ZLM veehouderij studiedag goede verkenning ontwikkelingsmogelijkheden diverse sektoren ZLM wil oplossing voor knelpunt maatschapvorming melkveehouderij Verdere concentratie Hygiëne Kalversektor Verplaatsingsbesluit Vetquotering Regelgeving Opkoopregeling moet er snel komen De ZLM veehouderijstudiedag mag in alle opzichten als geslaagd worden genoemd. Een verheugend groot aantal veehouders was vrij dag 26 februari jl. naar "De Nobelaer" in Etten-Leur gekomen om daar enige inleidingen aan te horen, vragen te stellen en te diskussië- ren. Uit het grote aantal vragen dat inleiders en forum te verwerken kregen kan worden gekonkludeerd dat het doel van de studiedag -het verkennen van de grenzen van wat in de veehouderij mogelijk en on mogelijk is, ruimschoots is bereikt. De drie inleiders hadden in de och tendbijeenkomst al een flink voorzet voor de diskussie gegeven. De heer A. van Leeuwen beet na een wel komstwoord door de dagvoorzitter de heer W. van Veldhuizen de spits af. Van Leeuwen die o.m. voorzitter is van Melkunie Holland zei dat het zeer wel mogelijk is dat het huidig aantal melkveehouders dat ca. 50.000 bedraagt, rond de eeuwwisse ling door allerlei ontwikkelingen ge daald zal kunnen zijn tot ca. 30.000. Hij vroeg zich daarbij af of de 23 standsorganisaties deze zeer ingrij pende ontwikkeling wel op een goe de wijze zullen kunnen begeleiden". Dat mag ingrijpend zijn, toch moe ten de jongelui zich daardoor niet la ten ontmoedigen. Als de melkvee houder een echte manager wordt, zich voortdurend bijschoolt, een planner en strateeg wordt en op rati onele wijze besluiten neemt, dan is voor de melkveehouder er zeker een toekomst. "De melkveehouder manager zal verder vakbekwaam en flexibel in moeten spelen op nieuwe ontwikkelingen, dit alles in nauw overleg met de zuivelonderneming. De heer van Leeuwen zei niet al te veel te verwachten van alternatieven en van neventakken "want ook voor de tweede tak zal men specialist moeten zijn en dat is maar voor en^ kelen weggelegd". Volgens de heer van Leeuwen is de zuivelindustrie in ons land door de vermindering van de melkproduktie in een kwetsbare positie terecht ge komen. De impasse die daardoor ontstaat moet niet worden onder schat, hetgeen naar zijn idee overi gens in Brussel wel het geval is. Vol gens de voorzitter van Melkunie Holland zullen deze ontwikkelingen A. van Leeuwen en het feit dat er in Europa nog slechts 5 grote kopers van zuivelpro- dukten zijn, moeten leiden tot verde re fusie en samenwerking tussen de zuivelindustrieën in Nederland. Be zinning is nodig op de vraag of boe- rengeld en de bestuurlijke inbreng van de veehouders voldoende van omvang en kwaliteit zullen zijn om de noodzakelijke schaalvergroting adequaat te kunnen begeleiden. De heer van Leeuwen zei desgevraagd een voorstander te zijn van een ver dere afbouw van de regulering in de melkveehouderij teneinde in 1992 bij het verdwijnen van de grenzen in Europa voldoende sterk te staan als zuivelland. Behalve bij de industrie zal er ook op het veehouderijbedrijf een schaalvergroting plaats vinden. Van Leeuwen acht een bedrijf spro- duktie van 400.000 liter in de toe komst de ondergrens. Vrijdag 4 maart 1988 De heer J. de Veer o.m. voorzitter van Coveco van de Stichting Ge zondheidszorg voor Dieren legde in zijn inleiding bij de varkenshouderij vooral het accent op de gezondheids zorg en de grote verschillen in de technische resultaten. Hij zei mede gezien de toenemende kwetsbaar heid van de bedrijven voor het risi co's van besmettelijke ziekten er voorstander van te zijn dat elk be drijf aan een aantal minimumeisen ten aanzien van hygiëne moet vol doen. "Er kan en moet nog veel worden gedaan aan preventieve ont smetting, beperken van de toegang tot het bedrijf en aan reinigingsmo gelijkheden". Het onbeperkt met biggen rommelen moet onmogelijk worden gemaakt". Hij gaf toe dat de maatregelen ten aanzien van het bijladen van dieren in de praktijk erg moeilijk ligt voor kleine fokkers. Er moet voorts worden gestreefd naar het gesloten bedrijf. Wat de technische resultaten betreft konsta- teert hij grote verschillen. "Nu de marges smaller worden krijgt het be halen van een goed technisch resul taat steeds meer gewicht". De heer de Veer stelde vervolgens vast dat de voorraden rundvlees in de EG nog steeds stijgen. "Er zal een flinke daling van de produktie nodig zijn om de druk op de prijzen weer weg te