Veel varkensvermeerderingsbedrijven verkeren in uitzichtloze situatie Afzet moet eerste jaren hoogste prioriteit hebben DELAR-verslag gewijzigd NTS-voorzitter Jan Geluk: De ontwikkelingen binnen de varkensvermeerdering gaan zo snel, dat nu bedrijven met 100 fokzeugen tot de kleintjes behoren. Tot voor kort gezonde bedrijven worden volledig geblokkeerd in hun ontwikke ling. EG-richtlijnen om pestvrije en Aujesky-vrije lidstaten te krijgen maakt het voor de zeugenhouders niet gemakkelijker. Deze richtlijnen houden in dat er straks regio's gemaakt worden waarin het fokken en mesten moet plaatsvinden. Biggen mogen niet meer buiten die regio's vervoerd worden, tenzij ze bestemd zijn voor eksport waarvoor op speciale overslagbedrijven strenge keuringen zullen plaatsvinden. Ver voerders mogen straks binnen een re gio nog maksimaal op drie plaatsen biggen laden die bestemd zijn voor één mestbedrijf. Op de mestbedrijven waar ze lossen moet een wasplaats gemaakt worden die 100 procent ontsmetting van de vrachtwagens moet garanderen. Voor de praktijk zal dit desastreuze gevolgen hebben. Bedrijven met 100 zeugen kunnen vaak niet meer dan 80 a 90 biggen afleveren. Dit is voor de grotere mestbedrijven te weinig om dat die meestal honderden biggen ge lijk opzetten. Als maar op drie plaat sen biggen geladen mogen worden die bestemd zijn voor één mestbedrijf dan wordt al gauw uitgeweken naar vermeerderingsbedrijven met 200 fokzeugen. Veel mestbedrijven zijn trouwens al zelfvoorzienend geworden omdat, tot grote ergernis van de vermeerderaars, nog steeds binnen de varkenshouderij twee mestvarkensplaatsen ingeruild kunnen worden voor één zeugen plaats. Varkensmestbedrijven kun nen op deze manier qua werk en om zet nog uitbreiden zonder dat hun mestkwotum wordt aangetast. Omgekeerd kunnen varkensvermeer deraars niet gaan mesten omdat twee mestplaatsen in vergelijking met één zeugenplaats bij een normale prijsstelling in geen enkele verhou ding staat. Tien mestplaatsen inruilen voor één zeugenplaats is een betere verhouding en dit had het evenwicht in fokken-mesten niet verstoord. Nu moeten biggen afgezet worden op een overvoerde markt met het gevolg dat soms nog geen ƒ75 per big ontvangen wordt, terwijl de kostprijs ruim ƒ90,bedraagt. Vanuit de EG gezien is het gegrond streven om pest- en Aujesky-vrije be drijven te krijgen maar zoals de maatregelen nu op tafel liggen zijn deze bepalingen afgestemd op de gro te bedrijven. De vervoerskosten zul len voor de meeste bedrijven een ekstra kostenpost worden en er mag vanuit gegaan worden dat admi nistratief meer werk op de bedrijven afkomt. Zelf afmesten Een oplossing voor de slechte finan ciële positie van de vermeerderaars, zou op korte termijn gezocht moeten worden in de mogelijkheid om eigen biggen af te mesten. Wat ziektepre ventie aangaat een pluspunt, omdat een ekstra handeling in de vorm van transport vervalt. Zoals de wettelijke bepalingen van de afgelopen jaren zich ontwikkelen gaat het er naar uit zien dat er landelijk en Europees ge zien gestreefd wordt naar alleen nog maar gesloten varkensbedrijven. Het vormen van regio's maakt het in sommige gebieden al bijna onmoge lijk om nog kopers voor biggen te vinden. Hoewel de grensafbakening van de regio's nog niet definitief is mag aan genomen worden dat deze gelijk wor den aan de werkgebieden van de kon- sulentschappen. Groepshuisvesting Wat huisvesting van zeugen betreft staan er over 5 jaar ingrijpende ver