Ir. Hutten van het LEI: "Landbouw heeft perspektieven
als producent voor non-food sektor"
Akkerbouwers in Zeeuws-
Vlaanderen willen meer
druk op onderzoek
alternatieven akkerbouw
Spontaan
Saldo
Vierde gewas
Veel perspektief
alternatieven verwerking
akkerbouwprodukten
Drie miljoen gulden ek-
stra nodig voor bosbeheer
werkzaamheden
Milieu-vriendelijke en afbreekbare
plastics uit suikerbieten, verf uit tar
we, electrische stroomvoorziening uit
biomassa (stro), motorolie uit kool
zaad en benzine uit tarwe. Het klinkt
futuristisch maar het kan en is al
praktijk. Slechts een handvol voor
beelden waar de landbouw leveran
cier kan worden van grondstoffen in
een rechtstreekse concurrentie met de
grotendeels geïmporteerde aardolie.
"I)e voordelen van de landbouw als
milieuvriendelijke producent boven
die van de petrochemische industrie
zijn zo groot dat met name de akker
bouw als producent voor de non
food sector op lange termijn uitste
kende vooruitzichten heeft".
Maar er zal nog veel onderzoek en
overredingskracht nodig zijn om be
leid en politiek op dit nieuwe spoor te
krijgen. Bovendien is daarmee de
problematiek in de akkerbouw de
eerstkomende jaren niet opgelost.
"Immers hoe snel de ontwikkelingen
ook gaan, de eerste echte resultaten
van deze "nieuwe" akkerbouw mo
gen toch de komende tien jaar nog
niet op noemenswaardige schaal wor
den verwacht. Het gistingsproces bij
beleid en onderzoek is evenwel op
gang en er wordt aan alle kanten aan
gewerkt. Het is zaak dat iedereen bij
blijft, de ontwikkelingen volgt. En
probeert te stimuleren". Met deze
kernachtige oproep vatte ir. T. Hut
ten, onderzoeker bij het Landbouw
Economisch Instituut te Den Haag de
discussie samen die maandag 9 mei jl.
plaats vond in het stadhuis van Aar
denburg. Onderwerp was de alterna
tieve verwerking van akkerbouwge
wassen. Aardenburg is de stad waar
in het verleden de eerste landbouw
coöperatie werd opgericht. Daarom,
zo zei burgemeester mr. E.F. Jong-
mans in zijn welkomstwoord, past het
in onze traditie om bezig te zijn met
een nadere gedachtenbepaling over
vernieuwingen en veranderingen met
het oog op een gunstig perspectief
voor de landbouw en met name de
akkerbouw. De heer Jongmans vroeg
zich daarbij af of we wel de weg van
braakliggen opmoeten en of er geen
andere wegen zijn om tot oplossingen
te komen. Hij doelde hierbij o.m. op
recente ontwikkelingen in Zweden en
Oostenrijk waar resultaten van on
derzoek leiden naar een andere meer
perspectief biedende, akkerbouw.
"We zullen niet te bang moeten zijn
om af te wijken van het traditionele
om verbeteringen te beréiken. Het is
eerder een goede zaak ze als uitdaging
aan te merken", aldus de heer
Jongmans.
Ernstige zorgen over de toekomst van
de akkerbouw en de vertoning on
langs van de IKON-film "De prijs
van een wonder" (zie ZLM-blad van
18 maart jl.) waren voor een vijftal
West Zeeuws-Vlaamse akkerbouwers
reden genoeg om zich eens diepgaan
der te bezinnen op het realiteitsgehal
te van nieuwe
verwerkingsmogelijkheden van ak-
kerbouwprodukten waarmee men in
het Landbouw Economisch Instituut
te Den Haag gevraagd zijn visie daar
op te geven. De heer Hutten is bij het
LEI belast met het onderzoek naar
alternatieve verwerkingsmogelij khe-
den van akkerbouwgewassen. Een
twintigtal personen waaronder de ge
westelijke voorzitters van de drie
standsorganisaties, de voorzitters van
de akkerbouwcommissies van de drie
ZLO, landbouw consulent ir. L.
