Onderzoeksresultaten 1987 proef boerderij Vredeneel Kostprijsberekening voor 1 ha. knolselderij SNUIF en IBVL tonen resultaten onderzoek bij oogsten en bewaren uien Epipré: 'Perceelsgericht adviessysteem voor de moderne tarwe tel er!' Voortgaande koncentratie van de vollegrondsgroenteteelt WEER OP BEPERKTE SCHAAL TEELT TEUNISBLOEMEN Het praktijkonderzoek voor de ak kerbouw in het Brabantse en Lim burgse zandgebied vindt plaats op de proefboerderij Vredepeel. Jaarlijks worden de resultaten van dit ónder- zoek vastgelegd in een jaarverslag. Een beperkt aantal konklusies uit het onderzoek van het afgelopen jaar staan in dit artikel vermeld. Onderzoek naar de mogelijkheden van nieuwe gewassen leidde de afge lopen jaren tot teeltonderzoek in kor- relmais (CCM), triticale, peulvruchten voor droge oogst, brouwgerst, AM-resistente rassen en teunisbloem. Het afgelopen jaar is het erg stil geweest rond de teelt van teu nisbloem. Voor het komend jaar wor den weer op beperkte schaal kontrakten afgesloten. Door de oogst uit te voeren met de zelfbinder blijkt het oogstrisiko sterk te kunnen wor den beperkt. Het blijkt dan mogelijk om goede opbrengsten te behalen. De opbrengst van triticale viel het af gelopen jaar tegen. De gewasontwik keling beloofde veel meer. Er werd een opbrengst behaald van ruim 5 ton. Rogge leverde eenzelfde op brengst. De triticale legerde veel min der dan rogge. Bouwplanproblematiek Met behulp van granulaten kan het noordelijk wortelknobbelaaltje on voldoende worden bestreden. Met na me in gevoelige gewassen als schorseneren, peen, witlof en erwt kan schade niet worden voorkomen. Een natte grondontsmetting geeft meer be scherming dan granulaten. Op brengstderving in suikerbieten kan wel met granulaten worden voorko men. Vertakking kan echter niet wor den voorkomen. Dit leidt tot een hoger percentage tarra. In de grote vruchtwisselingsproef bleek in zowel graan, aardappelen als mais een zelfonverdraagzaamheid te bestaan die leidde tot een opbrengst derving van 15%. Bij mais lijkt de oorzaak van deze onverdraagzaam heid te worden veroorzaakt door wor- telrot (phytium). Bij graan en aardappelen blijft de oorzaak onbekend. Het betreft hoogstwaarschijnlijk geen aaltjes. Desondanks bleek met behulp van grondontsmetting het mogelijk om de oorzaken van deze zelfonverdraag zaamheid gedeeltelijk weg te nemen. Produktie en milieu De mestwetgeving leidt tot nieuwe vragen. Welke soort mest kan bij de toegestane hoeveelheden het beste worden toegepast. Hoe kan ze het best worden benut. In een vergelijking van 30 m' drijf- mest van varkens en rundvee bleken de aardappelen te reageren op rund- veedrijfmest. Onlangs is de nieuwe stikstofmeststof Alzon op de markt gebracht. Bij deze meststof komt de stikstof niet in eens vrij, maar komt over een langere periode voor de plant beschikbaar. Hierdoor wordt uitspoe ling tegengegaan. In aardappelen bleek dit een positief effekt te hebben op de opbrengst en op de sortering. Bij de bestrijding van meeldauw in tarwe gaf een halve dosering middel geen slechtere bestrijding dan de vol le dosering. Ook bij de onkruid- bestrijding in suikerbieten bleek de Evenals voorgaande jaren heeft een aantal bestuursleden van de Knolsel- derijtelersvereniging Zuid-West Ne derland een begroting opgesteld