Veldbonen zaaien is een kwestie van precisie Voorbehandeling van pootgoed gunstig voor kwaliteit konsumptie-aardappelen Regelmaat Aanbevelingen A. Peelers, M. Verdaasdonk, Landbouwschap vreest vervoersproblemen boeren en loonwerkers In de praktijk worden voor het zaaien van veldbonen diverse typen zaaimachines gebruikt. Zowel de normale nokkenrad- als pneumati sche zaaimachine wordt ingezet. Het merendeel wordt echter door de loonwerker gezaaid met een precisie-zaaimachine. Meestal worden de zaaimachines ook voor andere gewassen gebruikt. Bij de precisie- zaaimachines is het zelfs meestal zö dat mais zaaien het hoofddoel van de aanschaf is geweest. Aantal percelen geteld naar type-zaaimachine en de gemiddelde zaai-afstand. type zaai-machine norm. nokkenrad norm. pneumatisch precisie-zaai: met vacuum met overdruk mechanisch zaai-machine norm. nokkenrad norm. pneumatisch precisie-zaaimachine: vacuum merk A vacuum merk B vacuum merk C vacuum merk D overdruk merk E mechanisch merk F rij-afstand 50 cm 37 rel. standaard afwijking 83 78 56) 42) gem. 41) 43 33) 34 50 Dat een goede zaaizaad-verdeling bij veldbonen belangrijk is blijkt uit proeven op proefboerderij 'Wij- nandsrade'. In 1981 werd gemiddeld 37976 meer opbrengst gehaald met precisie-zaai ten opzichte van een normale nokkenradzaaimachine. In 1987 zijn uitgebreidere proeven aan gelegd met een normale pneumati sche zaaimachine ten opzichte van een precisie-zaaimachine. Hierbij bleek de normale pneumatische zaai machine een lagere opbrengst van 5% te geven ten opzichte van een precisie-zaaimachine. Tevens trad bij precisie-zaai minder legering op. Deze 5% meer-opbrengst komt bij een gemiddelde opbrengst van 5.200 kg neer op 260 kg bonen a ƒ0,70 ƒ182,—. Hiermede worden dus de zaaikosten vergoed. Omdat er met zo'n grote verschei denheid van zaaimachines wordt ge zaaid, en omdat de opbrengst rea geert op de mate van precisie, leek het nuttig wat praktijk tellingen te doen. Deze tellingen hadden betrek king op de opkomst en de zaai- regelmaat. Uit de opkomst kan men redelijk goed de zaairegelmaat bepa len omdat de kiemkracht van veld bonen hoog is (90-100%) en niet op gekomen bonen gemakkelijk zijn te rug te vinden. Bij de normale zaaimachines (nok kenrad of pneumatisch) wordt prak tisch altijd op 25 cm rij-afstand ge zaaid. Tevens wordt algemeen 1 2 eenheden meer zaad gebruikt. Dit betekent dus 1/3 meer zaai- zaadkosten. Omdat bij veldbonen een goede ver deling en dus een goede regelmatige stand belangrijk is voor de op brengst, legering enz. is het nodig hier voldoende aandacht aan te schenken. Van de getelde percelen is daarom de relatieve standaard afwijking berekend en in on derstaande tabel weergegeven. Te vens is de hoogste en laagste relatie ve standaard-afwijking gegeven. De relatieve standaard-afwijking is een maat voor de regelmaat van zaaien waarbij een laag cijfer duidt op een goede verdeling (een kleine afwij king van de gemiddelde zaai- afstand). De cijfers moeten voor zichtig worden gehanteerd omdat het praktijkwaarnemingen betreft en geen onderzoek. Uit bovenstaande cijfers blijkt dat de normale zaaimachines een slechte regelmaat van zaaien geven. Er is weinig verschil tussen de nokkenrad en de pneumatische machines. Tus sen de verschillende precisie- zaaimachines is wel verschil te zien. De precisie-zaaimachine met over druk heeft een betere verdeling dan gemiddelde ,5 cm 25 cm zaai-afstand 5 15,3 3 15,1 7 - 10,2 9,6 8,5 hoogste laagste 115 70 125 51 67 43 47 33 52 32 44 23 40 26 64 43 de vacuum machines en de mechani sche machine. Verder is tussen de verschillende merken vacuummachi- nes een duidelijk verschil waar te ne men. Ter illustratie is de verdeling van de overdruk machine en een merk vacuum machine in een grafiek bij elkaar gezet. Hierop is aangege ven het aantal keren dat een