Blauw: 'Verhoging kleinschalig heidstoeslag studie waard' Hogere prioriteit natuur en landschap bij landinrichting Geen deelname landbouw organisaties in beheers kommissie Markiezaat Specialist Bedrijfsuitrusting F. Hoeben neemt 11 maart afscheid CSM verwacht voortgaande stijging van de winst Na afschaffing WIR Scheiding landbouw/natuur Via vereenvoudigd plan zoet water voor /15,- per ha op Tholen Verweving 'Het ineens terugdraaien van de WIR-premie naar 0 procent is een akseptabele maatregel. Er voor in de plaats moeten dan wel andere voor zieningen komen, zodat de maatre gel in zijn geheel gezien 'budgettair neutraal' is, dat wil zeggen dat er voor het bedrijfsleven even veel geld beschikbaar moet blijven'. Dit ver kondigde de heer P. Blauw, voorzit ter van de Landbouwkommissie in de Tweede Kamer, tijdens de alge mene ledenvergadering van de kring Hulst van de ZLM maandag 29 fe bruari jl. in 'Tiffany' te Hulst. De heer Blauw vindt dat er nu in de plaats van de WIR de vervroegde af schrijving investeringsaftrek (VAIA) moet komen (naar het Engelse mo del). Verder is hij van mening dat een deel van het voor de WIR bestemde geld specifiek aan de land bouw ten goede moet komen, en wel met name ten behoeve van de be drijfsovername. Dit laatste zal de komende jaren een politiek 'item' worden, zo verklaarde Blauw. De VVD voorman verweet minister Braks een volstrekt onverantwoorde visie, waar het gaat om door super heffing en andere kwoteringssyste- men de produktie in de landbouw te ontmoedigen. Daardoor slibben er via verdringingseffekten naar de vrije marktsektor produktietakken dicht. 'Op het moment dat in de vee houderij het superheffingssysteem goed begon te funktioneren, was er in de akkerbouw bij wijze van spre ken geen cent meer te verdienen'. Daarom heeft zijn partij vorig jaar het initiatief genomen een akker- bouwsektorplan op te zetten. De fi nanciering van dat plan, waarin het aksent ligt op (voorlopig) geen graanprijsdaling, het introduceren van een overbruggingsfinanciering voor perspektief biedende bedrijven en aktiviteiten in de niet-voedsel sek- tor (bio-ethanol), is in Den Haag nog een heet hangijzer. Blauw vindt verder dat als het ter kompensatie van de verhoging van de BTW van zes naar zeven procent niet geoor loofd is het landbouwforfait met 125 miljoen gulden te verhogen, er een aanzienlijk deel van dit bedrag aan de akkerbouw ten goede moet komen. Bosbouw Blauw stelt voor om - ter voorko- Bij de landinrichting is een verdere verschuiving in de richting van projekten met meer niet-agrarische doelstellingen te verwachten. Zo wordt overwogen de basisinrichting van te vormen reservaten voor 100% door het rijk te financieren. Verder moet bij wateraanvoer ten behoeve van de landbouw uitgangspunt zijn, dat er geen schade wordt toegebracht aan natuurwetenschappelijke waarden. Ander zijds lijkt het verantwoord, om met name buiten de gebieden met opstrekkende verkaveling, boerderijverplaatsing niet meer te sübsi- diëren. Dit onder meer zei mr. J.P. van Zut- phen, direkteur-generaal landelijke gebieden en kwaliteitszorg van het ministerie van landbouw en visserij op de studiemiddag over de toe komst van de landelijke gebieden 22 februari jl. in Baarn. Zie ook ZLM- blad 26 februari pag. 11. De heer Van Zutphen kondigde ver der aan dat wat het ministerie van landbouw en visserij betreft de twee de 100.000 ha van de beoogde 200.000 ha relatienotagebied open gesteld zou kunnen worden zodat ook daar beheerovereenkomsten af gesloten kunnen worden en verdere reservaatvorming mogelijk is. Zowel het agrarische bedrijfsleven