"Rondkijken in ontwikkelingsland
betekent dat je sociaal
door elkaar wordt geschud"
A.J.G. Doeleman bezocht Bolivia
Vrachtwagens
Armoe
Dorpsomroeper
Politiek
Braak
Winkeltje
Werktuigen
In het kader van ontwikkelings
hulp hebben acht boeren en boe
rinnen vanuit de 3 Nederlandse
Landbouw Organisaties en 2 me
dewerkers van de NOVIB eind vo
rig jaar een bezoek gebracht aan
Bolivia. Het initiatief ging uit van
de NOVIB. Als vertegenwoordiger
van het KNLC heeft de heer
A.J.G. Doeleman deze reis meege
maakt. Hierbij zijn indrukken.
Bolivia is het armste land van
Zuid-Amerika. Het land is 32
maal zo groot als Nederland en
heeft slechts 6,4 miljoen inwoners.
De oorspronkelijke bevolking
bestaat uit Indianen, afstammelin
gen van de Inca's.
"Toen me gevraagd werd mee te
gaan naar Bolivia had ik eerst wel
mijn twijfels, zo bekent Doeleman. Is
het verantwoord om met 10 mensen
naar een arm land te gaan? Twijfels
ook over de verwevenheid van de po
litiek met ontwikkelingshulp". De in
drukwekkende ervaringen die hij in
Bolivia heeft opgedaan hebben hem
duidelijk gemaakt dat ontwikkelings
hulp zinvol is. "Wel moet je ook er
kennen dat ondanks alle goede be
doelingen ontwikkelingshulp beper
kingen heeft. Door mijn ervaringen
opgedaan met het werk binnen de
landbouw-organisaties is dat mis
schien minder moeilijk te aanvaar
den. Je moet kunnen relativeren en
accepteren dat de mogelijkheden van
wat je zou willen bereiken, beperkt
zijn". Doeleman vertelt dat de reisge
noten indringend met elkaar hebben
gediscusieerd over ontwikkelings
hulp. De opvattingen liepen soms
sterk uiteen o.a. over de overschot-
tenproblematiek in relatie met de der
de wereld. "Met de evaluatie is mij
gebleken dat onze meningen tijdens
de reis aardig zijn bijgeschaafd.
let je cellotape tot zeer luxe Westerse
produkten die via het zwarte geld cir
cuit (cocaïne geld) worden ingevoerd.
Indiaanse vrouwen proberen met de
ze straatverkoop wat geld te verdie
nen. Geld wordt niet bij de banken
gewisseld maar op straat, 's Middags
rondlopen door de krottenwijken en
's avonds een internationale beurs be
zoeken en een feestavond met Zuid
Amerikaanse muziek bijwonen. Voor
ons moeilijk te begrijpen tegenstellin
gen".
Ons programma in Bolivia werd ver
zorgd door de plattelandsontwikke
lingsorganisatie INEDER (Instituto-
de Educaccion para el de Sarrolla
Rural). Het hoofdkantoor van INE
DER is in Cochabamba gevestigd.
Ontwikkelings-organisaties worden
geholpen met buitenlands geld vanuit
Nederland, o.a. door de NOVIB. He
laas is er weinig samenwerking en
coördinatie tussen de ontwikkelings
hulporganisaties. Ontwikkelingshulp
ondervindt de laatste jaren geen poli
tieke weerstand meer.
Na twee dagen algemene informatie
en rondkijken in Cochabamba heeft
Doeleman met 4 anderen van de
groep een bezoek gebracht aan de
zeer arme provincie Arani. In Arani
werkt sinds enkele jaren de ontwikke
lingsorganisatie Incca (Instituto de
Capacctacion Cam pasino Arani).
