Aandrang op instellen spuitbrevet
in de landbouw
Financiële gevolgen van kwaliteitsverschillen
bij de aardappelteelt
Serie Kwaliteit en Bewaring aardappelen99 nr. 3
Kees ontvangt bijna f 3100,
per ha meer dan Sjef
AKTIE ZUIDWEST
De aardappel bepaalt het inkomen van de akkerbouwer. Als het goed
is in positieve zin, hoewel dit de laatste jaren niet altijd gelukt is. De
bruto geldopbrengst per hektare is een zaak van kilo's maal prijs. Al
lereerst is de kilogramopbrengst in meerdere opzichten nog steeds een
belangrijke faktor. Hoe meer kilo's van een goede prijs, hoe beter de
financiële opbrengst per ha. Maar de prijs die u per kilo krijgt is af
hankelijk van de kwaliteit. Deze wordt bepaald door de sortering, de
mate van blauw en onderhuidse beschadigingen. Ook de uitwendige
gebreken, het onderwatergewicht en de bakkleur spelen een grote rol.
Het uiteindelijke financiële resultaat kan dus door verschillen in op
brengst en kwaliteit, sterk afwijken van dat van uw kollega's. Sjef
Jansen en Kees Bouwman die elkaar al langer kenden, vergeleken
hun resultaat van het afgelopen aardappelseizoen.
Sjef Jansen en Kees Bouwman teel
den beiden 10 ha aardappelen. Na
dat de aardappelen waren afgeleverd
maakten ze gezamenlijk de balans
op. De verschillen in kwaliteit en
sortering staan vermeld in tabel 1.
Door beiden werden de aardappelen
verkocht op de volgende kwaliteits
voorwaarden. De grote maat, 50
mm opwaarts, werd afgerekend te
gen 20,per 100 kg en de kon-
sumptiemaat, 35-50 mm, tegen een
prijs van 10,— per 100 kg. Aard
appelen beneden 35 mm brachten
3,per 100 kg op. Daarnaast was
de kwaliteitsindex met de premies en
kortingen van toepassing (zie tabel
2).
In de kwaliteitsvoorwaarden stond
verder omschreven dat de bakkleu-
rindex van toepassing was. Bij een
index van minder dan 1,5 werd
0,40 premie per 100 kg betaald
over de maat 50 opwaarts. Tussen
Tabel 1
Sjef Jansen
Kees Bouwman
Netto opbrengst per ha
40.000 kg
50.000 kg
Sortering
meer dan 50 mm
50%
60%
35-50 mm
45%
37%
minder dan 35 mm
5%
3%
Kwaliteitsindex
18
7
A-l
AA 1
Bakkleurindex
4,5
1,4
Onderwatergewicht
400
390
Tabel 2
Klasse-indeling op basis van
de kwaliteitsindex
Kwaliteitsindex Klasse
Premie/korting t.o.v. klasse A
0,0 - 2,5 AAA
1
premie
10,0%
2,6 - 5,0 AAA
0,5
premie
7,5%
5,1 - 7,5 AA
1
premie
5,0%
7,6 - 10,0 AA
0,5
premie
2,5%
10,1 - 15,0 A
basis
15,1 - 17,5 A -
0,5
korting
2,5%
17,6 - 20,0 A -
1
korting
5,0%
20,1 - 22,5 A -
1,5
korting
7,5%
22,6 - 25,0 A -
2
korting
10,0%
1,5 tot 4 werd geen premie en geen
korting berekend. Boven 4 werd
0,40 korting per 100 kg over de
maat 50 opwaarts ingehouden. Het
onderwatergewicht moest minimaal
360 gram bedragen.
Na dit rekenwerk ontstaat het vol
gende gesprek tussen Sjef en Kees.
Sjef: "Er wordt steeds meer over
kwaliteit gepraat, maar de opbrengst
is toch zeker zo belangrijk. Daarom
zit ik dit jaar niet zo goed".
Kees: "Tot op zekere hoogte heb je
gelijk omdat bij de verrekening van
de kwaliteitsfaktoren ook de op
brengst mee bepalend is. Dit kan zo
wel plus als min zijn. Het begint al
bij de sortering. Bijna altijd zijn de
kilo's boven de 20 ton per ha, kilo's
boven 50 millimeter. Dit betekent
dat het opbrengstverschil gelijk is
aan kilo's in de maat 50 op. Veel ki
lo's met premie kan een groot ver
schil opleveren. In ons geval wordt
dat ruim 880,per ha.".
