Gebruik van kiemremmingsmiddelen bij aardappelen Doek gevallen over kwikgebruik Frites-proeflijn voor AM-resistente aardappelen Serie "Kwaliteit en Bewaring" nr. 9 Om aardappelen voldoende lang kiemvrij te kunnen bewaren, is behandelen met een kiemrem- mingsmiddel nodig. In Neder land worden alleen middelen op basis van IPC en/of CIPC ge bruikt (ook wel profam resp. chloorprofam genoemd). Poedervormige middelen Om aan de residu-eis te kunnen vol doen mag voor bewaring in bewaar plaatsen 1 kg middel per ton aardap pelen gebruikt worden 10 ppm). De laatste jaren wordt ook een poe- dervormig kiemremmingsmiddel ge bruikt (Germotect), waaraan een fungicide is toegevoegd. De dosering daarvan bedraagt 1.5 kg per ton aardappelen. Dit middel bevat 2% thiabendazole (TBZ) tegen fusari- umrot. Volgens het IBVL is de kans op het optreden van poederbrand bij dit middel niet kleiner dan bij ge bruik van een "zuiver" kiemrem mingsmiddel. Germotect komt voor al in aanmerking voor bedrijven waar problemen zijn met fusarium- rot en de aardappelen lang worden bewaard. De poedervormige middelen worden bij het inschuren op de transport band over de aardappelen verdeeld. De resultaten zijn over het algemeen zeer goed, maar toepassing op on- Elke vijf weken "gassen" met aan gepaste dosering op droge aardappe len geeft goed bewaarresultaat. voldoende afgeharde en beschadigde aardappelen geeft grote kans op poederbrand. Het is ook mogelijk om een kiemremmingsmiddel met TBZ tijdens het inschuren met ver fijnde spuitapparatuur in nevelvorm op de aardappelen te brengen. In 1987/1988 gaf ook deze behandeling beschadiging aan aardappelen. Vloeibare middelen Vloeibare kiemremmingsmiddelen worden tijdens het bewaarseizoen met speciale apparaten (Swingfog, Pulsfog, Dynafog) verneveld en door intern ventileren door de aard appelen verdeeld. Van de vloeibare middelen mag totaal 20 gram werk zame stof 20 ppm) per ton aard appelen worden gebruikt, d.w.z. 80 ml van een 25% middel, 67 ml van een 30% middel of 40 ml van een 50% middel. Poederen of gassen? Uit het oogpunt van een goede wer king verdient poederen de voorkeur maar de verwerkende industrie heeft grote bezwaren. Overleg over wel of niet poederen zo mogelijk met de af nemer van uw aardappelen. Hoe vaak gassen? Tot nu toe werd op de verpakking van vloeibare kiemremmingsmidde len als gebruiksaanwijzing vermeld dat de toegestane dosering in één, twee of drie behandelingen mocht worden gegeven. Onderzoek en ook praktijkervarin gen hebben evenwel aangetoond dat door de totale hoeveelheid over meer behandelingen te verdelen, dit een betere kiemremming tot gevolg heeft. Vandaar het advies om vaker een kleine gift te doseren, bijv. per vier a vijf weken. De totale toegesta ne hoeveelheid wordt dan bij lange bewaring in zes of acht keer gege ven. De problemen die ontstaan door te laat "gassen" worden hier door ook grotendeels voorkomen. Hoe gassen? Teleurstellende resultaten bij gassen zijn te voorkomen door aandacht te besteden aan de volgende punten: Zorg voor een goed beluchtings systeem: - De bewaarplaats mag geen lucht- lekken vertonen; - In de onder grondse kanalen mag geen water staan. Breng de aardappelen goed binnen: - Beperk de storthoogte tot 4 meter; - Een onregelmatige storthoogte is funest; - Voorkom stortkegels; - Mits goed verdeeld is 10% losse grond geen bezwaar; - Als de aardap pelen bekleed zijn met (natte) grond is de werking van het kiemrem mingsmiddel slecht. Let goed op de juiste wijze van bewaren: - Een te hoge bewaartemperatuur geeft meer kans op inwendige kie ming; - Zorg dat de aardappelen droog zijn en ook blijven, vochtige aardappelen kiemen snel; - Zorg dat binnen de partij overal dezelfde tem peratuur heerst; Bij temperatuurver schillen treedt kondensatie op; - Afwisselend persend en zuigend ventileren is ongewenst, omdat er geen kontrole meer is op kondensa tie in de partij. Dien het kiemremmingsmiddel op de juiste wijze toe: - Voer de eerste behandeling uit na de wondhelingsperiode. De volgende behandelingen elke 4 a 5 weken; - Vóór de eerste keer gassen de aard appelen eerst enkele graden inkoelen drogen). Ventileer de volgende keren eerst enige tijd met drogende lucht; - Gassen van aardappelen met "witte" puntjes verhoogt de kans op inwendige kieming; - Werk met een spuitdop van max. 0.8 mm; - Zorg voor een goede verdeling per kanaal, niet teveel kanalen tegelijk behandelen lijkt beter; - Eerst een dosering persend en vervolgens wat middel zuigend toedienen is beter voor de aardappelen bovenin de par tij; - Tijdens een vorstperiode niet wachten met de volgende behande ling; - Na elke behandeling intern blijven ventileren tot de nevel is ver dwenen; - Na elke behandeling de eerste dagen niet ventileren met bui tenlucht. Namens de CAT's Zuidwest Ne derland, de specialist kwaliteit en bewaring, J.H. van Nieuwenhuizen (CAT - Goes) Gelukkig dat direkt na vrijdag 30 september 1988 een weekend volgde. Een gesprek bij het Direktoraat Ge neraal voor de Arbeid (D.G.A.) viel helemaal in het verkeerde keelgat. Vanuit de Stopa was een bespreking aangevraagd om een nadere invul ling te geven bij een opgebruikrege- ling van restanten kwik in de poot- goedsektor. Tegen de achtergrond van de enorme inspanningen van het bedrijfsleven in het verleden, lagen er bij het D.G.A. gewoonweg absur de eisen op tafel. Eigenlijk niet te verteren. Maar wat is wijs? Ontsmetten met kwik In de pootgoedsektor wordt al jaren lang het breedwerkende middel kwik gebruikt voor de ontsmetting van het eigen uitgangsmateriaal. De ont smetting geschiedt door het onder dompelen van de aardappelen in een bak met water waaraan een kwik middel is toegevoegd in een hele lage koncentratie (0,3%). Na een vrij pri mitieve werkwijze vroeger is dat "wassen" steetls meer gestroomlijnd en zijn lopende-band-systemen ont staan. In de beginjaren '70 is de me chanisatie in een stroomversnelling gekomen, doordat strengere eisen aan het kwikgebruik werden gesteld. Terwijl vroeger de afgewerkte baden zó op het oppervlakte water konden worden geloosd, werd daar steeds meer paal en perk aan gesteld. Vanaf de zeventiger jaren is de Sto pa in beeld gekomen en heeft het kwikgebruik intensief begeleid met het hoofddoel kwik te kunnen blij ven gebruiken in verband met het bereiken van hoogwaardig, gezonde pootaardappelen. Mede hierdoor zijn we de grootste pootaardappe- lexporteur ter wereld geworden. De Stopa De Stopa heeft met medewerking van gewestelijke kwikkommissies steeds kunnen voldoen aan de steeds strenger wordende eisen bij het kwikgebruik. Regelmatig werden in de laatste 15 jaren de kwikontsmet- ters bij elkaar geroepen om nieuwe eisen door te nemen, om vooral een hoge mate van discipline te bereiken. Slib-restanten en filters werden ver zameld en vernietigd. De laatste gro te investering is 5 jaar geleden ge daan: het bouwen van een komplete zuiveringsinstallatie waar alle dom pelbaden konden worden gezuiverd. Regionale ophaaldiensten werden ingericht, van waaruit centrale inna me kon plaatsvinden. Dat alles zeer tot genoegen van diverse overheids- disciplines. Met trots konden "klei ne exkursies" worden georga niseerd. We hebben hier nimmer mee aan de weg getimmerd. Maar ondertussen heeft de Stopa in de loop der jaren ongeveer 4 miljoen bijgedragen, hebben de ontsmetbedrijven zware investeringen gedaan o.a. in voor wassers en zijn de tarieven voor het ontsmetten voor de telers opgelopen van 1 cent/kilogram pootaardappe len in 1970 naar ongeveer 7 cent/kilo nu. Dat is bij een gebruik van 4 ton pootgoed per ha van 40,naar 280,per ha. Het doek is gevallen Ondanks al deze inspanningen is het doek gevallen. Het kwikgebruik is bijna verleden tijd in de pootgoed- INGEZONDEN MEDEDELING sektor. De fabriek waar het land- bouwkwik werd gemaakt is failliet gegaan. Er was nog een kleine voor raad die via de Stopa zo goed moge lijk is verdeeld. Van een nieuwe toe lating is geen sprake meer. Die strijd hebben we al verloren. Daarover la ter nog wat meer. Resten-gebruik De toelating is dus inmiddels inge trokken en toch zijn er hier en daar nog wat rest-middelen overgebleven. Door het "moderne" gebruik van de dompelbaden zijn maar uiterst klei ne hoeveelheden kwik benodigd. Sommige baden kunnen met goed voorwassen van de aardappelen zeer langdurig worden gebruikt en her gebruikt. Een vijftien tal bedrijven heeft ondertussen een ontheffing aangevraagd voor deze herfst. Toen ons van D.G.A.