Vakantie en slecht weer
Appelproduktie stijgt
vanuit de Z.L.M. gezien
.00
zuidelijke landbouw maatschappij
Set-aside regeling wellicht in
augustus van start
Markt- en prijsbeleid
Andere voorbeelden
Aandacht
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 22 JULI 1988
76e JAARGANG NO. 3935
In 1995 zal de produktie van appels en peren in ons land resp. 20 en 10 procent groter zijn dan die in 1987.
Het areaal zal slechts licht groeien, ongeveer tot het niveau van de beginjaren tachtig. Dit blijkt uit een on
derzoek van het Landbouw Economisch Instituut. Daaruit blijkt ook dat het aandeel "oude" appelrassen
in de komende jaren sterk zal afnemen ten gunste van de nieuwe rassen Jonagold en Eist ar. In het Zuid
westen wordt dit jaar een normale tot goede appeloogst verwacht en een kleinere perenoogst. De dunwerk-
zaamheden (zie foto) zijn op de meeste bedrijven achter de rug.
Wellicht dat de Europese braakregeling voor graan in au
gustus van kracht kan worden, dus voordat de wintertar
we voor volgend jaar gezaaid moet worden. Dit werd ons
meegedeeld door een voorlichter van het ministerie van
Landbouw. Vrijdag 22 juli komt de regeling in een amb
telijk beheerscomité aan de orde, en het lijkt erop dat er
dan zaken kunnen worden gedaan, aldus de voorlichter.
Volgens hem kan de set-aside regeling er dan op korte ter
mijn komen, wellicht al in augustus.
Afgelopen dinsdag is de set-aside regeling in de EG-
Landbouwraad aan de orde geweest. Daaruit bleek onder
meer dat door zeven landen een regeling is ingestuurd.
Frankrijk zal dat binnenkort doen, Portugal heeft dis
pensatie, en verder hebben Luxemburg, Denemarken en
Ierland nog geen regeling ingestuurd. Er is behalve de
Britse nog geen enkele regeling goedgekeurd.
De Europese Commissie heeft er onder andere proble
men mee dat sommige landen een plafond hebben gesteld
aan hun eigen bijdrage aan de regeling. Nederland heeft
een maximum gesteld van 18 miljoen, afkomstig uit de
100 miljoen BTW-kompensatie. Er is echter op EG-
niveau wel een maximumbedrag voorzien. Mogelijk wil
Europees commissaris Frans Andriessen voorkomen dat
enkele landen onder de regeling uit proberen te komen
door te zeggen dat zij geen geld meer hebben. Voor Ne
derland geldt dat zeker niet: met 18 miljoen kan minis
ter Braks in theorie 2,5 procent van het Nederlandse
graanareaal uit produktie nemen. Het EG-fonds is net
voldoende voor 1 procent van het graanareaal. Boven
dien heeft minister Braks met het Landbouwschap af
gesproken dat die 18 miljoen elk jaar weer beschikbaar
zullen zijn.
Verder bestaat er tussen de EG en Nederland verschil van
inzicht over de keuze van de referentiejaren. De EG wil
dat per land gekozen moet worden, terwijl Braks de boe
ren zelf wil laten kiezen welk referentiejaar voor hen het
voordeligst is. Andriessen meent dat de controle hierop
te moeilijk wordt.
Vakantietijd in ons land. De economische en politieke rader
werken zijn vrijwel tot stilstand gekomen. Een gigantische
min-post op de opbrengstrekening van B.V.-Nederland. Een
gunstige uitzondering vormt de land- en tuinbouwsector. Het
gros van de boeren en tuinders blijft gewoon thuis en zorgt
voor de continuïteit van een optimale produktie. Die optimali-
teit overigens kan wel verstoord worden door natuurlijke en
onnatuurlijke belemmeringen, respectievelijk letterlijk slecht
weer en Haags slecht weer. De laatste weken worden ons
daar weer onevenredig grote en schadelijke porties van toe
bedeeld. Als het gaat om klimatologische schade, dan weten
we uit nuchtere boerenervaring dat "na regen toch weer een
keer zonneschijn komt" (en ook andersom, zoals nu in
Noord-Amerika). Natuurlijke weersomstandigheden zijn (be
houdens de actuele theorie van een broeikaseffect in de
aardse atmosfeer) incidenteel, en door menselijk ingrijpen
niet te beïnvloeden of te sturen.
Beïnvloeding en sturing is er wèl door en vanwege het Euro
pese en nationale landbouwbeleid. Middels een steeds toe
nemende gelegenheidswet- en regelgeving worden bewust
extra schadelijke buien op ons afgestuurd. Schadelijke buien
in een tijd, waarin we ons welbewust en in eigen verant
woordelijkheid proberen te prepareren op de overleving van
een wereldomvattende economische landbouwcrisis. Van
zulk slecht weer worden we pas echt goed chagrijnig!
Voorbeelden van overtrokken en landbouwonvriendelijke be
leidsmaatregelen zijn er helaas te over. De lijst wordt dage
lijks langer. Het politieke credo "overproduktie" dient daarbij
veelal als argument.