Th.J.M. de Wit, de heer T. Kramer
van de Zeeuwse Milieuorganisaties,
drs. W.J. van der Weijden van het
Centrum Landbouw en Milieu, de
heer F.J.M. van de Wynckel, alterna
tieve akkerbouwer en ir. H.J. Schu
ring, secretaris hoofdafdeling
akkerbouw van het Landbouwschap
nam aan de discussie deel.
De leden van de werkgroep "Alternatieve verwerking akkerbouwgewassen",
v.l.n.r. J.l. Risseeuw, Cadzand, J. Provoost, Nieuwvliet, J.P. Dees, Aardenburg
(voorz.), C.H.A.J. Ceelaert, Rabo Aardenburg, Th. Uitdewilligen, St. Kruis,
E.J.T. Ferket, Aardenburg en J. Ramondt, Schoondijke (niet aanwezig).
Zweden en in Oostenrijk als een heel
eind gevorder is. Deze spontaan rond
akkerbouwer J.P. Dees uit Aardenburg
ontstane werkgroep wilde van des
kundigen in ons land wel eens weten
hoever het onderzoek op dit teitein in
ons land gevorderd is en hoe serieus
de inspanningen en resultaten in an
dere landen moeten worden geno
men. Kortom, waar staan wij in
Nederland en wat zijn onze kansen en
perspectieven? Voor een antwoord op
die vragen had men ir. T. Hutten van
Recente internationale resultaten
bij het onderzoek naar nieuwe
akkerbouwgewassen en verwer
kingsmethoden heeft een klein
aantal akkerbouwers in West
Zeeuws-Vlaanderen zo sterk aan
gesproken dat er een werkgroepje
is gevormd om te bezien in hoe
verre deze nieuwe ontwikkelingen
ook in Nederland door de basis
kunnen worden gestimuleerd en
ondersteund. Vanuit een gemeen
schappelijke zorg voor de toe
komst van de kleinschalige
Nederlandse akkerbouw heeft de
ze werkgroep bestaande uit 6 le
den van de drie centrale
landbouworganisaties en een ver
tegenwoordiger van de Rabobank
maandagmiddag op het gemeen
tehuis van Aardenburg gevraagd
naar het hoe en waarom Woord
voerder J.P. Dees: "Mij, maar
ook collega's in de buurt is opge
vallen dat er in bijvoorbeeld Zwe
den en Oostenrijk al vele jaren
hard wordt gewerkt aan allerlei
alternatieve akkerbouwgewassen
maar vooral ook aan onderzoek
haar nieuwe verwerkingsmetho
den en aan de produktie uit ak
kerbouwgewassen van o.m.
electriciteit, olie, afbreekbare
plastics, specifieke voedingsmid
delen enz. Daarvan horen we in
ons land eigenlijk niet veel. We
hebben de indruk dat het EG-
beleid en het Nederlands land
bouwbeleid op dit gebied nu niet
bepaald van enthousiasme over
loopt. Er gebeurt overal wel wat
maar er is naar onze indruk wei
nig overleg. Onze werkgroep wil
de landbouworganisaties, de coö
peraties, handel, industrie en
overheid daarom voorzover in
ons vermogen ligt extra aanspo
ren om meer gegevens boven tafel
te krijgen over ook de nieuwe
projecten in Zweden en
Oostenrijk.
Onze kritiek en ideeën zullen we
graag doorgeven aan de vertegen
woordigers van landbuworgani-
saties, coöperaties en dergelijke
in de hoop dat ze er iets mee gaan
doen. Onze aktie moet worden
gezien als een spontaan signaal
naar alle betrokkenen om met
kracht onderzoek te gaan doen
naar perspectief biedende alter
natieven voor de akkerbouw zo
dat deze sector de toekomst met
vertrouwen tegemoet kan zien".
Volgens biochemist en econoom
Hutten vragen gebrek aan nieuwe af
zetmarkten, een betere kwaliteit van
het landbouwprodukt en de zorg
voor het milieu om een heroriëntatie
en herstructurering van de landbouw
en met name van de akkerbouw.
