Prof.dr.ir. M. Tielen: We moeten
met varkensziekten leren leven
Grasland centraal op
matig bezochte
open dagen
Voorlopige leverbotvoorspelling
voor najaar en winter 1988-1989
Weer eksport vers varkensvlees
naar Engeland
Goede internationale kontakten Zeeuwse
trekpaardenhouders
Bedrijven met varkens
Verschillen in technische resultaten kunnen in belangrijke mate wor-
den verklaard door verschillen in gezondheid van de dieren. Van be
lang daarom is ziekteverwekkers buiten de deur te houden en voor
zover toch aanwezig, het te onderdrukken. Volgens prof.dr.ir. Mar
tin Tielen moeten we namelijk met varkensziekten leren leven.
In gebieden met een grote varkens
dichtheid hebben ziekten als 'snuf
fel', 'Parvo', Aujeszky, eenzijdige
longontsteking en allerlei vormen
van griep en diarree zich als het ware
genesteld. Op heel veel bedrijven
zijn hiervan en van vele andere ziek
ten sluimerend kiemen aanwezig.
Zolang de infektiedruk niet al te
groot wordt en de varkens - hetzij
van nature, hetzij door vaccinatie -
voldoende weerstand hebben, treedt
er geen uitbraak op. Zodra dit even
wicht wordt verstoord, echter wel.
staat waarover de buikwagen het
voer moet brengen, de loonwerker
de mest moet ophalen en het trans
portbedrijf de varkens komt laden.
Maak voor degenen die persé bij het
bedrijf moeten zijn, een hygië-
nesluis.
Behalve vermijding van ziekte-
insleep is het van belang er voor te
zorgen dat de varkens een zo goed
mogelijke weerstand tegen ziekten
hebben. Dit kan alleen door ze te
houden in een schone, deugdelijke
en komfortabele stal, waarin het kli
maat goed beheerst kan worden.
Uitvoering stal
Als zodanig zijn stallen met kleine
afdelingen, indirekte luchtinlaat,
mechanische ventilatie en slechts ge
deeltelijk roostervloer het meest ge
schikt. Kleine afdelingen zijn nood
zakelijk om konsekwent all in - all
out te kunnen toepassen, alsmede de
daarbij behorende grondige reini
ging en ontsmetting van de hokken.
Dit betekent dat zo'n afdeling regel
matig volledig leeg komt en vervol
gens goed kan worden gereinigd en
Prof.dr.ir. M. Tielen
ontsmet. Op die manier wordt de in-
fektieketen telkens verbroken.
De heer Tielen geeft toe dat dergelij
ke stallen duurder zijn dan stallen
met een andere uitvoering en natuur
lijke ventilatie. 'Het voordeel van
een goed uitgevoerde, mechanisch
geventileerde stal zit hem vooral in
het gemak voor de boer. De invloed
van buitentemperatuur en wind kun
nen vrijwel volledig worden uitge
schakeld'. De heer Tielen noemt ver
volgens een drietal perioden waarin
varkens het meest gevoelig zijn voor
ziekten. Deze liggen bij de geboorte,
rond het spenen en bij verplaatsen.
'Telkens wanneer de dieren met een
nieuwe situatie te maken krijgen,
neemt de stress (spanning in het li
chaam, red.) toe, maar vermindert
de weerstand tegen ziekten. Vandaar
dat we in deze perioden ekstra moe
ten zorgen voor een lage infek
tiedruk'.
Fokkerij
Mede om deze redenen ziet Tielen
liever geen kraamafdelingen met een
groter aantal hokken dan het aantal
zeugen dat binnen een week werpt.
Zodoende kan men de biggen met
weinig verschil in leeftijd bij elkaar
houden. Ook dit helpt ziekten voor
komen. Op fok- en vermeerderings-
bedrijven wint overigens steeds meer
het inzicht dat het beter is om de big
gen na het spenen tot een leeftijd van
tien weken in het kraamhok te laten
liggen. De hogere investering die
hiervoor nodig is, wordt namelijk op
den duur beslist goed gemaakt in de
vorm van betere gezondheid, betere
technische resultaten en minder
werk, aldus Tielen.
Essentieel is en blijft echter de hygië
ne. 'Funest is het als biggen worden
geboren in een omgeving die niet is
gereinigd en ontsmet'.
