m Wet Studiefinanciering (WSF 18 over geld en goed KIMLC kommentaar Kwijtschelding van belasting ♦♦V Steun voor tijdelijke partikulier opslag korte vlasvezel Bijeenkomst over eventuele administratieve ruilverkaveling in Krabbendijke Nog geen overeenstemming over zuivel CAO Grote vraag naar verpakt fruit Rond de studiefinanciering is de laatste tijd veel te doen geweest. Dit zal U vast niet zijn ontgaan. Zorgwekkend zijn de vele misverstanden over de nieuwe wet: Wet Studiefinanciering (WSF 18 Uit onder zoek van het NIBUD is nl. gebleken, dat bij de lage en midden inko mens door ongeveer de helft van de geïnterviewden geen aanvullende financiering (bestaande uit een aanvullende beurs en een rentedra gende lening) is aangevraagd, terwijl daar wel recht op bestond. Dit artikel doet een poging om deze onduidelijkheid over de studiefinan ciering enigszins bij U weg te nemen. Voorwaarden W.S.F. 18 Zoals de naam al zegt, Wet Stu diefinanciering 18+ is studiefinan ciering voor studerenden vanaf 18 jaar, maar aan het begin van de stu die mag de studerende nog geen 30 jaar zijn. Als de student(e) op de le dag van het kwartaal (1 jan., 1 april, 1 juli of 1 okt.) 18 jaar is, geldt de WSF 18+. De kinderbijslag en een eventuele Tegemoetkoming in de Studiekosten komen dan te ver vallen. Een andere voorwaarde is, dat de student(e) ingeschreven staat bij een school voor MAVO, HAVO, VWO, LBO, MBO, HBO of WO. Het moet om een voltijdsopleiding gaan en de opleiding moet minstens een jaar du ren. Voor alle vormen van onderwijs geldt, dat het een door de overheid bekostigde, aangewezen of erkende opleiding moet zijn. Basisbeurs en aanvullende financiering De studiefinanciering bestaat uit: abasisbeurs, eventueel met toeslagen; b. aanvullende financiering, be staande uit een rentedragende lening en een aanvullende beurs. Ad. a. De basisbeurs is er voor ieder een en is niet afhankelijk van het in komen of het vermogen van de ouder(s). Voor thuiswonenden be draagt de basisbeurs 265,96 en voor wie op kamers woont 604,22 per maand. Op de basisbeurs zijn toeslagen mogelijk, onder andere voor reiskosten van thuiswonenden. De afstand tussen huis en opleiding moet dan 9 km of meer bedragen. Ad. b. Bij de aanvullende financie ring (aanvullende beurs en rentedra gende lening) wordt wèl gekeken naar het ouderlijk inkomen (belast baar inkomen of zuiver loon 1986 voor het schooljaar 1987/1988), maar niet naar het vermogen. Via een berekening wordt aan de hand van het ouderlijk inkomen en reke ning houdend met de gezinssituatie de ouderlijke bijdrage aan de studie van een student(e) berekend. Deze ouderlijke bijdrage wordt op de aan vullende financiering gekort, eerst op de aanvullende beurs en dan op de rentedragende lening. De ouder lijke bijdrage wordt nooit gekort op de basisbeurs! Tabel hoogte aanvullende financiering per maand per soort onderwijs inklu- sief ziektekostenverzekering Soort Max. rente Max. aan Totaal Onderwijs dragende vullende lening beurs Wetenschappelijk on derwijs ƒ291,66 145,73 437,39 HBO 208,33 203,06 ƒ411,39 MBO ƒ125,— 255,31 380,31 HAVO/VWO vanaf 4e klas 83,33 ƒ264,67 348,— Overig voortgezet on derwijs 348,348, Naast de korting wegens ouderlijke bijdrage kan er nog een korting plaatsvinden wegens eigen in komsten van de student(e) en/of een korting wegens eigen inkomsten van de partner van de student(e) op de aanvullende financiering, maar ook zelfs op de basisbeurs. In de aanhef van dit artikel heeft U kunnen lezen, dat in veel gevallen geen aanvullende financiering is aangevraagd, terwijl daar wel recht op bestond. Als voorbeeld hiervan wordt U gekonfronteerd met de vol gende praktijksituatie. Een thuiswonende M.L.S.