Akkoord over landinrichtingsbeleid Alle deeltijd MAS-sers in Goes slaagden voor deelcertifikaten Vitak in tweede proefjaar Onkruiden niet langer gevoelig voor chemische bestrijdingsmiddelen Centrale landinrichtingskommissie stelt voorstel minister bij Bezuinigen Evenwicht Reële belangen Water Natuur Administratief Wanneer? De Centrale Landinrichtings Commissie (C.L.C.) heeft na langduri ge onderhandelingen een unaniem advies uitgebracht over enkele in grijpende wijzigingen in het Landinrichtingsbeleid. Het advies nuan ceert op belangrijke onderdelen de botte voorstellen van de minister, met name de onrealistische bevoorrechting van natuur en landschap ingeval van boerderijverplaatsing en wateraanvoer. Bovendien doet de C.L.C. een appèl op de bewindsman om niet door te eaan met bezuinigingen op Landinrichting. Juist in een tijd dat er steeds meer een beroep wordt gedaan op Land inrichting en de Landinrichting is uitgegroeid tot een multifunktio- neel instrument, is een adequaat budget noodzakelijk. In de C.L.C. is gekonstateerd dat de ruimere doelstelling voor Landin richting - zoals verwoord in de Land inrichtingswet en het struktuur- schema - heeft geleid tot multifunk- tionele projekten, waar niet- agrarische facetten mede een belang rijke rol spelen. Deze brede aanpak moest echter gebeuren zonder dat er extra geld beschikbaar kwam. De bezuinigingen in de laatste jaren zijn illustratief: het Rijksaandeel is in de periode 1970 tot 1988 (naar huidige gelds waarde) verminderd van ruim 8000,—/ha tot 4750,—/ha; het jaarlijkse uitvoeringspro gramma is verlaagd van 55.000 ha naar 36.000 ha per jaar; als gevolg van de bezuinigingen wordt de gemiddelde uitvoerings duur van Landinrichtingsprojekten steeds langer: thans ca. 16 jaar. Desondanks moest de C.L.C. nog een strukturele bezuiniging van 8 min. verwerken, welke was opgeno men in de landbouwbegroting 1988. Gezien de grote belangstelling voor landinrichting en de lange duur van de huidige projekten, kon volgens de C.L.C. de bezuiniging niet gezocht worden in minder oppervlakte of nog langere uitvoeringsduur. Als minst slechte oplossing wordt de mi nister geadviseerd de bezuiniging te zoeken in verlaging van de subsidie percentages op waterbeheersings- werken, A2 werken e.d. Voor de waterbeheersing betekent dit een verlaging van 65 naar 50%, waarbij er vanuit wordt gegaan dat dit niet tot kwaliteitsverlies hoeft te leiden. In de loop der jaren is de Landin richting uitgegroeid tot een multi- funktioneel instrument dat dienstig kan zijn voor alle funkties in het Landelijk Gebied. Bij de beoorde ling van het belang van de diverse funkties is de ruimtelijke ordening richtinggevend. De brede doelstelling van Landin richting komt naar voren bij de pro jekten die in uitvoering of voorberei ding zijn. Gezien de aard van de pro jekten die aangevraagd zijn, is het duidelijk dat deze lijn zich doorzet. Hoewel de minister kennelijk door het aanpassen van het beleid en sub sidies nieuwe accenten wil leggen, kan gekonstateerd worden dat de praktijk allang inspeelt op deze si tuatie. De C.L.C. konstateert dan ook dat de kredietverdeling niet de enige maat mag zijn waaraan de be langen van de verschillende sektoren kunnen worden afgemeten: even wicht in beleid is meer dan alleen de verdeling van geld. Ook is het onjuist te stellen dat de werken t.b.v. de ene funktie per de finitie nadelig zijn voor de andere funktie. Vaak kunnen juist in het kader van Landinrichting door een integrale aanpak van knelpunten verschillende funkties worden ver sterkt; ook de onderlinge harmonie kan worden verbeterd. Het