Mesterij
Voor het mesten van varkens gelden
volgens Tielen soortgelijke aanbeve
lingen. De stallen worden ingedeeld
in (voor maksimaal 100 mestvar-
kens) afdelingen. Voordeel hiervan
is wederom dat er steeds biggen van
één of van slechts enkele fokkers
kunnen worden ingelegd. Konse
kwent toepassen van all in - all out
beperkt namelijk ook in de mesterij
insleep van ziekten en stress. Boven
dien komt op deze manier de afde
ling van tijd tot tijd laag en kunnen
alle hokken gelijktijdig worden
schoongemaakt en ontsmet. Een
analyse van 888 varkensmestbedrij-
ven in Noord-Brabant heeft duide
lijk aangetoond dat het all in - all
out-systeem duidelijk betere techni
sche resultaten geeft.
Wat de uitvoering van de stallen be
treft geeft de heer Tielen ook voor
de mesterij de voorkeur aan centrale
gang, indirekte luchtinlaat en me
chanische ventilatie. Halfrooster-
vloer geeft in de regel gunstiger re
sultaten dan volledig rooster en is
beter voor het welzijn van de var
kens. Wat dit laatste betreft: langdu
rig zieke dieren moeten uit de koppel
worden verwijderd en in een afzon
derlijke, liefst verwarmde, ruimte te
worden gehuisvest en verzorgd.
Herman van den Hengel
De heer Tielen is hoogleraar huis
vesting en verzorging landbouwhuis
dieren aan de Universiteit van
Utrecht. Dit ambt kombineert hij
met een funktie als adjunkt-
direkteur van de Gezondheidsdienst
voor Dieren in Noord-Brabant te
Boxtel.
Insleep ziekten
De uitvoering van de stal en het stal-
klimaat spelen hierin een belangrijke
rol. Daarnaast moet de varkenshou
der zorgen dat geen insleep van ziek
ten plaatsvindt. Voorzie daarom de
ventilatie-openingen van gaas tegen
vogels. Houd stallen en erf netjes.
Maak een goede erfverharding. Laat
niemand zomaar tot het bedrijf toe.
Plaats om het bedrijfsgedeelte een
deugdelijke omheining. Zorg voor
een afsluitbaar hek. Plaats de om
heining zó dat een 'vuile weg' ont
De demonstratie van de grashoogtemeter was een van de pu
bliekstrekkers tijdens de open dagen van het regionaal onderzoekcen
trum voor de rundveehouderij Cranendonck in het Oostbrabantse
Soerendonk. Dit handige hulpmiddel voor het meten van de gras
hoogte trok veel bekijks. Met dit apparaat, dat al enkele jaren op de
markt verkrijgbaar is, beschikt de boer over een betrouwbare indika-
tie, met behulp waarvan hij het moment kan bepalen waarop zijn
gras ingeschaard of gemaaid kan worden, dan wel het vee aan zijn
weidegang kan beginnen.
Het apparaat alleen bleek overigens
niet aansprekend genoeg om rund
veehouderij in groten getale naar
Soerendonk te trekken. Bedrijfslei
der Romme sprak dan ook, met na
me wat betreft de eerste dag, over
een zeer matige opkomst. 'Andere
jaren hebben we hier al gauw meer
dan duizend bezoekers. Dit jaar wa
ren dat er hooguit 800', aldus Rom
me, die niet zo gauw kon aangeven
waar de tegenvallende drukte aan
kon worden toegeschreven. Wel
klaagde hij over de geringe aandacht
in de pers vooraf voor de open
dagen.
Op tientallen naast elkaar aangeleg
de grasveldjes konden de bezoekers
de (vaak kleine) verschillen tussen de
diverse grassoorten waarnemen. De
voor- en nadelen van met name Te-
traploid Engels raaigras en Diploid
gras werden naast elkaar gezet. Het
Tetraploid kent als voordelen forse
re spruiten, breder en donkerder
blad, een iets hoger suikergehalte en
daardoor smakelijker, en een betere
resistentie tegen kroonroest. Nade
len: opener zoden, een lager ds-
gehalte, minder standvastig, een
kleiner herstellingsvermogen en 15
tot 20 kg per ha mr zaad nodig.
