VOO I? m: VROIIW Laat wat van je eens horen" Kommunikatie WIE - WAT - WAAR- EN HOE Wie schrijft er nog wel eens een brief? Lied: Op weg naar Emmaüs De voet-reflexzonetherapeut en kommunikatie Etiquette Beeldscherm We kunnen met velen kontakten onderhouden en daarvoor zijn dan weer verschillende mogelijkheden. Je kunt gewoon naar iemand toegaan en er een gesprek mee voeren, je kunt opbellen, schrijven of zomaar "even-lgngs-komen'l Lezen geeft ook een vorm van kommunikatie met de schrijver of met de hoofdpersoon in het verhaal, ook het lezen van een gedicht kan kommunikatie tot gevolg hebben, soms met een herkenbare situatie maar ook wel met iets ongrijpbaars. De schrijfsters op deze pagina deden de eerste stap en wensen V allen een Vrolijk Paasfeest. onder redaktiq van de Redaktiekommis- sie Bond van Plattelandsvrouwen voor Zeeland en Brabant Redaktieadres: Mevr. P. J. de Rooy-Janse M.A. Bpstbus 42, 4424 ZG Wemeldinge. De telefoon is een bij uitstek handig kommunikatiemiddel, er is bijna geen huis waar er niet een te vinden is. De telefoon neemt een niet weg te denken plaats in ons dagelijks leven in sinds het eind van 1800. De geschiedenis van de telefoon be gint in 1854 bij de Franse telegraaf- beambte Charles Boursoul of in 1876 bij de Amerikaan Alexander Graham Bell, die oktrooi aanvraagt op zijn "Improvement in Telegrap hy". Nu spreekt Bell mij het meest aan, gezien zijn naam. De telefoon is prettig om de relatie met familie, vrienden en kennissen te onderhouden. Tevens kun je zake lijke gesprekken thuis voeren, infor matie vragen, b.v. het weerbericht als je wilt gaan zaaien of maaien of eens een dagje uit. Wat denkt U van de telefooncirkel voor bejaarden, geweldig toch, de moppenlijn, de re- ceptenlijn, als je niet weet wat te eten. Is er eigenlijk een etiquette voor het gebruiken van de telefoon? Ja, zult U zeggen, als je opneemt je naam noemen, en ook als je belt en je blijkt verkeerd gedraaid te hebben, gooi dan niet de haak er zonder meer op. Misbruik je telefoon niet voor allerlei flauwe grappen. Kijk eens op de klok voor U gaat bellen of U re delijkerwijs nog bellen kunt op dit uur van de dag. Belt U onder etenstijd, niet erg, maar vraag even of het schikt. Zit men aan tafel, vraagt U dan wanneer U terug kunt bellen. Veel mensen durven zelf niet te zeggen dat het eten koud staat te worden, om niet onbeleefd of onaar dig over te komen. Allemaal goed en wel, maar zelf heb ik een liefde-haat verhouding met dat ding en weet U waarom? Er is niemand of niets wat mij zo kan diri geren als de telefoon. Stel er wordt gebeld als je op zolder of in de keu ken bezig bent. Normaal zou je zeg gen, laat gaan, het komt me niet uit. Nee hoor, je rent met natte, kleveri ge handen of nog gekker met een mond vol naar dat ding toe. 's Zo mers heerlijk in de tuin bezig, vlieg je zo met vuile voeten door het huis, bang om er te laat bij te zijn. Om nog maar niet te spreken van een verjaardag in het weekend. (Dan kun je immers lekker goedkoop bel len). Nou bij ons komt het dan voor, dat het feestvarken in de cel (zo noe men wij dat hokje) zit en aangezien dat bij de voordeur is, de visite in en uit ziet scharrelen achter zijn of haar rug om. Wel met een schouderklopje of hand opsteken weliswaar, maar degene die belt gaat toch voor. Weet U, mijn slechte eigenschappen komen naar boven door dat ding. Liegen daar heb ik een gruwelijke hekel aan, maar dat ellendige ding noopt mij er soms toe om glashard te liegen. Wat denk je, als je 's morgens vroeg uit bed gebeld wordt, en men vraagt: "Ik bel je toch niet uit je bed?" Nou, dan zeg ik natuurlijk "nee hoor". Dan nog de schuldgevoelens als je de telefoon laat rinkelen die raak je de hele dag niet meer