De maand juli op het Zuid
Westelijk Veehouderijbedrijf
W aterrantsoenering
bij leghennen
Grond- en gewasonderzoek onmisbaar
voor goede bedrijfsvoering
rundveehouderij
15
pluimveehouderij
V KR VOLG PAG. 16
Op het veehouderijbedrijf is een
hoge opbrengst en kwaliteit van
het grasland zeer belangrijk.
Grondonderzoek geeft de ge
wenste informatie voor een goed
bemestingsbeleid. Via uw
G.G.K. (Graslandgebruikskalen-
der) kunt u nagaan of de be
mesting en gebruik van het gras
land in overeenstemming is met
de bemestingsbehoefte en het ad
vies. Denk hierbij ook aan de
magnesium en kopertoestand
i.v.m. gezondheid van het vee.
Door de gunstige weersomstan
digheden is momenteel op veel
veebedrijven reeds heel wat voor-
droogkuil en hooi gewonnen.
Om inzicht te krijgen in de kwali
teit van het ruwvoer is gewenst
een monster te laten nemen voor
gewasonderzoek
Door het laten opmeten en on
derzoeken van het kuilvoer heeft
U tijdig de uitslag binnen en kunt
U zien hoe de ruwvoerpositie is
op het bedrijf.
Graslandverbetering
Veel percelen grasland brengen niet
de gewenste hoeveelheid en kwaliteit
gras op voor een optimale produk-
tie. De oorzaak van te lage op
brengst wordt veelal in het weer ge
zocht. Toch moet men zich afvragen
hoe het komt dat het grasland in
konditie achteruit gaat. Dit kan in
de omstandigheden van grond, de
watervoorziening of weide-
exploitatie zitten. Zo kan grond
moeilijk veranderen. Wel kan wor
den overwogen of er bij ongelijke
ligging egalisatie of bij harde lagen
in de grond of vastgereden grond
woelen nodig is. Ook kan een bekal-
king nodig zijn. Overtollig water
moet worden afgevoerd. Omdat
drainage een grote investering
vraagt, is het van groot belang dat
deze goed werkt. Grasland moet zo
veel mogelijk in de zomermaanden
worden gedraineerd als de grondwa
terstanden laag zijn. Draineer onder
droge omstandigheden als de
drainsleuf rondom de drain goed
doorlatend is. Wordt onder natte
omstandigheden gewerkt, dan zal de
drainage minder goed funktioneren
als gevolg van een te grote verdich
ting van de drainsleuf.
Bij de weide-exploitatie kunnen om
standigheden zijn waardoor het
grasland in opbrengst hard achteruit
gaat. Oorzaken zijn: Tekort maaien,
lang gras maaien, lange veldperiode,
laat inscharen; Grote hoeveelheden
en slechte verdeling van drijfmest;
Berijden onder natte omstandighe
den en vertrapping door vee; Voor
komen van emelten, mollen, muizen
e.d.; Minder goede ontwatering en
bemesting e.a.
Kunt U een aanwijsbare oorzaak
vinden, probeer deze in het vervolg
te voorkomen. U mag gerust kritisch
zijn op uw eigen beheer.
Graslandvernieuwing
Bij een minder goede graslandex
ploitatie krijgen onkruid, kweek en
straatgras de kans om zich te ont
wikkelen, waardoor de goede gras
sen meer en meer uit het grasbestand
verdwijnen. Bent U toe aan vernieu
wen van grasland dan is de meest ge
schikte tijd van inzaaien half juli tot
eind september. Bij extreme droogte
heeft het weinig zin om in te zaaien,
aangezien het gras dan minder goed
kiemt en de kans van slagen klein is.
Als het grasland minder dan 50%
goede grassen of meer dan 10%
kweek bevat, is het wenselijk om te
vernieuwen. Een bespuiting tegen
kweek geeft het beste resultaat als de
kweek in groei is, zoals opnieuw uit
gelopen na afweiden of maaien. Als
de kweek 10-15 cm lang is, kan met
4 1 glyfosaat in 200 1 water worden
gespoten. Na ca. 10 dagen kan de
grond bewerkt worden met de over-
topfrees of frezen met daarna ploe
gen en vervolgens opnieuw gras zaai
en. Als het grasland alleen maar een
holle stand vertoont, kan men ook
doorzaaien. Een vereiste is dat de
oude grasmat zo kort mogelijk is.
