"Door snelle technische ontwikkeling moet je wel op langere termijn gaan denken" Agrarische vrouwen kunnen buitenshuis werken goed kombineren met gezin en bedrijf Bijna twee jaar kombinatiebanen in de land- en tuinbouw! VEEHOUDER CHRIST VISSERS UIT SCHERPENISSE: Gezin: Huishouden: Bedrijf: Algemene konklusies: Slotkonklusie: Tijd meegehad J. van Tilburg Projekt voldoet in Zeeland aan behoefte Tot een van de grotere veebedrijven in Zeeland behoort ongetwijfeld het bedrijf van de familie Vissers te Scherpenisse. Acht jaar geleden zijn deze Brabanders vanuit Roosendaal naar Tholen verhuisd omdat ze we gens stadsuitbreiding hun toenmali ge bedrijf moesten beëindigen. Het bedrijf in West-Brabant bestond uit een bungalow, een stal, 50 melkkoei en en 9 hek tare pachtgrond. Het hui dige bedrijf heeft een oppervlakte van 48 hektare, 36 ha eigendom rondom de boerderij en 12 ha pacht grond in West-Brabant; en het aan tal stuks vee bedraagt 230 waarvan 90 melkkoeien. Deze omvang is zeker niet alleen kunnen ontstaan door de schade loosstelling maar door keihard wer ken, een flinke dosis durf en door de bedrijfsvoering op een efficiënte ma nier te organiseren. De reden om in Zeeland een nieuw bedrijf te begin nen was vooral een financiële: in vergelijking met West-Brabant lag de grondprijs er 15 tot 20.000 gulden per ha lager en dat is niet onaantrek kelijk. Te Scherpenisse werd een be drijf gekocht van 23 hektare. Naast het bestaande bedrijfsgebouw bouw de de heer Christ Vissers een giganti sche ligboxenstal die ruimte kan bie den aan 160 melkkoeien. Met de 90 melkkoeien wordt een quotum van 600.000 liter volgemolken. Twee jaar geleden is er een moderne stal voor 80 stuks grootvee bijge bouwd die in hoofdzaak dient voor het afmesten van vee. "Dat ik deze stal gebouwd heb heeft enkele rede nen", zegt Vissers. "Ik was van plan grond bij te kopen maar de prijs lag te hoog om van een rendabele inves tering te spreken. Door de komst van de superheffing werd ik ge dwongen een gedeelte van de melk veestapel weg te doen en dat zag ik gezien de toen lage marktwaarde voor vee niet zitten". Er werden stierkalveren bijgekocht om de te veel geproduceerde liters melk daar naar toe weg te werken en een ge deelte van de vaarzen werd aan- gestierd met een Belgische 'blauwe'. De losse neventak van het mesten van stieren begint nu volwaardig te worden. Ik ben Liesbeth Pons, afkomstig van een akkerbouwbedrijf op het Eiland van Dordrecht. Geduren de 4 maanden heb ik stage gelo pen bij de Sociaal Ekonomische Voorlichting van de ZLM in Bra bant. Ik deed deze stage in het kader van m'n opleiding Voor lichtingskunde, Akademie Die- denaart te Wageningen. Een belangrijk deel van deze (in teressante en boeiende) 4 maan den heb ik gevuld met het ver richten van een onderzoek, met de vraagstelling: "Kunnen agra rische vrouwen, die buitenshuis werkzaam zijn, dit verantwoord kombineren met aktiviteiten in de privé-sfeer (gezin, huishou ding en 't agrarische bedrijf)? Hoe kombineren ze het, welke problemen komen ze tegen en hoe lossen ze deze problemen op? Zelf was ik ervan overtuigd dat een agrarische vrouw buitenshuis werkzaam kan zijn, dus ik pro beerde tevens het beeld van de funktie van de agrarische vrouw (een boerin behoort thuis te zijn) te beïnvloeden. Voor dit onderzoek heb ik 23 agrarische vrouwen geïnter viewd, afkomstig uit alle sekto ren (akkerbouw, melkveehoude rij, intensieve veeteelt, fruitteelt en (glas)tuinbouw) in Brabant. Daarvoor reisde ik heel wat af, wat ik schitterend vond. Ten eer ste om het kontakt met de vrou wen en ten tweede om het Bra bantse land en haar kuituur te le ren kennen. Wat is er zoal uit het onderzoek gebleken? Omdat er in dit onderzoek vrij jonge vrouwen geïnterviewd zijn en zij voor het grootste deel nog géén kinderen hebben, is het voor hen gemakkelijker om bui tenshuis te werken. Overigens is het buitenshuis werken niet leef tijdsgebonden. De vrouwen met kinderen kunnen hun baan goed kombineren met het gezin, maar toch is het makkelijk om b.v. een oppas achter de hand te hebben. De vrouwen geven aan dat de kinderen genoeg aandacht krij gen. Het interview is echter wel Liesbeth Pons een "momentopname", d.w.z. hoe staan de kinderen en de part ner (die het buitenshuis werken van zijn vrouw goedvindt) er la ter tegenover dat hun moe der/vrouw buitenshuis werkte? Ondervinden zij dan voor- of nadelen? Het huishouden wordt voorna melijk