Nieuwe vereniging roodbont vleesras wil konkurreren met buitenland Tussentijds advies over bestrijding leverbot Biologische geitenhouderij en kaasmakerij van start Met moerasvoertuig onder nagenoeg alle bodemomstandigheden drijfmest uit te rijden korte wenken veehouderij Sinds 1 maart kent Nederland nu ook een vereniging die een stamboek voor roodbont vleesvee bijhoudt. Volgens de initiatiefnemers, die voornamelijk uit Noord-Brabant afkomstig zijn, kan verbeterd MRIJ- ras moeiteloos konkurreren met de bekende buitenlandse vleesrassen, zoals Blonde d'Aquitaine, Piemontese en de Belgische blauw-witte. Zeker als de achterstand, die de Nederlandse vleesfokkerij nu nog heeft, over enkele jaren is ingelopen. De nieuwe vereniging, die voluit 'Vereniging Nederlands Stamboek verbeterd roodbont-vleesras' heet, telt op dit moment al een kleine tachtig leden. Voorzitter is veehouder en hertenfok ker J. van Eijndhoven uit Sint Oe- denrode, die samen met de Liempdse veehouders E. Bekkers en J. van de Braak aan de wieg van de vereniging heeft gestaan. Van Eijndhoven ge looft heilig in de kwaliteiten van de roodbonten als vleesras. Hij kan ook al op enkele goede resultaten van zijn goed bespierde runderen bogen, zoals een eerste plaats op de paasveeten- toonstelling in Hapert enkele weken geleden en een prijs met een rood bonte stier op een tentoonstelling in Den Bosch, vorig jaar oktober. Ook de nationale vleesveekampioenschap pen afgelopen weekeinde in de Bra bantse hoofdstad leverde goede resul- Anders dan in andere jaren wordt in voorjaar 1988 wat betreft het optre den van besmetting met leverbot ver wacht dat voor het grazende vee een gevaarlijke situatie kan ontstaan. Vandaar dat de leverbotprognose- kommissie het noodzakelijk acht met een tussentijds advies te komen. Op bedrijven waar in de afgelopen herfst leverbot is gekonstateerd, moeten de schapen na het werpen te gen leverbot worden behandeld. Vervolgens moeten de schapen om de 6-8 weken worden behandeld met middelen die ook jonge leverbotsta- dia doden. Runderen die in 1987 zijn besmet met leverbot moeten voor het einde van de stalperiode tegen le verbot behandeld worden teneinde verdere besmetting van de weide te beperken. De noodzaak hiertoe zou uit mestonderzoek van meerdere leeftijdsgroepen kunnen blijken. Runderen die in hun eerste weidesei- zoen op leverbotgevaarlijke percelen komen te lopen, moeten na 6-8 we ken worden behandeld met jonge le- verbotstadia dodende middelen. Na tuurlijk verdient het de voorkeur - indien mogelijk - de dieren te weiden op leverbotongevaarlijke percelen. Behalve wanneer de maanden april en mei ekstreem droog zijn, is de kans op een afzettting van een nieu we infektie op het gras vanaf april mogelijk. Begin juni zal de werk groep leverbotprognose opnieuw met een advies komen. Terwijl het Nationaal Geitencentrum te Lelystad juist bezig is zijn deuren te sluiten omdat exploitatie niet haalbaar bleek, is er elders in Le lystad weer een geitenboerderij ge opend. Eric Maes, uit Etten-Leur is onlangs aan de Buizerdweg een klei ne biologische geitenboerderij en kaasmakerij begonnen. In Etten-Leur groeide de jonge boer uit zijn jasje, terwijl er geen moge lijkheden waren om zijn bedrijf uit te bouwen. Verhuizing naar Lelystad bood voor hem en zijn vrouw de mo gelijkheid een groter bedrijf te be ginnen. Vooralsnog woont de familie Maes in een houten noodgebouw, maar zodra de bouwvergunning door de gemeente afgegeven wordt zal met de bouw van een boerderij begonnen worden. Voordat het ech ter zover is zal eerst door het college van B en W te Lelystad het bestem mingsplan voor het gebied waar de nieuwe geitenboerderij gestart is, verandert moeten worden. De geiten van Eric Maes zijn ondergebracht in een stalen romney-loods, terwijl in het houten woongebouw een kaasmakerij gevestigd is. Eric maakt biologische geitenkazen, die in de speciale winkels verkocht worden. Juist voor deze duurdere soort gei tenkaas blijkt wel afzetmogelijkhe den te zijn waardoor zijn geitenbedrijf wel economisch haal baar blijkt te zijn, dit