Meer variatie in het produkt en meer
vooral meer oog voor de afzetmoge
lijkheden in de non-food sfeer kun
nen in de toekomst meehelpen het
inkomen op peil te houden. "Verder
zijn kostenbesparing en kwaliteitsver
betering mogelijkheden om de afzet
op peil te houden. In dit verband
waarschuwde hij dat bij nieuwe akti-
viteiten niet altijd en alleen naar het
saldo moet worden gekeken. "Op
zich is dat erg belangrijk maar voor
de langere termijn mag het vooral in
de beginperiode niet het enige kriterï-
um zijn". Volgens de LEI-
onderzoeker zal de akkerbouw in de
verdere toekomst aardolie als
grondstof voor tal van produkten uit
de markt gaan drukken. Bij dalende
prijzen voor landbouwprodukten en
stijgende prijzen voor olie zou het
omslagpunt voor wat betreft de pro-
duktiekosten van bio-ethanol kunnen
liggen ergens omstreeks de eeuwwis
seling. De voordelen van het agra
risch produkt boven het petro
chemische zijn vele: "De natuur is
een goed en goedkoop reaktorvat,
bio-massa (graan, aardperen, suiker
bieten enz.) kan aardolie goed
vervangen, de techniek daarvoor
bestaat reeds. Andere voordelen zijn
o.m. dat de natuurprodukten kan ma
ken waarvan sommige niet kunnen
worden nagebouwd, de produktie van
akkerbouwgewassen milieuvriende
lijk is, de bijprodukten afbreekbaar
zijn en de produktie van agrarische
grondstoffen dankzij zonne-energie
in feite oneindig is.
Deze wenkende perspectieven lossen
evenwel de problemen op korte ter
mijn niet op. Volgens Hutten moeten
we de eerstkomende jaren niets ver
wachten van het zgn. vierde produkt.
Het vierde gewas bestaat zijns inziens
uit veel kleine gewassen die al of niet
op contractbasis kunnen worden ge
teeld door een beperkt aantal akker
bouwers. Verder zullen we het ook op
korte termijn moeten zoeken buiten
de voedingssfeer en moeten gewassen
zoveel mogelijk HELEMAAL ge
bruikt worden, dat wil zeggen dat bij
granen ook het stro door verbranding
een bepaald rendement op moet gaan
leveren. In dit verband is ook de aard
peer interessant want naast suiker uit
de wortel zou uit het bovengronds ge
was veel biomassa verkregen kunnen
worden. Hoe meer toepassingen hoe
beter, maar dat geldt voor alle
planten".
Ook de veredeling zou meer gericht
moeten zijn op industriële verwer
king. Dat alles moet op korte termijn
volgens van te voren opgezette strate-
giën en plannen worden opgezet en
uitgewerkt zodat we tegen de eeuw
wisseling klaar zijn voor een "nieu
we" akkerbouw die naast
voedselproduktie vooral ook gericht
is op industriële mogelijkheden op
kortere termijn bij de vezelgewassen,
zoals hout, vlas en hennep voor de
produktie van o.m. papier, textiel en
platen voor gebruik in de bouw. Ook
zijn er mogelijkheden in de zetmeel,
koolhydraten (bio-ethanol, melkzuur)
oliën en vetten, specifieke planten-
componenten zoals wassen, gommen,
eiwitten, enzymen enzovoorts, de
produktie van bio massa (bijvoor
beeld graan) als bron van energie
voor auto's en electriciteit.
Hutten kwam tot de conclusie dat een
realistische politiek nodig is waarbij
de vierde gewasbenadering geen
oplossing zal geven, afzetverruiming
in de food sector op lange termijn
geen alternatief is en er nog veel werk
en discussie noodzakelijk is om het
gat dat er zit tussen de boer en de in
dustrie te dichten". Een wezenlijke
taak die snel door landbouworganisa
ties en coöperaties zal moeten worden
opgepakt". Voorts is versterkt onder
zoek nodig naar de nieuwe technieken
en dient het landbouwbeleid zich
meer te richten op de industrie.
