Hoofdbestuur ZLM schort oordeel
privatisering voorlichting op
versterkt
op wereldmarkt
Nieuwe lactose-fabriek
positie DMV Campina
Ruilverkaveling Kapelle-Wemeldinge afgesloten
PPC hecht aan kompensatie
natuurwaarden Sluis-Oostburg
Geen drainageverbod voor boeren rondGroote Peel
TOTALE INVESTERING 41 MILJOEN
Verhoging ruw eiwitgehalte in
groenvoeder pakt slecht uit
Pas op voor ondeugdelijke kachels
bij opwarmen aardappelen
MEN MIST DUIDELIJK BEELD FINANCIËLE GEVOLGEN
DMV Campina opende op 29 maart officieel haar nieuwe lactose-
fabriek aan de NCB-laan 80 te Veghel. De openingshandeling werd
verricht door mr. A. van Agt, hoofd van de EG-delegatie in Japan.
De bouw van de fabriek is begonnen in september 1985. In oktober
1987 startte DMV Campina de produktie. In de nieuwe fabriek is
voor ruim 35 miljoen gulden geïnvesteerd.
De Melkindustrie Veghel, de divisie
Industriële Produkten van DMV
Campina, heeft de fabriek gebouwd
om haar leidende positie op de phar-
maceutische lactose-wereldmarkt
nog sterker te maken. DMV Campi
na is de enige onderneming ter we
reld die zich volledig heeft gespecia
liseerd in de produktie van alle typen
lactose die de pharmaceutische in
dustrie gebruikt.
Leidende marktpositie
Op de pharmaceutische lactose-
markt heeft DMV Campina momen
teel een aandeel van bijna 40%. In
Japan, het land met de scherpste
pharmaceutische kwaliteitseisen,
heeft DMV Campina eveneens een
leidende marktpositie. De fabriek in
Veghel is de enige ter wereld die in
deze omvang de hoge kwaliteit kan
leveren die de internationale phar
maceutische industrie vraagt.
Wereldwijd wordt circa 330.000 ton
lactose geproduceerd. Daarvan
komt 120.000 ton uit Nederland.
Van genoemde 330.000 ton is slechts
70.000 ton bestemd voor de pharma
ceutische industrie en daarvan wordt
in Nederland circa tweederde gepro
duceerd.
DMV Campina maakt ongeveer 600
ton pharmaceutische lactose per
week, ofwel ruim 30.000 ton per
jaar. Deze wordt onder de produkt-
naam Pharmatose op de markt ge
bracht. DMV Campina heeft haar
fabriek niet gebouwd om direkt gro
tere kwantiteiten pharmaceutische
lactose te kunnen leveren.
De nieuwe DMV-fabriek is namelijk
vooral ontwikkeld om een nog hoger
kwaliteitsprodukt te kunnen leveren.
De kwaliteitseisen die DMV Campi
na stelt aan haar pharmatose zijn
zelfs scherper gesteld dan de leiden
de Japanse, Amerikaanse en Euro
pese Pharmacopae als voorwaarde
stellen.
Sleutelingrediënt
Pharmatose is een produktserie die
door indampen, kristalliseren, raffi
neren, malen, sileren en/of zeven
wordt geproduceerd uit wei, die
resteert na de kaasproduktie. Phar
maceutische lactose is één van de
voornaamste 'draagstoffen' in de
pharmaceutische industrie. Dat wil
zeggen, deze produkten zijn een
sleutelingrediënt bij het tabletteren
en kapsuleren van medicijnen.
Eigen know how
Het unieke aan de fabriek is dat geen
mensenhand te pas komt aan de pro
duktie, monstername, kontrole en
schoonmaak van het produktiepro-
ces. Het bedrijf is volledig kompu-
tergestuurd. Het hart van het nieuwe
bedrijf is de kontrolekamer van
waaruit het gehele produktieproces
tot en met het verpakken wordt
gestuurd.
De Provinciale Planologische Com
missie vindt het ontwerp-
ruilverkavelingsplan Sluis-Oostburg
een belangrijk verbeteringsplan voor
de landbouw, het plaó als zodanig
kenmerkt zij als evenwichtig. Aan de
in het ontwerp-Streekplan gestelde
uitgangspunten wordt in voldoende
mate voldaan. In haar advies aan GS
stelt de PPC dat wat betreft de na
tuur door onder andere intensiever
gebruik van de grond een zekere ni
vellering van de soortensamenstelling
van de planten en dieren verwacht
mag worden. In het kader hiervan
hecht de PPC grote waarde aan de in
het plan genoemde overhoeken ten
behoeve van het biotoop van onder
meer de boomkikker en ter gedeelte
lijke kompensatie van verloren gega-
ne natuurwaarden. De PPC acht het
wenselijk dat bij de toedeling een
grote prioriteit wordt toegekend aan
de realisatie van deze kompensaties.