grootste diskussiepunt vormde de ongenuanceerde bevoordeling in de adviesaanvraag van de minister van natuur en landschap waar het gaat om boerderij verplaatsing in ge bieden buiten opstrekkende verkave ling en wateraanvoer. De C.L.C. is van mening dat er spra ke moet zijn van reële belangen Vrijdag 1 juli 1988 t.a.v. natuur en landschap om geen subsidie toe te kennen aan boerderij- herplaatsing in deze gebieden. Onder reële belangen wordt verstaan dat 'een beperkt belang van natuur en/of landschap geen onevenredige schade mag berokkenen aan andere belangen, met name de landbouw. Eén en ander zal per projekt bij de opstelling van het Landinrich tingsplan gewogen moeten worden. Plannen voor de ruimtelijke orde ning, binnen het kader waarvan land inrichtingsplannen vorm dienen te krijgen, kunnen daarvoor belangrij ke aanwijzingen geven'. Kortom, de zinsnede van de minister dat een boerderij pas mag worden gebouwd 'tenzij er geen bezwaren bestaan uit niet-agrarische overwegingen' is nogal genuanceerd door de C.L.C. Wel is duidelijk dat het huidige be leid op dit punt is bijgesteld en dat het aan de Landinrichtingskommis sies is om reële van niet-reële belan gen te onderscheiden. De ruimtelijke ordeningsplannen zijn hierbij rich tinggevend. De nu behaalde vier certifikaten ak kerbouw, ekonomie, inleiding regio nale agrarische produktie en agrari sche techniek kunnen aan de MAS voor volwassenen hun vervolg krij gen in deelname aan de certifikaten voor Nederlands en een bedrijfspro- jekt. Dit programma komende win ter spreekt de geslaagden zo aan, dat Ruim 220 akkerbouwers in Flevo land en Noord-Holland maken re gelmatig gebruik van Vitak. In Vitak worden dagelijks aktuele teeltinfor matie, regionale weerberichten en markt- en prijsberichten aangebo den. Op ieder moment van de dag kunnen de akkerbouwers snel de ak tuele informatie opvragen. Naast de akkerbouwers doet een tiental orga nisaties aan Vitak mee. Door deelna me aan Vitak wordt ervaring opge daan met een elektronisch informa tiesysteem in de akkerbouw. Met be hulp van een microcomputer wordt via de telefoonlijn informatie uit Vi tak opgevraagd. De aktuele teeltinformatie bestaat voornamelijk uit attenderingen, teelttechnische tips en adviezen die betrekking hebben op de meest ge teelde akkerbouwgewassen. Dage lijks wordt nieuwe teeltinformatie aangeboden. Ten aanzien van de wateraanvoer heeft de C.L.C. in haar advies nog eens gewezen op de uiteenlopende belangen en dat ook hier een genu anceerde benadering - in tegenstel ling met het voorstel van de minister - gewenst is. Vanuit de landbouw worden andere eisen aan de kwaliteit van aange voerd water gesteld dan vanuit na tuurwetenschappelijk oogpunt. Zelfs de beste kwaliteit aangevoerd water kan voor bepaalde natuurge bieden nog ongewenst zijn, terwijl slechte kwaliteit ook voor de land bouw schadelijke gevolgen kan heb ben. Binnen deze uitersten zijn vele variaties mogelijk, waarbij de kwali teit van het aangevoerde water soms beter is dan het gebiedseigen water. De C.L.C. adviseert een benadering die uitgaat van een planopzet die, al vorens wateraanvoer in overweging wordt genomen, onderzoekt of het mogelijk is geen water aan te voeren. Het vasthouden aan gebiedseigen water heeft de voorkeur boven aan voer van gebiedsvreemd water. Per projekt waterkonserveringsmoge- lijkheden bekeken, inklusief de kosten en baten. Ingeval van subsidiëring van extra wateraanvoer wordt nagegaan of aan reële natuurwetenschappelijke belangen schade wordt berokkend. Onder 'reële belangen' wordt het zelfde verstaan als vermeld bij boer derij