"Amerikaans sperma Holsteiners
oorzaak melkerskoorts rundvee"
KNLC-kommissie Veehouderij bespreekt
overgang naar B-systeem superheffing
'Twee lagen'
Gezondheidsdienst telt 30 ziektegevallen in Brabant
Botulisme
Hogere melkproduktie
Aandeel kaas in zuivelexport groeit naar 40%
korte wenken
veehouderij
Volgefis de Gezondheidsdienst in Boxtel is Amerikaans sperma van
Holsteiners de oorzaak van de ziekte bij rundvee die bij de mens mel
kerskoorts kan veroorzaken en die inmiddels in het hele land om zich
heen heeft gegrepen. Hoewel de ziekte het meest is waargenomen bij
zwartbont vee, zijn ook in Noord-Brabant tientallen besmettingsge-
vallen met de bakterie Leptospirose hardjo waargenomen. Onlangs
zijn ook twee besmette stieren bij K.I. Zuid-Nederland afgekeurd.
Dit zei drs. C. Damen, hoofd van de
afdeling Runderen van de G.H.D. in
Boxtel tijdens een studiedag voor
veehouders in Veldhoven. Melkers
koorts is een ziekte die in 1980 voor
het eerst in Nederland is aange
toond, maar zich sindsdien fors
heeft uitgebreid. In de Verenigde
Staten is melkerskoorts zelfs een
wijd verspreide ziekte. Volgens Da-
men worden besmette stieren direkt
uit de roulatie genomen, maar vaak
is bet dan al te laat. Er zitten op dit
moment al veel te veel besmette die
ren in het handelsverkeer, waardoor
de ziekte zich nog verder zal uit
breiden.
Daar komt bij dat een infektie met
Leptospirose hardjo in sperma
moeilijk aan te tonen is. De Gezond
heidsdienst in Boxel is er zelfs lange
tijd van uitgegaan, dat de bakterie
door het invriezen van sperma zou
afsterven. Dat blijkt niet het geval te
zijn. De beste manier om achter de
besmetting te komen is een bloedon
derzoek, al is ook dat niet water
dicht: je hebt, zo zegt Damen, nooit
de garantie dat er geen bakteriën in
de nieren achterblijven.
Melkerskoorts is ook voor mensen
niet ongevaarlijk. Op een aantal be
drijven (Damen kon niet aangeven
hoeveel) zijn boeren via hun dieren
besmet geraakt. Met antibioticum
zijn de ziekteverschijnselen - griep,
hoofdpijn, hoge temperatuur en
misselijkheid - overigens goed te be
handelen. Voor een huisarts is de
ziekte echter moeilijk te herkennen.
De ziekte kan vooral via urine en
rauwe, ongekoelde melk op de mens
worden overgebracht. De Gezond
heidsdienst adviseert om niet binnen
een half uur na het melken van de
melk te proeven en het hoofd af te
wenden als een koe urineert.
Rondspetterende urine die in mond,
ogen of wondjes terecht komt, kan
de besmetting al veroorzaken.
Een met de bakterie Leoptispirose
hardjo besmet rund mankeert op het
eerste gezicht niets, maar kan van de
ene op de andere dag stoppen met de
melkproduktie. Na enkele dagen
komt het dier vaak weer terug op
zijn oude niveau. Ernstiger is de mo
gelijkheid van een vroegtijdige ver
werping van de vrucht bij kort
drachtige koeien, als de bakterie de
baarmoeder binnen is gedrongen.
Met name in het noorden van het
land zijn op deze wijze veel dieren
besmet geraakt.
Het besmettingspercentage ligt daar
veel hoger, omdat bij zwartbont vee
al veel langer met Holsteiners wordt
gekruist. In Noord-Brabant heeft de
Boxtelse Gezondheidsdienst bij be-
drijfsonderzoeken in 1985 en 1986 in
totaal dertig besmette bedrijven ont
dekt. In 1986 werd de ziekte twaalf
keer ontdekt, vorig jaar achttien
keer. In totaal werden in beide jaren
300 rundveebedrijven onderzocht,
zodat er een indikatie is dat de ziekte
in het zuiden al op één van de tien
bedrijven voorkomt.
In Zeeland is overigens nog geen ge
richt onderzoek naar het voorkomen
van melkerskoorts gedaan, zodat er
ook nog geen indikatie kan worden
gegeven hoe vaak het voorkomt.
