Nieuwe keuringsmethode voor uien
Met bijen meer verzekerd van een
goede bestuiving bij veldbonen
Bladluizen?
Metasystox-R
Kwaliteit moet verbeterd worden
Nieuwe Algemene Voorwaarden Zaaiuien (AVZ)
korte wenken
akkerbouw
- A -
Vooral in Duitsland verliezen we op de uienmarkt terrein
Nog even en de term 'klasse 2NL'
zal in de uiensektor een onbekend
begrip zijn. Een nieuw keurings
systeem, met klassen als AAA en
AA, maakt sinds 1 juni uitbetaling
mogelijk naar de kwaliteit van het
veldgewas. Valt de eer van de Neder
landse ui nog te redden?
'De Nederlandse ui heeft in het bui
tenland een slechte naam. Vooral in
West-Duitsland zijn we terrein aan
het verliezen. Uitbetaling naar kwa
liteit is van groot belang om de oude
positie te herwinnen'. Jan van der
Oord, akkerbouwer in Middenmeer,
is voorzitter van de kommissie voor
konsumptieaardappelen en uien van
het Landbouwschap.
Struikelblok bij de verbetering van
de uien was tot nu toe het ontbreken
van een goede keuringsmethode van
het veldgewas, zegt Van der Oord.
De ui werd onder de loep genomen
als het produkt al wat klaargemaakt.
De boer levert echter veelal het veld
gewas en de keuring moet dus hierop
betrekking hebben. Inmiddels is
zo'n keuring ontwikkeld door het
Instituut voor Bewaring en Verwer
king van Landbouwprodukten en de
Stichting Nederlandse Uienfederatie
(SNUiF).
Toeslag
Met de uienhandel is afgesproken
dat de beoordeling van kleur, hard
heid en huidvastheid wordt uitge
drukt in de klassen AAA, AA, A, B
of C. Voor de klasse AAA krijgt de
teler een toeslag van 10 procent en
voor AA 5 procent. Voor klasse A
wordt geen toeslag gegeven. Aan
klasse B kleeft een korting van 10
procent en C wordt geweigerd. De
boer krijgt nog wel de gelegenheid
om de C-partij in een hogere klasse
te brengen.
'Nu is het mogelijk', zegt Van der
Oord, 'om de boer te belonen voor
een grotere inspanning. Tot nu toe
moest hij aan minimum kwaliteitsei
sen voldoen. Dat maakte het aan
trekkelijk om vooral véél te produ
ceren. Kwaliteitsverbetering kan tot
een lagere opbrengst leiden. Dat
moet gekompenseerd worden'.
'Ons klimaat is niet ideaal voor uien.
Dat heeft invloed op de kleur. Je
moet de boer stimuleren tot het toe
passen van snelle oogstmethoden:
oogst vóór het gewas rijp is. Zo kan
hij weerrisiko's uitschakelen. Door
circulatie van warme lucht moet je
de uien in de bewaarplaats kunstma
tig drogen. Zo krijgt de boer een
mooie ui, echter tegen hogere
kosten. Via de premiebetaling moet
je dat stimuleren'.
Premie en kortingen
Als teler en handelaar met elkaar in
zee gaan op grond van de Algemene
Voorwaarden voor zaaiuien van het
Landbouwschap en de verzendhan-
del, is de nieuwe keuring voorge
schreven. Van der Oord: 'Individue
le telers en handelaren kunnen in
hun kontrakt wat betreft premie en
kortingen afwijken. Wij willen niet
de prijzen voorschrijven'. Het is ook
mogelijk aan de keuring deel te ne
men als niet op algemene voorwaar
den wordt geteeld.
Van der Oord kan elke teler aanbe
velen een kontrakt af te sluiten op
grond van de algemene voorwaar
den. 'De praktijk is vaak: als de ui-
enprijzen slecht zijn, dan kijkt de
handelaar scherp naar de kwaliteit.
De teler heeft een onzekere positie.
Nu ben je ervan verzekerd dat het
oordeel over je uien geen subjektieve
zaak is. Je kunt bovendien op korte
termijn een ekspertise aanvragen.
Als de uien te lang op het land blij
ven liggen, kan de kwaliteit snel ach
teruit gaan'.
'We zullen onze leden met klem ad
viseren om kontrakten af te sluiten
op grond van de nieuwe voorwaar
den', zegt een eveneens enthousiaste
Nico van der Wel van de Nederland
se Bond van Verzendhandelaren in
Groenten en Fruit. 'Het algemeen
belang van de teelt en de handel is
een betere afzet en een beter imago.
Al zijn de uien de laatste tijd wel erg
de put ingeschreven. Zó slecht zijn
ze ook weer niet'.
Van der Wel heeft er vertrouwen in
dat de Nederlandse ui beter zal wor
den door de uitbetaling naar kwali
teit. 'Ik heb er moed op dat dit een
stimulans is. Alleen met een goed
basisprodukt is de afzet te verbete
ren. Met extra zorg kun je daar veel aan
doen.
