Dilemma bij toekomstige
milieumaatregelen: tijd of geld
Ontwerp-waterkwaliteitsbeheers-
plan Schouwen-Duiveland
Uitvoeringswerkzaamheden rvk
Yerseke Moer begonnen
"Oogst" -
komt er aan
weken
Frans voedingsmiddelen concern Sofalia versterkt
zich door samenwerking met Biosem ,0ok °p MAS Schoondijke
Bij toekomstige milieumaatregelen voor de agrarische sector zal de
overheid een keuze moeten maken over het tempo waarin deze moeten
worden doorgevoerd. Tijd of geld, daar komt deze keuze in het kort
op neer. Agrarische bedrijven moeten voldoende tijd en gelegenheid
krijgen om aanpassingen op bedrijfsniveau aan te brengen. Als die
mogelijkheid er niet is dan is het alternatief een financiële ondersteu
ning door de overheid. De overheid zal bij de door haar voorgestelde
milieumaatregelen altijd naar het uiteindelijke effect ervan kijken.
Achterliggende gedachte daarbij is dat vele kleintjes samen een grote
maken. Het probleem voor de agrarische sector is daarmee geboren.
Toch, zo zegt milieuspecialist Hans Gerritsen van het Landbouw
schap, hoeft dat geen patstelling te betekenen.
Als voorbeeld noemt hij het Natio
naal Milieubeleidsplan waar op dit
moment aan gewerkt wordt. Deze
nog te publiceren visie van de over
heid wordt door vier ministeries on
derbouwd. Landbouw, VROM,
Verkeer en Waterstaat en Sociale Za
ken werken samen aan de totstand
koming ervan. De gezamenlijke
opstelling mondt uit in een visie op
langere termijn. Zo zou in 2000 de
emissie van zwaveloxide in Neder
land ten opzichte van de hoeveelheid
in 1980 met 60 procent moeten zijn
teruggebracht. Voor stikstofoxiden
voorziet het plan in een reductie van
33 procent en voor ammoniak geldt
dat de emissie met meer dan 50 pro
cent moet zijn teruggebracht.
Op zich is de agrarische sector het
eens met de uitgangspunten. Bij de
nader in te vullen uitvoeringspro
gramma's wordt de fasering een
moeilijk punt. Van belang is dat het
geen star beleid wordt en dat er
ruimte blijft om op gepaste wijze in
te spelen op nieuwe inzichten en ont
wikkelingen die het milieu ten goede
komen en de flexibiliteit van de sec
tor niet onnodig belemmeren.
Financiering
Om het beleid doorgang te laten vin
den en niet stuk te laten lopen op de
financiën is onder andere het plan
voor een verzuringsfonds gelan
ceerd. "Een ongelukkig idee", zo
vindt Hans Gerritsen. Het komt er in
feite op neer dat je geld van de ene
sector overhevelt naar de andere.
Raffinaderijen en elektriciteitsmaat
schappijen kunnen worden aan
gesproken op de kosten die de
landbouw moet maken. Als de over
heid vindt dat er een dermate streng
milieubeleid moet worden gevoerd
dat het voortbestaan van de sector
ernstig wordt bedreigd is een bijdra
ge uit de algemene middelen rede
lijk. Om dan bij andere sectoren aan
te kloppen om het maar even te beta
len is wat al te gemakkelijk. Boven
dien wordt hier een precedent
geschapen waarvan de gevolgen niet
te overzien zijn. Een ander aspect
van het verzuringsfonds is dat je van
de ene op de andere dag verontreini
gingsrechten krijgt die geld waard
zijn. Over wat dit fiscaal betekent is
helemaal niet nagedacht".
Europese normen
Met het oog op de open interne
markt in 1992 veranderen de milieu
normen, zo verwacht Hans Gerrit
sen. De normen zullen dan
betrekking hebben op een Europees
milieu- en kwaliteitsbeleid. Residuto
leranties zijn daar uiteindelijk het re
sultaat van. Dat betekent dat wordt
aangegeven in welke concentraties
bepaalde stoffen in het (eind)pro-
dukt aanwezig mogen zijn. Gemeen
schappelijke normen voor onder
andere grond- en oppervlaktewater
zijn daarbij niet uitgesloten.
Volgens Hans Gerritsen kan de Ne
derlandse land- en tuinbouw er niet
automatisch van uitgaan dat dit pro
ces zonder slag of stoot zal verlopen.
Het is gevaarlijk om te denken dat
het land met de meest intensieve
landbouw in Europa als norm dient
bij de vaststelling van de Europese
regels. Het is nog onduidelijk of en
in welke mate in bepaalde gebieden
van Europa van zo'n norm kan wor
den afgeweken.
Voor de Nederlandse land- en tuin
bouw ziet hij een belangrijke moge
lijkheid bij de verdere ontwikkeling
van geïntegreerde bedrijfssystemen.