Eén geval van melkerskoorts in Zee
land is de Gezondheidsdienst voor
Dieren in Gouda echter al bekend.
Het onlangs gekonstateerde geval
van botulisme in een rundveestapel
in het Brabantse Moergestel heeft
nogal de aandacht getrokken. Vol
gens de heer Damen, die tijdens de
studiedag uitvoerig op deze zaak in
ging, bestaat er geen enkele twijfel
meer over de oorzaak van de
besmetting met deze van watervogels
bekende ziekte: het gebruiken van
kuikenmest als bodemvulling voor
ligboxenstallen.
De koeien vreten van deze zeer droge
en nog niet geheel verteerde mest,
waarin vaak ook slachtkuikenkada-
vers zitten. En zoals van dode een
den bekend is, kan de giftige stof bo-
tuline zich in dit soort kadavers snel
vermeerderen.
Damen hierover: "Het merkwaardi
ge van deze zaak is, dat boeren zeker
al 15 jaar kuikenmest als vulling
voor hun ligboxen gebruiken, zon
der dat er ooit één geval van botu
lisme is waargenomen. Het is een
raadsel waarom deze ziekte nu
opeens op twee plaatsen is ge-
konstateerd".
Besmetting met botulisme is voor
dieren meestal fataal. De ziekte uit
zich in slappe benen, verlammings
verschijnselen, slikproblemen en
flankenslag, gevolgd door de dood.
Er kan preventief tegen worden ge
vaccineerd, maar het is veiliger om
geen kippemest meer in de ligboxen
te gebruiken. Melk en vleesproduk-
ten van besmette dieren zijn overi
gens niet schadelijk voor de mens.
Opmerkelijk wijd verbreid is de
besmetting van runderen met het be
kende BVD-virus (Bovine Virus Di
arree). Volgens becijferingen van de
gezondheidsdiensten kampt niet
minder dan 60 procent van de Ne
derlandse rundveebedrijven met de
ze ziekte. Een positieve koe kan de
besmetting op een kalf overdragen,
dat snel zijn weerstandsvermogen
ziet verminderen en doodgaat. Ook
blindgeboren kalveren en dieren met
hersenafwijkingen komen voor. De
virusdragers dienen zo snel mogelijk
te worden opgeruimd. Een goed in
entingsprogramma kan ertoe bijdra
gen om deze ziekte terug te dringen.
Op de studiedag in Veldhoven (geor
ganiseerd door de L.O.S., Vereni
ging van Bedrijfsadviseurs in de
Veehouderij) gaf ing. J. Mies, speci
alist Voedervoorziening konsulent-
schap Brabant-Zeeland, enkele ad
viezen om tot een hogere melkpro
duktie te komen op zowel intensieve
als extensieve veehouderijen.
Voor de eerste kategorie adviseert
hij om de stikstofgift op te voeren
tot 400 kg zuivere stikstof per hekta-
re en krachtvoer op de norm te voe
ren. Vetverhoging kan hier interes
sant zijn.
Voor extensieve bedrijven is volgens
Mies de beste marsroute: - fokken
van kruislingvaarzen (met een
vleestype als b.v. Piemontese); -
stikstofgift verminderen;
veldbonen verbouwen op kontrakt-
basis; - korrelmais CCM of voeder
bieten verbouwen en voeren; - geen
vetverhoging.
H. de Bot
Wavin, een Nederlandse fabrikant van folieprodukten, brengt een kuilfolie
op de markt dat aantrekkelijk geprijsd is en een hoge IJV-stabiliteit kombi-
neert met een grote sterkte. Dat komt doordat de folie is opgebouwd uit twee
lagen, die elk een eigen funktie hebben. De ene laag zorgt voor een optimale
bescherming tegen zonlicht, de andere voor de sterkte en een luchtdichte af
sluiting van de kuil. De lagen zijn samengesmolten en vormen een ijzersterke
kombinatie.
Dinsdag 15 maart kwam de KNLC-
kommissie Veehouderij bijeen. In
deze vergadering werd de meeste
aandacht besteed aan de nieuwe Be
schikking Superheffing en het Ver-
plaatsingsbesluit. Over beide heeft
de Minister het Landbouwschap om
advies gevraagd.
Met ingang van het volgende melk
prijsjaar op 3 april a.s. zal de nieuwe
Beschikking Superheffing ingaan.
