Hoofdbestuur ZLM wil vasthouden
aan investeringsregeling akkerbouw
zuidelijke landbouw maatschappij
Landbouwschap: "Meer ruimte
nodig voor nevenbedrijven en niet-
agrarische activiteiten"
Organisatiestructuur
Bio-ethanol
Rekening en begroting
V'-OELBU^ y
QÏÏD
VRIJDAG 7 OK
iana- en 76e JAARGANI
tuinbouwblad
De start van het aardappelseizoen moest in de meeste delen van het Zuidwesten een week worden uitgesteld
vanwege de te natte bovengrond. Eind vorige week en begin deze week kon volop met de rooiwerkzaamhe-
den worden begonnen. Door het hoge onderwatergewicht moet de nodige zorgvuldigheid bij het rooien en
inschuren betracht worden, dit in verband met blauw gevoeligheid. Op de foto ziet u de heer C.M. v.d. Velde
uit Kerkwerve (l) bezig met het inschuren van de Bintjes, daarbij geholpen door (vlnr) zijn schoondochter
G.A.M. v.d. Velde, zijn vrouw en een medewerker. Van de Velde is goed te spreken over opbrengst en sor
tering.
■V
Het Landbouwschap werkt op het ogenblik samen met
de overheid en de banken aan een nieuwe liquiditeitsfi-
nancieringsregeling voor de akkerbouw en de intensieve
veehouderij. Gedacht wordt aan een gegarandeerd be-
drijfskrediet met een middellange looptijd waarop niet
per se ieder jaar hoeft te worden afgelost. Voorzitter Ge
rard Doornbos van het Landbouwschap deelde dit
woensdag mee aan het begin van de openbare bestuurs
vergadering.
Voor de nieuwe kredietfaciliteit zullen het Borgstellings
fonds en de banken gezamenlijk garant moeten staan.
Nagegaan wordt nog of een koppeling aan het bestaande
rentesubsidiebeleid mogelijk is.
Doornbos toonde zich in zijn openingswoord zeer teleur
gesteld over het op Prinsjesdag voor de land- en tuin
bouw gepresenteerde beleid. De georganiseerde
landbouw moet daarom zelf initiatieven nemen voor het
formuleren van een nieuw nationaal sociaal-structureel
beleid voor de land- en tuinbouw. Uitgaande van het in
dividuele bedrijf zullen daarin de mogelijkheden voor
voortzetting danwel herstructurering danwel beëindiging
duidelijk in beeld moeten worden gebracht. Omdat er,
anders dan in de zeventiger jaren, minder mogelijkheden
zijn voor bedrijfsvergroting of andere produktiestimule-
rende maatregelen moet er in het nieuwe beleid ook
ruimte komen voor nevenbedrijven en niet-agrarische ac
tiviteiten op het boerenbedrijf, zo zei hij.
Doornbos liet verder weten dat het dagelijks bestuur van
het Landbouwschap het licht op groen heeft gezet voor
een aangepast kwaliteitspremiëringssysteem voor drijf-
mest. Naar aanleiding van de kritiek op de tot nu toe ver
strekte premies zijn de afstandscriteria en de
ophaaltarieven in niet-overschotgebieden fors verlaagd.
De voorzitter van het Landbouwschap sprak tenslotte
zijn teleurstelling uit over het plafond van 175 intensieve
veehouderij-eenheden in het nieuwe verplaatsingsbesluit.
Het plafond is volgens hem te laag, omdat het gemiddel
de bedrijf in de intensieve veehouderij nu al aan ruwweg
1,5 persoon werkgelegenheid biedt. Het plafond komt
overeen met slechts 1,2 a 1,3 arbeidskrachten. Doornbos
verwacht dat de bedrijven daarom zullen gaan zoeken
naar mogelijkheden om het plafond te omzeilen.
De voorzitter van de ZLM, de heer H.C. van der Maas,
heeft op de maandag 3 oktober jl. in Goes gehouden
hoofdbestuursvergadering nogmaals gepleit voor een
verhoging van het BTW-forfait voor de akkerbouw als
compensatie voor de te snelle daling van de ondersteu
ning bij de EG-marktordeningsprodukten. In het kader
van het akkerbouwaktieplan dient er verder voor de
sector een breedwerkende investeringspremieregeling
te komen. Deze dient substantieel te zijn, dat wil zeg
gen meer dan de WIR-premie was. Volgens de ZLM-
voorzitter dienen deze eisen te worden ingewilligd wil
len de Nederlandse akkerbouwbedrijven zich adequaat
aan kunnen passen aan de nieuwe meer marktgerichte
situatie in de EG. De heer Van der Maas zei verheugd
te zijn over de steun die deze voorstellen in het brede
CLO-beraad hebben gekregen. Op korte termijn, 21
oktober a.s., zal er opnieuw in breed 3 CLO-verband
een discussiebijeenkomst met de minister van land
bouw plaatsvinden over deze en andere zaken aan
gaande de akkerbouwproblematiek. Door het hoofd
bestuur werd met instemming van een en ander kennis
genomen.