-student, enig kind, ontvangt een basisbeurs van 265,96 met een reiskosten toeslag van 140,08 (34 km). Dit is samen 406,04. Uit vrees voor de rentedragende le ning heeft men geen aanvullende fi nanciering aangevraagd. Als men dat wel had gedaan in deze situatie, dan had men op grond van het ouderlijk inkomen ƒ25.000,en de gezinssituatie (1 kind) recht gehad op een rentedra gende lening a 125,/maand en een aanvullende beurs a 175,/maand. Op jaarbasis is dat 12 x 125,— 1.500,— aan rentedragende lening en 12 x 175,2.100,aan aanvullen de beurs. Deze aanvullende beurs mag worden behouden. Alleen de rentedragende lening moet terug. Echter als deze voor 1 januari na het beëindigen van de studie wordt terugbetaald, dan is geen rente verschuldigd. Deze rente dragende lening kan men tijdens de studie op een spaarrekening zetten, zodat men geen problemen heeft met het terugbetalen. Deze wijze van ver vroegde aflossing is pas mogelijk als er niet meer een renteloze lening staat uit de vorige studiekostenre geling. Op tijd Het aanvragen van W.S.F. 18 moet op tijd gebeuren door de stu dent zelf bij de Centrale Direktie Studiefinanciering te Groningen. Zo'n 3 maanden van te voren! Is voor de studerende in het verleden al een Tegemoetkoming Studiekosten aangevraagd, dan wordt automa- In Brussel is vorige week dinsdag besloten steun te verlenen aan de tij delijke partikulier opslag van korte vlasvezels. Dit deelde ir. H.O.G. Boerma van het Hoofdprodukt- schap voor Akkerbouwprodukten afgelopen vrijdag mee, tijdens de traditionele vlasmiddag van de Zeeuws-Vlaamse Vlassersbond. Behalve voor korte vlasvezels geldt de regeling ook voor hennep. Het steunbedrag is vastgesteld op 1 ecu (ƒ2,69) per 100 kg per maand. Over de zes maanden dat de regeling geldt betekent dit ongeveer 16 cent per kg. Opslagkontrakten kunnen worden gesloten met het voedselvoorzie- nings in- en verkoopburo (VIB) door degenen die de betreffende vezels voor 31 december 1987 in bezit had den. Het VIB is gevestigd aan het Burg. Kessenplein 3, 6431 KM Hoensbroek, tel. 045 - 238383. De minimum hoeveelheid per kontrakt is 10 ton, het maksimum is 200 ton. Het gaat in totaal om 40.000 ton. bestemmings plannen Veere Met ingang van 14 maart tot en met 21 april 1988 ligt het ontwerp van een verordening tot wijziging van de kampeerverordening voor een ieder ter inzage bij de gemeentesekretarie, Kerkstraat 7, 4351 AK Veere. Gedu rende deze termijn kan een ieder be zwaren indienen tegen dit ontwerp bij de gemeenteraad. Vrijdag 18 maart 1988 Ik wil u nog eens herinneren aan het feit dat er sinds begin 1987 gewerkt wordt met een nieuwe procedure voor kwijtschelding van belasting. Vele duizenden mensen hebben de laatste jaren een verzoek tot kwijt schelding ingediend en de verwach ting is dat in de toekomst dit aantal nog zal toenemen. De bedoeling van de nieuwe procedure is onder andere dat mensen die voor kwijtschelding in aanmerking denken te komen, ge makkelijker van tevoren zelf al kun nen zien of een verzoek zinvol kan zijn. Voor ondernemers is het Kwijtschel dingsformulier Ondernemers inge voerd en voor de partikulieren het Kwijtscheldingsformulier Partiku lieren. Dit formulier is bij de ont vanger verkrijgbaar en dient aldaar ook te worden ingeleverd. Kwijt schelding kan in beginsel alleen wor den verkregen voor inkomstenbelas ting, premieheffing, volksverzeke