Sqr X> V f)
Eindelijk...
Onbegrijpelijk
vanuit de Z.L.M. gezien
I ^1 76e JAARGANG NO. 3<
zuidelijke landbouw maatschappij
Kommissie van wijze mensen
zal zich moeten uitspreken over
schadevergoeding vergeldingsziekte
Touwtrekken
Werk aan de winkel
Streekplan
VRIJDAG 15 april 1988
land- en
tuinbouwblad
Sinds het midden van vorige week heerst er een grote bedrijvigheid op de boerenbedrijven.
De weersomstandigheden lieten eindelijk toe dat de voorjaarswerkzaamheden konden
plaatsvinden. Vooral de akkerbouwers stonden al lang te popelen om het land op te gaan.
Dat de akkerbouw goed is gemechaniseerd mag blijken uit het feit dat in zeer korte tijd
een groot deel van het zaaizaad en poot goed aan de grond is toevertrouwd. Hier ziet u
loonbedrijf L. Verschelling uit Axel bezig met het poten van aardappelen voor de teelt van
poters bij de heer J. de Kraker, eveneens uit Axel. Zie ook pag. 13.
Op voorstel van kweekbedrijf VanderHave B.V. en on
dersteund door de Gewestelijke Raad van het Land
bouwschap voor Zeeland wordt er op dit moment ge
werkt aan het instellen van een kommissie van wijze
mensen, die zich zal moeten uitspreken over de hoogte
van de geleden schade als gevolg van vergelingsziekte bij
bieten in Rilland e.o. vorig jaar. De betrokken telers
hebben van de Gewestelijke Raad een formulier ontvan
gen. Door dit ondertekend terug te sturen naar het Land
bouwschap stemmen ze in met het instellen van de kom
missie.
De kommissie zal worden ingesteld als een meerderheid
van de telers zich hiervoor uitspreekt. De kommissie zal
dan gaan bestaan uit drie personen: iemand aan te wij
zen door VanderHave, iemand aan te wijzen door de ge
zamenlijke telers (althans die telers die instemmen met
het installeren van de kommissie), en tenslotte iemand,
tevens voorzitter van de kommissie, die aangewezen
moet worden door de eerste twee kommissieleden. De
kommissie zal zo mogelijk voor 1 juni a.s. doch in ieder
geval voor 1 juli a.s. een advies uitbrengen. Door het in
stemmen met de installatie van de kommissie hebben de
betrokken partijen zich bij voorbaat gebonden aan dit
advies. De betrokken partijen in dit verband zijn het
kweekbedrijf VanderHave en de deelnemende Zeeuwse
bietentelers.
De vraag waarover een bindend advies wordt gevraagd
aan de kommissie is welke van de door de Gewestelijke
Raad voor Zeeland en door VanderHave gedane voor
stellen omtrent het vaststellen van een schadepercentage
redelijk is. Wellicht moet een oplossing die daar tussen
in ligt gezocht worden.
VanderHave heeft aan de betrokken telers een vergoe
ding van de schade aangeboden op basis van de bereke
ningswijze zoals vastgesteld door het IRS plus daarop
een toeslag van 30 procent. Met de Zeeuwse telers is tot
op heden geen akkoord bereikt. Namens de betrokken
telers is de door VanderHave voorgestelde schadevergoe
ding door de Gewestelijke Raad afgewezen.
Het belangrijkste argument waarop de Zeeuwse telers
zich hierbij baseren, is het feit dat hun opbrengsten
achterblijven bij het streekgemiddelde en zij op basis van
het streekgemiddelde vergoed wensen te worden.
Het is eindelijk echt voorjaarsweer geworden. De zon geeft
boeren en buitenlui weer moed. Akkerbouwers, veehouders
en tuinders laten de landbouwpolitiek voorlopig maar voor
wat het is, en concentreren zich nu (terecht) op hun werk
en vakmanschap. Overigens, wie begrijpt eigenlijk nog iets
van die landbouwpolitiek, van de tegenstrijdige en onbegrij
pelijke woordenbrij die gebruikt wordt om de feiten en argu
menten weer te geven?
De vaststelling van EG-produktiedrempels (met daaraan ge
koppeld strafheffingen en prijskortingen) zal verdere aan
zienlijke prijsverlagingen tot gevolg hebben voor alle akker-
bouwmarktordeningsprodukten: erwten en veldbonen
-10%, koolzaad -20%, suikerbieten -5 10%, en granen
oplopend van -6% ('88) tot -16% ('91). Dat zeggen wij!
Braks zegt, dat er niet of nauwelijks sprake zal zijn van prijs
verlagingen. "De 10 miljoen EG-boeren kunnen er immers
zélf voor zorgen, dat er minder geproduceerd wordt". Een
schijnheilig en vals argument, waarbij hij klaarblijkelijk de
zogenaamde wet van Maier toepast: "Als de feiten niet in
overeenstemming zijn met de theorie, dan moeten ze ont
kend worden". Ook het door ons geconstateerde "verdrin-
gingseffekt" (marktverstoringen en slechte prijsvorming
voor de vrije produkten) wordt door de minister met dezelf
de drogreden nog steeds ontkend.
