Gevaar renationalisatie EG-beleid lijkt bezworen Omzetting WIR/Kinderbijslagpremie/ vennootschapsbelasting Lastenverlichting gaat aan de land- en tuinbouw voorbij KNLC: Land- en tuinbouw komen te kort LANDBOUWBEGROTING 1989 Braks in Memorie van toelichting: Tegen quotering Weg met mcb's Fiskale maatregelen Landbouwschap in reaktie op Prinsjesdag: Landbouwschap stelt schadefonds voor groente in Kommentaar op Rijksbegroting Het gevaar voor een uiteenvallen van het gemeenschappelijk land bouwbeleid in de Europese Gemeenschap lijkt in eerste aanleg be zworen. De dreigende renationalisatie is verminderd dankzij funda mentele beslissingen over het struktuurbeleid en het geld wat daar mee is gemoeid, beheersing van de uitgaven en het beleidsmatig beter op elkaar afstemmen van vraag en aanbod in de EG. Dit is de mening van minister Braks van Landbouw en Visserij, zoals blijkt uit de Me morie van Toelichting op zijn begroting. Hij noemt deze ontwikke ling van groot belang. De nationale beleidsruimte wordt immers in belangrijke mate bepaald door het Brusselse beleid. De uiteindelijke oplossing van de nog altijd bestaande overproduktie in sommige sektoren zal volgens de minister moeten komen van een Eu ropees beleid, dat meer rekening houdt met de werkelijke marktmo- gelijkheden. "Ik acht een meer marktkonform prijsbeleid onvermij delijk om tot een nieuw evenwicht op de markten te komen. Ik geef aan dit streven naar marktevenwicht op het ogenblik de hoogste prioriteit. Wel blijf ik de inkomensontwikke ling nauwlettend volgen". Aldus de minister, die daar aan toevoegt: Overigens zullen de prijsdalingen zich alleen voordoen als de produk- tie de vooraf bepaalde drempels overschrijdt. Met name bij granen zal dat slechts het geval zijn bij een toenemende produktiviteit per hek- tare. Die produktiviteitsstijging kompenseert echter op haar beurt tenminste voor een deel het negatieve-inkomenseffekt van de prijsdaling. Minister Braks is een tegenstander van quoteringsregelingen. In zijn Memorie geeft hij nog eens aan waarom. Quotaregelingen brengen - ook al hebben ze het voordeel, dat overschotten snel kunnen worden weggewerkt - zware uitvoe ringslasten met zich en belemmeren de strukturele ontwikkelingen in de diverse sektoren. Als voorbeeld van het snel wegwerken van overschot ten via quotering noemt de bewinds man de zuivel. In deze sektor is de produktie zodanig teruggelopen, dat niet meer gesproken kan worden van ongewenste voorraadvorming. Hij wijst er echter op, dat de geforceerde afzet van de bestaande voorraden gepaard is gegaan met hoge kosten. Een quotaregeling of een vorm van "set-aside" is naar de mening van de minister tijdelijk wél aanvaardbaar. "Maar", zo schrijft hij, "het gevaar van "permanente tijdelijkheid is zó groot, dat alleen in zeer uitzonderlij ke gevallen een kwantitatieve pro- duktiebeperking verantwoord is". Een meer marktgericht beleid past ook in het streven naar een Europa zonder grenzen en in de bereidheid van zowel ontwikkelde als ontwikke lingslanden om in het kader van de Uruguay-ronde van het GATT (alge mene overeenkomst inzake handel en tarieven) te komen tot een meer liberaal handelsbeleid. Overigens betekent een Europa zon der grenzen in 1992 voor het ge meenschappelijk landbouwbeleid geen fundamentele koersverande ring, zo laat de minister weten. De interne markt is daar een bekend be grip. Wel wijst hij er op dat met het wegvallen van de grenzen er geen plaats meer is voor monetaire com penserende bedragen. "Dit houdt in dat, ofwel het monetaire beleid van de lidstaten zodanig op elkaar wordt afgestemd, dat deze compenserende bedragen niet meer voorkomen, of wel dat schommelingen in valuta worden doorgegeven. Mijn voor keur ligt duidelijk bij de eerste oplossing", aldus Braks. Ook op fytosanitair en veterinair ge bied zullen er de nodige aanpassin gen moeten worden gepleegd. De minister deelt de visie van de Euro pese Commissie dat de verantwoor delijkheid voor verzending naar an dere lidstaten ligt bij de exporteren de lidstaten. In het voorjaar 1988 is besloten de WIR-basispremie af te schaffen. Ter kompensatie wordt de kinderbijslag premie overgenomen door het Rijk en het tarief van de vennootschaps belasting verlaagd. Voor 1989 levert dit een lastenverlichting op van ƒ2,6 miljoen. Dit komt omdat de kinder bijslagpremie direkt effekt sorteert, terwijl de vrijvallende middelen