De belangrijkste wijzigingen ten op
zichte van de huidige situatie hebben
betrekking op de overstap naar het
B-systeem, het inpassen van de vet-
kontingentering en een aanvullende
regeling bedoeld om de maatschap-
penproblematiek op te lossen.
Op aandrang van het bedrijfsleven
wordt van het huidige superheffings
systeem (A) overgestapt op het B-
systeem. Reden is dat het B-systeem
meer mogelijkheden biedt tot vere
vening. Deze vereveningsmogelijk
heden zijn in het zogenaamde Deen
se of C-systeem overigens nog rui
mer. Een overstap naar dit systeem
met ingang van 3 april is echter uit
voeringstechnisch niet haalbaar. Het
streven blijft er wel op gericht om in
1989/'90 het Deense systeem in te
voeren. Het B-systeem is een eerste
stap daar naar toe.
Bij het B- of fabriekssysteem behou
den de individuele boeren hun quo
tum. Per zuivelonderneming (koper)
worden deze quota opgeteld en vor
men tezamen het fabrieksquotum.
Ook wordt per zuivelonderneming
een vetreferentie bepaald op basis
van de vetgehalten van de individue
le melkleveranciers. Er hoeft door
de koper pas superheffing betaald te
worden wanneer het fabrieksquo
tum en/of het gemiddelde vetgehalte
van de zuivelonderneming is geste
gen. De koper moet de te betalen
heffing doorberekenen aan de melk
leveranciers, die hun quotum heb
ben overschreden. Onderschrijders
kunnen dus nooit en te nimmer wor
den aangeslagen voor het betalen
van superheffing.
De Europese verordening biedt ver
schillende mogelijkheden waarop de
te betalen heffing doorberekend kan
worden aan de overschrijders. De
Minister van Landbouw wil het
doorberekenen van deze heffing la
ten plaatsvinden op procentuele ba-
Vrijdag 25 maart 1988
sis. De kommissie Veehouderij stemt
hiermee in. Een eventuele vereve
ning in het lopende melkprijsjaar zal
ook op procentuele basis gebeuren.
Daarnaast is de tijd te kort om nog
voor de overstap naar het B-systeem
een geheel nieuwe vereveningswijze
uit te werken. Bij de toekomstige
diskussie over het Deense systeem
zal dit ongetwijfeld terugkomen.
De vreemde uitwerking van vetkon-
tingentering blijft ook in de nieuwe
Beschikking. De kommissie pleit er
voor dat de Europese verordeningen
zodanig worden aangepast, dat de
melkveehouders bij een daling van
het vetgehalte meer liters mogen le
veren zonder dat een boete betaald
moet worden. Het omgekeerde geldt
immers wel.
De nieuwe Beschikking blijft over
grond-quotum transakties in pacht-
situaties net zo onduidelijk als de
huidige. Juist hier is het noodzake
lijk dat een einde wordt gemaakt aan
deze onduidelijkheid. Na 4 jaar aan
dringen lijkt er eindelijk een oplos
sing te komen voor de maatschap-
penproblematiek in het kader van de
superheffing. Lijkt, omdat met na
me ten aanzien van toekomstige
maatschappen nog het een en ander
verduidelijkt moet worden. In de be
schikking is het kortingspercentage
per 3 april a.s. nog niet ingevuld.
Uitgaande van de EG-korting (2,5
procent), de door de Minister teveel
uitgegeven quota (0,5-0,7 procent)
en in het afgelopen melkprijsjaar
bijgestelde kortingspercentage (0,5
procent) kan dit oplopen tot 3,5 a
3,7 procent. De kommissie Veehou
derij neemt hier duidelijk stelling te
gen. De EG-korting zou - zeker wat
betreft de tijdelijke schorsing van
1 Zi procent - teruggedraaid moeten
worden.
Gegeven de huidige afzetmaatrege-
len en de marktsituaties zal er in de
loop van het jaar, in ieder geval op
bepaalde deelmarkten, een tekort
gaan optreden. Ook andere Europe
se landen beginnen dit in te zien. De
Europese Commissie eist dat de te
veel uitgegeven quota worden weg
gewerkt. Dit behoeft echter niet
door een verhoging van het algeme
ne kortingspercentage. Hierdoor is
juist de opkoopregeling in het leven
geroepen. Het ziet er naar uit dat de
nieuwe opkoopregeling in april van
start zal gaan. Om deze reden pleit
de kommissie ervoor dat pas in de
loop van het melkprijsjaar (augus
tus?) het kortingspercentage defini
tief wordt. Dan is meer bekend over
het welslagen van de opkoopregeling
en kan waarschijnlijk ook voorko
men worden, dat zoals in het afgelo
pen jaar, het kortingspercentage bij
gesteld moet worden.