in tegenstelling tot het onlangs gesloten nationaal geitencentrum. Het jonge geitenbe drijf is nog in de opbouwfase, alles wordt door Eric zelf gemaakt. Hoe wel het nu nog op het erf een rom melige indruk maakt, zal de definitieve boerderij van de familie Maes de "schone lelie" gaan heten. Voor de ouders van de vele kinderen met koemelk-allergie is de komst van deze geitenboer een ware uitkomst. Na het sluiten van het Nationaal Geitencentrum was in de provincie Flevoland bijna geen geitenmelk meer voor hun kinderen te ver krijgen. Het jonge geitenbedrijf verkeert nog in een opbouwfase. Vrijdag 8 april 1988 taten op. De vereniging presenteerde zich voor het eerst als zodanig. De dertig aanwezige leden stelden zich met hun runderen allen in dezelfde hoek onder een groot bord op. Van Eijndhoven: "De meeste van onze leden zijn melkveehouders, die gedwongen door de melkquotering hun koers proberen te verleggen naar de vleesproduktie. We bouwen de zaak langzaam op, maar we hebben al de beschikking over goede stieren en stiermoeders. Maar we lopen nog zeker vijf jaar achter op België". Op dit moment telt de vereniging drie kategorieën: dieren van het omstre den dikbiltype, zwaar bespierde koei en en goed bespierde koeien. Veel dieren van uit de laatste kategorie kunnen met een goed fokbeleid ver der naar de vleeskant worden ont wikkeld. Eerste grote keuring op 9 april Intussen kijken de houders van rood bont vleesvee al uit naar.de eerste grote keuring op 9 april in manege De Rekkendonken in Liempde. Die keuring is alleen voor stieren die met drie keurmeesters te maken krijgen. Van Eijndhoven: "Die maken onaf hankelijk van elkaar een rapport. Op die manier weet je zeker dat er een korrekt oordeel tot stand komt. Bij de meeste keuringen is het zo dat één van de meesters het woord voert, en de twee anderen knikken alleen maar". Vervolgens worden de goedgekeurde stieren in het hulpstamboek inge schreven. Pas hun nakomelingen ko men in het uiteindelijke stamboek te recht. De dieren moeten aan strenge eisen voldoen: een goede roodbonte kleur, korrekt beenwerk, een goede verdeling van de bespiering met een goede lijn, een minimale hoogtemaat van 1.27 op 2-jarige leeftijd en 1.33 meter op drie jaar en oudere leeftijd. Bovendien worden alleen die dieren tot het stamboek toegelaten, waarvan de bloedgroep bekend is. Het bestuur van de roodbont vleesvee-vereniging telt zeven bestuursleden, die bewust over het hele land verspreid zitten, zij het dat de Brabanders in de meerderheid zijn. Alle veehouders zijn welkom, ook de hobbyfokker met slechts één of twee dieren. Het sekretariaat is: J. van de Braak, Dorpstraat 31 in Esch, telefoon 04110-1229. H. de Bot Selektie en fokbeleid: bij de selektie van melkkoeien is het belangrijk de dieren te rangschikken op INET VOOR MELKPRODUKTIE en hier bij de kenmerken voor eksterieur en gebruikseigenschappen te betrekken. Ga eens na van welke dieren kalveren worden aangehouden voor de melk- produktie. In veel gevallen kan er RUIMTE worden gegeven VOOR GEBR UIKSKR UISING MET EEN VLEESSTIER. Deze moet bewezen hebben WEINIG MOEILIJKE GE BOORTEN te vererven zoals Piemon tese. Een weloverwogen fokbeleid kan de omzet en aanwas verhogen en de rentabiliteit van uw bedrijf ten goede komen. Gebruik van cijfers in de veehouderij: door deelname aan grond- en gewas- onderzoek, melkkontrole, koppeling melkkontrole/veevoeding (KMV), stierenadviesprogramma (SAP) e.d. worden waardevolle gegevens verkre gen. De kosten voor deelname aan di verse programma's zijn zeer gering en leveren CIJFERS op die VAN BE LANG ZIJN VOOR HET DAGE LIJKS GEBRUIK BIJ DE BE DRIJFSVOERING. Bij het nemen van beslissingen zullen de verkregen gegeven bijdragen in het rendement van het bedrijf. Met het uit Amerika afkomstig moerasvoertuig waarover de ge broeders Verkooyen uit Lange- weg sinds' kort beschikken kan praktisch altijd drijfmest uitgere den worden, onafhankelijk van de bodemomstandigheden. Doordat de tank op een onderstel met vier wielen rust die elk enorm breed zijn (1.20 m. als de tank leeg is en 1.30 