Op 1 maart 1988 heeft de slotbijeenkomst van de landinrichtings
kommissie voor de ruilverkaveling Kapelle-Wemeldinge plaatsgevon
den. Het laatste procedure-onderdeel van de ruilverkaveling, name
lijk de lijst der geldelijke regelingen, is als gevolg van de sluiting van
deze lijst op 30 december 1987 door de arrondissementsrechtbank
voltooid. Bij de tervisielegging van bedoelde lijst heeft iedere grond
eigenaar een voorlopige kostenopstelling ontvangen.
Het eindresultaat van de bezwarenbehandeling en de vaststelling van
het definitieve bedrag van de kosten voor de gezamenlijke eigenaren
is dat de voorlopige kostenopstelling kan worden gehandhaafd. Het
sluitend maken van het geheel levert hooguit geringe afrondingsver
schillen op in rentebedragen achter de komma.
Vanaf 1 januari 1988 wordt nu door
de Minister van Financiën geduren
de 30 jaar 5% rente geheven over het
verschuldigde bedrag. Deze rente
rust op de kadastrale percelen van
een eigenaar en wordt bij splitsing
van percelen evenredig naar opper
vlakte verdeeld. Vóór 1 juli van elk
jaar kan de rente over de restant ja
ren worden afgekocht. Verzoeken
daartoe dienen te worden gericht
aan de Inspekteur van registratie en
suksèssie, Postbus 90152, 4800 RD
Breda. Door de Algemene Vergade
ring van het Waterschap Noord- en
Zuid-Beveland is besloten tot een ge-
schotsreduktie voor het ruilverkave-
lingsgebied. Het Waterschap kan de
ze reduktie nu eveneens in 1988 ver
werken.
Het aksent van de ruim 3500 ha gro
te verkaveling heeft gelegen op het
konsentreren van boomgaarden, de
vergroting van de fruit- en akker
bouwbedrijven, de uitruil van gron
den ten behoeve van natuur en land
schap en de verbetering van de ont
sluiting en de waterbeheersing.
De fruitteeltbedrijven konden wor
den vergroot tot circa 10 ha. De
akkerbouw- en gemengde bedrijven
tot respektievelijk 35 ha en 30 ha. De
gemiddelde kavelgrootte in het ge
bied is van 2 ha opgetrokken tot
5 ha. Bij Kapelle en Wemeldinge zijn
bossen aangelegd met een gezamen
lijke oppervlakte van 40 ha. Door
het toewijzen van 125 ha natuurge
bied aan het staatsbosbeheer kan het
natuurgebied de Kapelse Moer defi
nitief bewaard blijven.
Ter verbetering van de ontsluiting is
circa 50 km weg aangelegd c.q. ver
beterd. Voor circa 14 miljoen gulden
is het waterlopenstelsel geheel ver
nieuwd en vindt de bemaling gekon-
sentreerd plaats op de Oosterschelde
via een nieuw gesticht gemaal. Veel
aandacht is gegeven aan de integra
tie van de met de Deltawet verband
houdende werken in het ruilverkave
lingsplan. In totaal hebben de in
vesteringen in het landinrich-
tingsprojekt circa 41 miljoen gulden
bedragen.
Aan de ZLM-manifestatie op de
'Neeltje Jans' >an 23 l/m 25 juni
kunt u nog als standhouder deel
nemen. Voor inlichtingen, tel.
01100 - 21010.
Minister Braks wil de boeren rond
het Brabantse1 natuurreservaat de
Groote Peel geen drainageverbod
opleggen. De minister denkt de pro
blemen met het lage grondwaterpeil
in het natuurgebied vooral met
technische maatregelen en op basis
van vrijwilligheid op te lossen.
De minister zei terughoudend te wil
len zijn met het gebruik van de na
tuurbeschermingswet, hij wil deze
niet van toepassing verklaren op een
zone van twee km rond de Groote
Peel (waardoor verdergaande drai
nage tegengegaan zou worden).
Braks legde er de nadruk op dat de
meeste landbouwgronden in de om
geving van de Groote Peel al gedrai
neerd zijn en zei bovendien te ver
wachten dat drainage niet meer sterk
zal toenemen. Ook gelooft hij niet
dat schade door drainage in indivi
duele gevallen aantoonbaar zal zijn.
Braks deed een beroep op de boeren
in de omgeving van het natuurreser
vaat met de milieubelangen rekening
te houden.
Volgens de minister - en met hem de
Tweede Kamerfrakties van VVD en
CDA - zijn de uit te voeren techni
sche maatregelen effektiever dan de
toepassing van de natuurbescher
mingswet. Het gaat hierbij onder an
dere om de aanleg van een waterbas
sin voor de opslag van overtollig re
genwater in de winter. Deze maatre
gelen kosten ƒ2 a ƒ2,5 miljoen en
zijn binnen drie jaar te realiseren.