Hoewel op proefboerderij Cranen
donck een iets hogere opname van
„Tetraploid werd gekonstateerd, kon
den toch geen noemenswaardige ver
schillen worden vastgesteld in de
melkproduktie en de vet- en eiwitge
haltes. Bedrijfsleider Romme is dan
ook zeer voorzichtig met konklusies:
'De boer moet de rassenkeuze zelf
maken. Hij heeft daarvoor rassen-
lijsten tot zijn beschikking. Van be
lang is in ieder geval een goede re
sistentie tegen ziekten. Bij sommige
rassen wordt door roestaantasting
de smakelijkheid in de herfst een
stuk minder'.
Vrijdag 16 september 1988
Zuren bijten beton uit
Na een jaar of zes praktijk is op Cra
nendonck goed te zien hoe beton
zich houdt onder invloed van de
agressieve zuren die zich vooral in
mais bevinden. De helft van de be
tonnen vloer, waar niets aan gedaan
is, begint al duidelijke tekenen van
aantasting te vertonen. De andere
helft wordt ieder jaar met zwarte si-
lolak (1 kg per 2 a 4 m2) ingesmeerd
en blijkt veel beter tegen de ingekuil
de snijmais bestand.
Behalve met silolak kunnen vloeren
en wanden van sleufsilo's ook met
kunststoffen worden beschermd of
(de vloeren) in asfalt worden uitge
voerd. Met name voor de toepassing
van asfalt in de agrarische sektor
maakt het bedrijfsleven zich mo
menteel sterk.
Koeien hele jaar binnen
Het regionaal onderzoekcentrum in
Soerendonk is vorig jaar een proef
begonnen met een voederprogram
ma voor koeien - melkvee en jongvee
- met uitsluitend snijmais. Deze die
ren blijven het gehele jaar door op
stal. De melkgift van deze groep
wordt vergeleken met die van koeien
die een normale weidegang maken
en alleen in de winter met mais wor
den bijgevoerd. Een tussentijdse ba
lans (zomer '88) heeft kleine ver
schillen te zien gegeven in melkgift,
vet- en eiwitgehalte, waarbij de
'maiskoeien' licht in het voordeel
zijn. Bedrijfsleider Romme vindt het
echter nog veel te vroeg om al een
definitief oordeel te vellen. Daar
voor is een veel langere onder
zoekstijd nodig.
De vorig jaar geopende luifelstal
voor jongvee voldoet goed. Romme:
'Het jongvee gedijt goed met een in
tensieve luchtverversing, zoals die
alleen in een open stal mogelijk is.
De ziektekiemen worden sterk ver
dund. De koude blijkt geen pro
bleem te zijn voor de dieren. Bij
vorst zorgt een rondpompje voor
circulatie van het drinkwater, waar
door het niet bevriest'.
H. de Bot
Het Verenigd Koninkrijk heeft niet
langer bezwaar tegen de invoer van
vers varkensvlees uit Nederland,
vooropgezet dat de garantie gegeven
wordt dat het vlees uitsluitend af
komstig is uit gebieden en bedrijven
die de status officieel varkenspest-
vrij hebben. Nederland heeft mo
menteel deze status, zij het dan for
meel het besluit voor de provincie
Limburg nog niet is genomen.
Niettemin beschouwen de Britse au
toriteiten geheel Nederland toch als
varkenspest-vrij gebied. Een offi
ciéél besluit van de Raad kan elk
ogenblik afkomen. Bedrijven die de
afzet naar Groot-Brittannië ter hand
willen nemen kunnen kontakt opne
men met de Rijksdienst voor de Keu
ring van Vee en Vlees (RVV) die ver
antwoordelijk is voor de afgifte van
de benodigde certifikaten.
De bedrijven zullen tegenover de
RVV moeten aantonen, dat zij geen
In de herfst en winter van 1987/1988
is er sprake geweest van een ernstige
leverbotinfektie. Dit werd bevestigd
door onderzoek op de Gezondheids
diensten van faeces, bloed, kadavers
en de verzamelde slachthuisgege-
vens. De wintermaanden waren nat
en zacht. Dit waren ideale omstan
digheden voor het overleven van zo
wel de leverbotinfekties op het gras
als de infekties in de slak. De maan
den april, mei en juni waren droog.