als de natuurbeschermingsorganisaties en de provinciale overheden dringen hier al enige tijd op aan. De openstelling van de tweede fase vergt echter een expliciete beleidsbeslis sing van de regering. In de brochure behorende bij de stu diemiddag gaat de heer Van Zut phen nader in op de relatie (schei ding of verweving) tussen landbouw en natuur in de landelijke gebieden. Bij het beheer en vooral de inrich ting van het landelijk gebied ver dient in het algemeen een meer ge scheiden ontwikkeling tussen natuur en landbouw de voorkeur boven een soms krampachtige en dure verwe ving. Een specialisatiebeginsel wordt daarbij ook binnen Nederland meer van toepassing. De regio's die voor een bijna uitslui tend agrarische ontwikkeling in aan merking komen, liggen in hoofd zaak op de drogere (zand- en klei-) gronden in het noorden, oosten en zuiden van ons land. In het westen moet in dit verband de specifieke po sitie van de (glas-)tuinbouw ge noemd worden. Vanuit internationale gezichtspun ten beoordeeld, zou het accent van natuurbehoud en natuurontwikke ling in Nederland moeten liggen op de lage natte gebieden en de over gangsgebieden tussen nat en droog en minder op de hogere gronden. De betekenis van Nederland als "delta waterland" voor een groot aantal uiteenlopende vogelsoorten (winter- gasten en broedvogels) is nog altijd De landbouw op Tholen en St. Phi- lipsland krijgt de mogelijkheid om al voor ƒ15,per ha over zoet water te beschikken via een vereenvoudigd plan. Dit blijkt uit een studie van het waterschap, de ZLM-kring Tholen en de CBTB. De kringvoorzitter van de ZLM, de heer M.C.J. Kosten, denkt dat het voor de akkerbouw haalbaar is om voor dit relatief lage bedrag de be schikking te krijgen over zoet water. Zeker gezien de nodige aanpassingen aan het bouwplan acht hij de nu be schikbare mogelijkheid een goede keus. De afdeling Tholen van de ZLM heeft zich tijdens haar jaarver gadering al unaniem voor dit vereen voudigde plan uitgesproken. Het plan is gemaakt met het eerder gemaakte rapport van de Heidemij als uitgangspunt. Daaruit bleek dat zoet water ƒ118,per ha zou moe ten kosten. Het vereenvoudigde plan is momenteel nog onderwerp van diskussie bij de landbouworganisa ties op het eiland. ming van verpaupering van het plat teland - een set-aside regeling niet te verbinden aan ekstensieve begrazing of enigerlei vorm van eiwitproduk- tie, maar de regeling te koppelen aan een meerjarenplan bosbouw. Voor een bepaalde kategorie ondernemers zou een dergelijke koppeling van braaklegging en inplant van bomen over een beperkt aantal jaren (zon der herinplantplicht) voordelig kun nen zijn. Bovendien 'hoef je dan niet op iedere dam een AID-er te zetten, om te kijken of er nu ekstensief dan wel intensief begraasd wordt'. Vol gens de VVD-landbouwekspert zou het geld voor een set-aside regeling overigens beter besteed kunnen wor den aan onderzoek naar de bio- ethanol produktie. Na zijn inleiding werd vanuit de zaal onder meer opgemerkt dat de WIR weliswaar afgeschaft wordt, maar dat de landbouw niet voor de grote overschrijding ervan heeft gezorgd. De vragensteller pleitte daarom voor een verhoging van de (gehandhaaf de) kleinschaligheidstoeslag naar 20%, waardoor de landbouw er rela tief goed zou afkomen. Blauw zegde toe dit voorstel met zijn fraktie te gaan bespreken. Op vrijdag 11 maart a.s. neemt de Specialist Bedrijfsuitrusting, de heer Frits Hoeben afscheid van het Kon- sulentschap voor de Rundveehoude rij in Noord-Brabant en Zeeland. Frits Hoeben is op 1 oktober 1950 op 23-jarige leeftijd als rayonas sistent in dienst van de voorlich