Sjef zegt nog: "Met de bakkleurin-
dex valt het verschil wel mee'.
"Ja", zegt Kees, "maar ƒ80,
minder of 120,meer scheelt toch
weer 200,per ha. Bovendien
zijn partijen die niet goed bakken
soms moeilijker te verkopen".
Tenslotte zegt Sjef: "Ik weet niet
wat er dit jaar bij mij allemaal is mis
gegaan, maar het kost handen vol
geld. Dat moet anders!"
Waarop Kees reageert met: "Mag ik
je een goede raad geven? Dit seizoen
komen er in de vakbladen nogal wat
artikelen over Kwaliteit en Bewa
ring. Daar staat vast wel een en an
der in waar we wat mee kunnen
doen. Ik denk dat het de moeite
waard is deze te lezen. Bovendien
begint er a.s. herfst nog een speciale
aktie over Kwaliteit en Bewaring.
Daar wil ik in ieder geval ook aan
meedoen. Jij ook?"
ing. J.C.H.M. Staal
CAT's Zuidwest Nederland
Aan de ene kant kunnen we gelukkig zijn dat er nog een aantal che
mische middelen voorhanden is voor o.a. onkruidbestrijding, maar
ook middelen tegen insekten, schimmels, enz. Aan de andere kant
worden we bedreigd met het intrekken van toelatingen van soms nog
onmisbare middelen door het ontbreken van vervangers daarvan.
Het komt er meestal op aan om een gulden middenweg te vinden tus
sen milieu en landbouw. Middelen die werkelijk schadelijk zijn voor
volksgezondheid in het algemeen en voor de toepassers in het bijzon
der zijn allang niet meer in het gewasbeschermingscircuit aanwezig.
Uiteraard zijn er nog wel middelen aanwezig waarbij grote zorgvul
digheid in acht moet worden genomen.
Het zoeklicht zettend op risikodra-
gende middelen, gaat het groten
deels om een afweging milieubelan
gen en belangen van voortbrenging
van land- en tuinbouwprodukten; zo
ekonomisch mogelijk vanwege vaak
scherpe konkurrentie en van hoge
kwaliteit in verband met diezelfde
konkurrentie.
Brevet
In vele geledingen van de toepassers
wordt thans aangedrongen op de in
stelling van een spuitbrevet. Een
soort diploma dat verplicht zou
moeten worden gesteld aan al diege
nen, die chemische middelen gebrui
ken; voor de toepassers dus. Hoewel
ik hier volkomen achter sta, moet
het ook niet overkomen als totaal
nieuw. In de eerste plaats wordt er
op vele land- en tuinbouwscholen
reeds veel aandacht gevraagd bij de
studenten voor het gebruik van che-
mische middelen. Daarnaast worden
jaarlijks kursussen gehouden door
het Konsulentschap voor de Gewas
bescherming. Als men met goed ge
volg aan het eind van het seizoen het
examen aflegt komt men in het bezit
van een zgn. "spuitbewijs". De
meeste loonbedrijven beschikken
over zo'n spuitbewijs en hoewel het
niet verplicht is, kan men rustig stel
len dat deze loonbedrijven een grote
kennis in huis hebben en dat zeker
ook toepassen. Al was het alleen al
vanwege de aansprakelijkheidsstel
ling. Hoewel de voorstellen over de
inhoud van examenstof voor het be
halen van een "spuitbrevet" iets
minder ver gaan dan voor een
"spuitbewijs" wil ik die voorstellen
toch van harte ondersteunen. En ze
ker wanneer op termijn een spuitbre
vet als minimale eis verplicht gesteld
wordt voor alle toepassers. Net zoals
bij een rijbewijs voor een auto. Men
mag geen auto rijden omdat vader
of de werkgever een rijbewijs heeft!
Elk individu dat een sproeimachine
bedient, moet daarvoor een erkend
bewijs hebben; minimaal een spuit
brevet.
Het financiële resultaat kan door verschillen in opbrengst en kwaliteit per ha
aardappelen wel ruim f 3.000,— uiteenlopen.
