Vrees en vertrouwen in de vlaswereld "Niet alle inkomensschade en noodzakelijke aanpassingen zullen worden vergoed" Balans 1987/1988 Hoe met meer? Adviezen aan de telers Kwaliteit Beleid Piet Westra Bespreking grondwaterbeschermingsplan en -verordening met landbouworganisaties Het is nog zeer onduidelijk welke gevolgen het vaststellen van pro- duktieplafonds voor bepaalde produkten zal hebben voor andere teelten. De vlaswereld is er niet gerust op dat er niet te veel zal wor den overgeschakeld op de teelt van vlas. Wij zochten een bedrijf op in Sluiskil dat al enkele generaties gespecialiseerd is in zaden en vlas en spraken met Mark A. van de Bilt. Die sprak vrees en vertrouwen uit in de vlasteelt en onderbouwde dat met veel argumenten en be wijzen. Van de Bilt begint met uitgebreid aan t£ tönèii wat de Europese Ge meenschap zoal niet tot stand heeft gebracht. 'Uniek in de wereld', zegt hij en hij roemt met name de grond leggers daarvan. Het is echter een aanloopverhaal, want gaandeweg gaat de diepe bewondering over in zorg en twijfel. 'Wij hebben een prachtige trein gebouwd, met alle komfort en hoge snelheden, maar liggen er verderop nog wel spoor rails?' Dan gaat de filosofie over in de vraag 'Waarom doet Brussel niet meer aan een voorwaardescheppend beleid, in plaats van alsmaar korri- geren, als wal om het schip vol over schotten te keren en als iemand met een gat in de hand, die altijd te kort heeft?' Je ziet aan Van de Bilt dat hij dit niet als verwijt bedoelt, maar uit heimwee naar de tijd dat er nog wel veerkracht en enthousiasme was voor een Verenigd Europa. Het kost moeite om het gesprek van Brussel naar de vlasakker te ver plaatsen, maar gelukkig is Van de Bilt ook een goede ondernemer die met beide benen op de grond staat en dus gaat ons gesprek nu echt over vrees en vertrouwen in vlas. Zoals bekend heeft de slechte zomer vorig jaar de kwaliteit van veel vlas aangetast, naast wat er verloren ging. Dat heeft tweeërlei gevolgen gehad. De kwaliteitsvezel is vlot ver kocht en de spinnerijen draaien 24 uur per dag. De korte vezel daaren tegen bleek onverkoopbaar en de w iSmM Mark van de Bilt stockage waartoe 'Brussel' onlangs heeft besloten in het kader van de marktordening is daar een gevolg van. De konklusie is duidelijk. Het beste vlas is weg, het slechte hangt nog boven de markt. Voor dit jaar verwacht Van de Bilt een uitbreiding van het vlasareaal met een 10%, zowel in Nederland als in Europa. Als deze schatting uit- komt - en Van de Bilt weet dat ook hij een broodetende profeet is - zou dat betekenen ca. 450 ha meer in Ne derland en 7000 ha meer in de EG. Als wij tegenwerpen dat de EG slechts 5% van het wereldareaal aan vlas heeft, veert Van de Bilt op en zegt - zonder tegenspraak te dulden - dat alleen wij bruikbare kwaliteits vezels hebben. Meer vlas wekt wel bezorgdheid voor een lonende afzet, ook als het bruikbare kwaliteitsvezels betreft, zo luidt de vrees in de vlaswereld. En dan gaan de ogen van onze gesprekspartner glanzen. 'Weet u dat drie jaar geleden het marktaan deel van vlaslinnen in kledingtextiel nog 10% was en nu rond de 50% ligt?' Die kant moeten we op, rich ting non-food sektor. Wat dat be treft kunnen andere akkerbouwge wassen (denk aan suiker) best ons voorbeeld volgen. Doen we dat niet, dan groeien wij vast in tal en last, om met een historische figuur te spreken. Wat dat betreft is vlas in feite veel te veel ondergewaardeerd. Vindingrijkheid, promotie en bun deling van krachten hebben ons zo ver gebracht. Gelukkig gaan Brussel en Den haag steeds meer inzien dat vlas best toekomst heeft, mits het de daadwerkelijke steun krijgt, die het verdient'. Angst is een slechte raadgever en vertrouwen kan beschaamd worden, maar hoe dan ook, Van de Bilt moet in ons gesprek - vinden wij - toch aangeven dat als een akkerbouwer besluit om vlas te telen, welke advie zen deze 'rot in het vak' dan voor hem heeft. Uit een breed verhaal komt dat - uiteraard niet volledig - op het volgende neer: Teel altijd op kontrakt, omdat 'vrije verbouw' niet meer verantwoord is. Pas gespecialiseerde mechanisatie toe, in samenwerking met een vlas- bedrijf (vlasserij). Omdat vlas een spekulatief gewas is, moet de teler een financieel stootje kunnen opvan gen. Omdat alleen kwaliteit loont, moet vlas op de beste grond worden verbouwd. De vlasteelt kan een top of een flop worden. De vaste kosten van teelt en verwerking komen al gauw op een ƒ5500,en als de opbrengst het dubbele is - en dat kan - is dat een top. Ligt de opbrengst daar Het marktaandeel van vlaslinnen in kledingtextiel is de laatste jaren sterk gestegen. ƒ1000,beneden, dan is het een flop, althans bedrijfsekonomisch bekeken. Als het ondernemersklimaat door Brussel en Den Haag mild gestemd wordt, gaat de vrees over in vertrou wen. Mits er vlas geteeld wordt van de beste kwaliteit. 