ring en onroerendgoedbelasting. Vanzelfsprekend wordt nooit kwijt schelding verleend voor vermogens belasting, successierecht en schen kingsrecht. Er wordt dan gerede neerd dat u over vermogen beschikt als u een bedrag aan deze belastin- tisch een aanvraagformulier toege zonden. Wees verder, om mis verstanden te voorkomen, op tijd met het terugsturen van de formulie ren. Geef zo snel en korrekt moge lijk eventuele veranderingen door. Heeft de student moeilijkheden bij het invullen, dan zijn er vele onder wijsinstellingen (accountantsbu reaus, banken en SEV) die behulp zaam kunnen zijn. Op dinsdag 22 maart organiseren de afdelingen Krabbendijke, Rilland en Waarde van de ZLM in het Cultu reel Centrum te Krabbendijke een vergadering, aanvang 19.45 uur. Doel van de vergadering is de moge lijkheid te toetsen voor een eventuele ruilverkaveling met administratief karakter. Verscheidene leden uit de afdelingen hebben zich tot hun bestuur gewend met het verzoek de ze mogelijkheid te onderzoeken. Ook de leden van de NFO zijn uitge nodigd voor de vergadering. De heer J. Markusse, hoofd SEV van de ZLM, zal een inleiding houden over 'Wat betekent ruilverkaveling voor akkerbouw/fruitteelt en vee houderij?'. De loonkosten in de zuivelindustrie mogen door een nieuwe c.a.o. met niet meer dan 0,75 tot 1% stijgen. Dat hebben de werkgeversorganisa ties donderdag 10 maart aangegeven in de tweede onderhandelingsronde voor een nieuwe kollektieve arbeids overeenkomst in de zuivelindustrie. De vakbonden hebben voorstellen ingediend die tot een stijging van de loonkosten met vele procenten lei den. Die ruimte zit er volgens de bei de zuivelorganisaties FNZ en VVZM absoluut niet in. Over een nieuwe c.a.o. werd nog geen overeenstemming bereikt. Werknemers- en werkgeversorgani saties zetten het overleg op 25 april voort. De vraag naar verpakt fruit is groot. Het verpakken en de even tueel benodigde extra arbeid worden op dit moment ruim schoots betaald. Volgens hoofd commercialisatie C. Geense van de CVZ moeten we er ernst mee maken om het betreffende marktgedeelte te voorzien van fruit: "We kunnen ons niet per mitteren om met de productie toename van de moderne rassen voor de komende jaren deze kwaliteitsmarkt te laten schie ten". Hij betreurt dat tot nog toe de meeste telers niet bereid zijn hierop in te haken. gen verschuldigd bent. De belasting schuld moet uit dit vermogen wor den betaald. Bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding wordt ieder ver zoek getoetst aan een aantal richtlij nen. Berekend wordt wat uw beta lingscapaciteit is. In beginsel wordt geen kwijtschelding verleend wan neer andere schuldeisers worden vol daan. Wanneer op grond van alle ge gevens een beslissing wordt genomen op uw verzoek wordt deze u middels een beschikking medegedeeld. Op een afwijzende beslissing zal worden aangegeven waarom tot afwijzen is beslist. Het is niet mijn bedoeling om alle details van de regeling weer te geven. Maar het leek mij in deze voor be paalde sektoren in het (agrarische) bedrijfsleven moeilijke tijd toch nog eens nuttig u op de kwijtscheldings regeling attent te maken. Ik hoop dat u er geen gebruik van hoeft te maken, maar mocht u desondanks toch met betalingsproblemen te ma ken krijgen die niet oplosbaar lijken dan is een onderzoek naar de moge lijkheden van deze regeling zeker op zijn plaats. J.J.C. Zegers Maartse buien In vele opzichten heeft de agrari sche sector te lijden van maartse buien, maar vooral van die welke in Den Haag en Brussel