tingsdienst gekomen. Binnen het Rijkslandbouwkonsulentschap Eindhoven werkte hij achtereenvol gens in Oirschot en Hooge Mierde. Daarna heeft de heer Hoeben de vee houders in de gemeenten Reusel en Bladel meer dan 25 jaar op veehou- derijgebied voorgelicht. De boerde- rijbouw trok hem echter zodanig dat hij toen dat mogelijk werd specialist Boerderijbouw werd. Later is dit* specialisme uitgebreid met de vakge bieden werktuigen en arbeid. Tot op heden heeft de heer Hoeben gepro beerd om zich ook op deze nieuwe vakterreinen verder te bekwamen. Op 11 maart a.s. heeft U de gelegen heid om afscheid te nemen van de heer Frits Hoeben en zijn gezin. Vanaf 16.00 uur tot 17.30 uur bent U welkom in Café "De Valk", Wil- helminalaan 48 in Reusel. Ik hoop dat U deze gelegenheid aangrijpt. De Konsulent, ir. W.D. Ogink onverminderd groot. Uit een en ander kan echter niet ge- konkludeerd worden, dat in de pri mair agrarische regio's géén belang wekkende grote eenheden natuurge bied en daar tussen gelegen verbin- dingszönes gesitueerd zijn, die voor behoud of verdere ontwikkeling in aanmerking komen. Overigens komt natuurlijk ook het omgekeerde voor. ln gebieden waar nog steeds sprake is van een samenhang tussen de struktuur van het oude kuituurland schap en natuurwaarden blijft ver weving een belangrijke optie. In de ze regio's zal beheerlandbouw van belang blijven. Het relatienotabeleid biedt goede mogelijkheden in deze gebieden waar de landbouw natuur lijke produktiebelemmeringen kent. Voorbeelden hiervan zijn gebieden met zoute kwel en veenweidegebie- den met een periodieke investerings- noodzaak. 'Op deze studiedag werden ook inlei dingen gehouden door de heer M.J. Varekamp, voorzitter van het Land bouwschap, de heer P. Nijhoff, di- rekteur van de stichting Natuur en Milieu en prof. dr. C.T. de Wit, hoogleraar Theoretische Teeltkunde aan de landbouwuniversiteit te Wa peningen. Van hen heeft u vorige week al iets in het ZLM-blad kunnen lezen (26 februari, pag. 5). Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering wil samenwerkingsverbanden aangaan De Onderlinge Zuidelijke Hagelver- zekeringen u.a. (OZH) is van plan een samenwerking met de Onderlin- gen Hagelverzekering Tholen en St. Philipsland aan te gaan. De algeme ne ledenvergadering van de OZH op 17 maart a.s. zal gevraagd worden goedkeuring aan deze samenwerking te hechten. Voorts hebben de bestu ren van OZH en de Onderlinge Hulst de intentie uitgesproken om tot een samenwerking te komen die leidt tot integratie van de beide maatschappijen. De vergadering van 17 maart zal worden gevraagd deze fusie goed te keuren. De samenstelling van de beheers- kommissie Markiezaat zal worden beperkt tot deelnemers uit het minis terie van Landbouw, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Rijksdienst IJsselmeerpolders en het Waterschap Hoogheemraadschap West-Brabant. Voor de landbou worganisaties is er in de beheers- kommissie geen plaats, zo heeft de Konsulent Natuur, Milieu en Fauna beheer bepaald. In het kader van de akkerdistelpro- blematiek rondom het Markie- zaatsmeer hebben de boeren uit die omgeving aan het Ministerie van Landbouw en Visserij gevraagd om in de beheerskommissie ook een ver tegenwoordiging van agrarische zij de op te nemen. Gezien de overlast die de afgelopen jaren is ondervon den van overwaaiend distelzaad vin den de boeren het noodzakelijk om nauw betrokken te blijven en in spraak te hebben bij het beheer van dit nieuw te kreëren natuurgebied. Zoals reeds werd gevreesd deelt de Konsulent Natuur, Milieu en Fauna beheer deze mening niet. Hij vindt dat