bepaal de afstand bij telling op een perceel voorkwam ten opzichte van het tra- jekt van de zaai-afstanden. Elk tra- jekt was 4 cm, dus werd gesteld op de afstanden 0 t/m 3 cm, 1 t/m 4 cm, 2 t/m 5 cm, enz. Hoe hoger de piek in de grafiek, hoe gunstiger de zaai-regelmaat. Het is duidelijk dat de gewone zaai machines een matige tot slechte ver deling geven. Vacuum-zaaimachines maar ook mechanische precisie- zaaimachines gaven een wisselend beeld tussen de percelen en de mer ken. Wanneer er de nodige aanpas singen worden gedaan moet de ver deling even goed kunnen zijn als de machine met overdruk. Er is echter een aantal zaken ten aanzien van zaad en machine die dan in orde moeten zijn, namelijk: - het zaad moet vrij nauw gefraktio- neerd worden. Zaad met een fijne fraktie zaf beter met een ongewijzig de mais-zaaimachine verzaaid kun nen worden dan zaad met een grove fraktie. Grover zaad gaat eerder klem zitten onder in het zaaihuis en vraagt meer vacuum. - het zaad moet goed geschoond zijn. Afgelopen jaar kwam men soms hout, plastic en zelfs kiezelste nen tegen. Geen enkele machine kan dit verzaaien. - pas op met het ontsmettingsmid del. Overtollig middel gaat aan de schijf koeken, waardoor deze vast komt te zitten. Een beetje kalkpoe- der toevoegen kan het toestromen van het zaad bevorderen. - afhankelijk van de zaadfraktie zal het meestal toch nodig zijn om de schijven van mais-zaaimachines of op te boren of nieuwe schijven te ko pen met een gatgrootte van mini maal 5 mm. - bij sommige machines moet het deksel van het zaai-element bij de schijf vervangen worden door een deksel waarbij de bonen meer ruimte krijgen. - soms moeten afstrijkers en/of uit- werpers verwijderd worden omdat die de bonen ophouden waardoor propvorming ontstaat. - soms is een hoger vacuum nodig en ruimere slagen. Het zaaien van veldbonen vraagt een goede verdeling. Gewone zaai machines zijn hiervoor eigenlijk on geschikt. Precisie-zaaimachines, werkend op vacuum zoals ze bij mais-zaaien worden gebruikt, moe ten toch, met name ten aanzien van de doorstroming naar de schijf en het goed meenemen aan de schijf, worden aangepast. De machines met overdruk lijken een zeer goede ver deling te geven. Specialist Bedrijfsuitrusting Konsulentschap A.T. Tilburg Bedrijfsvoorlichter Akkerbouw Konsulentschap A.T. Tilburg Een voorbehandeling van het poot goed heeft een gunstige invloed op de opbrengst. Maar vooral ook de kwaliteit van de aardappelen en het optreden van ziekten worden gunstig beïnvloed. Ekstra zorg aan het poot goed besteed, wordt meestal goed beloond. Dë teler heeft nogal wat invloed op het groeipatroon van zijn aardappel gewas. Denk daarbij aan het tijdstip van poten, het tijdstip en de mate van aanaarden, de stikstofgift e.d. De grootste invloed heeft echter de bewaring en de voorbehandeling van het pootgoed. Door het op gang brengen van de kieming begint de groei eigenlijk al vóór het poten. De pootgoed-bewaring heeft meestal niet op het bedrijf van de konsumptie-aardappelteler plaats. Daarbij is die bewaring gericht op het behoud van de kiemrust. Of deze ook behouden blijft, is afhankelijk van de omstandigheden. Na een warme zomer is de kiemrust korter. Rassen met een lange kiemrust geven geen problemen. Om zijn pootgoed een passende voorbehandeling te kunnen geven, dient de konsumptie- aardappelter half maart het poot goed op zijn bedrijf te hebben. Al lereerst dient te worden nagegaan hoe het met de kiemrust staat. Is er nog helemaal geen sprake van kie ming, dan is het te overwegen een warmtestoot te geven. Dit is zeker nodig indien het om de teelt voor vroege levering gaat, of indien het een traag kiemend ras betreft, zoals bijvoorbeeld Marijke. Een warm testoot bestaat uit het gedurende een week opwarmen tot 18°C. Daarna kan het pootgoed buiten worden ge zet, zoals hieronder