Looyen uit Nispen vertelt: Imker Piet Meer dan ooit is Tolsma uw keuze als er bewaard moet w< Indirekte betekenis Kritiek Varoamijt 'Als 11-jarige jongen ben ik 30 jaar geleden begonnen met bijen- houden. Niet zozeer omdat mijn vader ook deze hobby uitoefen de, maar om van de natuur wat meer te weten te komen. Bijen- houden brengt je in zeer nauw kontakt met de natuur als je er tenminste voor open staat. Nog teveel imkers geven aan de ho ning de hoogste prioriteit. Van de bijen is veel te leren wat de na tuur ons biedt. Je gaat samen hangen in de natuur zien, even wichten. Bijen en de meeste plan ten zijn sterk afhankelijk van elkaar. natuurgebieden verdroging op treedt. Ondanks deze minpunten zijn in Nederland nog een kleine 9000 imkers te vinden met naar schat* ting zo'n 70.000 bijenvolken. Zelf heb ik 15 volken. Het is al leen te danken aan deze mensen, die met veel inzet en met hart voor hun hobby en met financië le offers er voor zorgen, dat er nog steeds bijenvolken in Neder land zijn. De indirekte betekenis van de ho ningbij is vele malen groter dan de direkte betekenis. Voor iedere Doordat onlangs 3000 m2 grond is aangekocht heeft Piet Looyen nu bijna 1 ha dat is aangeplant met diverse houtsoorten en drachtplanten. Het snoeihout van z'n bomen wordt opgestapeld om zo vogeltjes als de winterkoning e.d. gelegenheid te geven om te nestelen Een halve eeuw geleden vormde de bijenhouderij nog een vast on derdeel op vooral boerenbedrij ven op de zandgronden. Door de veranderde wijze van landbouw is de oppervlakte drachtplanten sterk verminderd. Drachtplanten zijn planten waarop de bijen hun voedsel in de vorm van nektar en stuifmeel verzamelen. De koren bloem is door het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen ge heel verdwenen en b.v. diverse klaversoorten zijn door hoge kunstmestgiften niet meer te vin den. Ook de verlaging van de grondwaterstand komt de bij enstand niet ten goede omdat in gulden die de bijen de imkers schenken in de vorm van honing, schenken ze ƒ20 aan b.v. de fruit telers voor bestuiving. Vroeger zorgden veel bijenachtigen zoals de hommel voor bestuiving, maar door het verdwijnen van de meeste soorten is de honingbij van ontschatbare waarde gewor den voor de economie. Onze bij en produceren jaarlijks zo'n 750.000 kg honing. Uit landen als Rusland, Roemenië en Hon garije wordt per jaar ongeveer 3.500.000 kg geïmporteerd. Dit houdt in dat we 2097o in onze ei gen honingkonsumptie voorzien. In Nederland wordt per hoofd van de bevolking ruim 250 gram als geneesmiddel en als voe dingsmiddel verbruikt. Onze oosterburen halen een gemiddel de van 1 kg. Gezien deze cijfers en het belang wat we dienen moet er financieel geld bij. Honing wordt voor misschien ƒ4,per kg geïmporteerd. Als vervanger voor de honing verstrekken wij de bijen suiker en hiervoor moe ten we al ƒ2,20 per kg betalen. Eigenlijk is het een schande dat de regering de subsidie op suiker heeft ingetrokken. Wat weinigen weten is dat niet al leen de tuinbouw maar net zo goed de stedelingen profijt heb ben van de bijenhouderij. Een gedeelte van de vaak prachtige flora en fauna in stadsparken is aan de bijen te danken. Ook al klinkt het ongeloofwaar dig maar in de stad zijn de over levingskansen voor bijen beter dan op het platteland. In een stad met een normaal plantsoen bestand en tuintjes zijn voldoen de honinggevende planten om te overleven. Bepaalde soorten heesters dragen alleen dankzij bestuiving bessen en dankzij deze bessen kunnen vele vogels in de stad leven. Het zou goed zijn dat bestuurders van steden gaan in zien hoe noodzakelijk bijen voor de leefgemeenschap zijn en dat ze naast