ontstaan. Boeren en tuinders verlaten niet snel hun bedrijven om massaal uiting te geven van ongenoegen, onzekerheid of machteloosheid. Helaas is het noodzakelijk geweest dat dit de laatste weken is ge beurd. De landbouworganisaties, zowel landelijk als provinciaal en gewestelijk hebben dit ervaren als ondersteuning van hun beleid. In de veehouderij is het vooral het ge voel voor rechtvaardigheid dat is aangetast door de uitvoering van de mestwetgeving. Akkerbouw De zeer massale komst van akker bouwers naar Bleiswijk, waar de drie Centrale Landbouw Organi saties (CLO) toe hadden opgeroe pen, toont duidelijk aan hoe groot de zorgen op de bedrijven zijn. Die betreffen vooral de liquiditeit en de continuïteit. De individuele akkerbouwer voelt in het algemeen goed aan dat het nu niet alleen een kwestie is van wéér een slecht jaar door een optelsom van omstandig heden, maar ook dat er sprake is van een verandering van blijvende aard. De structurele tendens van graan prijsverlagingen, die in vele geval len uitgaat boven de produktivi- teitsstijgingen, zetten het inkomen onder druk gezien de huidige kost prijsverhoudingen. Bij gebrek aan andere mogelijkheden betekent dit een verengend perspectief voor de akkerbou wbedrijven. Wie land- en tuinbouw beschouwt als een in hoofdzaak economische activiteit, moet erkennen dat de markt daarin een belangrijke en niet te veronachtzamen rol speelt. Wat de granen betreft moet daar bij wel in de gaten gehouden wor den dat meer dan vijftig jaar over heidsinterventie ten aanzien van markt- en prijsbeleid niet zomaar mag worden los gelaten. Dit is so ciaal niet verantwoord. Bovendien dient men te beseffen dat sterk grondgebonden produkties slechts traag kunnen reageren op veran derende omstandigheden. Al meer dan een half jaar wijs ik de minis ter van landbouw hierop. En ik heb tegen hem gezegd dat sterke voortgaande dalingen van de graanprijs nu niet aan de orde kunnen zijn en dat er behoefte is aan een perspectiefbiedend bege leidend beleid. Het akkerbouwactieplan, zoals dat aan de minister en aan de Tweede Kamer is aangeboden, geeft blijk van de bereidheid van de sector zelf de handen uit de mouwen te steken. En daarom is het terecht dat er een beroep op de overheid wordt gedaan. Van de sector zelf wordt een financiële inspanning gevraagd van 600 miljoen gulden. Dat dient men terdege te beseffen bij het beroep op de overheid om met een kleine 300 miljoen gulden te helpen, gespreid over een perio de van vijf jaar. Hoewel het mondeling overleg tus sen de landbouwcommissie en de minister de deur op een kier heeft gezet voor overheidshulp, ben ik bepaald niet onder de indruk van het door commissie en minister ge boden uitzicht. Teveel wordt nog gekeken naar de weliswaar afkal vende situatie, maar deze is blijk baar nog niet erg genoeg. Maar het moet toch duidelijk zijn wat er aan de hand is en dat de akker bouw in een structureel verande rende situatie verkeert. Daarop moet het beleid anticiperen. Maar vooruitdenken schijnt moeilijk te zijn. Is het dan toch waar dat poli tiek bestaat uit crisis management? En dat politici al leen bij doorgeschoten situaties in actie komen? Het zal duidelijk worden als het Landbouwschap binnenkort met de minister verder praat over het akkerbouwac tieplan. De huidige problemen in de akker bouw tonen nog eens duidelijk aan dat in het algemeen te weinig gere serveerd kan worden op de bedrij ven om de slechte jaren te over bruggen. Marius Varekamp

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 3