nemen". Duur en ris kant noemde hij de import van kal veren die een gevolg is van het feit dat kalveren in ons land duur en schaars zijn. Voor de schapenhoude rij voorziet hij slechts een beperkte ontwikkeling. "In feite zijn grond en arbeid in ons land te duur voor deze tak van veehouderij". Een gro te produktie in de pluimveehouderij blijft voorlopig drukken op de prij zen in deze jak van de veehouderij. De Veer moest toegeven dat de toe nemende konkurrentie en de smaller wordende marges niet leiden tot een vrolijk beeld". Voor alle takken is het volgens hem geboden om scherp te reageren op de markt en om bulkproduktie om te zetten in een produkt met een hogere toegevoegde waarde. "Meer ver scheidenheid, herkenbaarheid, dier vriendelijke produktie en klantge richtheid zijn sleutelwoorden". De Veer verklaarde desgevraagd dat de Integrale Keten Bewaking in de toekomst gerealiseerd zal worden, "omdat de bedrijven het zelf willen en er de noodzaak van inzien. Dit belangrijk hulpmiddel bij de bewa king van een kwalitatief goed eind- produkt zal eerder bij de varkens dan bij rundvlees worden ingevoerd. Ten aanzien van het toedienen van stimulerende middelen is duidelijk heid en een gelijke regeling voor alle landen van groot belang. "Toedie ning of niet er moet toch terdege re kening worden gehouden met de me ning van de konsument". De voorzitter van de veehouderij commissie van het KNLC de heer J.L. Nysingh stelde als derde inlei der o.m. dat de landbouw zich zeer in zal moeten spannen om de gevol gen van de mestwetgeving voor de bedrijfsvoering zo gering mogelijk te doen zijn. "Want de mestwetgeving is een politiek gegeven waar nooit meer een versoepeling op zal treden. Pas op, want de politiek redeneert erg gemakkelijk over de economi sche gevolgen van het milieubeleid" De heer H. Poley is een van degenen die tijdens de veehouderijdag het panel vragen stelde. waarschuwde hij. Hij sprak zich uit voor een verplaatsingsbesluit omdat de sektor hierdoor enige ruimte krijgt. Hij vroeg zich hardop af of er geen deal zou kunnen worden geslo ten tussen graanproducenten die een overschot hebben en de veehouders die een mestoverschot hebben. Voor scharrelvarkens ziet hij enig perspektief. Voor schapen als twee de tak moeten de verwachtingen vol gens hem niet te hoog gespannen zijn. Hij vreest dat de ooipremie om laag zal gaan. De situatie in de vlees- kalverij is somber. Hij bepleit een J.L. Nysingh studie naar de toekomstmogelijkhe den om de sanering in deze sektor zo goed mogelijk te laten verlopen. Ny singh zei desgevraagd nog niet te kunnen zeggen hoeveel geld van de toegezegde ƒ16 miljoen voor de ex tensivering bij granen en rood- vleesproducenten er voor laatstge noemde sektor zal worden bestemd. "Globaal zou 1 a 2 miljoen in de roodvleessektor moeten terecht ko men, met de graansektor komen we dan wel goed uit. Overigens is de roodvleesregeling momenteel in het O-en B-fonds aan de orde. Op een vraag over mogelijke steun voor de intensieve veehouderij uit Brussel was Nysingh duidelijk. "Daar moet deze sektor maar niet op rekenen". Voor de melkveehou derij pleit hij na de aanstaande extra korting van 2'/2% voor afschaffing van de vetquotering. "We zijn dan voldoende terug gegaan. Gaan we nog verder terug dan komt er een te kort aan eiwitten en dreigt onze ex port naar derde landen van zuivel- produkten ernstig in gevaar te komen". De heer Nysingh meent dat men erg voorzichtig moet zijn bij het accep teren van een aftopping bij het ver handelen van de mestquota. Hij ver onderstelt verder dat het zo'n vaart niet zal lopen met de uitbreiding van de veehouderij op bedrijven die een aanzienlijk mesttekort hebben". We moeten oppassen voor teveel regel geving. Laten we eerst maar eens zien hoe dit loopt. "Hij waarschuw de ervoor om de thans geldende P- norm niet in te ruilen voor de N- norm. Na de inleidingen ontspon zich een levendige diskussie met de zaal over tal van zaken rond de vee houderij. Zowel de inleiders als de forumleden de heren D. Hannne- wijk (varkenshouderij), F. Vos (pluimveehouderij), A. de Jonge (roodvleesmesterij) en A. Boll (melkveehouderij) bleken zich goed te hebben voorbereid en tal van vra gen konden onder de adequate lei ding van forumvoorzitter de heer H.C. van der Maas en dagvoorzitter de heer W. van Veldhuizen behan deld worden. Hieronder het "restant" dat gezien de tijd niet meer aan bod kon komen. In