anderingen te wachten. De minister heeft losgelaten dat na 1992 zeugen alleen nog maar in groepshuisvesting gehouden mogen worden. Het hou den van fokzeugen in individuele boxen en in aangebonden bpxen is dan waarschijnlijk niet meer toege staan. Voor de gehele vermeerdering valt deze maatregel alleen maar te vertalen in nog meer zware financiële offers. Als deze methode van zeugen houden moet verdwijnen ten gunste van groeps huisvesting betekent dit bedrijfsbeëindiging voor talrijke vermeerderingsbe drijven Met groepshuisvesting wordt alleen maar bereikt dat voor het oog wordt teruggegaan naar de natuur. Moder ne bedrijven die nog maar enkele ja ren geleden zijn gesticht staan dan weer voor de haast onmogelijke op gave van renoveren, waarvoor op zijn minst een bedrag gemoeid is van ƒ1.200,per ligplaats. Vanuit de vermeerdering zal tegen verplichte groepshuisvesting, massaal bezwaar gemaakt worden, omdat dit systeem van huisvesting nog niet geheel is uit getest. Onderzoekers zijn nog niet overtuigd van de haalbaarheid van deze metho de en ook qua arbeid en leefomstan- digheid van de zeug met biggen zijn er nog geen doorslaande redenen. Al le maatregelen die naar de varkens houderij worden uitgevaardigd wer ken voor de houders van fokzeugen alleen maar kostenverhogend. Voor de varkensmesters zullen op wat lan gere termijn gezien sommige maatre gelen kostenverlagend gaan werken. Binnen de Nederlandse landbouw kan gerust gesteld worden dat de var kensvermeerdering als noodlij- dendste tak aangemerkt kan worden. Over zaken als de toekomstige EG- eisen ten aanzien van dierziekte en de milieu-eisen naar de varkenshouderij toe is dan nog niet gesproken. J. van Tilburg Voorzitter Jan Geluk van het Neder lands Texel Stamboek benadrukte tij dens de jaarvergadering op 11 mei in Utrecht dat de afzet en het beter tot waarde brengen van de slachtlamme- ren de eerst komende jaren één van de belangrijkste taken voor de scha penhouderij is. In zijn openings woord waarschuwde hij daarom voor een te enthousiaste toename. "Dat het ook in de schapenhouderij niet alles goud is wat er blinkt, blijkt uit de ooipremie voor 1987: 75 gulden. Dit duidt er op, dat er te weinig uit de markt wordt gehaald, want daar zou het vandaan moeten komen". De schapenhouderij is in 1987 door de kwotering en de slechte resultaten in de akkerbouw in de belangstelling gekomen. Met de kreet "Pak een tweede tak', is het houden van scha pen als ondersteuning van het be- drijfsinkomen bovendien sterk ge- propagandeerd. Een vergelijking met de geitenhouderij dringt zich volgens Geluk echter duidelijk op. "Ook de ze sektor leek een "gat in de markt te zijn", maar dat viel bitter tegen. Men viel eerder zelf in dat gat en het heeft in veel gevallen veel geld gekost. De schapenhouderij zal ervoor op moe ten passen dat men niet in dezelfde fout vervalt. Dus niet alleen het pro duceren, maar vooral het af kunnen zetten dient de eerste vraag te zijn", aldus Geluk. De NTS-voorzitter loofde het initia tief van de Friese Maatschappij van Landbouw om een kernbedrijf van Blessumers te ontwikkelen. Het NTS neemt in dit projekt deel door voor de moederdieren voor de kruising met een aantal Vlaamse rammen te zorgen. Bovendien zal de Texelaar in een later stadium als slachtlamvader- dier dienen. In de ogen van de NTS- voorzitter is het een ambitieus pro jekt, dat er mede toe kan leiden dat in Nederland op korte termijn grote slachterijen worden gebouwd. "Op deze