over geld
en goed
Bezint eer ge aan
beleggen begint
Overeenstemming over ver
deling van honderd miljoen
gulden kompensatiegelden
De (on)mogelijkheden bij
financiële problemen
Landbouwschap eist uitvoering
van Kameruitspraak over WIR
A.C Louwerse
25 jaar bij
Accountantsunie ZLM
Strooifolders ZLM-
manifestatie
Een van de kenmerken van het on
dernemer zijn is dat u risiko loopt.
De geldstromen zijn in de regel niet
voorspelbaar en naast meevallers
krijgt u ook te maken met tegenval
lers. Door een reeks van tegenvallers
kan het gebeuren dat u in liquidi
teitsmoeilijkheden komt. Deze pro
blemen doen zich voor als het kre
dietmaximum is overschreden, de
krediteuren niet op tijd betaald kun
nen worden, er geen middelen zijn
bepaalde werkzaamheden uit te (la
ten) voeren of middelen te kopen zo
als kunstmest, pootgoed, gewasbe
schermingsmiddelen, etc.
Belangrijk is te analyseren hoe be
doelde situatie is ontstaan. Hieruit
blijkt dan of er sprake is van een inci
dentele situatie of dat het -liquidi
teitstekort met de jaren is gegroeid.
Problemen door een incidentele ge
beurtenis kunnen ontstaan doordat
een investering is betaald van de reke
ning courant waardoor onvoldoende
ruimte overblijft voor andere nood
zakelijke uitgaven. Er kan een tegen
valler geweest zijn in de opbrengsten
en/of de kosten. Het wordt echter
moeilijker als de ontvangsten meer
dere jaren achter elkaar achterblijven
bij de uitgaven. De boekhoudingen
van de afgelopen jaren geven hier
over vaak uitsluitsel.
Wanneer het eigen vermogen van
jaar tot jaar afneemt, dan is dat een
teken dat er iets mis is. Een belangrij
ke oorzaak hiervan is dat de techni
sche resultaten reeds geruime tijd be
neden het gewenste niveau liggen,
d.w.z. te lage opbrengsten in kg/ha,
stuks/m2, biggen/zeugen etc. De
vraag is dan of met een verbetering
van de resultaten, die binnen de mo
gelijkheden liggen van de betreffende
ondernemer en zijn bedrijf, een zoda
nig inkomen kan worden behaald dat
er geen vermogensachteruitgang
meer plaatsvindt. Dit is een begroting
op papier die in de praktijk gereali
seerd moet worden.
Wie er nu gaat financieren is afhan
kelijk van de ernst van de problemen.
De bank
Allereerst stapt u naar de bank. De
bank heeft onderpand nodig om le
ningen te kunnen verstrekken. Ze ge
ven globaal 70% van de executie-
waarde van het onroerend goed.
Daarnaast kan extra worden gefinan
cierd op bijvoorbeeld vee, inventaris,
vorderingen, etc. Als de bank niet al
les wil financieren, dan kunt u beroep
doen op het Borgstellingsfonds of de
gemeente.
Het Borgstellingsfonds (BF)
Het Borgstellingsfonds voor de land
bouw staat garant bij de bank voor
de ondernemer zodat deze extra geld
kan lenen. Het BF kan worden inge
schakeld als er nieuwe investeringen
gaan plaatsvinden. Als er slechts
oude rekeningen betaald moeten
worden, dan kan moeilijker een aan
spraak op een BF-lening gemaakt
worden. In die situatie is vaak het ei
gen vermogen ook al te laag.
De Gemeente
Als de bank en BF geen extra geld be
schikbaar stellen, dan kan de ge
meente, onder bepaalde voorwaar
den een lening verstrekken op grond
van de Algemene Bijstandswet; het
Bijstandsbesluit Zelfstandigen (BZ).
Een BZ-lening moet meestal in 10
jaar met rente terugbetaald worden.