voor de teelt van 1 ha. knolselderij. Het be grotingsmodel van voorgaande jaren is hierbij uitgangspunt gebleven. Op basis van de begrote kosten kan de kostprijs van 1 kg. knolselderij als volgt worden benaderd: A. Toegerekende kosten oogst 1988 1. Plantmateriaal 54.000 planten a 2,4 ct. 1.296,— 2. Bemesting: 120 kg. P205 a 1,— 120,— 220 kg. N a 1,20 286,— 280 kg KjO k 0,50 140,— 546,— 3. Chemische middelen: Grondbehan- deling: 12 kg. Birlane a 17,204, Onkruidbestrijding: 3 ltr Roundup a 53,— 159, 2,5 kg. Maloran a 60,150, Ziektebestrijding: 9 x Manebtin k 2 kg. a 12,50 225,— 1 x carbendazim a Zi kg. a 30,15, 500 kg. kalkstikstof a 0,90 450, I nsekten bestrijding Wantsen, luizen 3 x 1 kg. Undeen a 34,— 102,— 1 x 1 ltr Dimethoaat k 10,10, 1 x Zi kg. Pirimor k 84,42, Maneltra Borium 2 x 2 kg. k 17,— 68,— 1.425,— 4. Machinekosten Spuiten 15 x 37,555, Plantmachine granulaatstrooier trekker man 310, Schoffelen trekker man 2 x 80,— 160,— Beregenen (gem. 1 x per jaar) 450, Rooien opladen 600, Transport tijdens rooien: 3 karren a 2Zi uur a 60,450, Inbrengen: transportband, teleskoop- band, stortbak, boxenvuller 500, Aflevering: Knollenreiniger trans porteurs stortbak trekker voorlader man 800, 6% BTW 3.825, 7.092, 425,52 dosering zonder veel problemen te kunnen worden verlaagd. Teelttechniek In het natte voorjaar 1987 had bere gening in suikerbieten geen invloed op de opbrengst. Aardappelen reageer den wel positief. De opbrengst nam toe maar de sortering werd fijner. Het aanaarden van aardappelen kan o.a. gebeuren bij een gewashoogte van 15 cm. Dit leidt tot een laag per centage groene knollen. De opbrengst wordt niet negatief beïnvloed als het aanaarden tijdig gebeurt. Indien eerder moet worden aange aard, kan dit goed gebeuren met re cent op de markt verschenen aanaarder met kappen. Deze vormen een grote rug. De opbrengst lijkt iets gunstiger te liggen dan bij andere vroeg toegepaste aanaardsystemen. Jaarverslag In het jaarverslag staan de resultaten van ongeveer 40 proeven vermeld. Bovenstaande was hieruit slechts een greep. Bovendien staan de gegevens over de bedrijfsvoering erin vermeld. U kunt in het bezit komen van het verslag over 1987 door 10,over te maken op rekeningnummer 13.32.04.502 van de Rabobank te Merselo. Indien u erbij vermeld "zend mij jaarverslag", dan zal u dit zo spoedig mogelijk worden toege zonden. P. Geelen Regionaal onderzoeker Enige honderden bezoekers namen tijdens de open dagen van de SNUIF kennis van de nieuwste resultaten van het uien bewaaronderzoek. Enige honderden uientelers hebben tijdens de open dagen van de SNUIF maandag en dinsdag op de Proef boerderij Rusthoeve te Colijnspiaat kennis genomen van de onderzoeks resultaten bij het oogsten en bewaren van uien door het IBVL en de SNUIF. Midels sheets, grafieken en foto's werd o.m. getoond dat een vroegere oogst van de uien op het moment dat 50% van het loof is afgestorven sa men met een vroegere bespuiting met MH30 leidt tot een aanzienlijk beter produkt. Overigens is een zorgvul dig gekontroleerde bewaring al even belangrijk voor een goed eindresul taat. In het algemeen wordt, een te lichte ventilatie toegepast zo hielden deskundigen van SNUIF en IBVL de bezoekers voor. Ook het drogen van het produkt dat in 3 a 5 dagen bij en 25 °C dient