EG-regels beperken keuze van verevening Pootaardappelen 1988, anders dan anders Droge pluimveemest en overschotheffing Rooien plantuien vlot nog niet erg korte wenken akkerbouw korte wenken veehouderij Ui! de voorlopige produktiecijfers 1987/88 blijkt, dat de Nederlandse melkveehouders in die periode in li ters melk onder het nationale kwo- tum zijn gebleven. Wordt echter de kg vetproduktie erbij betrokken, dan moet wel superheffing aan Brus sel worden afgedragen, waarschijn lijk zo'n ƒ70 miljoen (zie ook ZLM- blad van 22 juli, pag. 14). Het is nu aan minister Braks om te beslissen of er verevend gaat worden, en zo ja, op welke manier. J.L. Nysingh, voorzitter van de KNLC-kommissie Veehouderij, meent dat een vereve ning waarin de kg vetproduktie wordt betrokken weliswaar het meest rechtvaardig zou zijn, maar dat we ons weinig illussies moeten maken over de bereidheid van Brus sel om dat toe te staan. Verevening van alleen de 'plas' ligt wel binnen de bevoegdheid van Braks. Op verzoek van minister Braks heeft het PZ een aantal varianten doorge rekend van de manier waarop de verevening zou kunnen plaatsvin den. Behalve het uitsluitend vereve nen van de 'plas', waar we immers onder zijn gebleven, zou ook met kombinaties van plas en vet kunnen worden gewerkt. Brussel biedt ech ter zeer weinig ruimte om de kg vet produktie bij de verevening te be trekken. Volgens het PZ laten de be rekeningen ook zien, dat het alleen op de plas verevenen financieel het voordeligst is voor ons land. Rechtvaardigheid De financiële kant van de zaak is echter niet het enige aspekt dat meespeelt. Hysingh: 'Ik beng bang dat het inderdaad op een pias verevening zal uitdraaien. We moe ten niet te veel illusies wekken over andere mogelijkheden. Maar het KNLC is wel van mening, dat een verevening waarbij de kg vetproduk tie wordt betrokken het meest recht vaardig is. De minister zou daarom in ieder geval moeten proberen in hoeverre Brussel daar goedkeuring voor wil geven. Het grootste deel van de Nederlandse melkveehouders heeft zich zo goed mogelijk aan het kwotum willen houden. De vetstij- ging is iets dat je daarbij maar zeer gedeeltelijk in de hand hebt. Dege nen die binnen het kwotum zijn ge bleven, maar wel een hoog vetper centage hadden, zullen straks super heffing moeten betalen. Anderen echter, die het niet zo nauw hebben genomen met hun kwotumgrens, maar die wel een laag vetgehalte hadden, hoeven niets te betalen en krijgen kompensatie voor hun over- produktie. Dat is niet helemaal eerlijk. Daarom hebben we in het KNLC ge zegd: onze eerste prioriteit is het meenemen van de kg vetproduktie bij de verevening. Is dat op prakti sche gronden onmogelijk, en dat is* eigenlijk al zo goed als zeker, dan in ieder geval piasverevening. Daarbij kan je dan ook nog de vraag stellen: moeten mensen die ekstreem over hun kwotum zijn heengeschoten niet een vereveningsplafond krijgen. Maar eigenlijk is dat een probleem dat pas in een volgend stadium aan de orde komt', aldus Nysingh. Overigens gaat het om een eenmalige kwestie. Onder bet dit jaar van kracht geworden B-systeem wordt een an dere berekeningswijze gevolgd voor vet- en plasover- en onderschrijdin- gen, waardoor het huidige probleem zich niet meer zal voordoen. In de pluimveehouderij zijn er be drijven die de droge pluimveemest niet jaarlijks afzetten. Een gevolg hiervan is dat aanvankelijk de volle dige overschotheffing moet worden voldaan en