Tevens is er een uitkering voor le
vensonderhoud mogelijk. De beoor
deling van een BZ-aanvraag duurt 3 a
4 maanden, waarbij vooral gelet
wordt op de levensvatbaarheid van
het bedrijf. Gedurende deze behan
deling zal voorlopig met de schuldei
sers een regeling getroffen moeten
worden. Als de aanvraag wordt afge
wezen dan kan het bedrijf mogelijk
voortgezet worden als er een lange-
termijnregeling met de schuldeisers
wordt getroffen of een bepaald per
centage van de schuld wordt aange
boden tegen finale kwijting. Hoe
moet een regeling eruit zien?
Ze moet voor alle schuldeisers gelijk
zijn. Daarbij moet rekening gehou
den worden met de speciale rechten
van de fiscus en ASF;
Ze moet bij voorkeur op papier wor
den vastgelegd. Pas dan kan men de
schuldeiser aan de afspraken houden.
Ook de ondernemer is eraan gebon
den. Het slagen van zo'n regeling zal
in de praktijk afhangen van de relatie
met crediteuren. In hoeverre licht u
ze op tijd in over uw betalingsmoei
lijkheden. Doet u in ieder geval geen
voorbarige toezeggingen die u wel
licht niet na kunt komen.
Het is erg ingrijpend wanneer een on
dernemer merkt dat hij zijn rekenin
gen niet meer kan betalen. Toch is
het van groot belang dat U tijdig on
derkent en aktie onderneemt. Anders
wordt het zoeken van mogelijke
oplossingen onmogelijk. De SEV is u
bij dit zoeken graag van dienst.
De laatste tijd worden veel vragen
gesteld hoe beschikbare middelen het
beste kunnen worden belegd. Enkele
jaren geleden was dat niet z(Tn pro
bleem want renten van 12 tot 13 pro
cent werden grif betaald. Momenteel
ligt de rentevoet beduidend lager.
Voor staatsobligaties circa 6 procent.
De hoogte van de rentevoet kan niet
los gezien worden van de inflatie. Im
mers een hoge inflatie gaat gepaard
met een hoge rentestand. De inflatie
ofwel de waardevermindering van het
geld kan worden afgelezen uit de
prijsindexcijfers gezinskonsumptie
waarbij steeds gekeken wordt hoeveel
men voor eenzelfde hoeveelheid goe
deren moet betalen. Hierbij viel voor
1981 ten opzichte van 1980 een stij
ging van niet minder dan 6,7 procent
te konstateren terwijl voor 1986 ten
opzichte van 1985 de stijging slechts
0.08 procent bedroeg.
Naast de inflatie zijn nog vele andere
faktoren van invloed op de uiteinde
lijke rentestand. Te noemen valt bij
voorbeeld de vraag naar geld. Is daar
veel vraag naar, zoals bij bedrijven
die willen investeren en daar geld
voor moeten lenen, dan zal dit bij een
laag aanbod van mensen die geld be
schikbaar hebben om uit te lenen ge
garandeerd tot een hoge rente leiden.
Zij die regelmatig de Financiële pagi
na's van de krant bekijken komen
daarbij advertenties tegen van instel
lingen die stukken meer rendement
bieden dan de eerder genoemde circa
6 procent. Er zijn er zelfs die het dub
bele beloven, dus 12 procent. Nu zult
u zich afvragen is dat dan niet iets
voor mij? U zult zich moeten beden
ken dat er in dergelijke gevallen
meestal een addertje onder het gras
zit. Vaak betreft het leningen in bij
voorbeeld Australische valuta of in
een andere muntsoort van landen
waar ten opzichte van ons land nog
steeds een hoge inflatie is. Dit houdt
in dat u nu met Nederlands geld bui
tenlands geld moet kopen en dat u de
rente en straks ook bij aflossing de
zogeheten hoofdsom weer moet om
wisselen in Nederlands geld! Hieraan
zit een heel groot risiko verbonden
namelijk dat die vreemde muntsoort
minder waard is geworden!!
Een eenvoudig rekensommetje, toont
dit aan. Stel u leent een bedrag uit in
vreemde valuta van 1.000 gulden. Na
een jaar is dat vreemde geld 5 procent
minder waard geworden. U ontvangt
dan maar terug 950 gulden. Als u nu
12 procent rente krijgt ontvangt u
aan rente omgerekend in Nederlands
geld 114 gulden. U ontvangt dus to
taal 1.064 gulden terug, dit is 64 gul
den meer dan u betaalde. Als u dit
bedrag in Nederlandse obligaties had
geïnvesteerd had u een rente van 60
gulden gekregen. In het voorbeeld
bedraagt uw voordeel 4 gulden. Het
zal u duidelijk zijn dat bij een grotere
waardevermindering van het buiten
lands geld het voordeeltje niet meer
bestaat. De praktijk heeft helaas be
wezen dat het hierboven genoemde
veel is voorgekomen.