Door kort te beweiden (5 dagen na
spuiten) of te maaien is het zaaien
beter uit te voeren en weinig hinder
van stroppen.
Grasland inzaaien is duur. (Vocht is
belangrijk voor het slagen). Doe het
alleen als het nodig is. Let bij de
aankoop van graslandmengsels op
grassoorten en eigenschappen hier
van, zoals typen, rassen, vroegheid
van doorschieten, voorjaarsontwik
keling, standvastigheid, wintervast-
heid en opbrengst. De meeste goede
graslanden bevatten ruim 90% En
gels raaigras. De laatste tijd gaat dan
ook de voorkeur uit naar enkelvou
dige mengsels (BG1, BG3 en BG12
hoofdmoot tetraploid). Koop alleen
NAK-gekeurd zaaizaad met Oranje
band en aanduiding waardering 1.
Men is dan verzekerd van goed zaai
zaad, dat vrij is van duist en kweek-
gras. Na opkomst van het nieuwe
grasland dient men zonodig het on
kruid te bestrijden. Met een kritisch
beheer bereikt U meer.
Bestrijding van
vliegen/zomerwrang
Vliegen veroorzaken last bij mens en
dier. De bestrijding begint bij een
goede hygiëne. In veel gevallen zal
een middel dat toegelaten is worden
gebruikt. Om immuniteit tegen een
Regelmatig goed drinkwater opne
men is een levensvoorwaarde, óók
voor leghennen. Meer dan de helft
van het lichaamsgewicht van de hen
bestaat uit water en een ei bestaat
zelfs voor tweederde uit water. Hen
nen moeten dan ook regelmatig kun
nen drinken om aan hun behoefte te
voldoen. Dit betekent echter niet dat
de hennen 24 uur per dag water ter
beschikking moeten hebben.
Veel pluimveehouders sluiten de wa
tertoevoer in de nacht af, om zo on
nodig vermorsen van water te voor
komen. Ook overdag is het mogelijk
om de watertoevoer te beperken.
Steeds meer pluimveehouders probe
ren door dit systeem nog betere tech
nische resultaten te behalen. De
voordelen die bij dit systeem ge
noemd worden, worden hieronder
besproken. Ook de praktische uit
voering komt aan de orde.
Voordelen
drinkwaterrantsoenering
Het waterverbruik bij leghennen
verschilt van koppel tot koppel en is
onder meer afhankelijk van de drink-
watertemperatuur, de produktie,
het lichaamsgewicht, voersamenstel-
ling en voerhoeveelheid. Bij het
rantsoeneren van drinkwater praten
we over een beperking van tijd dat
het water opgenomen kan worden,
dus niet van de hoeveelheid! Als wa
ter beperkt wordt in de tijd, dan kan
elke hen naar behoefte opnemen. Ze
zal dan ook in een kortere tijd meer
water opnemen.
Omdat het voer langer in het spijs
verteringskanaal wordt vastgehou
den, verteert het voer beter en wordt
het beter benut. Hierdoor wordt een
gunstiger voederkonversie bereikt.
Ook wordt hierdoor een iets hoger
eigewicht waargenomen. Verder zal
de mest door de verminderde water
opname wat droger zijn. Dit is van
belang bij droge-mest-sy sternen.
Ook kunnen hierdoor schonere eie
ren afgeleverd worden.
Aandachtspunten bij
toepassing
Drinkwaterrantsoenering is alleen
toe te passen als u weet waar u mee
bezig bent. Een eerste vereiste is dan
ook een goede registratie van het
voerverbruik, het lichaamsgewicht
bepaald middel te voorkomen is het
wisselen van middelen gewenst. Dit
voorkomt problemen. Zomerwrang
kan bij jongvee en droogstaande
koeien veel schade geven.
