Tegenwoordig bemoeit iedereen zich met landbouw Grote toekomst voor de ronde suikerbiet Cursussen zorgen voor deskundigheid 99 ING. D. VAN DER WAL korte wenken akkerbouw Maandag 15 februari stapte ing. D. van der Wal officieel over van overheid naar bedrijfsleven. Een loopbaan 32 jaar in overheidsver- band kwam daarmee ten einde. Als gewasbeschermingsdeskundige heeft Van der Wal de opkomst van de chemische middelen van dicht bij meegemaakt. Momenteel lijkt het erop alsof hij ook de geleidelijke teruggang ervan meemaakt. Een ontwikkeling die hij niet alleen op de voet volgt, hij heeft er ook een duidelijke mening over. "Uiteraard is het niet goed dat landbouwers alleen vertrouwen op chemische hulp middelen om hun gewassen te telen. Maar bedenk wel, een landbouw zonder chemie blijft de eerste decennia een utopie". Praten met ing. Van der Wal bete kent praten over gewasbescherming. Maar het betekent ook praten met een gedreven man die met een rea listische visie zijn mening niet onder stoelen of banken stopt. Overheidsbeleid Het overheidsbeleid uit moeten dra gen is vooral in roerige tijden een niet altijd een even dankbare taak. "Als je ziet welke maatregelen er tegen woordig allemaal op de boeren afko men dan is dat niet mis. Als de maat regelen dan ook nog onsamenhan gend zijn, zegt een boer al snel dat hij er niets meer van snapt. Sorry, maar ik snap zelf ook niet hoe de overheid zoiets heeft kunnen afkondigen moet ik dan soms als antwoord geven" zegt Van der Wal. Van der Wal kan en kon zich altijd in grote lijnen verenigen in het over heidsbeleid op het gebied van de ge wasbescherming. Zijn kritiek richt zich voornamelijk op het tijdsbestek waarin de overheid haar maatregelen doorgevoerd wil hebben. "De land bouw moet wel de kans krijgen zich aan te passen aan nieuwe regelgeving. Ook kun je niet onbeperkt nieuwe maatregelen opleggen. Doe je dat toch, dan zeg ik: dat is minder goed beleid". Beleid moet door de doel groep gedragen worden. Als voorbeeld van een maatregel waarvoor wel voldoende tijd bestaat om erop in te spelen noemt Van der Wal het nieuwe AM-beleid. Uit gangspunten hiervan zijn de afschaf fing van grondontsmetting, behalve in enkele uitzonderingsgevallen, en het gebruik van AM-resistente ras sen. Het belangrijkste aardappelras Bintje zal als gevolg hiervan in opper vlak afnemen. Het feit dat de land bouw tot 1999 de tijd krijgt om naar goede alternatieven te zoeken is vol gens Van der Wal niet alleen goed, maar ook noodzakelijk. Minder begrijpelijk is in zijn ogen het plotselinge verbod op het gebruik van atrazinin waterwingebieden. "Al 25 jaar gebruiken we op grote schaal dit middel. Vroeger zelfs in veel hogere doseringen dan nu. Ik vraag me daar om af waarom er niet een over gangsmaatregel komt zodat de boe ren ook in waterwingebieden tot bij voorbeeld 1990 de tijd hebben om naar alternatieven uit te kijken. Ook de industrie heeft immers tijd nodig om zich aan te passen". Gewasbeschermingsnota Onlangs verscheen de gewasbescher mingsnota. Deze nota geeft aan wel ke richting het beleid op het gebied van gewasbescherming in de toe: komst moet gaan. In de nota wordt gesteld dat zo mogelijk het gebruik van chemische middelen moet wor den teruggedrongen. "Op zich een stukje werk waarmee de landbouw uit de voeten kan", zo vervolgt Van der Wal. "Toch is het uiterst belangrijk dat de landbouw op zijn hoede blijft. De gewasbescher mingsnota is een zogenoemde raam nota. Dat betekent dat de zaken nog concreet ingevuld moeten worden. Talloze groeperingen en individuen bemoeien