bouw. vrijwel alle kursisten zich daarvoor inmiddels hebben opgegeven. De groep 3e jaars kan daarmee het vol ledig DMAS-programma afwerken en het MAS-B-diploma behalen. De voorzitter van de eksamenkom- missie, de heer Rouwet deelde ten slotte nog mee dat de 2e jaars de ga rantie hebben dat het volledig pro gramma DMAS zal worden afge werkt. Ook de eerste jaars kunnen de zeer gerichte certifikaten akker bouw en ekonomie volgen. Er is overigens nog inschrijving van kur sisten mogelijk. Na de feestelijke uitreiking van de certifikaten bedankte kursist J. Ge- schiere namens de mede studenten de kursusleiding en de docenten voor het gebodenen. De geslaagden zijn: mw. J. Begheyn, Hulst; dhr. A. Da- men, Zevenbergen; mw. J. Dingemanse-Hengst, Zoutelande; mw. M. Francke-Leeftink, Koude- kerke; mw. C. Jobse-Maljaars, Zou telande; dhr. C. de Koning, Kam perland; dhr. S. Kuijlen, Woens- drecht; dhr. J. Mesu, Oudelande; dhr. J. van Riet, Halsteren; mw. A. Wisse-Maat, Colijnsplaat; mw. D. Lako, Biervliet; mw. D. Baars, Goes; dhr. S. van den Berg, Wissen- kerke; dhr. J. Dingemans, Fijnaart; dhr. J. Francje, Koudekerke; dhr. J. Geschiere, Meliskerke; dhr. P. van Kouteren, Sluiskil; mw. E. van der Maas, Kats; dhr. M. Nijsse, Elle- woutsdijk; dhr. P. van der Steen, Rotterdam; dhr. G. van Damme, 's- Heer Arendskerke; dhr. S. Vroon land, Middelburg. In het advies van de C.L.C. wordt de voorgenomen beleidswijziging ten aanzien van de natuurbelangen in Landinrichtingsprojekten be vestigd. Er komt een subsidierege ling (100%) voor de inrichting van reservaten en natuurbouwprojekten. Bij dit laatste wordt met name ge dacht aan zogenaamde lijnvormige elementen. Wel wordt er van uitge gaan dat het moet gaan om een 'be- heerbare ecologische infrastruk- tuur'. Onder 'beheerbaar' wordt niet alleen gedoeld op de technische realisatie, maar ook op onderhoud en beheer tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Bij peilverlaging in de landbouwge bieden moeten de nadelige gevolgen voor de reservaten, buiten deze re servaten worden opgevangen. De C.L.C. wijst erop dat ook hier spra ke moet zijn van 'reële belangen' en dat de lokatie en omvang van de re servaten zorgvuldig gekozen moet worden, met het oog op niet strikt noodzakelijke beperkingen in de agrarische bufferzones. In deze buf ferzone zou de bergboerenregeling van toepassing moeten zijn. De C.L.C. onderschrijft het voorstel van de minister om de toepas singsmogelijkheden van landinrich ting met een administratief karakter te verruimen. Tot nu toe konden al leen projekten buiten de zogenaam de 'beleidskaart' gebruik maken van dit instrument, waarbij max. 1100,/ha, Rijksbijdrage wordt toegekend. Nu wordt administratie ve verkaveling ook mogelijk binnen de beleidskaart, onder de bestuurlij ke afspraak het Rijksaandeel te be- Het Centrum voor Agrobiologisch Onderzoek (CABO) in Wageningen heeft gekonstateerd, dat - na insek- ten en schimmels - er nu ook onkrui den zijn die niet meer gevoelig zijn voor bestrijdingsmiddelen. In de af gelopen jaren is de resistentie tegen onkruidbestrijdingsmiddelen op ba sis van triazinen sterk toegenomen. In Nederland zijn nu acht onkruid- soorten bekend die ongevoelig zijn voor dergelijke middelen; over Eu ropa loopt dat aantal op tot meer dan dertig. Over de hele wereld ontstaan nu on kruiden die niet langer gevoelig zijn voor deze onkruidbestrijdingsmid delen. Ze ontstaan in meerjarige ge wassen, zoals in de fruitteelt en de boomkwekerij, waar steeds weer met dezelfde herbiciden gespoten wordt. Het probleem is omvangrijk in een gewas als mais, dat vele jaren