Bestrijding kan geschieden met:
anti-wrangpasta op de spenen
brengen. Elke 14 dagen herhalen.
bestrijdingsmiddelen. Spuiten of
opgietmethode. Herhalen 2-6
weken.
aanbrengen van oormerken. Kun
nen ook aan halsband worden be
vestigd. (Flectron, Atroban, Auri-
plak, Debantic). De werkingsduur is
ongeveer 3 maanden.
De bestrijding van zomerwrang richt
zich op de bestrijding en weren van
de vliegen. Let op de omgeving voor
vliegen.
Teelt van stoppelgewassen
Nagewassen kunnen een welkome
aanvulling geven voor de voederpo
sitie van het bedrijf. Een grasgroen
bemesting kan met 60-80 N strooien
per ha een opbrengst geven van
2.500-3.500 kg droge stof per ha.
Ook kan op een vrijkomende stop
pel van bouwland gras worden inge
zaaid. Zowel Italiaans raaigras als
Westerwolds raaigras kunnen in het
najaar een snede gras geven voor
stalvoedering of worden ingekuild.
Stoppelknollen worden op lichte
gronden geteeld. Het gewas kan een
vrij hoge opbrengst geven van 4.500
kg droge stof met 4.000 kVEM per
ha. De oogst vraagt meer arbeid dan
de teelt van grassen. Onder natte
omstandigheden kan in het geoogste
produkt vrij veel zand voorkomen.
Stoppelknollen geven een goede
voederwaarde-opbrengst
Minder arbeidsintensief is bladkool,
die tot begin augustus gezaaid, een
redelijke opbrengst kan geven. De
opbrengst van dit gewas is 3.000 kg
droge stof met 3.000 kVEM per ha.
Het gewas wordt gemaaid, waarna
het vers kan worden gevoerd ofwel
ingekuild met toevoegmiddel. Op
zowel stoppelknollen als bladkool
wordt 80.100 kg N gegeven. Met het
benutten van nagewassen kan er op
veel bedrijven nog goedkoop ruw
voer worden gewonnen.
Gebruikskruisingen met vleesrassen
op het ondereind van de melkveesta
pel is de meest voor de hand liggende
mogelijkheid om op het melkveebe
drijf meer aandacht te schenken aan
vleesproduktie. In Engeland, Frank
rijk en België wordt al jarenlang op
deze wijze gebruik gemaakt van de
daar aanwezige vleesrassen voor
kruising met melkkoeien. Het be
langrijkste bij kruisen van een vlees
ras met melkvee, is dat er weinig ex
tra geboortemoeilijkheden mogen
optreden en dat het kruislingkalf
goed geschikt is voor vleesproduk
tie. Op grond van deze eisen is de af
gelopen jaren het Piemontese-ras als
meest geschikte ras voor kruislings-
doeleinden naar voren gekomen.
In Nederland lag in boekjaar '86-'87
het aantal eerste inseminaties met
vleesrassen op 11,8% van het totaal
aantal eerste inseminaties. Dit per
centage kent grote schommelingen
over het jaar. De top lag in septem
ber met een rekord aantal eerste in
seminaties met vleesrassen van
18,9% van het totaal.
Nederlandse Roodbonte blijven be
duidend achter bij Piemontese bij
kruisingen op melkvee. Dit heeft in
hoofdzaak te maken nfet het feit dat
bij stieren van deze rassen in Neder
land, weinig of geen onderzoek op
geboorteverloop en slacht- en
mesteigenschappen van nakomelin
gen is uitgevoerd. Dit jaar is echter
gestart met het Bovian-projekt. Dit
projekt is een gezamenlijk fokpro-
gramma van EnCeBe-Boxtel en de
K.I.-verenigingen "Zuid" en "Land
van Cuijk", met als doel eigen K.I.-
stieren voor gebruikskruisingen te
produceren. Deze stieren worden
evenals de stieren in het Piemontese
programma getest op geboortever
loop en, via een nakornelineenrm.
derzoek, op optimale mest- en slacht-
eigenschappen. Bovian richt zich
voorlopig op kruisingen tussen
Blonde d'Aquitaine en Charolais.
De stieren, die ingezet worden, zijn
in Frankrijk al uitvoerig getest door
het INRA op zowel melkvee als zui
vere vleesrassen (zoogkoeien).