manier zullen we tot een betere valorisatie van de slachtlammeren kunnen komen. Een belang voor de totale schapenhouderij, want alleen levend de grens over of als karkas, geeft te weinig toegevoegde waarde". Vrijdag 3 juni 1988 Geluk stelde verder dat het Europ- klassifikatie-systeem een utopie blijft, wanneer er te weinig lammeren in Nederland worden geslacht. "Om de beste dieren, die voor de hoogste prijs in aanmerking komen, er uit te halen hebben we zo'n systeem no dig". Momenteel is het IVO in op dracht van het Produktschap voor Vee en Vlees bezig met een studie over dat klassifikatie-systeem. KI te duur Anders dan op fokbedrijven ziet de NTS-voorzitter, vanwege de te hoge kosten, nog geen mogelijkheden voor kunstmatige inseminatie bij schapen. "Om de KI voor een zo breed moge lijk publiek toegankelijk te maken, zullen de kosten per eerste insemina tie omlaag moeten. Bovendien zal er nog veel onderzoek naar sperma kwaliteit en diepvriessperma nodig zijn om tot betere resultaten te ko men". Het aantal deelnemende be drijven nam het afgelopen seizoen toe, maar het aantal inseminaties per bedrijf viel tegen. In totaal 1.150, waarvan 975 Texelaars, 140 Swifters en 35 Finnen. Geluk benadrukte dat ook een alge meen praktijkonderzoek voor de Texelaar van groot belang is. "Wil je een ras in stand houden, dan heb je onderzoek nodig en als men wil blij ven kruisen, zal men gebruik moeten maken van beste Texelse slachtlam- vaderdieren en ook daar hoort on derzoek bij". Op basis hiervan hoopt hij een aantal faciliteiten van de grond te krijgen. De tarieven van het weegprogramma zijn dit jaar aange past, omdat de schapenhouders dit jaar voor het eerst dit projekt hon derd procent zelf moeten financieren. Het aantal deelnemers is desondanks gestegen. Stamboek open Tijdens de vergadering werden de drie voorstellen van het hoofdbestuur aangenomen. Het eerste voorstel be helst het openstellen van het stam boek, waardoor houderij-bedrijven gebruik kunnen maken van het J.C. Geluk registratie- en service-apparaat van het NTS. Het stamboek heeft hier wel een aantal stringente voorwaar den aan verbonden. In het tweede voorstel werd het besluit van vorig jaar om kruislingen te registreren uitgebreid met een drie tal punten. In de eerste plaats kunnen ramlammeren worden geregistreerd, worden afstammingsbewijzen op ver zoek afgegeven en kunnen nakome lingen van deze dieren onder de vol gende voorwaarden worden gere gistreerd: de vader dient bij een stam boek of fokkerij-instantie gere gistreerd te zijn en de moeder dient bij het NTS geregistreerd te zijn. Het derde voorstel behandelde een wijzi ging van de statuten, waardoor onder andere de voorzitter van het NTS op voorstel van het dagelijks bestuur al tijd herkiesbaar blijft. Albert Visscher, medewerker van het IVO in Zeist, gaf aan dat de Texelaar ook in de toekomst een positie in het centrum van de Nederlandse scha penfokkerij zal kunnen blijven inne men. Daarvoor zal het nodig zijn om het huidige fokprogramma voor de Texelaar verder uit te bouwen. Vol gens Visscher zal de momenteel be schikbare informatie beter gebruikt moeten worden, zal de slachtkwali teit in het programma opgenomen moeten worden en zal er een groei- index over de bedrijven moeten komen. Kunstmatige inseminatie zal in zijn ogen doelgericht toegepast moeten worden en het fokdoel zal afgestemd Kort na 1 mei krijgen de ongeveer 3500 deelnemers aan de Deel Admi nistratie Rundveehouderij (DELAR) de resultaten van het afgelopen boek jaar (1 mei 1987 tot 1 mei 1988) weer in de bus. Ten opzichte van vorig jaar zijn enkele flinke verbeteringen aangebracht. Het bijzondere van een DELAR- verslag is dat de bedrijfsresultaten met een, speciaal voor het bedrijf be rekende, norm worden vergeleken. Dit is echter reeds jaren het geval. Nieuw is dat op overzichtelijke wijze de resultaten van het vorige boek jaar, van het afgesloten boekjaar en de norm naast elkaar staan afge drukt. Dit verbetert het overzicht. Een nog belangrijkere wijziging is de uitbreiding van de analyse op het ge bied van de voerkosten en de omzet vee. Er wordt nauwkeurig beoor deeld wat de sterke en zwakke punten zijn op het gebied van krachtvoer- verstrekking, bijvoeding van struk- moeten worden op de slachtlampro ducent. Visscher sprak bovendien zijn voorkeur uit voor de introduktie van het Booroola-gen in de fokkerij van Texelaars. "Het onverenigbare verenigen". Hij wil het booroola-gen door terugkruising met de Texelaar in het ras vastleggen. "Op die manier kunnen een hoge worpgrootte en bes te slachtkwaliteit in één dier of ras verenigd worden". tuurarme produkten en ruwvoeraan- koop. Daarbij wordt verschil ge maakt in een analyse van de hoeveel heid aangekocht voer en een even tueel effekt van een prijsafwijking. Om te voorkomen dat u door de bo men het bos niet meer ziet is voor alle mogelijke verschillen in bedrijfsresul taat het verschil ten opzichte van de norm per koe weergegeven. Dit helpt hoofdzaken van bijzaken te onder scheiden. In kombinatie met een graslandge- bruikskalender biedt het DELAR- verslag vele aanknopingspunten voor diskussie. Nu de stikstof- fosfaat- en kalibalans in het verslag zijn opgeno men kunnen wellicht ook meer zaken in relatie tot de graslandopbrengst worden verklaard. Wanneer u meer wilt weten over DE LAR vraag dan de bedrijfsvoorlich- ter of uw accountantskantoor. Voor een bedrag tussen de 300 en 400 gul den mag de prijs geen probleem zijn. Grensonderzoek 'Besmettelijk verwerpen' In de laatste stalperiode is in het' grensgebied van Zundert tot Ossen- drecht een uitgebreid onderzoek in gesteld naar besmettelijk verwerpen of brucellosis bij het rundvee. In België komt deze ziekte helaas nog veelvuldig voor, speciaal in het Waalse gebied. Op totaal 66 bedrij ven is door de Gezondheidsdienst dit onderzoek uitgevoerd. Totaal wer den 2247 koeien middels het melk- onderzoek op deze ziekte onder zocht. Gelukkig bleken ze alle nega tief te zijn. Meten jongvee Iedere veehouder die zijn jongvee lief heeft zal willen weten, hoe goed zijn dieren in het zomerseizoen en/of weidetijd zijn gegroeid. Een goede methode is de borstomvang te meten met een centimeterband. Er zijn in Nederland geen meetban den in gebruik waar tegelijk ook de kilogrammen lichaamsgewicht kun nen worden afgelezen voor het rood bonte en zwartbonte vee (wel voor buitenlands vee). Er is een lijst of zo genaamde norm in gebruik waarmee de opgemeten borstomvang wordt vergeleken. Deze norm is tot stand gekomen door een groot aantal die ren zowel te meten als te wegen. Door opgave te doen van meetda tum, naam van het dier of oornum mer, geboortedatum en centimeters borstomvang, kan op de Gezond heidsdienst via de komputer de die ren worden vergeleken met de norm. Een overzicht wordt u dan toe gestuurd. Verder inlichtingen te be komen op de Gezondheidsdienst (04116 - 73951). 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 15