Onze begeleider was Victor van Oe-
gen een Nederlandse socioloog die
voor Incca werkt. Ik heb veel waar
dering voor de wijze waarop hij ons
met de bevolking heeft leren kennis
maken. De boerenbevolking maar
ook de mensen in de dorpen kenden
Victor. De integratie tussen de boe
renbevolking - de Indianen - en de
middenklasse is tot nu toe niet moge
lijk gebleken. De boeren zijn afhan
kelijk van de eigenaars van de vracht-
vrouwen en kinderen lopen rond met schapen en varkens over dor land
Rondkijkend in een ontwikkelings
land betekent dat je sociaal door el
kaar wordt geschud. Ook op mijn
leeftijd", voegt Doeleman daaraan
toe. Bij aankomst in Cochabanba
heb je niet direct de indruk dat je in
een ontwikkelingsland bent. Maar al
vlug ervaar je hoe groot de tegenstel
lingen zijn tussen arm en rijk. Vooral
met de sluiting van de mijnen is de
werkloosheid sterk toegenomen.
Werkloosheid zonder sociale voorzie
ningen. Wij hebben mensen straten
zien maken waarvoor zij geen geld
kregen maar voedsel wat vanuit de
Westerse wereld aan Bolivia was ge
schonken!
Rondlopen door de krottenwijken
maakt ons duidelijk hoe groot de ar
moe is. Een bezoek aan deze krotten
wijken was nodig om later te kunnen
begrijpen dat armoe op het platte
land altijd nog beter is dan wonen in
deze krottenwijken. In Cochabamba
is alles op straat te koop van een rol-
Vrijdag 8 april 1988
wagens. Vrachtwagens zijn het enige
transportmiddel naar de stad!
Vrachtwagens volgeladen met pro
dukten, schapen, varkens en mensen.
Op het platteland hebben wij geen
wiel gezien. Alles wordt op de rug ge
dragen of door ezels. Eigenaars van
vrachtwagens lenen ook geld aan de
boeren en daardoor wordt de afhan
kelijkheid en het wantrouwen nog
groter. Om als ontwikkelingsorgani
satie niet te worden vereenzelvigd
met de dorpbewoners staat het scho
lingscentrum midden in het land ver
van het dorp.
De eerste avond lopen in zo'n dorp is
een bijzondere ervaring. Lemen hui
zen, open riolering, geen water en
electriciteit. Kennis maken met de
mensen die voor hun huizen met el
kaar zitten te praten. Handen schud
den, een schouderklopje en weer
handenschudden dat is de manier
waarop Indianen elkaar begroeten.
Een praatje maken met de pastoor en
de burgemeester. Daarna met de
landrover in het donker langs berg
hellingen en door rivierbeddingen
naar een ander dorp om een bijeen
komst van boeren en boerinnen bij te
wonen. Wij dachten veel te laat te
zijn, maar we zijn erachter gekomen
dat tijd op het platteland geen rol
speelt. Men had op ons gewacht. De
dorpsomroeper ging met zijn koe
hoorn de mensen bij elkaar roepen.
De vergadering werd gehouden in een
lemen hut met boomstammen langs
de wand waar wij op konden zitten.
Twee kaarsen als verlichting. Man
nen, vrouwen en kinderen gingen op
de lemen grond zitten. Wij hebben
verteld waar wij vandaan kwamen en
wat wij in Nederland doen. Een om
slachtige procedure: vertalen van het
Nederlands in het Spaans en daarna
in de Indiaanse taal. Men was zeer
geïnteresseerd. Na deze kennisma
king volgde voorlichting over ge
zondheidszorg en hygiëne, verzorgd
door vrouwen die opgeleid zijn door
een arts die werkzaam is voor Incca.
En tot slot voorlichting over de aan
staande verkiezingen. Met een pro
jector gevoed door een accu werden
dia's vertoond om uit te leggen hoe
een stembiljet moet worden ingevuld.