Voorlichtingsavond
Voor de nieuwe keuringsmethoden
voor uien en de uitbetaling naar
kwaliteit, houdt het Landbouw
schap in samenwerking met de ver-
zendhandel en de SNUiF vijf voor
lichtingsavonden. De aanvang is
steeds 19.45 uur. Voor Zuidwest-
Nederland worden deze maandag 20
juni a.s. gehouden in vergadercen
trum 'Prins van Oranje',
Nieuwstraat 14 te Goes en op dins
dag 21 juni a.s. in café-restaurant
'De Koster', Rijksstraatweg 30 te
Klaaswaal.
Voor goed bloembezoek zijn bij veldbonen twee bijenvolken per ha nodig
Al tientallen jaren leeft de diskus-
sie of het zinvol is bijen bij een
perceel veldbonen te plaatsen.
Om op deze vraag een goed ant
woord te geven, is het noodzake
lijk eerst naar het bestuivingsme-
chanisme van de veldbonen te
kijken.
Een normaal veldbonengewas bestaat
voor tweederde uit inteelt planten en
voor eenderde uit hybride planten.
De hybride planten zijn in staat om
zonder de hulp van insekten tot
bestuiving en zaadzetting te komen.
Hierbij komt het stuifmeel op de
stempel van dezelfde bloem terecht
(zelfbestuiving). Bij inteelt planten is
dit een probleem. Bij een groot ge
deelte van de inteelt planten is er nl.
een mechanische barrière in de bloe
men, waardoor zelfbestuiving verhin
derd wordt. Bij de hybride planten
komt de mechanische barrière nau
welijks voor.
Deze barrière is echter door insekten
te doorbreken zodat ook inteelt plan
ten tot zelfbestuiving kunnen over
gaan. Door hybride rassen te ontwik
kelen is het dus mogelijk om veldbo
nen te telen die niet afhankelijk van
bijen zijn. Het is echter in de praktijk
nog niet mogelijk een hybride veld-
bonenras te kweken waarvan de op
brengst kan konkurreren met de hui
dige rassen. Daarnaast is het in de
natuur een algemeen verschijnsel dat
kruisbestuiving een hogere opbrengst
geeft. En voor kruisbestuiving zijn
insekten nodig!
Uit diverse onderzoeken is naar vo
ren gekomen dat niet meer dan een
derde van de bloemen van een veld-
bonenplant tot een peul kan uitgroei
en, ook al wordt meer dan eenderde
van de bloemen bestoven. Zoals al
eerder gezegd is, kunnen de hybride
planten zonder insekten bevrucht ra
ken. De inteelt planten zijn hiertoe
echter minder in staat door de me
chanische barrière bij de bloemen
van deze planten. Bij bloemen die la
ter in het seizoen hoger aan de plant
gevormd worden, is deze mechani
sche barrière minder aanwezig. In
dien de zaadzetting van de onderste
bloemen is mislukt, zal aan de bo
venste bloemen toch zaadzetting
plaatsvinden. In principe kan een ge
was veldbonen dus zonder bestuiven
de insekten. De opbrengst wordt ech
ter nadelig beïnvloed als de onderste
bloemen onvoldoende zaadzetten.
Meer zaadzetting bij de bovenste
bloemen zal dit nl. onvoldoende
kompenseren.
Als er bij een perceel veldbonen wei
nig bestuivende insekten aanwezig
zijn, zullen er meer bloemen zijn die
pas laat in het seizoen bestoven wor
den. Dit in tegenstelling tot een per
ceel waar veel insekten aanwezig zijn,
die vroeg in het seizoen de bloemen
bestuiven. Doordat het gewas met
veel insekten eerder, en in een kortere
periode bestoven wordt, zal het ge
was ook eerder en gelijkmatiger afrij
pen. Dit heeft veel voordelen bij de
oogst van het gewas.
Niet altijd zijn er van nature voldoen
de bestuivende insekten bij een per
ceel aanwezig. Daarom is het verstan
dig een aantal bijenvolken bij de
veldbonen fe plaatsen die de wilde in
sekten kunnen helpen bij de bestui
ving van de bloemen. De extra bijen
zijn dan als het ware een verzekering
voor een goede bestuiving.
Bestuivingsonderzoek
Bijen kunnen voor een hogere op
brengst en een vroegere en gelijkma
tigere afrijping zorgen. Hoeveel de
opbrengst hoger is, blijft nog steeds
onduidelijk. De onderzoeken die tot
nu toe hiernaar gedaan zijn, werden
steeds uitgevoerd in de vorm van
kooiproeven. Hierbij worden veldbo
nen in een gazen kooi met bijen ver
geleken met veldbonen in een kooi
zonder bijen. Kooien zonder bijen
hadden een opbrengstvermindermg
van 20-40 procent t.o.v. kooien met
bijen. De kooien zorgen voor diverse
randeffekten zoals een ander vliegpa
troon van de bijen en minder licht
voor de plant. Hierdoor kunnen re
sultaten van kooiproeven niet direkt
gebruikt worden vaor de praktijk in
het open veld.
Het Landelijk Proefbedrijf voor In-
sektenbestuiving en Bijenhouderij
'Ambrosiushoeve' doet momenteel
een onderzoek met andere proefme-
thoden zodat een reëel beeld kan
worden gegeven van de meerop
brengst van veldbonen met bijen.