wordt omschre- 10 ven. Voor de normale teelt van een ras als Bintje is een warmtestoot niet nodig. Wel dienen de zakken poot goed bij voorkeur buiten in rijen op 50 cm van elkaar te worden gezet, zodat licht, lucht en warmte kunnen toetreden. Na één a twee weken kunt u de zakken omkeren. Door de zak ken telkens twee-aan-twee te zetten zijn ze bij regenval beter met plastic af te dekken. Een enkele lichte re genbui is overigens niet zo bezwaar lijk. Wel moet u de aardappels af dekken en er voor zorgen, dat de zakken niet in waterplassen komen te staan door ze op bijvoorbeeld pal lets te zetten. Als bij aflevering van pootgoed al flink wat schot aanwezig is, kan worden overwogen tot afkiemen over te gaan. Dit wordt echter meestal achterwege gelaten, omdat schot bij het poten wel afbreekt. Dergelijk pootgoed is goed 'wak ker', maar moet wel buiten worden gezet om schot te beperken. De leve ring van pootgoed in bulk, los gestort of in jumbo-bags maakt steeds méér opgang. Uit oogpunt van arbeidsbehoefte is dat vooral voor de grotere telers aantrekkelijk. Bovenstaande voorbehandeling van het pootgoed is dan echter niet mo gelijk. Pootgoed in bulk dient pas kort vóór het poten op het bedrijf van de konsumptieteler te komen. De leverancier zou er voor moeten zorgen, dat het al op temperatuur is gebracht tot bijvoorbeeld 10 a 15°C. Mits grond en weer het toelaten zou men wat vroeger kunnen poten. Pootgoed, bestemd voor vroege teelt of van rassen welke erg traag kie men, dient niet in bulk, maar in zak ken te worden geleverd, zodat een goede voorbehandeling mogelijk is. Ziekten pootgoed Wondjes, ook als ze bij het afkie men ontstaan, vormen een in valspoort voor bakterieziekten; zo als zwartbenigheid en stengelnatrot. Afkiemen ook op de pootmachine, dient dus zo veel mogelijk te worden voorkomen. Hier ligt enerzijds een taak voor de leverancier, maar an derzijds kan ook de konsumptie- aardappelteler door een goede voor behandeling zijn invloed hierop uit oefenen. Soms komen er in het poot goed enkele droogrotte knollen voor als gevolg van een aantasting door Fusarium of Phoma. Door deze uit te sorteren wordt verspreiding in de hand gewerkt. Het kan dus beter achterwege gelaten worden. Op het pootgoed kan Rhizoctonia voorko men in de vorm van zwarte sclero- tiën. Als ook na het wassen weinig (minder dan 10% van de knollen- licht bezet) of helemaal geen Rhizoc tonia voor komt, dan heeft een be handeling met Moncereen, Solocal e.d. weinig of geen zin. Er zijn aan wijzingen, dat door de behandeling de sortering wat fijner wordt. C.M. van Nostrum CAT Tilburg Het Landbouwschap vreest proble men voor boeren en loonwerkers als het Ministerie van Verkeer en Wa terstaat zijn plannen voor herziening van het uitvoeringsbesluit autover voer goederen, die nu bij de Raad van State liggen, ongewijzigd door zet. Het heeft het Ministerie van Landbouw en Visserij gevraagd de plannen tegen te houden. Volgens het ontwerp-besluit van ver keer en waterstaat mogen boeren landbouwprodukten alleen vervoe ren als dit direkt verband houdt met de uitvoering van het Iandbouw- werk. Het vervoer van aardappelen naar de afnemer, als die eerst in een schuur waren opgeslagen of het ver voer van kunstmest van de koöpera- tie naar de eigen schuur, zou dan niet meer mogen. Soortgelijke pro blemen ziet het schap voor loonwer kers opdoemen. Met andere, eerder door hem geuite wensen is volgens het Landbouwschap wel rekening gehouden. Zo is de burenhulp einde lijk geaksepteerd, zodat boeren in de oogsttijd voortaan eikaars produk- ten mogen yervoeren. Aldus het Landbouwschap. Vrijdag 4 maart 1988 Als het transport direkt verband houdt met het uitvoeren van het landbouw - werk, zoals tijdens de oogst van aardappelen, zijn er geen problemen te ver wachten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 10