Aan de mogelijkheid van leasen kle
ven nogal wat bezwaren. Zo kan lea
sen de animo voor de opkooprege
ling verminderen. De kommissie
geeft aan de opkoopregeling de
hoogste prioriteit. Een positief
aspekt van leasen is echter dat het
hiermee mogelijk wordt om onder-
schrijdingen te belonen. Om deze re
den is de kommissie toch niet tegen
leasen.
Verplaatsingsbesluit
De mogelijkheid die het nieuwe ver
plaatsingsbesluit geeft om mestpro-
duktierechten over te dragen wordt
positief beoordeeld. Omdat de rund
veemestquota bij overdracht terecht
niet gekonfronteerd worden met een
afroming, neemt de kommissie geen
standpunt in over de benuttingsfak-
tor bij varkens- en pluimveequota.
Wel is de kommissie tegen het voe
ren van struktuurbeleid met behulp
van milieuwetgeving, oftewel een ge
differentieerde benuttingsfaktor
wordt afgewezen.
Vanuit de rundveehouderij wordt
wel gewezen op de praktische uit
werking van de grondgebondenheid
in de mestwetgeving. Veehouders
met gemiddeld meer dan 125 kg fos
faat per ha mogen niet uitbreiden
door middel van het aankopen van
grond. Hoewel op iedere hektare
vanwege de grondgebondenheid wel
125 kg fosfaat zit. Dezelfde veehou
ders kunnen bij het nieuwe verplaat
singsbesluit wel uitbreiden wanneer
zij mestquota kopen, los van de
grond. Zou het niet logischer zijn
dat bij het aankopen van grond de
mestproduktie sowieso met 125 kg
per ha uitgebreid mag worden? De
totale mestproduktie wordt er niet
door vergroot.
Willem Koops
De waarde van kaas voor de Neder
landse zuivelekonomie is in 1987
verder toegenomen. In eigen land
werd 8 miljoen kilo meer afgezet, de
export groeide met 7 miljoen kilo.
Belangrijker was dat de waarde van
de kaasuitvoer met 156 miljoen gul
den (6%) toenam tot in totaal 2,71
miljard gulden. Daarmee nam het
aandeel van kaas in de totale zuivel
export toe tot 40 procent.
Het Nederlands Zuivelbureau ver
wacht ook in 1988 groei. Daartoe
wordt op de Europese markt promo
tie gemaakt voor steeds meer soor
ten kaas en steeds meer toepassin
gen. Daardoor krijgt het Nederland
se produkt een plaatsje op het
kaasplateau van de Fransen, verwer
ken Belgen het in salades en groeit in
West-Duitsland de populariteit van
Nederlandse kaas in warme ge
rechten.
Het gebruik van melk en van melk-
produkten in eigen land herstelde
zich enigszins na de daling in 1986.
De gemiddelde konsumptie per Ne
derlander bedroeg bijna 133 kilo,
waarvan bijna 83 liter konsumptie-
melk. De boterafzet ging eveneens
licht vooruit tot 3,8 kilo per hoofd.
Bovendien werd 4 miljoen kilo
braadboter verkocht in 1987 (0,3 ki
lo per hoofd).
De OVERGANG VAN STAL
NAAR WEIDE moet GELEIDE
LIJK gebeuren. Geef de eerste week
van het halve winterrantsoen vol
ledig krachtvoer. De tweede week
kunt u de bijvoeding geleidelijk af
bouwen en de hoeveelheid kracht
voer afstemmen op de norm. Benut
het eerste gras, ook al is het nog geen
volledige weidesnede. Vroeg inscha-
ren is kostenbesparend.
Als straks de kalveren de wei ingaan
zorg dan dat deze gezond kunnen
uitgroeien tot de koeien van straks.
Achterstand in groei wordt meestal
niet meer ingehaald. Een preventieve
ENTING TEGEN LONGWOR
MEN vindt plaats als de dieren
minstens 6 weken oud zijn. De twee
de enting is 4 weken later.
15