Terwijl de waarde van de dollar stijgt (vergeleken met enkele
maanden geleden een voordelig verschil op de Europese
landbouwbegroting van ±15 miljard gulden) en terwijl we
gens de Amerikaanse droogte de prijzen op de graan- en ei-
witmarkten stijgen (een voordelig verschil voor de Europese
restituties van vele miljarden guldens) is toch vorige maand
het EG-markt- en prijsbeleid voor dit jaar vastgesteld con
form de voorstellen van de Europese top afgelopen voorjaar.
De ingestelde produktiedrempel en de bijkomende maatrege
len betekenen voor granen een theoretische prijsverlaging
van tegen de 10%. Theoretisch, want de markt kan hier
eventueel nog corrigerend werken. Voor erwten en veldbo-
nen echter, waarvoor de EG-produktiedrempel vastgesteld is
op 3/2 miljoen ton, wordt door de Europese Commissie de
komende oogst officieel geraamd op 5,1 miljoen ton. In
gevolge de besluitvorming zal dientengevolge de prijsdaling
voor voererwten en veldbonen 20 a 25% bedragen. Die prijs
daling zal niet alleen theoretisch, doch ook praktisch en on
herroepelijk zijn. Onherroepelijk, tenzij Brussel in de gegeven
(meevallende) financiële omstandigheden op de valreep be
reid zou zijn haar dogmatische beleid voor dit jaar alsnog
praktisch aan te passen. Het dagelijks bestuur van de ZLM
heeft dan ook een brandbrief aan het Landbouwschap
gestuurd met de hartekreet om (ondanks de vakantietijd) op
zeer korte termijn alle krachten te mobiliseren om te trachten
deze dreigende extra-calamiteit nog te weren. Want van een
extra calamiteit voor de akkerbouwsector kunnen we zeker
spreken als we de LEI-bevestiging van de desastreuze finan
ciële uitkomsten van afgelopen jaar mee in aanmerking ne
men: gemiddeld zal er (incl. inkomsten buiten bedrijf)
f 40.000,— ingeteerd worden, in plaats van verdiend.
Chagrijnig en opstandig worden we ook van de niet aflatende
Haagse politieke minachting voor onze sector.
Onbetamelijke voornemens met betrekking tot Pachtwetge-
ving en "Nederland ganzenland" worden vlak voor de va
kantie gepresenteerd. De heren gaan met reces, en in sep
tember zal definitief besloten worden, zo luidt de autoritaire
boodschap. Het Landbouwschap moet maar zien wat ze er
mee doet: weinig dus!
De jongste EG-braakregeling wordt door ambtelijke mugge-
zifterij en fiscale valkuilen praktisch onuitvoerbaar en onmo
gelijk gemaakt; ook voor die boeren die er nog wel wat in
zagen.
Buiten onze invloed wordt Zuid-Beveland "beneden Goes"
(zonder nadere grensaanduiding) aangewezen als "grote
landschappelijke eenheid"; met alle mogelijke gevolgen voor
éen optimale bedrijfsvoering vandien.
En waar dan tenslotte (in deze onvolledige en willekeurige
opsomming) ons verstand werkelijk bij stil blijft dreigen te
staan, is de kwestie van de disteloverlast in het Markiezaats-
gebied. De door ons aangespannen juridische procedure
wordt van "natuur'zijde met alle mogelijke middelen getrai
neerd en kost intussen handenvol geld; de minister persoon
lijk beaamt tijdens zijn bezoek, dat omliggende cultuurgron
den grote schade ondervinden...., en de maatregelen beper
ken zich tot het maaien van een strook van 70 meter en het
planten van boompjes die korter zijn dan de distels! Ook hier
weer is klaarblijkelijk de minister van Landbouw in de fuik te
rechtgekomen van (wat ik wil noemen) de "verwording" van
de Nederlandse natuurbegeestering.
Aan de genoemde en andere "politieke" zaken zullen we ui
teraard indringend aandacht blijven besteden. Binnen de ge
geven legale mogelijkheden zal de ZLM volharden om (mèt
argumenten) een rechtvaardiger landbouwbeleid te be
werkstelligen.
Ook grote aandacht, en in feite de grootste aandacht zullen
wij besteden (en moeten wij besteden) aan het stimuleren en
coördineren van nieuwe en extra mogelijkheden op het ge
bied van produktie, kwaliteit en afzet. Maar dan wel in het
volledige besef dat de consumptie bepalend is voor de pro
duktie en niet andersom. We zullen de signalen van Albert
Heijn e.a. zeer serieus ter harte moeten nemen. We zullen
dat vooral in eigen verantwoordelijkheid moeten doen. De ei
gen verantwoordelijkheid van zowel de producenten, de boe
ren en tuinders èn de verantwoordelijkheid van de landbou
worganisaties als de landbouwcoöperaties. Een hechtere sa
menwerking tussen producenten, landbouworganisaties èn
afzetorganisaties is daartoe een eerste vereiste; landelijk zo
wel als regionaal. Het mag alleen bij praatjes blijven. Een vol
gende keer wil ik graag nader op een en ander ingaan. Op
waar wij wat dat betreft in ons werkgebied al mee bezig zijn;
en op wat nog moet gebeuren!
van der Maas