In de discussie vroeg drs. W.J. van der
Weijden van het Centrum voor Land
bouw en Milieu zich o.m. af of de ak
kerbouw met het zoeken van andere
bestemmingen voor de verschillende
gewassen wel op het goede spoor zit.
Ir. T. Hutten.
Moeten de prijzen niet te ver zakken
om concurrerend te zijn?
De medewerker van het C.L.M- zei
veel meer te zien in het opzetten van
een goede overlevingsstrategie tegen
de achtergrond van de steeds strenger
wordende milieu-eisen. "Produceer
met minder meststoffen en bestrij
dingsmiddelen dat werkt kosten
besparend en geeft een betere
kwaliteit van het produkt".
Toch is ook hij van mening dat de
mogelijkheden van de produktie van
biomassa voor o.m. energie zeker die
nen te worden bestudeerd.
Volgens de heer T. Kramer van de
Zeeuwse Milieufederatie verliest de
landbouw de steun van de samenle
ving als niet wordt gekozen voor een
milieuvriendelijke produktie. "Wan
neer ze daarnaar streeft verdient de
sektor de steun van de milieuorgani
saties".
Gastheer burgemeester Jongmans
rondde de diskussie tenslotte af door
vast te stellen dat er snel iets moet ge
beuren en dat naar de politiek toe de
diskussie over de verschillende alter
natieven op gang moet worden ge
houden. De vraag van akkerbouwer
J. Provoost uit Nieuwvliet "Wie geeft
nu de richting aan?", werd ook in
Aardenburg niet beantwoord. Daar
om gaat de werkgroep nog door en
wil men via de standsorganisaties een
aantal antwoorden, strategiën en
plannen konkreet op tafel zien te krij
gen. De toekomst van de akkerbouw
staat op het spel
J. WIERENGA
"De verwerking van landbouw
produkten staat vergeleken met
die van aardolie in feite nog maar
in de kinderschoenen. We hebben
dan ook nog een hele stap te ma
ken maar we kunnen gelukkig
met sprongen vooruit". Dat zei
Lei-medewerker ir. T. Hutten
maandag 9 mei jl. op een studie
bijeenkomst in Aardenburg over
het onderwerp "Alternatieve ver
werking van akkerbouwproduk
ten. Volgens biochemist Hutten is
onze uitgangspositie dus erg
gunstig, vooral ook wanneer we
er in slagen de afval van het agra
risch produkt tot waarde te bren
gen. "De akkerbouw als
producent voor de non-food sek
tor heeft op lange termijn uitste
kende vooruitzichten en wordt
een ernstige konkurrent van aard
olie en aardgas".
Voor een goed beheer van de Neder
landse bossen is jaarlijks minimaal 3
miljoen gulden ekstra nodig. Finan
ciering hiervan zou kunnen gebeuren
uit de ekstra gelden die het departe
ment ter beschikking krijgt in het ka
der van de BTW/WIR-kompensatie
van 100 miljoen gulden. Dit onder
meer schrijft de bosbouwvoorlich
tingsraad in zijn advies aan minister
Braks (landbouw en visserij) over de
herziening van het subsidiestelsel bos-
en landschapsbouw.
De raad stemt in met het idee om alle
regelingen voor de bos- en land
schapsbouw onder te brengen in één
nieuwe regeling en zo een en ander te
vereenvoudigen. De door de minister
voorgestelde verlaging van de zoge
naamde vaste bosbijdrage van ƒ95,
naar ƒ85,per ha per jaar wijst de
raad volstrekt af.
Adverteerders boekje ZLM manifestatie
De manifestatiecommissie en de meer dan 100 standhouders (er
zijn nog enkele m2 vrij) verwachten op 23, 24 en 25 juni op het
tentoonstellingsterrein op het voormalig werkeiland "Neeltje
Jansvele duizenden bezoekers.
Bij de ingang zal gratis een programmaboekje worden uitgereikt.
Ondernemers die belangstelling hebben voor een advertentie in dit
boekje, kunnen contact opnemen met mevrouw M. van Erk op
de redactie van het ZLM-Land- en Tuinbouwblad te Goes. Tele
foon01100-21010.
10
Vrijdag 13 mei 1988