Toch zal altijd rekening moeten wor
den gehouden met het feit dat je
voor de teelt van gewassen van de bo
dem gebruik maakt. Hans Gerritsen:
"Als je de bodem voor landbouw ge
bruikt zal er altijd uitspoeling of
vastlegging van voedingselementen
plaatsvinden. De kunst is om met be
houd van het rendement in de be
drijfsvoering de toediening van
meststoffen zo veel mogelijk in over
eenstemming te brengen met de be
hoefte van de plant".
Gewasbescherming
Een zelfde verhaal gaat ook op voor
het gebruik van bestrijdingsmidde
len. De milieudeskundige van het
Landbouwschap is het niet eens met
de negatieve berichten dat de agrari
sche sector onzorgvuldig omgaat
met bestrijdingsmiddelen. Uit het
oogpunt van zo laag mogelijke
kosten is het voor ondernemers aan
trekkelijk om zorgvuldig om te gaan
met bestrijdingsmiddelen die bij de
toelating aan een kritische beoorde-
ir. H. Gerritsen
ling worden onderworpen. "Als je
een vergelijking maakt tussen de eer
ste middelen die in de land- en tuin
bouw werden gebruikt en de huidige,
toegestane stoffen is er een groot ver
schil. De nu gangbare middelen zijn
veel sneller afbreekbaar en werken
selectiever. De frequentie van spuiten
zegt mij niets en ook de bedragen die
ondernemers eraan spenderen zijn
geen maat voor de schadelijkheid
van de middelen". Een objectieve be
oordeling kan volgens Hans Gerrit
sen alleen maar plaatsvinden als er
gekeken wordt naar de snelheid
waarmee een middel wordt afgebro
ken en naar de schadelijkheid van de
produkten die daarbij ontstaan.
Daar is al een enorme vooruitgang
geboekt.
Dit betekent volgens hem echter niet
dat het eindpunt in dit proces al is
bereikt. Wel is er sprake van een goed
uitgangspunt om mee verder te wer
ken. Centraal moet daarbij staan dat
de belangen van de boer (kosten
besparing) en een schoner milieu pa
rallel lopen. De overheid moet dit
ook gaan inzien en ruimte geven
voor het gebruik van betere midde
len, ook al voldoen ze niet aan alle
eisen. Het goede moet niet belem
merd worden in afwachting op het
betere, aldus Hans Gerritsen. Hij nu
anceert de veel gehoorde opmerking
dat de agrarische sector te laat is met
het aanpassen van milieumaatrege
len. "Het is voor sommige maatrege
len inderdaad kort dag maar dat wil
niet zeggen dat er ook in een eerder
stadium niets is gebeurd". Een voor
beeld is de brochure Veehouderij en
Hinderwet, die al zo'n vijftien jaar
bestaat. In deze brochure wordt een
soort zonering aangegeven voor
agrarische bedrijven als daar bepaal
de dieren zijn gehuisvest. De richtlij
nen die erin zijn vastgelegd zijn tot
stand gekomen na overleg tussen het
ministerie van landbouw en visserij,
het toenmalige ministerie van volks
huisvesting en milieu en het Land
bouwschap. Een voordeel van de
destijds gemaakte afspraak vindt
Gerritsen dat iedere veehouder weet
waar hij aan toe is. Ook de regionale
mestbanken zijn al vele jaren geleden
op initiatief van het Landbouwschap
opgericht.
Vooruit
"Wij moeten als land- en tuinbouw
zorgen dat we de milieuproblematiek
de baas worden. Het lijkt me stug
dat dit niet lukt", aldus Hans Gerrit
sen. "Er zijn ambitieuze afspraken
gemaakt om de mestoverschotten
aan te pakken. Er is een mestbank
waar veel werk wordt verzet en er
wordt voor tientallen miljoenen gul
dens onderzoek gedaan naar kwali
teitsverbetering, be- en verwerking
van mest. Het probleem moet nu
aangepakt worden omdat anders
maatregelen op ons af kunnen ko
men waarbij de omvang van de
veestapel moet worden terugge
bracht. Alles bij elkaar zal dit veel
geld kosten. Voor onderzoek en
mestopslag is ruim 150 miljoen gul
den beschikbaar. Het moet mogelijk
zijn om dat nuttig te besteden zodat
we over enige tijd kunnen zeggen dat
de agrarische sector het mestpro
bleem heeft aangepakt en opgelost.
Op deze manier kunnen we de sector
in de huidige omvang overeind
houden".
Gerrit Schroten
Landbouwschap
kursus kamperen bij de boer
In het kader van de uitbreiding van
haar onderneming kondigt SOFA
LIA, specialist op het gebied van
laag-calorische ingrediënten, voe
dingsvezels en grondstoffen voor de
voedingsindustrie, aan dat de onder
neming BIOSEM (Groep Limagrain)
een participatie in haar aandelenka
pitaal heeft genomen. Deze partici
patie volgt op de deelnemingen door
ROUSSEL UCLAF, GERERALE
SUCRIERE en de BANK VAN DE
EUROPESE UNIE (Banque de
l'Union Européenne).