In het akkerbouwactieplan van het Landbouwschap wordt
in feite slechts een minimaal financieel beroep op de natio
nale overheid gedaan. Niet meer dan een vingertip steun
voor de concurrentiestrijd in een wereldomvattende crisissi
tuatie wordt er gevraagd.
Voor de verdeling van de 100 miljoen kompensatie voor het
niet-verhogen van het BTW-forfait (in feite het enige kon-
krete Tweede Kamer besluit tot nu toe) heeft het Land
bouwschap terecht accent gelegd op verruiming van de
geldmiddelen enerzijds voor landinrichting en anderzijds
voor een investeringssubsidieregeling (35%) ten gunste
van diegenen onder ons, die met de nodige durf en risico
hun bedrijf willen aanpassen. Twee hoofdpunten ook in het
akkerbouwactieplan. Braks zegt vooralsnog nee, en wil het
geld gebruiken voor een EG-braakregeling en een EG-
vutregeling. Allebei zaken waar we in Nederland niet om zit
ten te springen. Een ongewenste sigaar uit eigen doos dus.
De door het parlement aanvaarde VVD-motie betreffende
100 miljoen compensatie voor de landbouw in verband met
het vervallen van de WIR-basispremie (dus de "tweede"
honderd miljoen) zal nog door Lubbers c.s. nader "beke
ken" worden. Een gevaarlijke situatie, want intussen heb
ben de ondernemersorganisaties in Nederland zich al tot de
minister-president gewend om de motie naast zich neer te
leggen. Zij willen een meer dan volledige kompensatie voor
de groot-industrie ten koste van het "schijntje" voor de
landbouw. Ook intussen (en dat is een wellicht nog gevaar
lijker situatie) heeft de voorzitter van de KNBTB zich uit
gesproken voor besteding van die tweede honderd miljoen
hoofdzakelijk aan milieu- en mestproblematiek. En dat on
danks het feit dat de motie toch duidelijk een fifty-fifty
besteding akkerbouw/mest aangeeft. Het ergerlijke touw
trekken binnen de landbouw zelf om de huid van een beer
die nog niet geschoten is, is weer al begonnen.
Kortom, nog genoeg werk aan de winkel om blijvend en in
dringend, zowel intern als naar de politiek toe, te blijven
pleiten voor de gerechtvaardigde - (en verhoudingsgewijs
zeer minimale) wensen van het landbouwbedrijfsleven. Wij
zullen daarmee doorgaan. Ik doe ook een beroep op u om,
daar waar mogelijk en dienstig is, uw landbouwstem te la
ten horen. Dat is nodig, hard nodig, om de voor ons onbe
grijpelijke negatieve mentaliteit ten opzichte van onze sec
tor te doorbreken. Als meest recente voorbeeld van die
mentaliteit moge dienen, dat sommige topambtenaren van
het ministerie al meesmuilend en snerend plegen te spreken
over de landbouw-AAP als het gaat om het AkkerbouwAk-
tiePlan. Ik vrees dan ook dat het in de komende maanden
toch nog wel nodig zal zijn om weer uw medewerking te
vragen voor bepaalde vormen van actievoeren om daarmee
onze standpunten te onderstrepen. Niet om om inko
menssteun te vragen, maar om nationale voorwaarden te
bewerkstelligen, die het ons mogelijk maken om de eigen
broek op te houden.
Want dat we die broek (met name in de plantaardige pro-
duktiesektor) meer dan ooit zelf moeten ophouden, daar zijn
we wel van doordrongen. Het is dan ook mede daarom dat
in de "Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling van de
Landbouw" in Zeeland (waar overheidsfunctionarissen en
bedrijfsleven samen rond de tafel zitten) initiatieven geno
men zijn en worden om, gericht op het Zuidwestelijk kleige
bied, coördinerend en stimulerend op te kunnen treden met
betrekking tot nieuwe mogelijkheden en kansen op het ge
bied van innovatie-, kwaliteits- en afzetbevordering in de
akkerbouw. Een normaal voorwaardescheppend beleid van
de regionale overheid is daarbij onontbeerlijk. Het is daarom
onbegrijpelijk en onverteerbaar dat GS alle bezwaren en op
merkingen onzerzijds aangaande het concept Streekplan
Zeeland naast zich neergelegd hebben en daarmee onder
meer volharden in hun standpunt om "niet-grondgebonden
agrarische produkties" te weren uit het buitengebied.
Klaarblijkelijk viert ook hier het waanidee hoogtij, dat nor
male ontwikkelingsmogelijkheden in de Landbouw niet
meer van belang zijn en derhalve geblokkeerd kunnen wor
den. We zullen als Gewestelijke Raad van het Landbouw
schap dan ook nog een hartig woordje moeten wisselen met
de diverse Statenfracties, voordat de definitieve vaststel
ling van het Streekplan plaats zal vinden.
van der Maas