Het hoofdbestuur heeft gediscussieerd over een be
leidsvisie die het dagelijks bestuur heeft opgesteld ten
aanzien van de toekomstige organisatiestructuur en de
werkwijze van de ZLM. Het dagelijks bestuur wil met
deze nota de richting aangeven waarin de ZLM zich als
standsorganisatie zou kunnen ontwikkelen, dit tegen
de achtergrond van veranderende omstandigheden.
De belangrijkste uitgangspunten in de nota zijn samen
werking en dienstverlening. Bij de financiering van een
en ander dient toepassing van het profijtbeginsel niet
te worden uitgesloten. De bestuurlijke structuur die is
gebaseerd op afdelingen en kringen verandert in begin
sel niet. Wel zouden er verbeteringen in de besluitvoor
bereiding en -vorming binnen de ZLM doorgevoerd
kunnen worden. De beleidsbeslissingen blijven bij het
hoofdbestuur. Het dagelijks bestuur krijgt wel meer
ruimte om beleidsvoorbereidend werk te verrichten.
Dit komt de besluitvorming en duidelijkheid in zijn alge
meenheid ten goede. Het hoofdbestuur heeft de be
leidsvisie van het DB doorgenomen. Deze zal nu ter
goedkeuring aan de Ledenraad worden voorgelegd.
"Het is van groot belang dat in Nederland in navolging
van Europese landen als Duitsland, Frankrijk en Zwe
den geëxperimenteerd wordt met bio-ethanol als alter
natieve brandstof voor automotoren". Dat staat in een
notitie van het Landbouwschap "Bio-ethanol: Europe
se landbouw in perspectief" die mede op aandrang
van de ZLM tot stand is gekomen.
In de notitie wordt verder gesteld dat een experiment
in Nederland de gehele bedrijfskolom zal moeten door
lopen, dus van gewasveredeling tot gebruik van bio-
ethanol en de bijprodukten. Hierbij kunnen bureau- en
praktijkonderzoek in grote mate op elkaar aansluiten.
Nederland kan hier mogelijk een belangrijke bijdrage le
veren omdat er al de nodige ervaring bestaat op het
gebied van agrarisch, milieutechnisch en autotech-
nisch onderzoek. Het hoofdbestuur van de ZLM kan
zich volledig vinden in de conclusies en aanbevelingen
in het rapport. Het bestuur onderschrijft nadrukkelijk
dat voortgaand onderzoek t.b.v. de aanwending van
plantaardige grondstoffen voor de fabricage van bio-
ethanol noodzakelijk en gewenst is.
Het hoofdbestuur van de ZLM heeft de jaarrekening
1987 vastgesteld. Op basis van de begroting was een
negatief resultaat voorzien. Dat er uiteindelijk toch een
positief saldo behaald werd is niet zozeer een gevolg
van meevallende uitgaven maar veeleer van hogere in
komsten. Het hoofdbestuur ging akkoord met het
voorstel om het voordelig saldo toe te voegen aan de
algemene reserve.
Aansluitend werd ook de begroting 1989 goedge
keurd. Ook voor 1989 wordt een tekort voorzien. In
een toelichting schrijft het dagelijks bestuur dat er in
feite al een aantal jaren bij de ZLM sprake is van een
structureel tekort. Het dagelijks bestuur heeft uitvoerig
gesproken over de wijze waarop het voor de komende
jaren voorziene tekort kan worden opgevangen. Mede
gezien de verwachte toename van de werkzaamheden
van diverse ZLM-diensten is het, zo zegt het DB, niet
reëel om op de uitgaven te besparen. Daar komt bij dat
er de komende jaren met enige nieuwe incidentele
kostenposten rekening moet worden gehouden waar
onder een uitgave voor de Stichting Plantaardige Pro-
duktie van f 25.000,— hogere kosten voor de SEV in
verband met o.m. een verlaging van de overheidssub
sidie en een reservering voor het 150-jarig bestaan van
de ZLM in 1993. Om dit tekort te dekken stelt het da
gelijks bestuur voor de basiscontributie te verhogen
met f 35, Het hoofdbestuur ging ha een korte dis
cussie, waarin o.m. werd gewezen op de noodzaak tot
beheersing van de kosten, akkoord met de contributie
verhoging.