De Groep Limagrain, het grootste
Europese zaaizadenconcern (omzet
1988: ca. 700 miljoen), levert daar
mee een zeer specifieke bijdrage aan
Het dagelijks bestuur van het water
schap Schouwen-Duiveland maakt
bekend dat op de griffie van het wa
terschap en op de sekretarieën van
de gemeenten, die binnen het be
heersgebied van het waterschap lig
gen, gedurende de periode vanaf 7
oktober tot 8 december 1988 voor
een ieder ter inzage ligt het ontwerp-
waterkwaliteitsbeheersplan
1987-1992. In dit plan wordt door
het waterschap te voeren kwaliteits
beheer voor de periode 1987-1992
omschreven.
Desgevraagd kan door medewerkers
van het bureau algemene zaken
(01110-12551) informatie over het
plan worden gegeven. Voor belang
stellenden is het plan tegen betaling
van 25,beschikbaar. Een sa
menvatting van het plan is op ver
zoek bij het waterschap be
schikbaar.
Binnen genoemde termijn van de ter-
inzagelegging is een ieder bevoegd
de know-how binnen SOFALIA, die
uitstekend aansluit bij die van de an
dere partners.
Het kapitaal van SOFALIA is na de
ze operatie als volgt verdeeld:
ROUSSEL UCLAF 40%; GENE
RALE SUCRIERE (Groep Saint
Louis) 24,5%; BIOSEM (Groep Li
magrain) 24,5%; OMNIUM DE
L'UNION EUROPEENNEE
(B.U.E.) 11%. De heer Michel BRU-
DER is benoemd tot voorzitter van
het bestuur, de heer Jean Claude
ALQUIER is de Algemeen Di
recteur.
De zetel van de vennootschap is SO
FALIA, BP TOUR ROUSSEL
HOECHST IN PARIJS.
tegen het ontwerp schriftelijke be
zwaren in te dienen bij de Algemene
Vergadering van het waterschap,
Postbus 20, 4300 AA Zierikzee.
Schouw
Gelet op de bepalingen in de veror
dening waterkering en waterbeheer
sing Zeeland, zal op 15 november
1988 en daarop volgende dagen
schouw worden gedreven over alle
sloten - ook kavelsloten - in het ge
hele waterschap.
De onderhoudsplichtigen - veelal de
gebruikers van de aan genoemde slo
ten gelegen gronden - dienen tijdens
de schouw: de sloten zuiver, op
breedte en diepte te hebben; de zich
in de dammen bevindende duikers
zuiver en in goede staat van onder
houd te hebben; de afgetrapte of in
gelopen kanten hersteld te hebben;
het uit de sloten op de wegbermen
aanwezige vuil verwijderd te
hebben.
In het ZLM-blad van 30 september
jl. heeft u kunnen lezen dat op 11 no
vember op de MAS Helmond de kur-
Afgelopen maandag is daadwer
kelijk een begin gemaakt met de
uitvoering van de ruilverkaveling
Yerseke Moer. Met behulp van
een kraan en twee grote draglines
worden waterlopen gegraven
rondom het relatiegebied. Dit ge
bied beslaat zo'n 400 ha. en ligt
middenin het 1.500 ha. grote
ruilverkavelingsgebied. Het wa
terpeil in het relatiegebied zal
sus kamperen bij de boer van start
gaat. In hetzelfde artikel was te lezen
dat deze kursus in het zuiden ook zal
worden gegeven aan de agrarische
scholen te Cuijk, Roermond en
Goes. Wij vermeldden echter niet
dat deze kursus ook aan de MAS
Schoondijke zal worden gegeven.
straks geregeld kunnen worden
door middel van sluisjes naar de
nu gegraven waterlopen, onaf
hankelijk van het waterbeheer in
het overige deel van de ruilverka
veling. De waterlopen moeten
per 1 december a.s. klaar zijn.
Met de uitvoeringswerkzaamhe
den is gewacht tot de oogstwin-
ning achter de rug is.
Met een kraan en (op de achtergrond) twee draglines worden de water
lopen gegraven.
Over vier weken verschijnt het
eerste nummer van Oogst. Het is
een uitgave van de drie Centrale
Landbouw Organisaties, die hun
aktiviteiten op het publicitaire
vlak voor een groot deel willen
bundelen. De lezers van Boer en
Tuinder, De Landbode, Ons
Platteland, Ons Friese Platteland
en Fries Landbouwblad ontvan
gen met ingang van 4 november
iedere week Oogst. De bestaande
bladen van de organisaties blij
ven wel intakt, maar worden een
beetje dunner; zij richten zich
vooral op het organisatienieuws
en de provinciale/regionale be
richtgeving. Boer en Tuinder
wordt straks opgenomen in
Oogst (komt in het hart), terwijl
Landbode en Ons (Friese) Platte
land met Oogst worden mee
gestuurd in één adresband. De le
zers van het Fries Landbouwblad
krijgen Oogst apart in de bus. De
leden van de ZLM kunnen een
abonnement op Oogst nemen.
Kosten 60,per jaar.
A
Vrijdag 7 oktober 1988
15