het navolgende wordt kort nage gaan op enige schriftelijk ingediende vragen die niet konden worden be handeld. Kwotum los van de grond? Voordelen zijn een betere verplaats baarheid. Zaken die hierbij van be lang zijn, zijn de: tijdelijkheid van de Superheffing, wat gebeurt er na 1992, de fiskale gevolgen, de gevol gen voor niet verhandeld kwotum, en voor de bedrijfsovername. Op veel zaken, hiervoor genoemd, zal eerst duidelijkheid moeten komen. - Leasen van melkkwotum? (Leasen van kwotum is verhuren of huren van een kwotum met de loop tijd van één jaar binnen een bepaal de zuivelonderneming, de overeen komst moet in de eerste 3 maanden van een superheffingsjaar afgesloten worden. De komende maanden moet het besluit vallen of er in het komende jaar dergelijke overeen komsten afgesloten kunnen worden. - 2 Prijzensysteem binnen Super heffing? Een 2 prijzensysteem voor melk (zo als bij bieten A en B) geeft geen oplossing voor verruiming van de produktie. Bij zo'n systeem moeten we denken aan A en E produkten en prijzen d.w.z. voor de kwotum melk een A prijs voor het meer geprodu ceerde de Wereldmarkt- dus E prijs. Een dergelijk systeem is voor melk moeilijk uitvoerbaar. Beter zou dan zijn een Superheffing afgestemt op de Wereldmarkt b.v. Superheffing van 50-75% van de richtprijs. - Onderling regelen van onder- en overschrijding? In de verordening Superheffing is onderlinge verevening niet tot gestaan. Bij de B formule (fabrieks- kwotum) mag onder-en overschrij ding binnen eenzelfde fabriek ver wend worden. Ned. heeft voor het komende jaar voor de B formule gekozen. - Overgang van fabriekskwota naar huiskwota? De overgang van fabriekslevering naar boerderij zuivelbereiding is ge bonden aan een vergunning van het Produktschap Zuivel (P.Z.) Neder land heeft een fabriekskwotum en een huiskwotum die samen het Na tionaal kwotum zijn. Uitbreiding van een van de beide gaat ten kosten van de andere. Het Nederlands huis kwotum is 1-15% van het natio naal kwotum. Er is thans zeker be langstelling voor boerderijzuivelbe reiding, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Indien er een melkveehou der stopt met boerderijzuivel dan is er een mogelijkheid voor een ander dit over te nemen. Daar de vraag groot is krijgen aanvragers maar weinig of niets toegewezen. De zui velindustrie heeft geen baat bij meer huiskwotum. - Aankoop van melk buiten Neder land gebeurt door de zuivelindustrie omdat naar afnemersproducenten vragen die zij wel kunnen produce ren doch waarvoor zij onvoldoende hebben. Door melk buiten Ned. aan te kopen wordt een gedeelte van een buitenlandskwotum in ons land ver werkt. De zuivelindustrie gaat er daarbij vanuit dat dit rendabel is. De kwota in Nederland en b.v. Duits land worden er niet beter of slechter Er zal zo spoedig mogelijk een oplossing moeten komen voor de problematiek rond de maatschaps vorming in de melkveehouderij. De ze goede mogelijkheid om te komen tot een geleidelijke overname van het melkveehouderijbedrijf wordt nog steeds ernstig bemoeilijkt door de superheffingsverordening. Daarbij gaat het om de vraag op wiens naam het quotum mag c.q. moet staan om geen fiskale problemen te krijgen bij overdracht. Dit knelpunt moet wor den weggenomen. Het hoofdbestuur van de ZLM dat maandag in de Prins van Oranje te Goes bijeen was, besloot het Landbouwschap middels een brandbrief van deze dringende wens op de hoogte te stellen. De voorzitter van de veehouderij commissie de heer W. van Veldhui zen bracht dit knelpunt naar voren in zijn sektorverslag waarin hij terug greep op een aantal zaken die op de ZLM veehouderijstudiedag vrijdag 26 februari in Etten-Leur aan de or de zijn gekomen. Volgens de heer Van Veldhuizen is de melkveehoude rij ermee gediend wanneer de nieuwe opkoopregeling die door bedrijfsle ven en ministerie in Brussel is inge diend zo spoedig mogelijk gaat funktioneren. Het is thans moeilijk te zeggen of de regeling waarmee nog voor april van dit jaar veel melk op gekocht zou moeten worden, wel door Brussel goedgekeurd wordt. De voorzitter van de veehouderijcom missie memoreerde verder de diskus sie op de veehouderijdag over het beleid van de standsorganisaties. Hij verwoordde in dit verband nog eens het standpunt van het hoofdbestuur dat er naar streeft om zoveel moge lijk bedrijven met perspektief voor de toekomst in stand te houden. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 15