-zijde onlangs werd gevraagd om als voorwaarden een bloedonderzoek toe te passen bij de ontsmetters hebben we daar welwil lend op geageerd. Als Stopa! En doorgenomen met de 15 bedrijven! Ook welwillend! Maar de uitvoering daarvan? Niet te geloven! Een ver pleegster het hele land door enz. enz. Iedere 14 dagen bloedprikken, kosten 200,per keer per prik. Allemaal vanwege "uniformiteit" en wetenschappelijke betrouwbaar heid. En dat nog voor enkele hon derden tonnen te ontsmetten poot- aardappelen, waar we eens spraken over duizenden tonnen. Tenslotte Achter een bureau kan men veel be denken. Het tijdstip van ontsmetten ligt voor elk van de ontsmetbedrij ven verschillend. Afhankelijk van het aanbod van de pootgoedtelers en daarmee afhankelijk van het weer. Suikerbieten oogsten en konsump- tieaardappelen. Tarwe zaaien en wintervoor ploegen. Daartussen door of daarna o.a. het ontsmetten van pootaardappelen. Dat kan niet volgens de kalender; het gaat in een flexibel systeem, zoals wij boeren dat gewend zijn. Daar past geen ver pleegster tussen door van Texel naar Goes en van Goes naar Baflo. Er zijn ook huisartsen en gespecialiseer de "bloedprik" diensten. Ook alvast een schot voor de boeg van Dinoseb gebruikers in het jaar 1989, waarbij zo'n 3 a 4.000 boeren betrokken zijn. A. Vermeer Bij het IBVL te Wageningen heeft de Algemeen Direkteur Land bouwkundig Onderzoek, prof. dr. K. Verhoeff een proeflijn in ge bruik gesteld waarop pommes frites worden geproduceerd van aard-, appelen die resistent zijn tegen aardappelmoeheid. De proeflijn, die een kapaciteit heeft van 100 kg frites per uur, is vervaardigd door H H Engineering in Giessen. De financiering voor de proeflijn is af komstig van het aardappelbedrijfsleven en van het Ministerie van Landbouw en Visserij, dat op advies van het Landbouwschap een deel van de MCB-gelden beschikbaar gesteld heeft. De Nederlandse fritesfabrieken ver werken jaarlijks ruim een miljoen ton" konsumptie-aardappelen tot pommes frites, die voor ongeveer 75 procent worden geëxporteerd. Tot nu toe wordt voor de fritesfabrikage overwegend alleen het overbekende en zeer geschikte ras Bintje gebruikt. Door de voortschrijdende aardap pelmoeheid ziet het er echter naar uit dat de teelt van Bintje de komende jaren zal verminderen. Vooral als de nieuwe vruchtwisselingsvoorschrif- ten van kracht worden, want die zul len de teelt van meer AM-resistente rassen afdwingen. De grondstoffen- voorziening van de aardappelver- werkende industrie zou daardoor in gevaar kunnen komen. Het is dus noodzakelijk om op semi- praktijkschaal te zoeken naar alter natieve, AM-resistente rassen, die in het laboratorium in principe reeds geschikt bleken te zijn voor de pro- duktie van pommes frites. In de proeflijn kan via systematisch on- zocht. Belangrijke kwaliteitsaspek- ten daarbij zijn kleur en textuur, die worden beïnvloed door de tempera- Gekleed als kok, stelde DLO- tuur en de duur van het bakproces. In laboratoriumonderzoek heeft het IBVL vastgesteld dat de optimale blancheer-, droog- en bakkondities voor elk ras verschillend zijn. Selektie In de proeflijn worden alleen rassen getest die in het bestaande rassenon- derzoek van het IBVL reeds goed geskoord hebben. Ze moeten (bijna) op de Rassenlijst staan, uiteraard AM-resistent zijn en aantrekkelijk lijken voor teler en fritesfabrikant. Daarbij gaat het om zaken als op brengst, chemische samenstelling, uiterlijke kwaliteit en rendement in de fabriek. Voor het onderzoek, dat van start gaat met aardappelen van oogst 1988, zijn de rassen Agria, Diamant, Morene en Van Gogh geselekteerd. Volgend jaar kunnen ook andere rassen in aanmerking komen waar voor belangstelling bestaat bij de aardappelverwerkende industrie. Aan de geselekteerde rassen voert het PAGV in Lelystad onderzoek uit om de teelt te optimaliseren. Dit projekt is van groot belang voor de Nederlandse aardappelverwer kende industrie, die jaarlijks meer dan een miljoen ton konsumptie- aardappelen verwerkt tot frites, die derzoek voor elk ras het optimale direkteur prof. dr. K. Verhoeff de voor ongeveer 75 procent worden verwerkingsproces worden uitge- frites- proeflijn in gebruik. geëxporteerd. Vrijdag 7 oktober 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 8