Droog- en wondhelingsproces van
konsumptie-aardappelen sterk
afhankelijk van weersomstandigheden
Import uit België frustreert afzet
Nederlandse aardappelen
Aktie kwaliteit en bewaring aardappelen no. 7
Voorzichtigheid troef bij begin
aardappelseizoen
Kwaliteit consumptieaardappel gebaat bij
kalibouwplanbemesting
Veel aardappelen komen in een bewaarplaats terecht. Afhankelijk
van de weersomstandigheden, afstelling rooimachines en werkwijze
teler komen de aardappelen met meer of minder beschadiging bin
nen. Schimmels en bakteriën zien dan vooral kans om via de wonden
het produkt binnen te dringen en dit aan te tasten. Een snelle droging
bevordert de wondheling en geeft de aardappelknol tijdig een be
schermde kurklaag. Tevens zal die laag een beschermde rol spelen ten
aanzien van het vochtverlies.
A
KTIE ZUIDWEST
Bewaring
ARDAPPELEN
Snel starten
Vooral bij partijen die zeer nat bin
nenkomen en mogelijk zieke, rotte
of glazige knollen bevatten, is een
snelle start wenselijk. Het droogren-
dement is bij een gedeeltelijke vul
ling erg afhankelijk van de
ventilatie-uitvoering in de bewaar
plaats.
Soms is de uitrusting zo opgezet dat
het ventilatie-systeem in 2,3 of meer
'groepen' is verdeeld die elk afzon
derlijk kunnen draaien. Anderen
moeten kanalen gedeeltelijk afslui
ten, of een stuk van de roostervloer
dicht leggen wil men zorgen dat de
lucht daar niet ontsnapt.
Komt de bewaarplaats in korte tijd
volledig vol, dan is het belangrijk
dat men over voldoende ventilatie
kapaciteit beschikt. Elke m3 lucht
die men minder heeft dan de gebrui
kelijke 100 m3/h per m3 aardappe
len, doet niet mee om het vocht af te
voeren. Dit veroorzaakt een langere
droogtijd.
Droogproces
Veel telers kiezen voor de eenvou
digste weg. Afhankelijk van de hoe
veelheid vocht dat mee naar binnen
komt draait men een aantal weken
kontinu. Bij ekstreme omstandighe
den (zeer warm of tegen nachtvorst
aan) wil men nog wel eens tijdelijk
stoppen. Voor het overige draait
men gewoon door. Ondanks de bewe
ring dat het eindresultaat bij hun
goed is, zitten er nogal wat risiko's
aan deze insteHing. Wisselende tem
peraturen veroorzaken tijdelijke
kondensatie op de aardappelen, veel
verloren draaiuren en eerder aanzet
ten tot kieming. Wil men de droging
goed uitvoeren dan gelden de vol
gende voorwaarden:
temperatuur-aardappelen mini
maal 12°C en maksimaal 18 a 20°C.
In kiemlustige jaren bij voorkeur
een lage temperatuur nastreven;
bij geen beperkingen streven naar
16°C daar droogperiode en heelperi-
ode dan prima in elkaar overlopen;
alleen ventileren wanneer de bui
tenlucht vocht kan opnemen. Dit
vraagt de nodige kennis, omtrent het
drogend vermogen van de buiten
lucht wil men handbediend een hoog
rendement halen. Automatische
systemen vragen een goede in
stelling.
De meeste telers draaien enkel op
temperatuur en ventileren indien de
temperatuur buiten gelijk of iets la
ger is dan de produkttemperatuur.
