg maat
schappij. Zij is een vereniging en zoals elke vereniging
bestaat zij uit leden. De leden kiezen op de algemene le
denvergadering een bestuur. De bestuursleden zijn van
zelfsprekend ook lid van Verzekeringen ZLM en daar
naast zijn onze bestuurders ook lid van de Zuidelijke
Landbouw Maatschappij te Goes. Na de laatst gehouden
algemene ledenvergadering op 28 juni 1988 is de
bestuurssamenstelling als volgt:
L. W. van Nieuwenhuyzen, voor
zitter
A.J.G. Doeleman, vice-voorzitter
M. Boogerd, vice-voorzitter
F.P. Maas, lid dagelijks bestuur
C.J. Bierens, lid dagelijks bestuur
C.J. Almekinders
P. G. de Bruijn
K. Dees
C.J. Gaakeer
I.C. Hage
E.L. de Koeyer
A.H. Munters
S. Oudkerk
A.C. Timmermans
J. W. van der Vorm
Zoals u ziet wonen onze bestuursleden verspreid over
ons werkgebied Zeeland en Noord-Brabant.
De Heen
Nieuwerkerk
Zaamslag
Kortgene
Grijpskerke
Retranchement
Walsoorden
Biezelinge
St. Michielsgestel
Oud- Vossemeer
Burgh-Haamstede
Fijnaart
Goes
Raamsdonk
Breda
Ook dit keer staat in deze krant (pag. 6 en 7) interessant
der een verzekering kan men geen lid zijn. Nu zijn er
nogal wat leden die behalve voor zichzelf, ook een (au
to)-verzekering afsluiten voor naaste familieleden. Zij le
ven dan in de veronderstelling dat degene voor wie zij
een verzekering afsluiten zich zelf niet bij ons kan verze
keren omdat dit persoon geen lid is. Dit misverstand wil
ik graag de wereld uit hebben. Iedereen die bij ons een
verzekering afsluit wordt automatisch lid van Verzeke
ringen ZLM. Wij zien graag dat kinderen die meerderja
rig zijn (18) en niet meer financieel afhankelijk zijn van
hun ouders de verzekering op eigen naam zetten. Duide
lijkheid voor iedereen.
Ook dit keer staat in deze krant (pagina interessant
verzekeringnieuws van uw eigen "Onderlinge", een ver
zekeringmaatschappij van en voor de leden.
Een goede raad voor deze tijd: LET OP LANDBOUW-
VERKEER - MATIG UW SNELHEID!!
H. Doeleman Hzn, direkteur
Los van de uitkomst van de politieke besluitvorming
moeten we ons natuurlijk wel blijven realiseren dat het
in de land- en tuinbouw als gevolg van de gewijzigde
marktomstandigheden meer dan ooit zal aankomen op
het ondernemersschap en de inventiviteit van de indi
viduele boer en tuinder. Er is nu eenmaal geen eendui
dige oplossing voor de agrarische sector als geheel en
daarom zal ieder voor zich de mogelijkheden van het
eigen bedrijf moeten uitbuiten. Vanuit de landbouwor
ganisaties willen we daaraan o.a. bijdragen via de
nieuwe Stichting Stimulering Plantaardige Produktie
die hopelijk nog dit najaar van start kan gaan. Onder
tussen zijn we wel al druk bezig missie te bedrijven bij
de (coöperatieve) afzet en verwerking om t.z.t. de ak-
tiviteiten van de stichting positief tegemoet te treden
en nieuwe initiatieven waar mogelijk daadwerkelijk te
steunen. Ik heb de indruk dat dit wel zal lukken. Ook
hier zal echter de (individuele) boer zelf uit de start
blokken moeten komen. Als de wil er is, is er dikwijls
ook een weg.
Een aardig voorbeeld daarvan heb ik onlangs kunnen
zien in Oostenrijk waar een boer het samen met zijn
vrouw voor elkaar heeft gekregen om van een typische
part-time bergboerderij een hoofdberoepbedrijf te ma
ken. Hij deed dat door er melkschapen bij te nemen en
een uitgekiende afzet te realiseren. Binnenkort komt
ook zijn zoon - die slager is - op het bedrijf om van de
uitgemolken schapen worst en dergelijke te maken. Op
het oorspronkelijke part-time bedrijf verdienen nu twee
gezinnen hun brood. Zo kan het dus ook.
Oggel