kwijt. We zijn al zo lang op weg weg van de stad van onze hoop naar een dorp waar het beter moet zijn Geloofden we niet dat we de angst konden overwinnen de angst van de oude tariefsar beidster om ziek verklaard te worden de angst van het Turkse meisje om uitgewezen te worden de angst van de opgejaagde zieke om opgenomen te worden voor altijd. We zijn al zó lang op weg dezelfde verkeerde kant op weg van de stad van onze hoop naar het dorp waar water moet zijn. Dachten we niet dat we vrij waren en bevrijden konden al die stakkers het arbeiderskind dat blijft zitten en straf krijgt de jongen op zijn brommer veroordeeld tot het verkeerde werk een leven lang de man die doof en stom is in het verkeerde land op het verkeerde moment stom gemaakt door het werk 26 voor brood alleen een leven lang. Wij waren al zo lang op weg dezelfde de verkeerde kant op weg van de stad van onze hoop die daar begraven ligt. Toen ontmoetten we iemand die zijn brood met ons deelde die het nieuwe water toonde hier in de stad van onze hoop ik ben het water jij bent het water hij is het water zij is het water. Toen keerden wij om en gingen naar de stad van de begraven hoop op naar Jeruzalem. Die met het water gaat mee die met het brood gaat mee wij zullen het water vinden wij zullen het water zijn. Ik ben het water des levens jij bent het water des levens wij zijn het water des levens gij zijt het water des levens wij zullen het water vinden wij zullen het water zijn. Dorothée Sölle uit: "De langste adem" Nu spreekt men al over een telefoon, waarbij je de ander op het scherm kunt zien. Werkelijk ik moet er niet aan denken tot wat voor vreemde si tuaties dat kan gaan leiden. Van mi} hoeft het niet. Stel, je belt voor een sollicitatie en aan de andere kant zit degene, die over jou beslissen moet je te observeren. Ik zou me als een vogeltje voelen waarnaar de kat zit te loeren, klaar om toe te happen. Dan nog een ware gebeurtenis, die ik U niet wil onthouden. Vrienden van ons hebben twee kleinkinderen van ongeveer vijf en zes jaar. U begrijpt de trots van opa en oma toen die twee zelf konden bellen. Ze belden veelvuldig, maar wel op zondagmor gen voor dag en dauw als hun ouders nog sliepen. U begrijpt dat opa en oma daar op den duur toch niet zo'n waardering voor op konden brengen. Zouden de uitvinders Boursoul of Bell wel eens stil hebben gestaan bij de verstrekkende gevolgen die hun uitvinding heeft gehad? Waarschijn lijk niet in hun uiterste konsekwen- ties, net zoals wij nu niet kunnen voorzien hoe een vinding van nu zich over pak weg honderd jaar heeft ontwikkeld. Misschien dat de eerste ruimtevlucht van Joeri Gagarin wel de aanzet is geweest tot 'normaal' interstellair ruimteverkeer aan het eind van de 21e eeuw. A.J.J. de Jonge-van Geest Met mijn verjaardag krijg ik nog maar een paar kaarten en soms een brief. Die kaarten en brief zijn geschreven door mijn oude tantes. Zij wensen mij, met een prachtig handschrift, nog vele ja ren. Denkt er dan niemand aan mijn verjaardag? Natuurlijk wel, alleen word ik door de anderen opgebeld. Wie schrijft er heden aan de dag nog. Telefoneren of er naar toe gaan. is immers veel gemakkelijker. Toch is een brief krijgen wat aparts. Niet zolang geleden was brieven schrijven het kommuni katiemiddel. Ook voor geliefden was dit vaak het enige kontakt als men ver van elkaar weg woonde. Toen was "ver weg" al heel gauw iets wat niet aan te lo pen was. Een familielid van mij heeft ja ren in Indonesië gewoond. Het enige middel van kontakt was over en weer brieven schrijven. Ze vertelde mij "Ik leefde van brief tot brief. De band met mijn familie is veel hechter geworden door het schrijven van brieven. De afstand in dubbele betekenis viel