Hierbij moet men opletten dat de
temperatuur van de aardappelen niet
te veel gaat zakken. Dit werkt nega
tief ten aanzien van de wondheling
en geeft een verhoogd risiko van
'nat' worden. Dat risiko speelt voor
al in de ochtenduren als de buiten
temperatuur flink stijgt. Is men be
reid om de luchtvochtigheid van de
buitenlucht te meten dan liggen er
ook draaimogelijkheden bij hogere
temperaturen (zie tabel met
voorbeeld).
vVeel grond
Bij ekstra veel grond verloopt de
droging bijzonder moeilijk. Indien
het praktisch mogelijk is, geeft een
lagere storthoogte een flinke verlich
ting van de tegendruk die de ventila
toren moeten overbruggen. Komt de
grond erg plaatselijk voor, dan geeft
een tijdelijke afdekking op plaatsen
waar de droging goed gaat of in ka
nalen waar zich geen problemen
voordoen een ekstra hoeveelheid
lucht op de 'slechtere' plekken.
14
Wil men de droging versnellen dan is
het gebruik van een luchtverhitter
aan te raden. Men moet wel zorgen
dat de ingeblazen lucht niet warmer
is dan 18 a 20°C, daar anders de
kiemrust breekt en eventuele rotaan-
tasting toeneemt. Bij koude nachten
kan men tijdelijk de luchtverhitter
inschakelen of intern gaan draaien.
Vooral in 'kiemlustige' jaren heeft
men schrik om luchtverhitters toe te
passen en houdt men bij voorkeur
een iets lagere temperatuur aan.
Wanneer stoppen met drogen?
Zodra de aardappelen op een diepte
van 30 a 40 cm in de hoop wind-
droog aanvoelen, kan men met dro
gen stoppen. In behoorlijk droge
partijen moet men al na drie a vier
dagen gaan kontroleren om onnodig
vocht- en tijdverlies te voorkomen.
Bij minder gunstige rooi-
omstandigheden is het toch wel ge
wenst dat de droogperiode niet veel
langer gaat duren dan twee a drie
weken. Zeker niet wanneer men gaat
vergassen voor de kiemremming.
Wondheling
De wondheling verloopt het snelst
bij een hoge luchtvochtigheid. Dit is
belangrijker naarmate de tempera
tuur lager is. Om een hoge lucht
vochtigheid te bereiken moet men
tijdens de heel-periode zo'n 10 a 14
dagen met minimale hoeveelheid
lucht ventileren. Hierbij is het wel
van belang dat de aardappelen
droog blijven. De temperatuur mag
zeker niet boven de 20°C uitkomen.
Liever enkele graden lager aan
houden.
Om de warmteproduktie weg te ne-
Elk jaar zijn de omstandigheden anders. Belangrijk blijft de droogfase snel
uit te voeren
Tabel. Maksimum toegestane relatieve vochtigheid van de buitenlucht voor het drogen van aardappelen
Produkt-
temp.
Buitenluchttemperatuur °C
in °C
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
8
93
87
81
76
72
67
62
59
54
51
48
45
42
40
9
93
87
82
76
72
67
63
59
55
51
48
46
43
10
93
87
82
76
72
67
63
59
55
52
49
46
11
93
87
82
77
72
67
63
59
55
52
49
12
93
87
82
77
72
68
63
59
56
53
13
93
87
82
77
72
68
64
60
56
14
93
87
82
77
72
68
64
60 rv
15
93
88
82
77
72
68
64
16
93
88
83
77
72
68
17
93
88
83
77
73
18
93
88
83
78
19
93
88
83
20
94
88
betekent dat er geventileerd mag worden, ongeacht de relatieve vochtigheid van de buitenlucht
Voorbeeld:
Bij een produktemperatuur van 10°C en een temperatuur van de buitenlucht van 15°C kan slechts geventileerd worden
als de r.v. lager is dan 72%.
men en kondensatie bij die hoge
luchtvochtigheid te voorkomen is
dagelijks ventileren gedurende een
kwartier tot een half uur gewenst;
bij voorkeur in een tijd dat de tem
peratuur buiten ongeveer gelijk is
aan de produkttemperatuur. Heeft
men nog keus in luchtvochtigheid
dan geeft een hoge vochtigheid van
de buitenlucht de minste verstoring
van het binnenklimaat. Door elke
dag kort te ventileren, wordt de cel-
lucht tevens ververst. Vooral bij zeer
dichte bewaarplaatsen is dat van be
lang om zo het koolzuurgas (C02)
wat door de aardappelen wordt ge
produceerd, af te voeren. Dit zou
het wondhelingsproces vertragen.