m. als de tank vol is), is de insporing ook onder natte omstandigheden bijzonder gering. Bovendien zijn de banden gemaakt van soepel kunststof en niet van rubber, waardoor de in sporing en ook de slijtage van de wielen so wie so minder is. vinden. Het chassis is slechts 80 cm breed, waardoor het moeras voertuig in zijn geheel 3.20 meter breed is. Voor het transport over de weg heeft Verkooyen een ont heffing. Voor langere afstanden wordt overigens gebruik gemaakt van een dieplader. Het moeras voertuig rijdt leeg naar het land met een losse tank van 40 mJ op een aanhangwagen. De losse (en lege) tank wordt op het land af gekoppeld en de aanhangwagen wordt voorzien van vier extra steunpoten, zodat er inklusief de vier wielen acht steunpunten zijn. Deze opslag- of overslag tank kan vervolgens gevuld worden Door de brede kunststof wielen -elk 1.20 m. breed- en de lage bandenspanning is de insporing zeer gering. Toen enige tijd geleden de drijf- mestkelders bij veel veehouders dreigden over te lopen, doordat er op de doorweekte bodem domweg niet uitgereden kon worden, hadden de gebroeders Verkooyen nog niet de beschik king over het moerasvoertuig, maar volgens hen zou het toen voor veel boeren een uitkomst kunnen zijn geweest. Normaal be draagt de wieldruk meer dan 1 kg/cm2, bij het moerasvoertuig is de druk van de wielen op de bo dem ongeveer Vi kg/cm2. Na het uitrijden van de mest kun je am per zien waar de sporen zich be- met drijfmest, terwijl het (knik- bestuurde) moerasvoertuig er tel kens zijn vrachten van elk 10 m3 uit kan zuigen om over het land te brengen. Volgens Verkooyen kan er met dit systeem veel eerder op het land gereden worden dan met gangbare systemen om drijf mest uit te rijden. Met dit systeem is hij dan ook eerder wel kom bij een boer, omdat er nau welijks insporing of struktuurbe- derf optreedt. Gebr. Verkooyen zijn momenteel de eersten in ons land die over een dergelijk vierwielig type moe rasvoertuig beschikken, maar "er komen er wel meer van in Nederland". Voor een goede opbrengst en kwali teit van snijmais is vroeg zaaien be langrijk. Als de weersomstandighe den voor het klaarmaken van het land goed zijn kan er van 20 APRIL - BEGIN MEI SNIJMAIS GE ZAAID WORDEN. Later zaaien geeft een latere bloei en afrij ping als mede kans op een lang en slap ge was. Bij lager drogestofgehalte zul len bij het inkuilen meer verliezen optreden. Afhankelijk van ras en zaaitijd zal het PLANT AANTAL moeten worden aangepast. Voor een goede zaaibedbereiding is PLOEGEN MET VORENPAK KERS op lichte grond zinvol. Op slempgevoelige grond kan na het ploegen eerste grondbewerking wor den uitgevoerd met een VOREN PAKKER VÓÓROP DE TREK KER. Hierbij wordt de grond vooral tussen de wielen goed aangedrukt eer de trekker passeert. Deze metho de kan ook worden toegepast op los- gelegen grond, die vroeg geploegd is. Het minder goed gebruik van gras land, alsmede de voederwinning en veevoeding kunnen op het veehou derijbedrijf vaak oorzaak zijn van hoge voederkosten. Door DEEL NAME AAN DELAR kunnen de opbrengsten en voerkosten worden geanalyseerd. Door samen met de bedrijfsvoorlichter de bedrijfsvoe ring aan een kritische blik te onder werpen, kan er gericht worden ge werkt aan de verbetering van het be drijfsresultaat. Uitstoot van koeien: de vraag of lan ger aanhouden van uitstoot koeien verantwoord is hangt af van de kwali teit en gewicht van het dier en ruw- voerpositie op het bedrijf. Zorg dat de dieren door een betere voeding een GOED AFLEVERINGSGEWICHT, ALSMEDE GOEDE KWALITEIT hebben. De dieren laten takseren door een vakbekwame handelaar kan de kwaliteituitbetaling ten goede komen. Als grasland wordt gescheurd voor de teelt van snijmais, dan is het ge wenst om de pH van de grond op het juiste nivo te brengen. De eventuele BEKALKING kan het. beste VOOR HET FREZEN van het gras of NA HET PLOEGEN van de grond worden toegepast. Vooral voor een goede beginontwikkeling is het bovenin aanwezig zijn van een goede kalktoestand voor snijmais belangrijk. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 11