zich tegenwoordig met landbouw. Zo stelde enige tijd gele den iemand dat de grote hoeveelhe den herbiciden die gebruikt worden, wel eens mede de oorzaak zouden kunnen zijn van het afsterven van bomen. Tegen dat soort geluid moet de landbouw in het geweer komen. Het is volstrekt duidelijk dat er in Nederland maar een beperkte markt is voor biologisch geteelde produk- ten. Veel mensen wensen nu eenmaal geen appels met wormstekigheid. Te len we ze toch, dan komt het buiten land met kwalitatief goede produkten op onze markten en is zo de lachende derde. Daarom vind ik dat als midde len worden verboden er landbouw kundig aanvaardbare alternatieven moeten zijn. Ook uit economisch oogpunt moeten deze haalbaar zijn. Als je ziet dat gewasbescher mingsmiddelen waarin sileen is ver werkt worden verboden, terwijl het zelfde middel juist wordt toegevoegd aan loodvrije benzine, dan vraag ik me af waar zijn we mee bezig", aldus van der Wal. Van fouten bij het toelatingsbeleid wil Van der Wal weinig weten. Dat tegenwoordig middelen in de ver- dachtenbank geplaatst worden komt volgens hem hoofdzakelijk door de verfijndere technieken die bestaan om stoffen aan te tonen. Als gevolg daarvan stelt men ook strengere eisen aan de middelen. "Maar die strenge re eisen hebben vooral betrekking op milieukundig gebied, de landbouw kundige eisen zijn nauwelijks veran derd", zegt Van der Wal met grote stelligheid. Kosten beperken De kostenpost bij diverse gewassen bedraagt al gauw 600,a 700, per ha. "Natuurlijk valt er door des kundig gebruik wel geld te besparen. De doseringen zoals die normaal zijn voorgeschreven zijn altijd aan de vei lige, bedrijfszekere kant. Dat bete kent dat in de meeste gevallen de do sering goed voldoet. Zijn de omstan digheden ideaal dan kan best een beetje afgeweken worden van het ad vies. Vooral de weersomstandighe den zijn in dit verband erg belang rijk. Ik vind dan ook dat de gewenste weersomstandigheden tijdens ge bruik, op het etiket uitvoeriger ver meld moeten worden. Een aantal an dere zaken kan er wat mij betreft met tekeningen op. Bepaalde middelen werken alleen optimaal bij een hoge luchtvochtigheid, bijvoorbeeld DNOC. Als deze middelen ook alleen bij die omstandigheden gebruikt wor den betekent dat een stukje reclame van het produkt. Je moet dus kunnen spuiten op het ideale tijdstip. Lukt dit niet omdat dan de grond te nat is of om welke andere reden dan ook, dan verstoort dat je systeem en zul je later met de normale concentratie moeten spuiten. Je ziet het systeem heeft ook nogal wat haken en ogen en vraagt om deskundigheid en ver antwoordelijkheid van de toe passer". Biologische bestrijding Over de mogelijkheden van biologi sche bestrijding, dus bestrijding door natuurlijke vijanden, is Van der Wal niet erg optimistisch. Voor gebruik in de glastuinbouw ziet hij wel moge lijkheden omdat het daar gaat om toepassing in afgesloten ruimten. Voor akkerbouwpercelen geldt dit niet terwijl het ook ieder jaar de D. van der Wal. vraag blijft welke ziekte of plaag zich zal openbaren. Chemische middelen nemen vaak door hun brede werking een heel scala van schade veroorza kers mee, zodat het inzetten van roofvijanden die zeer specifiek wer ken vaak weinig zinvol is. Het verder zuiveren van middelen zodat alleen de werkzame stof overblijft biedt vol gens hem in bepaalde gevallen wel perspectief. "Zo is een fabrikant er onlangs in geslaagd het middel MCPP zo te zuiveren dat de dosering met de helft is te verminderen."Je ziet de industrie zit niet stil", zo besluit Van der Wal. Waarschijnlijk