De afrekening van Sjef en Kees ziet er nu omgerekend per ha als volgt uit:
Sjef Kees
Om
hoeveel
prijs
bedrag
hoeveel
prijs
bedrag
schrij
heid in
in ct
in gld.
heid in
in ct
in gld.
ving
tonnen
per kg
tonnen
per kg
sortering
meer dan
50 mm
20
20
4000,00
30
20
6000,00
35-50
mm
18
10
1800,00
18,5
10
1850,00
minder
dan 35
mm
2-
3
60,00
1,5
3
45,00
5860,00
7895,00
kwaliteitsklasse: A
1-5% korting
AA 1
- 5% premie
meer dan
50 mm
20
1
200,00
30
1
300,00
35 - 50
mm
18
0,5
90,00
18,5
0,5
92,50
korting 290,00 premie 392,50
bakkleurindex: bakkleurcijfer 4,5 bakkleurcijfer 1,4
korting premie
20 0,04 80,00 30 0,04 120,00
Resten sproeivloeistoffen
Alvast vooruitlopend op komende
maatregelen is het nu al de moeite
waard nog eens de aandacht te vra
gen voor restanten van sproei
vloeistoffen. Vooral in de wat oude
re sproeimachines blijft vaak een
restant over na het spuiten. De meer
nieuwere typen machines kunnen
praktisch leeggespoten worden. In
de Bestrijdingsmiddelen Wet is gere
geld dat voor het schoonmaken de
tank kan worden volgedaan met wa
ter en dat deze kan worden leeg
gespoten over de kopakker. Onder
geen beding kan men de restvloeistof
zomaar op het oppervlaktewater lo
zen. Als men dat regelmatig op de
zelfde plaats zou doen, is er al gauw
sprake van een puntbelasting met al
le gevolgen van dien. Regelmatig
\Vordt aandacht gevraagd o.a. via de
Rijks Landbouw Voorlichtings
dienst voor het kreëren van spoel-
plaatsen. Er zijn zelfs in de meeste
plaatsen van ons land brochures ver
spreid over spoelplaatsen waar "af
valwater" kan worden opgevangen.
Thans zijn er methoden in ontwikke
ling om dat afvalwater, resten spoei-
vloeistof, na opvang te zuiveren, zo
danig dat het dan gezuiverde water
in het openbaar riool kan worden
geloosd. Voor kwikdompelbaden is
er zo'n systeem ontworpen, omdat
water zuiveren veel geld kost, heeft
genoemd systeem geleid tot een hoge
mate van beperking van het over
houden van rest-vloeistoffen.
Bruto-geldopbrengst
B.T.W. 5,71%
5490,00
313,48
8407,50
480,07
Totale geldopbrengst
Verschil in geldopbrengst
5803,48
8887,57
5803,48
3084,09
Indexcijfers bouwkosten
boerderijbouw
Op basis van februari 1970 (indexcij
fer 100) zijn de door het IMAG vast
gestelde indexcijfers voor de bouw
kosten van de boerderijbouw voor
februari 1988: loon 372; materiaal
214,4; loon materiaal 267,6. De
eerste twee indexcijfers zijn exkl.
BTW, de laatste inkl. De cijfers heb
ben betrekking op het pakket be
staande uit een stenen ligboxenstal
voor 90 melkkoeien.
Een paar wenken alvast vooruit. Ge
bruik zo mogelijk sproeimachines
waarbij zo weinig mogelijk resten
achterblijven. Stel de machines zo
danig af, dat aan het eind van het
spuiten de machines leeg zijn. Richt
zo goed mogelijk spoelplaatsen in en
voorkom puntbelasting. Volgt de
ontwikkelingen voor het reinigen
van spoelwater.
A. Vermeer
Raapolie voor smering
motorzagen
De Stichting Geldersch Landschap
gebruikt sinds kort raap-olie als ket
tingolie voor motorzagen. De olie is
weliswaar twee keer zo duur als de
gebruikelijke acilaatolie, maar daar
staat tegenover dat raapolie onge
veer dertig procent zuiniger is in
gebruik.
Bovendien, en dat gaf volgens een
woordvoerder van de stichting de
doorslag, wordt raapolie zeer snel
biologisch afgebroken en laat het
geen schadelijke residuen achter.
Proef
Na een proefperiode zal moeten blij
ken of de raapolie in de praktijk vol
doet aan de verwachtingen. Volgens
het Geldersch Landschap komen er
bij het motorzagen jaarlijks honder
den liters slecht afbreekbare kettin
golie in de bossen terecht. Onder in
vloed van een groeiend milieube
wustzijn en het beschikbaar komen
van onderzoeksgegevens, besloot de
stichting over te stappen op de mi
lieuvriendelijke raapolie.
10
Vrijdag 29 april 1988