Deze voorlichting was vrij indringend
politiek gericht. Je vraagt je dan af
hoever mag en kan je gaan met deze
politieke voorlichting, bij mensen die
niet kunnen lezen en schrijven. Men
sen die ondanks hun armoe blijmoe
dig zijn. Daartegenover staat dat je er
niet aan ontkomt deze mensen maat
schappelijke bewustwording bij te
brengen. De volgende morgen vroeg
uit bed. Wij waren uitgenodigd een
kerkdienst bij te wonen. De "notabe
len" die voor in de kerk zitten kun
nen de in het Spaans gehouden preek
volgen en meezingen. De boerenge
zinnen die achter in de kerk zitten
verstaan geen Spaans en kunnen ook
niet meezingen. Zij volgen de dienst
passief. Die dag heeft ons gezelschap
gezien hoe men aardappels poot.
Twee ossen voor een houten ploeg
trekken een voor. De vrouw poot al
tijd de aardappels. Ze is bij de India
nen het symbool van de vruchtbaar
heid. In de voor wordt ook stalmest
en wat kunstmest gestrooid, waarna
de voor met dezelfde ploeg wordt
dichtgeploegd. Wij hebben ons afge
vraagd of stalmest en kunstmest zo
dicht bij de aardappels geen verbran
ding veroorzaakt.
Veel land blijft braak liggen, daar is
geen pootgoed of zaaizaad voor be
schikbaar. Op de braakliggende
grond groeit alleen wat onkruid dat
kort wordt gehouden door enkele
schapen en varkens waar de boerin
nen met de kinderen mee rondlopen.
Kleine kinderen worden in een draag-
doek op de rug gedragen. Arani is
een dor land met weinig bomen en
veel erosie. Er zijn wel verschillende
meertjes maar men gebruikt het wa
ter niet voor beregening. Ook daar
ontbreken de middelen voor. In Ara-
,ni hebben wij een wervelstorm mee
gemaakt. Een gedeelte van het golf-
platendak van het scholingscentrum
werd weggerukt. Vanuit de 3 land
bouworganisaties en de NOVIB is
spontaan de schade van 800,be
taald. Na Arani hebben wij de pro
vincie Carasco bezocht. Hier is een
scholingscentrum van INEDER ge
vestigd. Carasco ligt lager en daartoe
groeit het er beter. Men was bezig
met aardappels poten, maar er werden
ook aardappels gerooid. Een aparte
ervaring is een bezoek aan de weke
lijkse markt. Je moet dat hebben ge
zien om een voorstelling te kunnen
maken van de wanorde, zeker wan
neer het ook nog veel heeft geregend,
zoals wij hebben meegemaakt. Op de
Krottenwijk
markt wordt onder elkaar geruild en
ook worden produkten gekocht door
de vrachtwageneigenaars. Bestrij
dingsmiddelen werden er verkocht en
Nederlandse kunstmest (23-23-0) die
via ontwikkelingshulp aan Bolivia is
geschonken. Voor ons een bevesti
ging dat ontwikkelingshulp niet altijd
daar terecht komt waar het voor
bestemd is.
In een dorp waar ongeveer 50 gezin
nen wonen hebben, wij een vrouwen
bijeenkomst bijgewoond. Ook hier
werd door mensen van INEDER
voorlichting gegeven over de verkie
zingen. De vrouwen waren met een
spintol wol aan het spinnen waar de
kens van worden gemaakt. Met de
opbrengst van de verkochte dekens
probeert men gezamenlijk een win
keltje te stichten waar zout, suiker,
rijst, olie, zeep enz. verkocht moeten
gaan worden. Maar het feest met Al
lerheiligen had teveel gekost zodat
het geld weer op was. Als laatste pro
ject hebben wij de ontwikkelings
organisatie Khana in de Sud Yunga's
bezocht. Sud Yunga's is een tropisch
gebied waar o.a. sinaasappels, bana
nen en mango's groeien. Óndanks al
deze vruchten is ook hier de voeding
te eenzijdig. Khana probeert de boe
ren groente te leren telen en cavia's
te kweken. Het ontwikkelingswerk
van Khana komt moeilijk van de
grond doordat meer wordt verdient
met het plukken van cocaïne blaad
jes. De cocaïneteelt is in de Yunga's
een zeer belangrijke bron van in-
ba schenkt boeren een koe op voor
waarde dat er voldoende eten voor
het dier beschikbaar is. Na 4 jaar
moet een koe terug worden gegeven
als aflossing, een vorm van renteloze
lening. INEDER heeft organisa
ties opgericht voor aardappeltelers
(APP) en graantelers (APT). Deze
organisaties stellen pootgoed en zaai
granen aan de leden beschikbaar.