door de afschaffing van de WIR eerst op termijn het strukturele nivo bereiken. Struktureel is de omzetting budgettair ongeveer neutraal. Scheiding funkties in landelijk gebied Het nastreven van een harmo nieuze relatie tussen de aanwezi ge funkties in het landelijk ge bied is niet altijd het meest wen selijk, schrijft minister Braks in zijn Memorie. De landbouwkun dige ontwikkelingsmogelijkhe den, maar ook zich wijzigende opvattingen en inzichten over de houdbaarheid van ecosystemen en half natuurlijke landschapsty pen geven aan, dat een zelfstan dige ontwikkeling van de belang rijkste funkties in delen van het landelijk gebied meer perspektief biedt. Dit betekent meer schei ding en minder verwerving. Dat kan de landschappelijke herken baarheid en ruimtelijke verschei denheid beïnvloeden, maar be hoeft daaraan geen afbreuk te doen, meent de bewindsman. Accentverschuivingen zullen niet voor het gehele buitengebied aan de orde zijn. Het grootste gedeel te kent immers een nagenoeg vastliggende primaire be stemming. Vrijdag 23 september 1988. Verlaging loon- en inkomsten belasting In samenhang met de voorstellen van de Kommissie Oort zullen de ta rieven in de loon- en inkomstenbe lasting worden verlaagd. Deze maat regelen gaan in in 1990. Hiernaast worden enkele opbrengstverhogende maatregelen getroffen. De totale lastenverlichting inklusief de WIR-omzetting, komt hierdoor in 1989 uit op ƒ1,6 miljard en struk tureel op ƒ3,1 miljard. Lastenverlichting in de BTW Met ingang van 1 januari 1989 zal het algemene BTW-tarief van 20% worden verlaagd tot 18,5%. Hier naast zal het verlaagde tarief op 6% worden gehandhaafd. Aanvankelijk zou in samenhang met de BTW- overhevelingsoperatie het verlaagde tarief worden verhoogd naar 7%. In het kader van de overhevelingsope ratie zullen voedings- en geneesmid delen, met uitzondering van alko- holhoudende dranken en onder de accijns vallende frisdranken, die nu nog onder het algemene tarief vallen worden overgeheveld naar het ver laagde tarief, dit eveneens met in gang van 1989. In verband met de verlaging van het algemene tarief en de handhaving van het verlaagde tarief zal het land- bouwforfait worden verlaagd tot 4,9%. De uit voorgaande maatrege len voortvloeiende lastenverlichting bedraagt in 1989 ƒ2,6 miljard; struk tureel komt deze uit op ƒ3,1 miljard. Handhaving WIR- kleinschaligheidstoeslag De kleinschaligheidstoeslag in de WIR zal ongewijzigd worden ge handhaafd. Wel zal een studie wor den verricht op te bezien of binnen de voor de kleinschaligheidstoeslag beschikbare ruimte een andere vormgeving van het instrument wen selijk is. Vierenzeventig minder Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal ar- beidskrachtn in land- en tuin bouw met 74 verminderd. Het to taal aantal werkenden bedraagt net geen 300.000. De cijfers zijn ontleend aan de Memorie van Toelichting. 1986 1987 personen Bedrijfshoofden 152533 151496 Mannen 145993 145258 Vrouwen 6540 6238 Echtgenoten 67392 65455 Kinderen 26599 24790 Jongens 22497 20899 Meisjes 4102 3891 Andere ge zinsleden 4231 3707 Mannen 3224 2775 Vrouwen 1007 932 Niet-gezinsarb. 42386 47767 Totaal 293141 293215 Het kabinet geeft hoog op over de lastenverlichting voor het bedrijfsle ven en de toenemende koopkracht van de burgers. De realiteit is echter dat de land- en tuinbouw daar on voldoende van profiteert. Het ge goochel met de wir/btw- kompensaties komen de land- en tuinbouw op een nadeel van enkele honderden miljoenen guldens te staan. Dit is onverdedigbaar, aldus het Landbouwschap in een eerste reaktie op Troonrede en Rijksbe groting. De regering is optimistisch over de mogelijkheden om via een meer marktgericht landbouwbeleid voor bepaalde marktordeningsprodukten het probleem van de overproduktie op te lossen. Volgens het Land bouwschap wordt echter wel erg ge makkelijk voorbij gegaan aan som mige gevolgen daarvan. Wat ont breekt is een flankerend beleid met sociaal-strukturele maatregelen dat boeren en tuinders en hun werkne mers in staat stelt zich geleidelijk op de nieuwe situatie in te stellen. Op korte termijn biedt de marktgerichte koers nauwelijks perspektief. Uit de landbouwbegroting blijkt dat de regering veel te optimistisch is over de inkomensontwikkeling in de verschillende sektoren. Tegenover de gemiddelde stijging staan forse inkomensdalingen in sektoren als de akkerbouw en de intensieve vee houderij