achtereen op hetzelfde veld geteeld wordt. Herbiciden blijken daar niet goed meer te werken op onkruiden. Het gaat vooral om bestrijdingsmid delen op basis van triazinen, maar resistentie tegen andere chemische bestrijdingsmiddelen komt ook vóór. Koos van Oorschot (CABO) is van mening dat het niet uitgesloten moet perken tot 1500,/ha, waarbij deze oppervlakte naar rato wordt verdiskonteerd met het jaarlijkse uitvoeringsprogramma, waardoor er als het ware meer oppervlakte kan worden ingericht. Uitgangspunt bij dit soort projekten blijft dat het een voudige, administratieve projekten moeten zijn, gericht op de verbete ring van de verkaveling. De voorgenomen aanpassingen in beleid en subsidies zullen gaan gel den voor projekten waarvan nog geen voorontwerp-programma dan wel voorontwerpplan is gepubli ceerd. Wel kunnen Landinrichtings kommissies als zij dat willen, in de plannen die reeds in een volgend sta dium zijn, alleen inspelen op het nieuwe beleid met betrekking tot de inrichting van reservaten milieuhy giënische maatregelen en ecologische infrastruktuur. Belangrijk is echter de vraag of minister Braks dit advies van de C.L.C., dat op veel punten belangrijke nuances aanbrengt, overneemt. Recentelijk is uit een evaluatie van het C.L.C.-werk ge bleken dat de minister alle adviezen van de C.L.C. heeft overgenomen. Het is nauwelijks voor te stellen dat het met dit unanieme advies, over zulke belangrijke beleidsaanpassin gen, anders zal gaan. Zodra het nieuwe beleid is vast gesteld zullen de betrokken Landin richtingskommissies in hun projekt ervaren wat de konsequenties ervan zijn. Voor de landbouw zijn deze niet ge ring en het zal heel wat kreativiteit en inspanning kosten om tot even wichtige en aanvaardbare plannen te komen. H. van 't Land worden geacht, dat er in de toe komst op grotere schaal resistente onkruiden kunnen ontstaan. Wan neer bestaande kuituurgewassen door middel van D£JA-technieken resistent worden gemaakt tegen be paalde herbiciden dan ligt de weg open die herbiciden bij herhaling op hetzelfde perceel te gebruiken, zoals dat nu al bij mais het geval is. Dit kan het ontstaan van resistente on kruiden bevorderen. Voorkomen beter dan genezen Dr. Van Oorschot is van oordeel dat aan het voorkomen van resistente onkruiden veel gedaan kan worden. De resistentie wordt veroorzaakt door herbiciden met een lange wer kingsduur te vaak achter elkaar te gebruiken. Dit moet men dus tegen gaan. Afwisseling van herbiciden met een verschillende werking gedu rende opeenvolgende jaren lijkt daarbij beter dan een kombinatie van middelen in hetzelfde groeisei zoen. Bewust geen 100 procent- bestrijding nastreven door minder te spuiten en de chemische bestrijding af te wisselen met andere methoden van onkruidbestrijding is een goede werkwijze, stellig ook voor het milieu. 9 Alle 22 kursisten aan de deeltijdopleiding voor volwasenen aan de MAS te Goes hebben hun certifikaten inleiding regionale agrarische produktie en agrarische techniek gehaald. Vorige week dinsdagavond werden de diploma's uitgereikt op de Rijks Middelbare Agrarische School in Goes. Koördinator J. van Bellegem sprak in een korte toespraak namens de direktie van de school van een 100% afwerking die spreekt van inzet en motivatie en die getuigt van klasse voor in de eerste plaats de kursisten. Met de certifikaten wordt zo een basis gelegd om in de persoonlijke situatie te kunnen komen tot ec-n waar devolle bedrijfsanalyse en bedrijfsplanning. Vrijwel alle kursisten gaan door voor de laatste twee deelcertifikaten

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 9