'Wist u - zegt Van de Bilt - dat de Amerikaanse dollar als grondstof Europees linnen heeft? Dat is overigens niet de reden van de lage koers', voegt hij er snel aan toe. Voor elk slijtvast papier heeft men nog altijd Europees vlaslinnen no dig. Van de Bilt onthult dat Van de Bilt's Zaden BV met een eigen on derzoek start. De drie items zijn: de fijnheid van de vezel, de resistentie tegen ziekte en de vroegheid van oogsten. Tussen haakjes: vlas zaait men op de 100e dag van het jaar, om het op de 200e dag te kunnen oogsten - althans ijs en weder die nende. Voor dat onderzoek wordt een wagenings ingenieur aangetrok ken en het zal handenvol geld kosten, omdat het naar verwachting wel tien jaar kan duren, voordat be trouwbare resultaten verkregen wor den, die toepasbaar zijn in de praktijk. Nog even wipt Van de Bilt van zijn ondernemersstoel en blikt vanuit de sektor opnieuw naar het Brusselse beleid. Waarom zo nodig houtteelt, terwijl het vlas deels kan voorzien in de behoefte aan de grondstof voor papier. Je ziet hem denken. 'Alle vlas is toch niet altijd topkwaliteit en Brussel kan beter geld uitgeven om de korte vezel door te schuiven naar de papierindustrie, in plaats van het boven de markt te laten hangen. En zo zijn we weer terug bij de non food aanwending van vlas en in die richting denkend heeft Van de Bilt geen vrees voor een teveel aan vlas, maar het vertrouwen dat vlas toe komst heeft. Onlangs werd in Motel Gilze-Rijen te Rijen onder voorzitterschap van ir. L.J. Vollebregt, voorzitter van de Commissie Grondgebruik van de Gewestelijke Raad in Noord- Brabant, nadere informatie gegeven over het ter inzage liggende Grond waterbeschermingsplan en de Grondwaterbeschermingsveror- dening. Namens het landbouwschap sprak ing. A. Boer en namens de provincie ir. J.F. Geijsels, hoofd buro bodem bescherming en mr. A.M. Bevers, projektleider grondwaterbescher mingsplan van het buro bodembe scherming. Van de 70 uitgenodigde afdelingen van NCB en ZLM waren er ruim 60 aanwezig. Het grondwaterbeschermingsplan heeft tot doel een goede bescherming van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Dit be schermingsplan dat in de plaats komt van het uitwerkingsplan water wingebieden en de verordening be scherming waterwingebieden maakt deel uit van de wet bodembe scherming. De heer Geijsels gaf in zijn uiteen zetting een overzicht van de diverse funkties van de bodem: nl. draag- funktie, teeltfunktie, waterwinfunk- tie en een ekologische funktie. Vol gens Geijsels biedt de wet bodembe scherming de mogelijkheid om alge mene regels te stellen waarmee een algemeen beschermingsnivo voor het gehele land wordt beoogd. Verder zijn in de wet bodembescherming specifieke regelingen opgenomen die een verdergaande bescherming mo gelijk maken van gebieden die in de wet worden aangeduid als grondwa terbeschermingsgebieden Bodembe- dreigende aktiviteiten moeten ge- Vrijdag 25 maart 1988 weerd worden om langdurige be scherming mogelijk te maken, aldus Geijsels. Mr. Bevers gaf uitleg over de alge mene doelstellingen en uitgangspun ten en punten als beschermingszo nes, fosfaatnormen in waterwinge bieden en noemde verder de hoofd lijnen van het beschermingsbeleid. Het grondwater dat opgepompt wordt moet zodanig beschermd wor den dat het ten behoeve van drink water geschikt is en blijft. Uitgangs punt voor de provincie is de bescher- bepaald. Bij diepliggende aaneen gesloten kleilagen met bepaalde weerstand worden de jaarszones be paald op basis van de horizontale en vertikale reistijd. De laatste zone die voor optimale bescherming moet zorgen is de boringsvrije zone. Vergunningen voor het boren van putten in deze zone worden alleen nog maar bij hoge uitzondering ver strekt. Een veehouder die een put voor drinkwater wil maken moet straks aantonen dat dit voor zijn be drijf onvermijdelijk is. In het ter inzage liggende grondwaterbeschermingsplan en grondwaterbe- schermingsverordening worden strenge eisen gesteld