dat pas op een later tijdstip, nadat de mest feitelijk is af gezet, aanspraak kan worden ge maakt op de korting. Om dit be zwaar te ondervangen is het volgen de besloten. Ondernemers, die droge pluimvee mest produceren en deze mest, gege ven het gehanteerde bedrijfssysteem, niet jaarlijks afzetten, mogen bij de vaststelling van de door hen te beta len overschotheffing - de aangifte - rekening houden met de in dat jaar op het bedrijf geproduceerde hoe veelheid droge pluimveemest, uitge drukt in kg fosfaat, als ware deze mest in het jaar van produktie ook feitelijk buiten het bedrijf afgezet. Om van deze faciliteit gebruik te kunnen maken dienen zij het aangif teformulier vergezeld te doen gaan van een bezwaarschrift. In het be zwaarschrift moet aangegeven wor den: de in het betreffende jaar ge produceerde hoeveelheid droge pluimveemest, in kg fosfaat, die nog niet feitelijk buiten het eigen bedrijf is afgezet; het jaar waarin de afzet vermoedelijk zal plaatsvinden. Voor wat betreft de aangifte over het jaar 1987 is besloten dat de on dernemers nog tot 1 augustus 1988 een bezwaarschrift kunnen indienen. Voorwaarde is wel dat zodra de fei telijke afzet wordt gerealiseerd een volledig ingevuld mestafleveringsbe- wijs wordt opgemaakt, dat door alle partijen ondertekend binnen 30 da gen aan de Landelijke Mestbank wordt toegezonden. Het Buro Heffingen gaat vervolgens na hoe de op het aangifteformulier overschotheffing vermelde hoeveel heden zich verhouden tot de op het afleveringsbewijs vermelde hoeveel heid. Afhankelijk van dit resultaat kan nog een verrekening plaatsvin den (restitutie resp. naheffings aanslag). Voor de meeste pootaardappelvelden is het einde van het groeisei zoen aangebroken. De oogst is begonnen. Veel luizen gedurende de gehele groeiperiode. De nakontrole moet met enige spanning tege moet worden gezien. De nateelt zal zeker een bonte plant meer te zien geven dan we de laatste jaren gewend waren. De konsumptieteler kan gerust zijn over NAK gekeurd pootgoed, maar de pootgoedteler zal met meer zorg zijn uitgangsmateriaal moeten uitkiezen. Vanaf het begin van het seizoen tot aan het einde zijn er regelmatig vrij grote aantallen luizen te zien ge weest. Tussen de grote aantallen lui zen kwamen bij de pootaardappelen ook regelmatig virusoverbrengers voor. De bekende perzik-bladluis o.a. is er van begin tot het eind ge weest. In een aantal gevallen heeft deze luis ook al sporen nagelaten in de vorm van 'primair'. Dat betekent dat het virus is overgebracht op de plant in het veld en dat het virus de weg van boven naar de knol en dan weer terug heeft afgelegd en de be kende symptomen in de plant laat zien. In de eerste plaats werden de 'pri mair' waarnemingen gedaan in vel den waar eens een bonte plant was waargenomen tijdens de eerste veld- keuring. Maar later toch ook in vel den waar geen primair was waarge nomen. En dat betekent dat ook virus-van-buiten moet zijn binnen gebracht. Nakontrole De nakontrole wordt weer toegepast voor alle basispootgoed (dus S, SE en E) van de zgn. groep 'a', dus van de meer vatbare rassen zoals het ras Bintje. Het gecertificeerd pootgoed van de klasse A, B en C is vrij van nakontrole wanneer het loof vernie tigd is voor de zgn. adviesdatum. De nakontrole zal stellig wat meer 10 teleurstellingen te zien geven dan we de laatste jaren gewend waren. Het bewijs daarvan is natuurlijk nu nog niet te leveren, maar wel de sterke