klimatologische en estheti sche aspekten ook het aspekt landschapsinrichting ten gunste van bijen in hun beleid opnemen. Bijen geven aan hoe het met de natuur in een gebied is gesteld. Als een bijenvolk overleeft zon der toevoeging van suikerwater en zonder afname van honing dan is het met de natuur goed gesteld. Vanuit mijn imkersbril bekeken heb ik toch scherpe kritiek op de land- en tuinbouw. Bijen zijn door de wet beschermd en het is dan ook verboden drachtplanten in de bloei met een insekticide te bespuiten. Een aantal jaren gele den lagen er bij mij veel dode bij en voor de kasten. Deze bijen hadden oranje stuifmeelklomp jes aan hun pootjes en ik kon dit niet thuiswijzen. Een 'zoekaktie' in de omgeving leverde niets op. Toen heb ik een monstertje op gestuurd naar de proefbijenstand 'Ambrosiushoeve' te Hilvaren- beek. Uit het uitgevoerde onder zoek bleek dat het stuifmeel af komstig was van asperges en dat deze met het voor bijen zeer gifti ge middel dimethoaat was bespoten. Er wordt aangaande een beheerst bestrijdingsmiddelen gebruik nog te weinig voorlichting gege ven. In de handel zijn dikwijls milieuvriendelijke middelen te koop met dezelfde werking maar doordat deze middelen iets duur der zijn laat men ze liggen. Dit bewijst al dat niet iedere land bouwer verstandig bezig is om het noodzakelijke evenwicht in de natuur in stand te houden. Los van dit alles moeten we ook alert zijn tegen b.v. de varoamijt die dit jaar weer verwoestend heeft gewerkt in de bijenvolken. Eindelijk zijn er middelen ver krijgbaar die de aantasting terug kunnen brengen tot 2%. De Va roamijt is een krabachtig diertje dat parasiteert op bijen en leeft van het bloed van de bij waar door de hemolymfen hiervan sterk verzwakken. Ik heb jaren met hete plan rondgelopen om in Frankrijk een bijenhouderij op te zetten. Door mijn werk als fijn metaalbewerker moet ik nogal eens een keer in Frankrijhk repa raties uitvoeren. In mijn vrije uren daar stap ik in de auto en ga het platteland verkennen. Hier door heb ik een aantal kennissen opgedaan met wie ik van gedach ten kan wisselen. Wat mij daar uit gesprekken opvalt is dat de Franse regering veel meer voor hun boeren en tuinders doet dan de Nederlandse. In Nederland kan een imker zich niet ontplooi en maar in Frankrijk nog wel. Frankrijk telt nog 1500 beroep simkers. Met 250 volken is het mogelijk een redelijke bestaans zekerheid te hebben. Als er in Nederland niet snel maatregelen genomen worden die stimulerend werken voor de bijenhouderij dan gaat het bergafwaarts. Tot 1980 zat er jaarlijks nog stijging in het aantal imkers maar nu loopt dit aantal terug. Alleen al door stadsuitbreidingen en het aanleggen van industrieterreinen worden imkers gedwongen te stoppen. Ik wacht af hoe alles zich hier. zal ontwikkelen, het plan van beroepsimker in Frank rijk ligt nog niet in de ijskast'. J. van Tilburg Met 15 bijenvolken heeft Piet totaal 650.000 huisdiertjes die hem jaar lijks 300 kg honing schenken 9 DE PERFEKT GEREGELDE B AXIAAL VENTILATOR Alle Tolsma ventilatoren worden getest volgens DIN 24163 norm Gegarandeerd 6 tot 9% méér iuchtopbrengst dan vergelijkbare ventilatoren. TOLSMA DRIEHOEKSKOKER. Reeds jarenlang een betrouwbaar en degelijk bovengronds ventilatiesysteem. L-:. TOLSMA PROCESS UNIT-TPU. 0212S Q3 m -ODD11 reeks bestaande I i DOO" elektronische □□O" thermostaten. Deze computer^lV minuut hoe u^produkt er in de bewaring voor staat. ■T CENTRALE MEETUNIT. Deze meetunits zijn leverbaar met 9-19- 29-39, enz. meetpunten. Grote nauwkeurigheid en lange levensduur. A// A**#******»#» 12 Vrijdag 7 oktober 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 12