aan het gebruik van ge wasbeschermingsmiddelen en ook aan het toedienen van kunstmest en drijfmest. ming van de waterwinning voor de middellange termijn. Op lange ter mijn wordt dit door het rijk ge regeld. Diverse beperkingen binnen een aan tal zones moeten zorgen dat grond water niet verontreinigd kan wor den. De 60 dagenzone is het eigenlij ke waterwingebied en de 10 en 25 jaarszones het beschermingsgebied. Op basis van de horizontale reistijd van het grondwater naar het pompstation worden de jaarszones Per doelgroep zoals landbouw, in dustrie, afvalverwerking, delfstof fenwinning, drinkwatervoorziening, wonen en bouwen, leidingen, ver keer en rekreatie zijn bodembedrei- gende aktiviteiten opgesteld. Voor landbouw heeft dit voornamelijk be trekking op het gebruik van dierlijke mest en kunstmest waarbij bij over bemesting fosfaten, nitraten en zwa re metalen in het grondwater terecht kunnen komen. Een ander nadelig effekt van be mesting betreft de bijdrage aan de verzuring van bodem en grondwa ter. De toepassing van bestrij dingsmiddelen en grondontsmet- tingsmiddelen wordt ook gezien als een bedreiging. Bij de aanleg van putten voor beregening kunnen slechtdoorlatende klei- of leemlagen worden doorboord waardoor scha delijke stoffen gemakkelijker in de diepere lagen kunnen doordringen. Als laatste worden mechanische in grepen zoals egaliseren, ontgronden en diepe grondbewerkingen evenzo gezien als mogelijke grondwaterver vuilers. De heer A. Boer gaf kommentaar op de plannen van de provincie waarbij hij aanzetten gaf voor de diskussie die bijna een uur langer duurde dan was gepland. Hij hekelde onder meer de strenge eisen ten aanzien van het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen en drijf- en/of kunstmest, die het uitoefenen van een land- en tuinbouwbedrijf zeer beperken. Voor extra kosten die straks gemaakt moeten worden zijn geen regelingen getroffen, aldus de heer Boer. Hij stelde dat het te ver gaat, dat straks misschien een land bouwer die belemmerd wordt in zijn bedrijfsvoering geen schadevergoe ding krijgt onder de noemer: de ver vuiler betaalt. Ten aanzien van het gebruik van gewasbeschermingsmid delen moet de provincie zich volgens de heer Boer soepel opstellen omdat binnen enkele jaren alleen nog maar middelen in de handel te verkrijgen zijn die volledig afbreken en geen re siduen achterlaten. Onverteerbaar is de wijze die is ge hanteerd bij de grensbepaling van de beschermingszones. Nu vallen er boerderijen en percelen land in die niet in een zone thuishoren maar er in zijn betrokken omdat zo de grens tot aan b.v. een verharde weg kan komen te liggen. Extra belemmeringen Tijdens de diskussie vroegen velen zich af hoe het mogelijk is dat land en tuinbouw allerlei extra belemme ringen worden opgelegd terwijl bij veel waterwingebieden in Noord- Brabant een vuilnisbelt op enkele ki lometers afstand ligt. Voor water wingebieden geldt straks een lagere fosfaatnorm en dit gegeven maakt het bouwen van een mestsilo overbo dig omdat de drijfmest dan afge voerd moet worden. Hierover wer den diverse vragen gesteld. Velen vroegen zich af waarom de meeste waterwingebieden in land bouwgebieden lagen en niet in de bossen. Sommigen stelden voor dat waterleidingbedrijven de gronden binnen de 60 dagen zone maar moe ten kopen omdat zulke strenge maatregelen binnen deze zones boe ren onmogelijk maakt. Omtrent mo gelijke schadevergoedingen die reëel beschouwd uitgekeerd moeten wor den kwamen allerlei mogelijke vra gen. De provinciale vertegenwoordi gers lieten doorschemeren dat niet vaststaat dat alle inkomensschade en gemaakte kosten voor noodzakelijke aanpassingen vergoed zullen wor den. Voorzitter Vollebregt bracht in zijn sluiting naar voren dat een fi nanciële uitkering niet gezocht moet worden in de vermogenssfeer maar in de inkomenssfeer. Een schade mag nooit afgekocht worden. Omdat na enkele jaren weer meer schade kan ontstaan moet gestreefd worden naar een regeling die voort vloeit uit de beperkingen met daar aan gekoppeld een jaarlijkse vergoe ding. Regionaal zullen er, indien de afdelingen daar prijs op stellen, voorlichtingsdagen georganiseerd worden. Vaststaat in ieder geval dat op 15 april de nodige bezwaarschrif ten zowel van afdelingen, landbouw schap en partikulieren in het provin ciehuis te Den Bosch zijn aan gekomen. J. van Tilburg 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 11