weg". Van de tien jaar die zij in Indië woonde heeft ze twee volle vuilniszakken brieven over gehouden. Die brieven geven een totaal beeld van een voor de oor log levende familie. Vaak werden - en worden nu nog - deze brieven door haar gelezen, het was een goede herinnering. Dit was niet mogelijk geweest als er alleen maar getelefoneerd was. De taal die in brieven gebruikt wordt is wel zo verschillend aan die we spreken. Kijk o.a. eens naar za kenbrieven. Maar ook de vroege re liefdesbrieven spraken een an dere taal. Mijn grootvader schreef in de mobilisatie van 1914-1918 in de "U" vorm aan mijn grootmoe der en hij ondertekende, met Uw liefhebbende echtgenoot. Ik zou het raar vinden zo door mijn man te worden aangeschreven. Maar zij vond het toch zulke lie ve brieven, vertelde ze aan mij. Via die, voor mij formele brie ven, kon ze precies lezen of het wel of niet goed met hem ging. Voorname bezigheid Nog wat verder in de tijd terug was brieven schrijven een voor name bezigheid. Als je kon lezen en schrijven, betekende dat dat je scholing had gehad. En dat is iets wat pas de laatste 90 jaar voor iedereen is weggelegd. Een brief schrijven kon troost geven, maar was ook goed voor je eigen ont wikkeling. Een goed voorbeeld is het boek "Een vreemdeling in Den Haag" van Hella Haasse. Dit boek bevat voornamelijk korrespondentie van de intelli gente koningin. Sophie. Zij on derhield een levendige briefwisse ling met veel familie en geleerden in Europa. Zodoende krijgen we een beeld van de politieke en we tenschappelijke wereld in die tijd. Ook het dagelijkse leven in Den Haag wordt prachtig be schreven. Er worden nu niet meer zulke brieven geschreven. (Zijn alle he dendaagse skripties soms een ver vanger voor de wetenschappelij ke brieven van vroeger?) Brieven schrijven raakt door de moderne kommunikatiemiddelen steeds meer in ongebruik. Dat is jammer, er gaat daardoor - ook van het alledaagse leven - veel verloren, omdat het niet meer wordt opgeschreven. Brieven schrijven is moeilijk, zeker het begin maken. Het kost ook veel tijd en die menen we jammer ge noeg steeds minder te hebben. Toos in 't Veld-Blonk Communiceren betekent samen pra ten, samen deelnemen aan een ge sprek. In het woord kommunikatie zitten de woorden U en ik, U en ik in een dialoog. U zult zich misschien afvragen waarom zo'n accent op het woord kommunikatie? Een thera peut masseert toch immers alleen de voeten? De therapeut communiceert met al haar zintuigen, met andere woorden: - zij betast, voelt en masseert de voeten van de kliënt; - zij ziet de kleur, de stand en de vorm van de voet en zij ziet en voelt hoe de kliënt reageert op pijnlijke plekken; - zij hoort hoe en waarover de kliënt praat t.a.v. zijn/haar problemen; - zij ruikt de geuren van het lichaam tijdens het masseren. Daarnaast zit de therapeut in een helpende relatie ten opzichte van de Voeten moeten een leven lang mee. Het is goed daar eens bij stil te staan. kliënt. De kliënt moet de therapeut zien als een persoon, die: - betrouwbaar is, echtheid uit straalt; - een positieve instelling heeft; - zich kan inleven in de problema tiek van de ander; - geen be- en veroordeling geeft over zijn/haar manier van leven. De omgeving waar behandeld wordt is van groot belang. De behandel ruimte moet zó zijn ingericht, dat de kliënt zich prettig, rustig en op zijn/haar gemak voelt. Verder dient er een goede stoel/tafel aanwezig te zijn, waarop de kliënt zich goed kan ontspannen. De voetreflexzonethera- peut is pas optimaal bezig als zij com municeert met al haar zintuigen en als persoon betrokken is bij het wel zijn/welbevinden van de kliënt. M.J. Roza Vrijdag 1 april 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 26