APP en APT stimuleren de boeren
hun produkten gezamenlijk te verko
pen waardoor betere prijzen gemaakt
kunnen worden. Zwitserse en Duitse
hulpverleningsorganisaties hebben
bewaarplaatsen voor pootgoed ge
bouwd. Het pootgoed wordt daar
ook voorgekiemd. Ook worden er
aangepaste werktuigen ontwikkeld,
kleine ijzeren ploegen, sleepeggen en
aanaarders voor aardappels. De boe
ren vinden de werktuigen te zwaar.
Zij moeten de ploeg op de schouders
tegen de hellingen dragen. En ze heb
ben geen geld om de werktuigen te
kopen. Het is moeilijk tradities te
doorbreken. Dat heeft ook een jonge
boer ervaren zoals hij ons vertelde.
Hij had een jaar op de universiteit ge
werkt. Had geleerd aangepaste werk
tuigen zelf te maken en hoe er mee
moest worden gewerkt. Terug in de
oude omgeving werkte .deze jonge
boer na een jaar weer met zijn houten
ploeg zoals hij dat deed voor zijn
opleiding. Ontwikkelingshulp bete
kent bereid zijn je aan te passen aan
de situatie waarin de mensen leven.
Met het Kenia-project wordt deze
vrou wenbijeenkomst
komsten. Veel indruk heeft op Doe
leman gemaakt de ontvangst in het
dorpje Llojeta. In dit dorp is met
hulp van de CBTB een schapenpro
ject gefinancierd. Het was ontroe
rend hoe dankbaar deze mensen wa
ren, omdat wij komend uit een ande
re wereld belangstelling hadden voor
hun problemen. Woorden van dank
baarheid en een tafel vol zuidvruch
ten als geschenk. Een zoals gebruike
lijk kregen wij een maaltijd aangebo
den. Er valt nog veel meer te vertellen
over de ervaringen in Bolivia. Ont
wikkelingsorganisaties proberen de
boerenbevolking te helpen. 60% van
de bevolking leeft op het platteland.
De kindersterfte op het platteland is
groot. De gemiddelde leeftijd in Boli
via is 35 jaar. De grootste problemen
zijn slechte hygiëne en verkeerde voe
ding door gebrek aan eiwit. De boe
ren hebben wel ossen maar er is geen
eten en geld genoeg om een koe te
houden. Dat betekent dat er geen
melk beschikbaar is voor de kinde
ren. Een melkfabriek in Cochabam-
methode volgens Doeleman op uitste
kende wijze toegepast. Terug in Ne
derland zijn er veel vragen overgeble
ven. Duidelijk is dat je met ontwik
kelingswerk ook te maken hebt -bezig
bent- met politiek. Zeker in Bolivia.
De regering koopt 80% van het graan
op de wereldmarkt en betaald zijn ei
gen boeren 26 c. per kg.
En juist voor ontwikkelingslanden is
het belangrijk dat zoveel mogelijk ei
gen voedsel wordt geteeld: ondanks
alle problemen en beperkingen is het
zinvol dat jonge landbouwkundigen
bereid zijn zich aan te passen aan de
zeer primitieve leefomstandigheden
en de mogelijkheid krijgen om de
boeren te helpen de vicieuze cirkel te
doorbreken. Maar niet alleen techni
sche kennis is belangrijk. Indianen
hebben een andere cultuur. Ook daar
moeten ontwikkelingswerkers reke
ning mee houden. Doeleman tenslot
te: "Ontwikkelingshulp is zinvol om
dat je mensen ermee een uitzicht kan
bieden op een meer menswaardig
bestaan".
13