Hoe de koersontwikkeling van het
buitenlandse geld zal gaan verlopen
blijft een onzekere faktor. Voor dit
soort beleggingen zult u goed met uw
bankier en uw accountant moeten
overleggen of gezien het moment
waarop u uw geld weer voor andere
doeleinden nodig heeft dit de beste
manier van beleggen voor u is.
D. Duinkerke
Vandaag precies 25 jaar geleden be
gon de heer A.C. Louwerse na zijn
militaire diensttijd in het toenmalige
Nieuw Guinea zijn loopbaan op ons
kantoor. Met zijn landbouwkundige
schoolopleiding en zijn werkzaamhe
den op het ouderlijk landbouwbe
drijf geen logische stap. Zijn taak
echter zou in eerste aanleg toch wel in
de lijn van zijn opleiding liggen na
melijk de uitwerking van de boek
houding van kliënten in bedrijfseko-
nomische zin.
Na het volgen van de bekende admi
nistratieve opleidingen PD en MBA
werd de overstap naar de fiskale
boekhouding gemaakt, terwijl de the
oretische vorming werd afgerond met
het praktijkdiploma belastingrecht.
Vanaf eind 1978 is Louwerse vanuit
de vestiging Middelburg werkzaam
ten behoeve van de kliënten in het ge
bied waaruit hijzelf afkomstig is n.l.
Walcheren.
Hij verricht op zeer prettige en akku-
rate wijze zijn taak zowel ten behoeve
van de kliënt als ook naar de kollega.
Vele jongeren heeft hij ondertussen
het vak mogen leren, terwijl hij ook
in staat is indien nodig de kantoordi-
rekteur op juiste wijze te vervangen.
Voor zijn manier en wijze van wer
ken past alle lof. Wij hopen voor de
toekomst op soortgelijke wijze samen
verder te mogen werken.
Direktie Accountantsunie ZLM
Aan de ZLM-manifestatie op de
'N'eelt je Jans' van 23 t/m 25 juni
kunt u nog als standhouder deel
nemen. Voor inlichtingen, tel.
01100 - 21010.
Het Landbouwschap en minister Braks van landbouw en visserij zijn
het vorige week woensdag eens geworden over de verdeling van de
kompensatie van honderd miljoen gulden per jaar die de agrarische
sektor heeft gekregen in het kader van de WIR en BTW-operatie.
Overeengekomen is dat de bestemming flexibel zal zijn en zonodig kan
worden herzien. Dit jaar komt 25 miljoen gulden beschikbaar die
voornamelijk gebruikt zal worden voor de mestproblematiek en de
set-aside.
Voor 1989 zal de honderd miljoen gulden als volgt
- set-aside en vut
- verdubbeling installatiepremie jonge starters
- verruiming van struktuurverbeteringsregelingen
voor investeringen in milieu, kwaliteitsverbete
ring, natuur, gezondheid, veiligheid en rekreatie-
ve voorzieningen (4 procent rentesubsidie)
- grote innovatieprojecten, waarvan vijf miljoen
gulden specifiek voor akkerbouw
nader in te vullen maatregelen voor de ak
kerbouw
kwalitatieve verbeteringen/proefbedrij
ven/proefstations
- projekten ter bestrijding verzuring veehouderij
- versnelling landinrichting
worden verdeeld:
14,5 miljoen
3,5 miljoen
gulden
gulden
23
miljoen
gulden
15
miljoen
gulden
5
miljoen
gulden
19
miljoen
gulden
10
miljoen
gulden
10
miljoen
gulden
Privatisering
Het Landbouwschap heeft minister
Braks gevraagd om vooruitlopend op
de geleidelijke privatisering van de
landbouwvoorlichting zekerheid te
geven over de toekomstige financie
ring. Het Landbouwschap schat de
kosten van een geprivatiseerde dienst
acht tot 12,5 miljoen gulden hoger
dan de overheid nu uitgeeft. De be
windsman zegde toe dat hij de aan
vankelijke meerkosten voor zijn re
kening zal nemen. Maar hij verbond
hieraan de voorwaarde dat de perio
de waarin de kosten van de voorlich
ting nog Volledig voor rekening van
de overheid komen beperkt wordt tot
vier jaar. Het Landbouwschap gaat
uit van vijf jaar.