Is Piemontese nu nog de eerste keuze
voor U als melkveehouder of is dit
nu vervangen door Bovian of een
ander vleesras? De keuze van een
stier voor gebruikskruising is niet
zozeer een raskeuze als wel een stier-
Op grond van de gestelde eisen komt het Piemontese-ras als meest geschikt
voor kruisingsdoeleinden naar voren.
Piemontese heeft met 75% nog
steeds het grootste aandeel van het
totale vleesrasgebruik. Het succes
van Piemontese is o.a. te danken
aan het Piemontese-projekt van de
gezamenlijke Nederlandse K.I.-
verenigingen, waarbij een tiental
"proefstieren" werd aangekocht en
ingezet. Uiteindelijk bleek dat GIL
en ELVIO de beste stieren waren.
Vorig jaar steeg dit duo dan ook met
stip in de top-10 van de lijst van
meest gebruikte stieren. Omdat Gil
en Elvio niet eeuwig aan de
Piemontese-vraag kunnen voldoen,
zijn in 1986 opnieuw 11 Piemontese
stiertjes in Italië aangekocht en inge
zet in Nederland. Zoals het er nu uit
ziet, zullen de stieren, LIDO, GHI-
RO en wellicht LURIO het duo Gil
en Elvio komen versterken in de ko
mende jaren.
Tot nu toe is alleen gesproken over
Piemontese. Het gebruik van de an
dere vleesrassen, zoals Charolais,
Limousin, Blonde d'Aquitaine, Bel
gische Blauwe en de luxe, bespierde,
keuze, omdat de verschillen tussen
stieren binnen een ras vaak groter
zijn dan de gemiddelde verschillen
tussen rassen. Het is van belang dat
U als melkveehouder weinig extra
problemen krijgt met het geboorte
verloop van het melkvee. Daarnaast
moeten de stieren getest zijn via een
nakomelingenonderzoek op slacht
en mesteigenschappen. Dit is in de
afgelopen jaren in Nederland alleen
getest bij een 20-tal Piemontese stie
ren, waaruit nu 4 of 5 stieren zijn ge-
selekteerd. Dit betekent dus niet dat
alle Piemontese stieren geschikt zijn.
Naast de 5 Piemontese stieren zullen
in de komende jaren ook een aantal
Bovian fokstieren, en misschien ook
wel zuivere vleesrasfokstieren, be
schikbaar komen als zijnde getest en
goedgekeurd voor gebruikskruising
op melkvee. Om zeker te spelen is
één van de 5 geteste Piemontese stie
ren dus nog steeds de eerste keuze.
In de komende jaren zal de keuze
mogelijkheid tussen rassen alleen
vergroot worden.
en de produktie. Door de beperking
wordt de voeropname wat verlaagd.
Wees dus voorzichtig bij het toepas
sen en bekijk goed de eimassa-
produktie en de voeropname. Bij
toepassing wordt gedurende een
aantal uren geen water verstrekt. Dit
v kunnen beter een paar periodes zijn
van een aantal uren, dan veel korte
periodes. Een geleidelijke opbouw is
aan te bevelen. Toepassing in kom-
binatie met het BMLP-schema
schijnt goed mogelijk te zijn. Hierbij
moet er wel goed op gelet worden
dat het begin van een waterperiode
samenvalt met een kwartier licht.
Belangrijk is dat de drinkwaterlei
ding in staat is om in korte tijd vol
doende water door te laten, ook
naar de hennen achter in het hok. De
diameter moet dus voldoende groot
zijn. Een ander belangrijk punt is
een goede registratie van het water
verbruik. Het vinden van een goede
watermeter, die ook kleine wa
terstroompjes nauwkeurig re
gistreert, is een van de moeilijkste
punten! Er moet gebruik gemaakt
worden van een magneet ventiel, zo
dat bij een eventuele stroomstoring
toch wateraanvoer plaatsvindt.
J. van Aerts CR
ing. M. Arendsen CR
ing. M. Geboers CVP
ing. D. Pullen CVP
Vrijdag 1 juli 1988