de taak van de beheerskommis sie vooral een technische- inhoudelijk karakter heeft. De werk zaamheden van de beheerskommis sie zullen zich met name richten op de noodzakelijke beheers- en inrich tingsmaatregelen voor de korte ter mijn. Daarnaast heeft men tot taak het opstellen van een beheersvisie voor de middellange en lange ter mijn. Men vindt dan ook dat in de beheerskommissie geen plaats kan worden ingeruimd voor landbouw-, jagers-, rekreatie-, visserij- en/of andere organisaties. De Konsulent Natuur, Milieu en Faunabeheer heeft wel toegezegd dat de mogelijkheid zal worden geopend om suggesties of klachten ten aan zien van het materiële natuurbeheer bij de beheerskommissie in te die nen. Er zal dan ook naar worden gestreefd, zodra de beheersvisie is vastgesteld, deze aan belanghebben den en belangstellenden toe te zen den en daarbij de gelegenheid te ge ven hierover vragen te stellen en/of kritische opmerkingen te maken. Door de boeren wordt deze gang van zaken betreurd. Liever hadden zij gezien dat deze mogelijkheden zou den worden gekreëerd voordat de beheersvisie door de minister wordt vastgesteld c.q. wordt goedgekeurd. De direktie van CSM meent dat er voldoende redenen aanwezig zijn om te verwachten dat de nettowinst dit jaar een verdere stijging zal onder gaan. Dat verklaart zij in het eind fe bruari verschenen verslag over het boekjaar 1986/87, welke periode op 30 september is geëindigd. Het afge lopen jaar is met gunstige resultaten afgesloten. De omzet nam toe van ƒ1251 miljoen tot ƒ1479 miljoen, terwijl de nettowinst steeg van ƒ58,8 miljoen tot ƒ68,2 miljoen. 'Dit wederom gunstige resultaat stemt tot voldoening temeer omdat het werd behaald terwijl de inflatie in Nederland nihil was en de koers van de Amerikaanse dollar daalde', aldus de direktie in het verslag. Het CSM-konsern omvat een viertal divisies, te weten Suiker, Honig, Le vensmiddelen en Biochemie. Met na me de suikerdivisie realiseerde een sterke omzetstijging van 580 miljoen in 1986 tot 723 miljoen in 1987. Dat is te danken aan een rekordsuiker- produktie in het verslagjaar en door dat een deel werd verkocht van de grote hoeveelheid suiker die aan het begin van het verslagjaar in voor raad was. Het resultaat uit de nor male eksploitatie nam toe. Eenmali ge kosten en voorzieningen samen hangende met de sluiting van de sui kerfabriek in Sas van Gent veroor zaakten per saldo een daling van het resultaat in de suikerdivisie. De direktie schrijft in het verslag er naar te streven de onderneming te vergroten door uitbreidingen op het terrein van de biochemische divisie en op het gebied van voedings- en genotmiddelen die als merkartikel voor de konsument bestemd zijn. Het overnamezoekend beleid wordt met kracht voorgezet en de direktie vertrouwt erop dat die sukses zal hebben. 'Een faktor van belang daarbij is, dat door de scherpe da ling van de aandelenkoersen die in oktober 1987 overal in de wereld plaatsvond, de koers winstverhou ding van bijna alle ondernemingen drastisch daalde'. Aan middelen om het acquisitiebe leid te kunnen uitvoeren ontbreekt het CSM allerminst. Doordat gedu rende de laatste maanden van het verslagjaar aanzienlijke hoeveelhe den suiker werden verkocht nam de liquiditeit toe tot ƒ177. miljoen, te gen ƒ26 miljoen een jaar eerder. Bij een vreemd vermogen van ƒ569 mil joen kwam het eigen vermogen eind vorig jaar uit op ƒ475 miljoen. Van de nettowinst wordt 34,6% of wel ƒ23,6 miljoen uitgekeerd. Dit komt overeen met een dividend van ƒ1,45 (1,22) per aandeel van ƒ2, Vrijdag 4 maart 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 4