Kiemremmingsmiddelen vertragen
ook de wondheling. Poedervormige
middelen, direkt na de oogst toege
diend, geven een vertraging van de
wondheling. Bij erg beschadigde
partijen kan dat lijden tot poe-
derbrand.
Advies
Elk jaar zijn de omstandigheden an
ders. Of de aardappelen komen
ekstreem nat binnen, of met veel zie
ke knollen, of zijn erg kiemlustig
enz. Als teler moet men elk bewaar-
seizoen hierop inspelen. Belangrijk
blijft de droogfase snel uit te voeren,
waarbij mogelijk de wondheling al
gedeeltelijk wordt meegenomen.
Namens specialisten kwaliteit en be
waring in Zuidwest Nederland,
ing. H. Deenen,
CAT Tilburg
Vooral in de eerste maanden van het
aardappelseizoen zien met name on
ze zuiderburen kans om onze aard-
appelverwerkende industrie van
goedkope grondstof te voorzien. De
ze groeiende import die tegen dump
prijzen wordt afgezet (ca. 8 cent per
kg) is een doorn in het oog van de di-
rekteur van de Aardappelafzetorga
nisatie voor Zuidwest-Nederland
B.V., de heer A.W. Bierens. 'Wij
geven de Belgen volop de ruimte
door zelf uit de markt te blijven
maar gevolg is wel dat wij steeds la
ter kunnen beginnen met de afzet
van onze eigen hoofdoogst. Ik vraag
me dan ook af hoe lang we door
moeten gaan met plaats maken voor
onze zuiderburen op de afzetmarkt
in augustus, september en zelfs al in
oktober.
Bierens meent dat hier kollektief een
dam moet worden opgeworpen.
Handel (Vebena), verwerking (VA-
VI) en telersorganisaties zullen el
kaar op dit punt spoedig moeten vin
den want anders zullen de Belgen en
ook de West-Duitsers ons in de ko
mende jaren hoe langer hoe meer
voor de voeten lopen. Bierens meent
dat de drie geledingen tot afspraken
zouden moeten komen voor levering
aan onze fabrieken vanaf het begin
van het seizoen. De Aardappel B.V.
geeft in deze het voorbeeld. Er is 1
september met de Fritesspecialist in
het Zuidlimburgse Lomm (de fri
tesspecialist te Lomm is een dochter
van Aviko Holland en staat o.m. be
kend om zijn Lord Chips) een kon-
trakt gesloten voor de levering van
50.000 ton veldsgewas aan het begin
van het seizoen tegen Nederlandse
prijzen. 'We moeten met z'n allen
proberen alle redelijke afzetmoge
lijkheden die zich voordoen zo goed
mogelijk te onderzoeken en te be
nutten. Dat zal in de konkurrentie-
sfeer zeker wel moeilijk liggen maar
op termijn hopen we hiermee toch
onze afzet struktureel te verbeteren',
aldus de heer Bierens.
Minister Braks stelt
onderzoekscommissie in
"De veranderingen in de agrarische
sector gaan snel. De voorlichtings
dienst moet daarop zijn toegesne
den". Minister Braks van landbouw
zei dit op 14 september j.l. in Den
Haag bij de installatie van de Advies
commissie Landbouwvoorlichting.
Deze zal de minister adviseren over
de privatisering van de landbouw
voorlichting.
De voorzitter van het Landbouw
schap, Gerard Doornbos, vond dat
boeren en tuinders zich als medefi
nanciers moeten kunnen herkennen
in de landbouwvoorlichting. Gerard
Kok, de voorzitter van de kersverse
adviescommissie, benadrukte dat de
overheid betrokken blijft bij de
voorlichting.