te gebeuren duurt in de praktijk vaak te lang en is vaak on voldoende. De telers konden in de bewaarruimtes van de SNUIF het produkt zien dat volgens de nieuwe methode is geoogst en bewaard. Schoonmaken en afleveren: 15 üren a 20,— 300,— Grondafvoeren (trekker, kar, man) 100, 1.176,— 5. Hagelverzekering 50, 6. Rente omlopend kapitaal 150, 7.517,52 Losse arbeid: Planten: 9 personen a 4 uur a 16,— 576,— Wieden: 10 uren a 20,200, 8 Totaal toegerekende kosten 8.893,52 Lagere hoeveelheid door gebruik kalkstikstof B. Niet toegerekende kosten Pacht 825,— Drainage 110, Ploegen 180, Grondbewerking 150, Kunstmest strooien aan en afvoer 450,— Algemene kosten 110, Totaal niet toegerekende kosten 1.825, C. Totale kosten per ha. Toegerekende kosten 8.893,52 Niet toegerekende kosten 1.825, Totaal per ha. 10.718,52 Enkele opmerkingen bij de cijfers: Evenals voorgaande jaren is getracht om zo reëel mogelijke uitgangspun ten te hanteren gebaseerd op de gang van zaken in de praktijk. Gegevens over kosten kunnen in de praktijk verschillen van de vermelde cijfers. Bovendien willen de samenstellers op merken, dat met deze kostenbegroting niet beoogd wordt om de kostprijs voor elke teler aan te geven. Totale kostprijs inkl. B.T.W. 10.718,52 Kostprijs per kg. geschoond en no vember levering: Opbrengst per ha kostprijs per kr.: 35.000 kg. 31 ct. 40.000 kg. 27 ct. 45.000 kg. 24 ct. In bovenstaande becijferingen is geen rekening gehouden met bijzondere ri- siko's en de kosten van bewaring en bewaarverliezen. Het is moeilijk om dat cijfermatig aan te geven. Bij de beslissing van de teler om knolselde rij wel of niet in het bouwplan op te nemen moet deze omstandigheid evenwel nadrukkelijk worden mee genomen. Reeds meer dan 10 jaar heeft men in onderzoek en voorlichting er varingen opgedaan met Epipré; een perceelsgericht adviessysteem in tarwe voor de bestrijding van ziekten en plagen. Gedurende de ze jaren heeft men het program ma en het daaruit voortvloeiend adviessysteem aangepast en ver beterd. Epipré helpt de tarweteler bij zijn be slissing al dan niet een gewasbescher mingsmiddel te gebruiken bij de bestrijding van ziekten en plagen in tarwe. Er wordt daarbij rekening ge houden *met specifieke bedrijfs- en perceelsgegevens. Het advies is op gesteld voor dat perceel waarin de te ler gerichte waarnemingen doet en waarvan hij de gegevens doorgeeft aan het Epripé-team. In de advisering worden de kosten en baten van een eventueel uit te voeren bespuiting meegenomen. Hierbij wordt niet al leen rekening gehouden met de kosten van het aan te wenden middel, maar wordt ook gekeken naar de eventuele gewasschade. Welke adviezen? Evenals in voorgaande jaren geeft het Epipré-team ook dit jaar weer advie zen over: het wel of niet aanwenden van een halm ver steviger; de bestrij ding van voetziekten; de bestrijding van blad- en aarziekten; de bestrij ding van luizen; het wel of niet toe dienen van een derde stikstofgift. Telefonisch advies Om effektief gebruik te kunnen ma ken van het Epipré-programma, moet er snel en akkuraat geadviseerd kunnen worden. Nadat de teler zijn waarnemingen telefonisch heeft doorgegeven aan het Epipré-team, worden deze ingebracht in het pro gramma. Het bestrijdingsadvies ver schijnt daarna op het beeldscherm en kan direkt worden