veronderstelling. Veel luizen, waar onder virusoverbrengers; het optre den van primair vanuit de velden maar ook van buiten af en in velden met minder-bont-vatbare rassen. Voorts een vrij sterke loofontwikke- ling na het seizoen van droogte. Ide aal voor luizen en ideaal voor in- fektie. Kwaliteit De konsumptie-teler, die NAK ge keurd pootgoed koopt, kan gerust zijn en blijven. Enkele procenten bonte planten heeft geen enkel ef- fekt op de opbrengst. De andere ziekten zoals Rhizoctonia, zijn nu nog moeilijk te beoordelen omdat de oogst nog nauwelijks in gang is gezet door het slechte weer. Bakterieziek- ten blijven op een laag peil door de strenge keuringen. De pootgoedteler die nu nog zijn uitgangsmateriaal moet uitkiezen zal dat met meer zorg moeten doen dan in de laatste jaren. Vooral t.a.v. virusziekten. De nakontrolenorm voor b.v. de klasse E ligt op 2%. Je zult maar een veld moeten selekteren in 1989 waar 2% mozaïek-zieke planten in voor komen. Veel pootgoedtelers hebben de laatste jaren het aantal planten per ha nogal wat uitgebreid. Stel dat men uitgaat van 70.000 planten per ha en men moet er 2% uit- selekteren, dan is dat wel 1400 plan ten per ha. Met grote zorg zijn uit gangsmateriaal uitkiezen voor 1989 is dringend gewenst. En dan nog ko men er tegenvallers. Tenslotte Het was in veel gevallen weer niet eenvoudig om loofvernietiging toe te passen voor de gestelde data van de NAK. Er is weer weinig loofgetrok- ken. Loofklappen met een rijen- bespuiting in dezelfde werkgang kreeg wat meer belangstelling, maar kon men in een aantal gevallen ook wel vergeten vanwege het slechte weer. Het meeste loof is weer gedood met Dinoseb in het volle gewas. Met twee duidelijke voorbeeldjaren in de hand zullen we opnieuw bij de overheid moeten aankloppen dat Dinoseb voor de pootaardappelteelt voorlo pig nog niet gemist kan worden. A. Vermeer Een mens is NOOIT TE OUD OM TE LEREN, maar ook het ophalen van vergane kennis is belangrijk. In de wintermaanden worden veel ver gaderingen en bijeenkomsten gehou den. Al deze aktiviteiten hebben het doel u iets mede te delen en te leren op uw vakgebied. Door ze niet te be zoeken mist u veel waardevolle in formatie op uw bedrijf toepasbaar. Durf te leren en volg de komende wintermaanden eens een KURSUS OP UW VAKGEBIED. Informeer bij uw landbouworganisatie naar de kursussen die a.s. winter gaan draai en. Kies hieruit de voor u meest pas sende en geef u direkt als deelnemer op. Vooral dit voorjaar heeft aange toond dat GEDRAINEERDE PER CELEN GRASLAND BETER BE RIJDBAAR zijn en een hogere op brengst kunnen geven. Draineren kost geld, niet draineren kost mis schien meer. Bespreek eens met uw voorlichter of drainage voordelen heeft. Uitvoering kan dan misschien nog dit najaar gebeuren. Het komt steeds weer voor dat 'per ongelukmelk in de tank komt van een KOE DIE MET PENICILLINE IS BEHANDELD. Neem in voorko mende gevallen direkt kontakt op met uw melkwinningsadviseur. Geef met een merkstift een duidelijk te ken op het uier als een dier behan deld is om vergissingen te voorkomen. De melkstal is het hart van het melk veebedrijf. Zorg dat de WERKOM STANDIGHEDEN IN DE MELKSTAL goed zijn, d.w.z. goe de ventilatie, goed licht, goede werk- hoogte. Investeringen in een ruimte waarin 365 dagen moet worden ge werkt zijn goede investeringen. De nazomer en de vroege herfst is de beste tijd voor GRASLANDVER NIEUWING. Als een perceel op nieuw moet worden