De commissie wordt gevormd door
de volgende leden: J.L.M. Barend-
se, drs. M.L. de Heer, Jac. Koning,
J.G. van Leeuwen namens het be
drijfsleven en ir. K.J. van Ast, mr.
drs. W.J. Gerstel, ir. R. Woudstra,
mr. J.M.P.H. van der Zijden na
mens de overheid. Secretaris van de
commissie is tijdelijk ir. B.W.M.
Koeckhoven.
Gematigd optimistisch, terughou
dend en voorzichtig zijn de belang
rijkste trefwoorden bij het begin van
het aardappelseizoen 1988. In een
aantal EG-landen is vergeleken met
vorig jaar een kleiner areaal geplant
(in ons land ca. 6.000 ha minder)
maar de opbrengsten lijken in het al
gemeen goed te worden.
De maat is grof en ideaal voor zowel
konsumptie als industrie. Of een en
ander door zal werken in de porte
monnee van de akkerbouw moet
overigens nog worden afgewacht, zo
zei de voorzitter van de Nederlandse
Aardappel-organisaties in ons land,
de heer G. Lodewijk, bij de start van
het nieuwe aardappelseizoen in Em-
meloord. Lodewijk zei gematigd op
timistisch te zijn voor het komend
seizoen. 'Vergeleken met vorig jaar
is onze uitgangspositie iets gunsti
ger'. Direkteur A.W. Bierens van de
Aardappelafzetorganisatie voor
Zuidwest-Nederland B.V. is voor
zichtig. 'Het is nog erg moeilijk te
voorspellen wat de markt gaat
doen'. Aan een uitspraak over het te
verwachten prijsverloop waagt hij
zich niet. Wel meent Bierens dat een
te snelle afzet de markt kan versto
ren. Dat is alles overziende ook niet
nodig. Geen paniek dus. Direkteur
L. Wentholt van Meijer Kruiningen
die bekend staat om zijn duidelijke
uitspraken durft ook nog niets te
zeggen over het marktverloop. 'De
marktsituatie is zelden zo onover
zichtelijk en onduidelijk geweest. Ik
kan er geen zinnig woord van
zeggen'.
Een belangrijk probleem bij de teelt
van konsumptie-aardappelen is de
blauwgevoeligheid. Stootblauw gaat
vaak samen met een onvoldoende
kaliumvoorziening. Aardappelen
onttrekken veel kalium en nemen de
ze kalium vooral op kleigronden
moeilijk op.
Om blauw te beperken is het daarom
gewenst op kleigronden een zoge
naamde kalibouwplanbemesting uit
te voeren. Dit houdt in dat de kali-
umhoeveelheid, die in drie a vier
jaar voor de verschillende gewassen
in het bouwplan nodig is, in z'n ge
heel aan de aardappelen wordt gege
ven. De volgende gewassen hoeven
dan niet met kalium te worden be
mest, tenzij een sterk kaliumbehoef-
tig gewas zoals uien, bladspinazie of
knolselderij wordt verbouwd. Een
bijkomend voordeel van ekstra kali
um aan aardappelen is een grovere
sortering van de knollen.
Het verdient aanbeveling de vrij ho
ge kaligift aan aardappelen bij het
systeem bouwplanbemesting al in de
voorafgaande herfst te geven. Deze
herfstbemesting wordt doorgaans
uitgevoerd met een chloorhoudende
kalimeststof. Vindt de kalibemesting
later plaats dan kunnen om chloor-
schade aan het gewas te voorkomen,
beter chloorarme kalimeststoffen
worden gebruikt.
Op lichte gronden is een kalibouw
planbemesting weinig zinvol en bo
vendien ook minder gewenst vanuit
het oogpunt van het milieu. Door
uitspoeling gaat namelijk een deel
van de kalium verloren. Ook op ka-
liumvastleggende gronden is het be
ter elk jaar te bemesten vanwege een
geringe nawerking in volgende
jaren.
Vrijdag 23 september 1988