door de vrouw zelf ge daan. Ze probeert doorgaans zichzelf te redden (eigen verant woordelijkheid te dragen). Soms is er te weinig tijd en schiet het huishouden erbij in. Een oplos sing: een huishoudelijke hulp in schakelen voor bijvoorbeeld één ochtend in de week. Door de maatschap (die veel voorkwam in 't onderzoek) is de betrokkenheid tot het bedrijf niet zo groot. De administratie wordt vaak door de maten uit de maat schap gedaan, evenals het bespreken van bedrijfsaangele- genheden. Ook het wonen buiten het agrarische bedrijf draagt bij tot geringere betrokkenheid, want zodoende mist men de tele foontjes, de aanloop van verte genwoordigers en de koffie drinkers. Om op de hoogte te blijven van de landbouw en het agrarische bedrijf, lezen de vrouwen vak bladen en werken mee op het be drijf als dat nodig is. Wanneer de hulp van de vrouwen op het be drijf nodig is, zijn veel vrouwen bereid vrij te nemen van hun werk. Ook worden er kursussen gevolgd, ten behoeve van het be drijf thuis. Bij de sektor akkerbouw speelt het financiële aspekt van het bui tenshuis werken, veelal de hoofd rol. Aangezien het ernaar uitziet, dat de akkerbouwsituatie in de toekomst in eerste instantie zal verslechteren, lijkt het me niet onwaarschijnlijk dat meer akker- bouwvrouwen buitenshuis zullen gaan werken. Door het buitenshuis werken, komt men in een andere omge ving terecht, wat nieuwe kontak ten met zich meebrengt. Dit houdt tevens afwisseling in en zo als iemand al aangaf: "Het houdt de relatie kwiek!" Uit de algemene konklusies blijkt, dat buitenshuis werken voor de agrarische vrouw goed mogelijk is. Niet alleen voor de akkerbouwvrouwen, maar ook voor de vrouwen uit de andere sektoren. Het kan goed gekombi- neerd worden met het gezin, de huishouding en het agrarische bedrijf. Heel belangrijk is de wil en me dewerking van de partner. Voor allen geldt een druk leven, maar zoals met alles: je moet goed na denken, kiezen en organiseren. Wanneer het thuis op het bedrijf druk is, en de hulp van de agrari sche vrouw nodig is, zal zij dit op kunnen lossen door op zulke mo menten vrij te nemen en zich thuis in te zetten. Kortom: Is de wil er, dan is er zeker een weg! Langs deze (eigen gekreëerde) weg wil ik alle geïnterviewden hartelijk bedanken voor de be reidheid mee te helpen aan dit onderzoek en hun gastvrijheid. Tevens bedank ik verder de men sen, die ik in de loop van deze 4 maanden tegen ben gekomen en die op de één of andere manier bijgedragen hebben aan de leer zame èn leuke tijd. Liesbeth Pons "Voor ons is het mesten van stieren rendabel omdat we geen kalveren aan hoeven te kopen. Het is toch lo- gisclvdat we de stalruimte blijven be nutten". Mestopslag is in ruime ma te aanwezig omdat onder de gehele oppervlakte van beide stallen putten zijn gemaakt met een totale inhoud van 2200 m'. De afzet van mest is hier geen pro bleem zegt Christ Vissers. "We heb ben hierover goede afspraken ge maakt met een akkerbouwer in de omgeving waarmee tot heden toe met gesloten beurs mest en stro van eigenaar verwisselen. Voor het grootste gedeelte is hij wat de ruw- voedervoorziening betreft zelfvoor zienend, alleen graszaadhooi en in de zomermaanden voeraardappelen en bierbostel worden bijgekocht. Gezien het aantal standaardbedrijfs- eenheden valt op dat de bedrijfs voering optimaal moet zijn omdat geen vreemd personeel op het bedrijf aanwezig is. Mevrouw Vissers fokt de kalveren op en beheert de vrij omvangrijke administratie die om de hoek komt kijken. Verder is het bedrijf bijzon der goed gemechaniseerd. Wat met de machine gedaan kan worden ge beurt niet met de hand. Niet verwonderlijk dat een van de eerste voederdoseerbakken die in Nederland geleverd werden richting Scherpenisse ging. Vissers neemt geen personeel om de eenvoudige re den dat 's morgens vroeg, 's avonds en in de weekeinden het melken toch op z'n eigen schouders komt. Van de 45.000,die hiermee bespaard wordt komt de loonwerker iets vaker en kan het machinepark naar de laatste ontwikkelingen worden aan gepast. Om op betrekkelijk korte tijd zo uit te kunnen breiden daarvoor heeft Vissers zoals hij zelf ook toegeeft de tijd ook wat meegehad. "De WIR- premie op vee die nu zal worden af geschaft zorgde bij ons altijd voor een extra meevaller omdat de veesta pel jaarlijks groter werd. Verder hebben we veel melk geleverd in de jaren die dienden als graadmeter voor de hoogtebepaling van het melkquotum. Zijn