ingezaaid, hou daar dan nu reeds rekening mee bij de beweiding. Het is beter in augus tus in te zaaien dan bv. eind okto ber. Een goed ontwikkelde grasmat komt beter de winter door. Als een NIEUWE DRIJFMEST- KELDER in gebruik wordt geno men, zorg dan voor een laagje water in de kelder voor het vee erop komt. Wees voorzichtig met het maken van kelders in bestaande gebouwen. Het is al meerdere keren voorgekomen dat een deel van een muur instorte. Voorkom ongelukken door sekuur te werken. Het rooien van de (tweedejaars) plantuien wordt door de regenval van de afgelopen weken zeer be moeilijkt. Op de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden is nog maar weinig gerooid. Anders is het op de lichtere zandgronden rond Ossendrecht en in Limburg. De heer D. Hoek, koördinator onderzoek en voorlichting bij de SNUiF: 'De Stuttgarter had al weg moeten zijn, maar zover zijn we nog lang niet. Van de Sturon is (in het Zuidwesten) nog niets gerooid'. De konsekwentie hier van is dat het aantal kilo's toe neemt, waardoor er zowel meer Stuttgarter als meer Sturons op de markt komen. 'Gelukkig', vertelt de heer Hoek, 'zijn er veel minder plantuien uitgeplant dan vorig jaar, toen door de slechte rooiomstandigheden en mede daardoor de hoge opbrengsten de prijzen slecht waren'. De heer Hoek schatte midden deze week dat op de lichtere gronden enkele dagen en op de zwaardere gron den een week droog weer nodig was om weer aan het rooien te kunnen. De kwaliteit van de uien is uitstekend, de opbrengst ligt over het algemeen tussen de 25 en 30 ton per ha. Gebr. Verstelle uit Wolphaartsdijk bezig met het rooien van de Stutt garter Riesen plantuien, afgelopen zaterdag 23 juli. 'Dinoseb in nat jaar onmisbaar' 'Als één ding als gevolg van het slechte weer duidelijk is, dan is het wel dat we middelen als dinoseb nog niet kunnen missen. Door het slechte weer zijn alternatieven voor het doodspuiten van aardappelen, zoals het looftrekken, niet toepasbaar. Desondanks moeten de aardappelte lers wel aan de verplichte rooidata voldoen, of moeten ze door een aan tasting met Phytophthora, hun ge was noodgedwongen vroeg doodspuiten'. Dat zegt Henk Men sen, akkerbouwer in Emmer Com- pascuum. Mensen doet mee aan de TBM-regeling voor fabrieksaardap pelen. De regeling houdt in dat telers hun eigen pootgoed verbouwen. 'De alternatieven voor doodspuiten zijn allen gebaseerd op goede weersom standigheden. Het is nu mogelijk om nu elke drie meter door het gewas te rijden. Bovendien verspreidt je de sporen van de Phytophthora dan ook ekstra', aldus Mensen. De veen koloniale akkerbouwer zegt grote problemen te voorzien als in 1990 di noseb definitief verboden is. DIEPWOELEN is zelden rendabel. Een ploegzool breken kan soms wel nodig zijn. Kijk echter eerst of er wel een ploegzool aanwezig is. Als u een mes door de wanden van een profiel kuil trekt voelt u precies of er gen verdichting zit. Is dit het geval, woel dan net onder de verdichting door. Doe dit alleen onder droge omstan digheden. VAKANTIEGANGERS EN VA KANTIEHULPEN op een akker bouwbedrijf zijn meestal slecht be kend met de gevaren, die zich kun nen voordoen. Repareren aan of schoonmaken van draaiende werk tuigen is nog steeds levensgevaarlijk. Laat geen sleutels op trekkers zitten en ontkoppel elektrische motoren. Ook bestrijdingsmiddelen zijn een groot gevaar. Wees dus op uw hoede. Vrijdag 29 juli 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 10