afgelezen en door gegeven aan de teler. Aansluitend hierop wordt nog dezelfde dag een schriftelijke bevestiging van het gead viseerde aan betreffende teler ver zonden. Deelname Deelname aan het Epipré- programma is mogelijk voor alle tar- wetelers in Nederland. De kosten voor deelname zijn gesteld op ƒ75, per bedrijf ongeacht het aantal perce len waarmee men meedoet. U kunt zich schriftelijk of telefonisch aan melden als Epipré-deelnemer bij het CAD-AGV, postbus 369, 8200 AJ Lelystad, tel. 03200-22714. U kunt hier ook meer informatie over Epipré aanvragen. Wat ontvangen de deelnemers? Nadat men zich heeft aangemeld als deelnemer, ontvangt men een deelne merskaart. Deze kaart dient men in gevuld te retourneren, waarna de be treffende deelnemer een instruktieset ontvangt, bestaande uit een instruk- tieboek en een set telkaarten. Daar naast worden de deelnemers uitgeno digd tot het bijwonen van één of meer instruktiebijeenkomsten, ver zorgd door het regionale konsu- lentschap. Welke tarwetelers doen mee aan Epipré Deelname aan Epipré is niet alleen nuttig voor jonge ondernemers die nog veel moeten leren over de teelt van tarwe, maar juist in een jaar na dat er nieuwe roestfysio's zijn ont dekt en waarin diverse nieuwe tarwe- rassen hun intrede doen is het van be lang dat ook ervaren telers hun ken nis en ervaring met betrekking tot dit gewas weer eens toetsten aan het on derzoek. ing. K.B. van Bon voorl. koörd. akkerbouw De komende jaren zal de teelt van vol- legrondgroenten zich verder concen treren op gespecialiseerde vollegrondsgroente- en akkerbouwbe drijven. Genoemde bedrijfstypen zul len in 1990 naar verwachting respektievelijk 49% en 18% van de produktieomvang voor hun rekening nemen. De arealen zullen zich dan voor 31% op vollegrondsgroentebe- drijven en voor 40% op akkerbouw bedrijven bevinden. Een en ander blijkt uit een rapport van het Landbouw-Ekonomisch Instituut. In de studie van het LEI zijn op ba sis van een "teelt-plan-analyse" de teeltplannen van circa 5000 bedrijven op hun samenstelling onderzocht. Uit de analyse bleek dat de gespecialiseer de vollegrondsgroentebedrijven in veel gevallen gespecialiseerd zijn op een of twee hoofdgewassen. De ge waskeuze is daarbij sterk gebiedsaf- hankelijk. In samenhang met de concentratie van de teelt van vollegrondsgroenten op gespecialiseerde vollegrondsgroen tebedrijven en akkerbouwbedrijven zal het aantal bedrijven naar verwach ting afnemen van 18.800 in 1985 naar 16.400 in 1990. Gelijktijdig zal het aantal arbeidskrachten afnemen van 9800 in 1985 naar 8600 in 1990. Deze afname zal vooral via vermindering van het aantal gemengde bedrijven plaatsvinden. 1) "Bedrijfsstrukturele ontwikkelingen in de vollegrondsgroenteteelt". Bestellen door overschrijving van 13,50 op postre kening 412235 van het LEI te Den Haag, onder vermelding van "Med. 380". ICI verwerft Brits graanteeltbedrijf ICI en MMG (United Kingdom) Limi ted hebben een overeenkomst bereikt over de aankoop door ICI van de sek- tor graanverdeling en groothandel in graanzaad van MMG. MMG (United Kingdom) Limited is een 100% doch teronderneming van het Zweedse sui- kerbietenzaadbedrijf Hilleshog AB, onderdeel van de Volvo-groep. Vrijdag 26 februari 1988

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 8