Echter juli was veel natter dan nor
maal. Tot begin juni hebben de die
ren op het gras overwinterde lever
botinfekties kunnen opnemen. De
omvang hiervan zal over het alge
meen gering zijn geweest. Dit wordt
bevestigd door bloedonderzoek, sek-
ties en slachthuisgegevens.
Het veldonderzoek geeft aan dat er
ongeveer evenveel slakken in de
greppels voorkomen als het vorige
jaar. Dit betekent dat wanneer het
de komende maanden vochtig blijft,
rekening gehouden moet worden
met een aanzienlijke leverbotinfektie
in de komende herfst.
Advies
De werkgroep "leverbotprognose"
komt daarom tot het volgende ad
vies. "Op bedrijven waar in de afge
lopen herfst en winter leverbot is ge
konstateerd, moeten schapen vanaf
eind september worden behandeld
met leverbotmiddelen die jonge le
ver botstadia doden. Zolang de scha
pen op leverbotgevoelige percelen
lopen, moet men ze om de zes a acht
weken behandelen tegen leverbot.
Jongvee en niet lacterende runderen
kan men met jonge leverbotstadia
dodende middelen behandelen na
het opstallen. Zes tot acht weken na
het opstallen kunnen de lacterende
runderen tegen leverbot worden be
handeld. Preventief dient men - zo
mogelijk - het vee niet op natte, le
ver botgevaar lij ke percelen te laten
weiden.
Bij twijfel over een bestaande lever
botinfektie kunt u bij de Gezond
heidsdienst voor Dieren van mini
maal vijf runderen die één of twee
weideperioden achter de rug hebben
en/of van vijf lammeren bloed laten
onderzoeken".
dieren slachten die afkomstig zijn uit
gebieden die niet officieel
varkenspest-vrij zijn. Bij het slach
ten van ingevoerde dieren is dat niet
ondenkbaar. Tevens moet worden
aangetoond dat geen vlees op de be
drijven aanwezig is dat afkomstig is
van dieren uit een niet varkenspest-
vrij gebied of bedrijf.
De status varkenspest-vrij betekent
dat dan ook eksport naar Denemar
ken mogelijk is.
Bij het Konsulentschap voor Var
kenshouderij in Rosmalen is ver
schenen de publikatie: 'Bedrijven
met varkens 1986'.
Het rapport bevat de resultaten van
de varkenshouderijbedrijven met
De talrijke handelskontakten in ei
gen land maar zeker ook in het bui
tenland met name West-Duitsland
die de afdeling Zeeland van 'Het Ne-
derlandsche Trekpaard' in de loop
der jaren heeft opgebouwd, laten
zien dat het niet onopgemerkt blijft
wat de Zeeuwse fokkers op zowel
provinciaal als nationaal nivo heb
ben bereikt. Dit stemt de vereniging
temeer tot voldoening daar het aan
tal fokkers dat aan keuringen deel
neemt sinds 1980 aanmerkelijk is
gestegen.
Waren er in 1984 besprekingen
gaande over de levering van Neder
landse trekpaarden naar Tsjecho-
Slowakije, sinds die tijd zijn door
ere-voorzitter, de heer A.L.C.
Brooijmans, in nauwe samenwer
king met de heer Chr.A.C. Oomen,
adviseur van de Koninklijke Vereni
ging te Den Haag enkele transporten
naar dat land verzorgd. Ook bestaan
er goede kontakten met Oostenrijkse
fokkers wat meermalen heeft geleid
tot invoer van Haflingerpaarden,
een ras waarvan de stamboekhou
ding ook door de Koninklijke Vere
niging 'Het Nederlandsche Trek
paard' wordt verzorgd.
een Technisch Ekonomische Admi
nistratie. Vermeld zijn de ontwikke
lingen van de resultaten over meer
dere jaren en de belangrijkste ver
schillen tussen bepaalde groepen be
drijven. Dit jaar zijn tevens opgeno
men de belangrijkste resultaten van
een uitgebreide enquête naar de voe
ding op zeugenhouderijbedrijven.
Op basis van de enquêtegegevens
worden adviezen gegeven voor de
voeding van zeugen en van biggen.
De publikatie is te bestellen door
overmaking van ƒ10,op postreke
ningnummer 2307221 ten name van
Konsulentschap voor Varkenshou
derij, Lunerkampweg 7, 5240 AB
Rosmalen, onder vermelding van
Rapport C 1.7.
15