heeft de wetenschap, door in een dyna mische omgeving te gaan werken, mede de keuze van Van der Wal bepaald om naar BASF over te stappen. Albert Vermuë Op de Stichting voor Plantenverede ling (SVP) te Wageningen is enkele jaren geleden een ronde suikerbiet gemaakt. Gewone suikerbieten wer den daartoe gekruist met kroten en in de nakomelingen werd vervolgens geselekteerd op een ronde vorm van de biet. De effekten van de ronde bietvorm zijn: minder kopverliezen en koptar- ra, meer oogstbare bieten en door minder beschadigingen minder be- waarverliezen. De grootste voorde len liggen echter in de geringere hoe veelheid puntbreuk en het sterk gere duceerde percentage grondtarra. Dit als gevolg van de ronde vorm met zeer ondiepe of geen wortelgroeven. De bieten hebben bovendien een stompe onderkant en een gladde huid. Vertakking komt bijna niet voor. Het materiaal is inmiddels aan de bietenkweekbedrijven afgegeven "Als ik in een taxi stap dan ver trouw ik erop dat de chauffeur een rijbewijs heeft. In het feit of de eigenaar van het taxibedrijf z'n bewijs heeft ben ik minder geïnte resseerd. Met deze woorden geeft Ing. D. van der Wal aan dat hij het be langrijk vindt dat niet alleen de eigenaar van de spuitmachine, maar vooral de persoon die de machine bedient over een diplo ma op dat gebied beschikt. Van der Wal is een warm pleitbezorger van het verplicht stellen van bij voorbeeld het vakdiploma "Spui ten in de Landbouw" voor deze groep. De interesse voor de cursus is in de praktijk enorm groot, zegt hij. Bovendien bevordert de cur sus volgens hem het deskundig ge bruik van bestrijdingsmiddelen. Een regelmatig terugkerende na scholing moet onderdeel uitma ken van de cursus. Gebruikers worden dan steeds vertrouwd ge maakt met nieuwe middelen en met nieuwe inzichten op het ter rein van de gewasbescherming, zo stelt hij. "Het zou ook het imago van de landbouw ten goede komen". Ook mensen die vanuit de voor lichting betrokken zijn met het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen moeten volgens Van der Wal een aanvullende opleiding krijgen. Vanuit het Consulentschap in Wageningen ontbreekt het aan mankracht en tijd om hiervoor voldoende te zorgen. Van der Wal is dan ook bijzonder ingenomen met de bin nenkort te starten Post Hogere Landbouw Opleiding op dit ge bied. Zelf heeft hij hiertoe samen met Prof. Zadoks de aanzet gege ven. Deze cursus die in samenwer king met de Landbouw Universi teit georganiseerd wordt, is toe gankelijk voor medewerkers van de overheid en het bedrijfsleven. "Alleen met voldoende deskun digheid kunnen we ons teweer stellen tegen allerlei groeperingen die zich met de Landbouw willen bemoeien. Het organiseren van cursussen is de beste manier om deze deskundigheid bij te bren gen", aldus Van der Wal. maar de tijd is nog te kort geweest voor de produktie van handelsrassen met een ronde vorm. Ondertussen is echter uit onderzoek naar gebruiks waarde wel duidelijk geworden dat dit ronde materiaal voor een door braak in de bietenteelt en - verwerking gaat zorgen. Onderzoek van de SVP aan diploïde populaties had al uitgewezen dat het ronde materiaal ongeveer de helft minder grondtarra had dan het stan daardras Monohil, terwijl de op brengst er niet voor onder deed. Wel lieten het suikergehalte en de win baarheid nog te wensen over. Dit was echter niet verwonderlijk daar de ene kruisingsouder, de kroot, een suikergehalte heeft van ongeveer 8% en een winbaarheidsindex van min der dan 50. In het vervolgonderzoek samen met het Instituut voor Ratio nele Suikerproduktie (IRS) te Ber gen op Zoom lag de grondtarra op 60% van Monohil en waren er geen verschillen in koptarra, versnijd- baarheid in de fabriek en ademha- lingsverliezen. Het suikergehalte was 1 tot 1,5% te laag en de verwerkings kwaliteit nog te gering. Om het onderzoek te kunnen voort zetten is door de SVP opnieuw zaad van het ronde materiaal geteeld. Hierbij zijn ook triploïde proefhy- briden verkregen. Dit materiaal is het afgelopen jaar door het Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (PAGV) te Lelystad met het stan daardras Regina vergeleken. Bij de oogst bleek het ronde materiaal aan zienlijk minder puntbreuk te geven dan Regina. De kopverliezen waren echter wat hoger doordat de proef- hybriden nog niet homogeen zijn. Het suikergehalte was ongeveer 1,5% lager dan van Regina en de winbaarheidsindex lag op 83 (Regi na: 87). Daarentegen was de wortel opbrengst bijna 20% hoger en de hoeveelheid grondtarra een kwart lager. Uitgaande van een basisprijs van ƒ100,per ton geleverde bieten en rekening houdend met een aftrek voor gehalte en tarra zoals de Suiker Unie en CSM dat over 1987 deden, is de financiële opbrengst van de tri ploïde proefhybride ƒ275,per ha hoger dan die van het ras Regina. Over een totaal areaal van bijna 130.000 ha zou dat ruim ƒ35 miljoen Ir. M. Mesken van de SVP toont hier de ronde suikerbiet (rechts). Ter verge lijking houdt hij in zijn andere hand een kroot betekenen. De hogere financiële op brengst wordt onder andere veroor zaakt door de geringere hoeveelheid tarra. Voor de ronde biet zou de te ler ƒ75,per ha minder voor de tar ra hoeven bij te dragen. Eiï deze tar- rabijdrage wordt in de komende ja ren door beide industriën verhoogd. Vanaf 1990 zou met dezelfde hoe veelheid tarra de besparing voor de boer op de tarrabijdrage bij een rond ras zelfs variëren tussen ƒ135,en ƒ155,per ha. Dan zou de slechtere winbaarheid wel een na deel kunnen vormen. Maar onder tussen wordt door de partikuliere kweekbedrijven verder geselekteerd op een homogenere ronde vorm, een hoger suikergehalte en een betere winbaarheid zodat de toekomst van de ronde biet er zeer rooskleurig uitziet. Kontroleer, voordat het veldwerk begint, de bandenspanning van uw trekker. Een bandenspanning van 1 bar, of lager, geeft een minimale bo demverdichting en voorkomt inspo- ring. Let er wel op, dat het DRAAG VERMOGEN van de band voldoen de blijft. Zie hiervoor de ban dentabel. Werk uitsluitend in grond, welke voldoende DROOG is. Dit geldt voor de toplaag, maar zeker ook voor de laag daar net onder. De meeste problemen ontstaan door verdichtingen JUIST ONDER het zaai- of pootbed. In menig perceel wintertarwe komt momenteel reeds volop onkruid voor. TWEEZAADLOBBIGEN Vrijdag 26 februari 1988 zijn met kleurstof of Herbogil in een jong stadium goed te bestrijden. Ge bruik hiervoor 500 liter water per ha en verspuit deze, voor het beste re sultaat, met een grove druppel. Nachtvorst binnen een week kan schade geven. Het spuiten van bodemherbiciden is sekuur werk. Bij overlapping geeft u een dubbele dosis, waardoor schade kan ontstaan. Door te meten en het gebruik van GOED ZICHTBARE STOKKEN OF VLAGGETJES kunt u sekuur werken. Benut alvast de tijd om nu deze hulpmiddelen klaar te maken. Bestrijdingsmiddelen horen achter slot en grendel. Berg alle middelen na gebruik weer veilig op. Dit geldt ook voor lege verpakkingen. Bedenk trouwens, dat deze nooit voor 100% leeg zijn. Laat hiermee geen onge lukken gebeuren, elk ongeluk is er immers EEN TE VEEL. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 9