melkquotum be draagt bijna 600.000 liter. "De toe wijzing van een jaarlijkse vaste hoe veelheid melk is achteraf bezien voor ons een juiste maatregel geweest, al liep ik er in het beginstadium niet hard mee weg". Maar goed dat de superheffing gekomen is vult zijn vrouw aan anders hadden we nu 150 melkkoeien gehad. In tegenstelling tot andere moderne melkveebedrijven is er geen compu ter aangeschaft die krachtvoergift e.d. regelt. Vissers heeft wel op het punt gestaan zo'n computer aan te schaffen maar omdat de mogelijk heid van uitbreiden in de melk veestapel kwam te vervallen is hij van dit plan afgestapt. Gezien de se- lektie die wordt toegepast wat melk- gift betreft, wordt het aantal liters melk per koe hoger wat betekent dat het aantal stuks melkvee terugloopt. In de afkalfstal is wel een monitor te vinden die op een beeldscherm in de slaapkamer laat zien wanneer er vroegtijdig moet worden opgestaan. De meeste zakelijke transakties doet Vissers met veelal dezelfde leveran ciers of afnemers. Hoewel met Coöperatie wel zaken gedaan worden heeft de partikuliere handel ook een goede klant aan hem. Er moet een gezonde konkur- rentie blijven tussen de vrije handel en de Coöperatie vindt hij. Op korte termijn is het niet de bedoeling, dat er grote investeringen gedaan wor den. Wel zullen er als de grondprij zen tot een acceptabel bedrag ge daald zijn aankopen in die richting gedaan worden. Het echtpaar Vis sers heeft een zoon en een dochter waarvan de 12-jarige zoon zoals het er nu naar uitziet veel interesse heeft om zijn vader op te volgen". "De technische ontwikkeling gaat zo snel, merkt Vissers nog op, dat het nu verstandiger is om op lange ter mijn te gaan denken en dan is grond misschien een betere investering dan dure apparaten in de automatise ring, die vaak na enkele jaren geen restwaarde meer hebben". Het kombinatiebanenprojekt in Zee land bestaat nu bijna twee jaar en blijkt te voorzien in een behoefte die in de praktijk bestaat. Het meren deel van de in 1986 gesloten kon trakten is in 1987 met een tweede jaar verlengd. Er zijn 12 kombiwer- kers werkzaam op een 26-tal bedrij ven. Er blijven zelfs aanvragen van ondernemers open staan omdat geen geschikte werknemer gevonden kan worden of omdat door de geografi sche spreiding een ondernemer niet in een kombinatie opgenomen kan worden. Het kombinatiebanenprojekt, op gestart in 1986 door de Stichting Agrarische Projekten Zeeland (STAP) in samenwerking met de re gionale Bedrijfsverzorgingsdiensten en de regionale Arbeidsbureaus, heeft tot doel een steentje bij te dra gen aan het behoud van de werkgele genheid in de agrarische sektor, door het kombineren van deeltijd werkzaamheden op verschillende agrarische bedrijven tot een volle werkweek en deze aan te bieden aan de bij het Arbeidsbureau ingeschre ven werkzoekenden. De deelnemen de ondernemers verplichten zich om minimaal één jaar gedurende één, twee of drie dagen per week een "kombiwerker" te werk te stellen. De ondernemers beslissen uiteinde lijk wél wie er op het bedrijf komt; dit om misverstanden te voorkomen. De werkzoekende moet een agrari- 12 sche opleiding en/of achtergrond hebben. De administratieve zaken, zoals loonbelasting, ASF e.d. worden ver richt door de STAP. De deelnemen de ondernemers betalen een vast ta rief per gewerkt uur. In dit tarief zijn loon, vakantiegeld, reiskosten e.d. verwerkt. De hoogte van dit ta rief is onder meer afhankelijk van de leeftijd van de kombiwerker en is ge baseerd op de CAO voor de land bouw. Ondernemers die geen vast personeel in dienst hebben en beslui ten tot het in dienst nemen van een kombiwerker op het bedrijf, krijgen bovendien de eerste jaren een gewen- ningssubsidie welke reeds verwerkt is in het tarief. 'Knipbanen' Naast de bovengenoemde vorm van kombinatiebanen bestaan er ook de zogenaamde "knipbanen"; dat wil zeggen dat een werknemer 4 maan den werkzaam is bij werkgever A en 8 maanden bij werkgever B. Een knipbaan kan pas geëffektueerd worden als er een vol jaar werk voor een werknemer is. De tariefstelling voor een knipbaan is op basis van kostendekkend tarief (dus zonder subsidie). Geïnteresseerden, zowel werkgever als werknemers, kunnen voor nadere informatie terecht bij de koördina- tor van de STAP, de heer J.A. van der Maden. Hij is te bereiken via het Landbouwschap, telefoon 01100-12220. Vrijdag 4 maart 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 12