De Europese Commissie wil de
eisen voor ondersteuning van de
groenvoederdrogerijen aanscher
pen. Zo is de Commissie van plan
om het percentage ruw eiwit voor
alle kunstmatig gedroogde pro
dukten te verhogen van 14 naar
15%. Met name voor het Noor
den van ons land maar ook voor
West-Duitsland, Engeland en De
nemarken zou dit een slechte
zaak zijn. Hier wordt veel gras
gedroogd en voor de grasdrogerij
ligt 15% net te hoog. Gras gaat
na het maaien nl. snel in eiwitge
halte achteruit. De sekretaris van
de Vereniging van Groenvoeder
drogerijen de heer L.A.M. Elen-
baas heeft zich begin maart in het
ambtelijk overleg dan ook een te
genstander getoond van het ver
hogen van het ruw eiwit
percentage. Elenbaas hoopt dat
het ruw eiwit percentage op 14%
kan blijven en anders stelt hij
voor een onderscheid te gaan ma
ken tussen gras en lucerne. In
Brussel wordt voor de komende
campagne weinig verandering
verwacht vergeleken met vorig
jaar. De sektor die gezond is en
(nog) geen overschotten kent, ver
wacht dat de hoeveelheid kunst
matig gedroogd produkt in de
EG iets zal toenemen ten koste
van het zongedroogd produkt. In
ons land wordt jaarlijks 110.000
ton gras gedroogd en 48.000 ton
lucerne.
Olie of petroleum die via het ven
tilatiekanaal in de in bewaring
zijnde aardappelen wordt gebla
zen heeft bij de aardappelverwer-
kende industrie dit voorjaar tot
vertraging in de produktie geleid
en tot een flinke Financiële scha
depost bij enkele leveranciers. En
kele met olie besmette partijen
moesten zelfs worden vernietigd.
Dit jaar zijn vanuit 5 verschillen
de aanleverpunten van zowel han
del als telers door McCain partij
en aardappelen onderschept
waarvan een deel met olie veron
treinigd. Hoewel het hier om inci
dentele gevallen gaat is het
dienstig de telers erop te wijzen
dat de kachels goed moeten wor
den nagekeken voordat ze worden
ingezet bij het opwarmen van de
aardappelen. De besmetting is nl.
bij twee telers opgetreden door
een branderstoring en in één geval
stond de kachel boven op de
aardappelen en is een leiding gaan
lekken. Verder is het voor de te
lers van belang dat zij een goede
produktaansprakelij kheidsverze-
kering afsluiten, moet men niet te
zuinig zijn op het onderhoud van
de kachels en het is aan te raden
om de kachels schuin voor de
ventilator te plaatsen en nooit óp
de partij.
Het hoofdbestuur van de ZLM kan zich vinden in de concept stand
punten zoals het KNLC die inneemt ten aanzien van de privatisering
van de landbouwvoorlichting. In deze KNLC-nota wordt geconsta
teerd dat er nog steeds geen duidelijk beeld is van de financiële gevol
gen van de privatisering van de voorlichting. Daarom wordt thans nog
geen definitief standpunt over deze zaak ingenomen. Besloten werd
met een definitief oordeel te wachten tot de eindrapportage er is.
In de nota wordt gesteld dat gezien
de bestuurlijke betrokkenheid van
de landbouworganisaties bij zowel de
geprivatiseerde voorlichting als bij de
SEV, accountantsbureaus, scholen
en proefstations er meer gestructu
reerd bestuurd moet worden dan
thans het geval is. Er moet ook ge
zocht worden naar vormen van sa
menwerking met de coöperaties en zo
mogelijk met particuliere handel en
industrie. Daarbij zal er vanuit
groepskantoren moeten worden ge
werkt. Het KNLC kan instemmen
met een beperkt aantal regio's.
Gestreefd moet worden naar een zo
danige vestiging van groepskantoren
en indeling van werkgebieden dat
binnen de regio's aangesloten wordt
bij de provinciale grenzen of land
bouwgebieden. Het KNLC geeft de
voorkeur aan een klein landelijk
bestuur dat aangewezen wordt door
de landbouworganisaties en de over
heid. In het algemeen moet het ac
cent daarbij liggen bij de landbouw
organisaties. Het KNLC is niet bereid
de bestaande rijkslandbouwvoorlich-
tingsdienst in geprivatiseerde vorm in
z'n geheel over te nemen. De voor
keur gaat uit naar een nieuwe effi
ciënte dienst die door een spoedig te
vormen bestuur en een te benoemen
directeur moet worden opgebouwd.
De overheid zal voor de Financiering
van deze nieuwe dienst een bijdrage
moeten geven die afgeleid is vanuit de
berekende kosten van de tegenwoor
dige voorlichtingsdienst plus een bij
drage om de automatiseringsach
terstand in te halen. Voor de bestaan
de dienst zal er een door de overheid
gefinancierd sociaal plan moeten ko
men. Een deel van het personeel zal
bij de nieuwe dienst geplaatst kunnen
worden. Omdat de nieuwe dienst van
de landbouworganisaties is kan geen
sprake zijn van trendvolgerschap.
Alleen als de landbouworganisaties
een kleinere en kwalitatief goede
nieuwe dienst op kunnen bouwen, is
er bereidheid om op korte termijn
een voorlopig bestuur en een direc
teur te benoemen. In de nota wordt
tenslotte geconstateerd dat er bij het
KNLC en bij boeren en tuinders meer
en meer bezwaren tegen de privatise
ring zijn.
Vrijdag 1 april 1988