Hoeveel volken plaatsen
Het advies is 2 bijenvolken per ha bij
een gewas veldbonen te plaatsen. De
ze bijen volken dienen als een verze
kering die voldoende bestuiving
waarborgt. Twee kasten per ha is een
richtgetal omdat dit aantal sterk af
hangt van het perceel. Een groot per
ceel met weinig insekten heeft meer
bijenvolken per ha nodig terwijl voor
een klein perceel met veel wilde insek
ten minder bijenvolken nodig zijn.
Ieder jaar stelt het Landbouwschap
samen met vertegenwoordigers van
imkers en de land- en tuinbouw een
bestuivingsreglement samen. Daarin
worden richtprijzen voor het huren
van bijenvolken aangegeven. Voor
1988 is overeengekomen dat de teler
van veldbonen alleen de vervoers
kosten van de imker moet betalen.
Het Landbouwschap en de Neder
landse Bond van Verzendhandelaren
in Groente en Fruit hebben per 1 juni
1988 nieuwe Algemene Voorwaarden
voor Zaaiuien (AVZ) vastgesteld. De
A.V.Z. beslaan voorwaarden voor de
kontraktteelt als voor de in- en ver
koop. Aan beide voorwaarden is een
arbitrage reglement verbonden. Te
vens zijn modelkontrakten opgesteld.
Hiermee zijn de AVZ van 1 septem
ber 1986 komen te vervallen.
Met de nieuwe AVZ is invulling gege
ven aan uitbetaling naar kwaliteit. De
beoordeling van het produkt "veld
gewas" zal plaatsvinden volgens de
De PH YTOPHTHORA -
BESTRIJDING vraagt voortdurend
onze aandacht. In snelgroeiende ge
wassen treden vaak het eerst proble
men op. Er zijn dan namelijk steeds
weer nieuwe onbeschermde blaadjes
aanwezig. Neem ook bij regenachtig
weer geen enkel risiko en spuit elke
week. Alleen bij droog weer met veel
zon kunt u een ruimere tussentijd aan
houden.
BLADVLEKKENZIEKTE IN UIEN
kan worden voorkomen door regel
matig preventief te spuiten. Bij een er
nstige aantasting kan het gewas snel
afsterven. Vooral door vroege aan
tastingen kan een grote opbrengstre-
duktie optreden. Begin dus op tijd
met de eerste bespuiting, van nu af
dient uw gewas beschermt te zijn.
Middelen tegen bladvlekkenziekte in
zaaiuien hebben vaak ook een NE
VENWERKING TEGEN KOPROT.
Het is raadzaam om de middelen af-
De teler is geen vergoeding voor de
huur van de volken schuldig!
Wel moet een teler natuurlijk reke
ning houden met het gebruik van ge
wasbeschermingsmiddelen. Middelen
die gevaarlijk zijn voor bijen mogen
niet gebruikt worden als er bijen in
het gewas vliegen.
H.J. van Herk,
Student Agrarische Hogeschool Dor
drecht
C.C. Smeekens,
Konsulentschap voor de Akker- en
Tuinbouw te Barendrecht
door de Stichting Nederlandse Uien-
Federatie (SNUiF) en het Instituut
voor Bewaring en Verwerking van
Landbouwprodukten (IBVL) ont
wikkelde methode. In tegenstelling
tot de vorige AVZ is er nu een kwali
teitsregeling in de voorwaarden op
genomen.
Tegen eind juni zullen op een vijftal
plaatsen voorlichtingsbijeenkomsten
georganiseerd worden. Toelichting
op de nieuwe keuringsmethodiek zal
hierbij centraal staan. Het Land
bouwschap en de Bond van Verzend
handelaren zullen zoveel mogelijk de
belanghebbenden rechtstreeks be
naderen.
wisselend toe te passen. Bijvoorbeeld
de ene keer Daconil M en de andere
keer Ronilan M. De kans op resisten
tie wordt tevens belangrijk geredu
ceerd. De bespuitingen, afhankelijk
van de weersomstandigheden om de 7
a 10 dagen herhalen.
STAMSLABONEN worden vaak
ernstig aangetast door Botrytis en
Sclerotinia. Door een bespuiting, on
geveer 3 dagen voor de volle bloei,
met 1 kg/l of 1.5 kg/l Rovral of I
kg/1 Sumisclex zijn deze ziekten
meestal voldoende te bestrijden. Al
leen in bladrijke gewassen is het nodig
na 5-7 dagen de bespuiting te
herhalen.
De meest gevreesde ziekte in veldbo
nen is de CHOCOLADE-
VLEKKENZIEKTE. De ziekte is te
herkennen aan de chocolade-kleurige
vlekken op het blad. Het zijn rood
bruine vlekken met een lichtbruine
stip in het midden. Met de bestrijding
moet worden begonnen als de eerste
vlekken zichtbaar zijn of zodra de eer
ste bloemblaadjes gaan vallen. Zie
voor de middelen 'Handleiding 1988'.
Advertentie I.M.
Vrijdag 17 juni 1988
7