Hoewel de Troonrede en de begro ting op zich weinig nieuws bevatten, wordt wel duidelijk dat het milieu en het milieubeleid de komende jaren van boeren en tuinders veel inspan ning zullen vragen. Het Landbouw schap maakt zich vooral zorgen over de veelheid van beperkingen die zo wel op nationaal als op regionaal ni veau op de agrarische sektor afko men. Een moderne land- en tuin bouw moet ook op termijn in Neder land wel mogelijk blijven. Het Landbouwschap vindt tenslotte dat de inspanningen van het kabinet om de werkgelegenheid te bevorde ren nog onvoldoende zijn. Het Landbouwschap stelt een fonds in voor de bestrijding van nieuwe ziekten en plagen in de groenteteelt die de produktie en de eksport be dreigen. Het schap trekt hiervoor jaarlijks vijftigduizend gulden uit. In de groenteteelt zijn in de afgelo pen jaren regelmatig uitheemse ziek ten uitgebroken, zoals bruinrot in tomaten, die 'met wortel en tak' zijn uitgeroeid. Zij zouden anders een er nstige bedreiging hebben gevormd voor de sektor. Ondernemers die naar verhouding veel schade lijden, kunnen een vergoeding krijgen. De overheid betaalt de helft van de schadevergoeding. De andere helft is in het verleden steeds door het Cen traal Buro voor Tuinbouwveilingen vergoed. Voor het aandeel van de tuinbouw in de schaderegeling kan vanaf begin 1989 uit het fonds geput worden. Wanneer bij tuinders een uitheemse ziekte wordt gekonstateerd, kan op grond van de Planteziektenwet besloten worden tot vernietiging van het gewas. Vaak wordt daarbij een ruime veiligheidszone aangehouden. Ook kunnen er maatregelen worden uitgevaardigd voor de behandeling van de grond en kassen. Volgens het Landbouwschap gaat de regering te gemakkelijk voorbij aan sommige gevolgen van een meer marktgericht beleid voor bepaalde marktor deningsprodukten. Uit de toelating op de landbouwbegroting blijkt opti misme over een dergelijk beleid, om daarmee de overproduktie op te lossen. Het schap vindt dat boeren en tuinders in staat gesteld moeten worden zich geleidelijk op de nieuwe situatie in te stellen. De regering schiet ernstig tekort in haar beleid voor land- en tuin bouw. Bovendien schetst minister Braks van Landbouw en Visserij een vertekend beeld van de agrarische inkomenssituatie. Dit is de eer ste reaktie van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité (KNLC) op de Rijksbegroting 1989 en de Memorie van Toelichting op de Landbouwbegroting. Afschaffing van de negatieve WIR en vervolgens de basis-premie WIR levert boeren en tuinders een forse verliespost op. Slechts een deel daar van is gekompenseerd, ondanks de motie Voorhoeve/De Vries, waar mee 100 miljoen is gemoeid. Het KNLC dringt aan op het onver kort uitvoeren van deze motie. Ern stig bezwaar maakt het KNLC tegen verlaging van het landbouwforfait, onderdeel uitmakend van de BTW- verlaging, waardoor de agrarische sektor nog eens 125 miljoen inle vert. Alle maatregelen bijeen geno men komt land- en tuinbouw bijna 400 miljoen tekort. In zijn Memorie van Toelichting geeft minister Braks aan dat de inko mens in land- en tuinbouw gemid deld met 3,6 procent zijn gestegen. Volgens het KNLC schetst de be windsman daarmee een vertekend beeld van de werkelijkheid op de agrarische bedrijven. Het gezinsin komen op de landbouwbedrijven, dus exklusief de tuinbouw, is in de periode 1986/1987 - 1987/1988 ge middeld ruim 30 procent gedaald. Binnen de gipep landbouwbedrijven ging het de akkerbouw, varkens- en vleeskalverhouderij nog slechter. De konstatering in de Troonrede dat het meer marktgericht landbouw- beeld van de EG vruchten begint af te werpen, wordt volgens het KNLC niet begrepen door boeren die als ge volg van dit beleid hun inkomen drastisch zien verminderen. Het ont breekt aan een perspektief biedend beleid, zeker op korte termijn, voor de strukturele problemen. Een ge richte investeringsregeling zou de ondernemers de mogelijkheid kun nen bieden in te spelen op de veran derde omstandigheden. Ronduit te leurstellend is het uitblijven van ge richte overheidssteun voor het akkerbouw-aktieplan Met grote verontwaardiging heeft het KNLC gekonstateerd dat de mi nister voor het derde achtereenvol gende jaar een miljoen gulden wil korten op de sociaal-ekonomische voorlichting. Eerder heeft de Twee de Kamer deze bezuinigingen tot twee keer toe niet geaccepteerd. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 9