Beide partijen spraken de wenselijk
heid uit dat er geen schoksgewijze
veranderingen worden aangebracht
in de financieringsafspraken.
Verplaatsingsbesluit
Het Landbouwschap heeft zijn ad
vies uitgebracht over het concept-
Verplaatsingsbesluit II. Minister
Braks wil met het innemen van een
definitief standpunt wachten tot ook
andere instanties hebben gereageerd.
Hij wacht nog op adviezen van het
Produktschap voor Vee en Vlees, de
stichljng Natuur en Milieu en derden.
Aan de orde was verder de uitspraak
van het Europese Hof over de zoge
naamde SLOM-boeren. Minister
Braks wil de reaktie van de Europese
autoriteiten afwachten.
Het Landbouwschap heeft bij de
Tweede Kamer geprotesteerd tegen
het besluit van het kabinet om te la
ten onderzoeken of, en zo ja hoe, de
kleinschaligheidsregelingen in het
voordeel van onder meer agrarische
bedrijven kunnen worden aangepast.
Het kabinet wil op deze manier uit
voering geven aan de op 30 maart jl.
door de Tweede Kamer aangenomen
motie Voorhoeve/De Vries over het
kompenseren van de land- en tuin
bouw voor het verdwijnen van de ba
sispremie van de WIR.
In de motie wordt behalve om verho
ging van de maximumpremie ook ge
vraagd om honderd miljoen gulden
extra investeringssteun, in het bijzon
der voor het aanpakken van proble
men in de akkerbouw en de mestpro
blematiek. Het plan van het kabinet
om de motie alleen te "vertalen" in
een aanpassing van de kleinschalig
heidsregeling betekent volgens het
Landbouwschap dat de land- en tuin
bouw onvoldoende wordt gekompen-
seerd. Het schap wil dat het kabinet
de motie in zijn geheel uitvoert. De
benodigde middelen kunnen worden
vrijgemaakt door de kleinschalig
heidspremie te beperken tot investe
ringen van maximaal vijf- of zeshon
derdduizend gulden. Nu ligt de bo
vengrens nog bij 1,1 miljoen gulden.
'De Zuidelijke Landbouw Maat
schappij organiseert deze zomer
haar vijfjaarlijkse Landbouwten
toonstelling op een unieke plaats
Zo begint de folder waarmee de
ZLM-manifestatie de komende we
ken overal in Zeeland en in Noord-
Brabant zal worden gepromoot. In
de strooifolder staat een aantal we
tenswaardigheden over de mani
festatie vermeld, zoals uiteraard de
data 23, 24 en 25 juni (u komt toch
ook??), het programma, de toe
gangsprijzen en de openingstijden.
De folder zal op talrijke plaatsen
verkrijgbaar zijn, zoals bij de plaat
selijke Rabobanken, de VVV-
kantoren, de vertegenwoordigers
van Verzekeringen ZLM, de Ac
countantsunie ZLM, de landbouw
centra, de grote kampings, enz. enz.
Oe Zuidelijke Landbouw Maatschappij
organ"*®»* de*e romer haar vijfjaarlijkse
landbouwtentoonstelling op een unieke plaats:
het voormalig werk eiland 'Meeltj« Jams" op d»
wereldberoemde waterkering In de
Oosterse helde. Tijdens de driedaagse
manifestatie wordt een eeer gevarieerd
programma voor een breed putrfiek
gepresenteerd. Wanneer u daarvan kennis
neemt ruit u mat ons van maning rijn dat een
beroefc met het hele gerfn aan de ZLM
Manifestatie roker de moeite waard ie.
Tot riens op "Noeitje Jens" dus...
Vrijdag 13 mei 1988
3